‘Ik ben wel zo realistisch dat ik besef dat je niet op een eiland leeft’

Vorige week werd ik geïnterviewd door Robbert Willemsen van de Asser Courant. Vandaag (dinsdag 13 oktober 2020) stond het in de gedrukte editie en verscheen het ook op de website van de Asser Courant. Aanleiding was de laatste keer dat ik een Middag-Pauze-Dienst leidde. Aan alles komt een eind, ook aan 14 bijzonder kostbare en dankbare jaren waarin ik meer dan 90 keer mocht voorgaan. Uiteindelijk ging het interview vooral over ‘kerk en corona’, maar kreeg de Middag-Pauze-Dienst die elke woensdag in de Bethelkerk in Assen gehouden wordt, ook goede aandacht. Met instemming van Robbert mag ik het interview en de foto die hij erbij nam, op mijn weblog plaatsen. Maar je kunt natuurlijk ook de Asser Courant aanklikken, dan krijg je ook de Bethelkerk te zien!

Assen – De commotie rond de Hersteld Hervormde Kerk in Staphorst, waar ruim een week geleden drie maal 600 kerkgangers de zondagdienst volgden – zingend, zonder mondkapjes – liet ook de andere kerken in Nederland niet onberoerd. Daar heerste enige boosheid en ongeloof, omdat ‘het geval Staphorst’ álle religieuze bijeenkomsten, waarbij de coronaregels goed in acht werden genomen, weer ter discussie stelde.

Minister Grapperhaus reageerde in elk geval direct. Hij gaf de kerkenraden de maandag erop – en herhaalde dat afgelopen vrijdag nog eens nadrukkelijk – het dringende advies terug te gaan naar maximaal 30 personen per dienst. Zonder zang. De minister deed daarbij vooral een beroep op het ‘gezond verstand’.

De meeste raden gingen daar afgelopen week in mee. Daarbij kwam wel het verwijt, dat het kabinet de weken ervoor onvoldoende had uitgelegd wat de coronamaatregelen betekenen voor religieuze bijeenkomsten. En dat het draagvlak voor maximaal 30 mensen per dienst zodoende broos wordt.

Ook de vrijgemaakt-gereformeerde kerk Het Noorderlicht van dominee Ernst Leeftink (55) in de Asser wijk Peelo, besloot het advies van Grapperhaus op te volgen. Dus zaten er afgelopen zondag tijdens de morgendienst 30 in plaats van de – de laatste weken gebruikelijke – 75 kerkgangers in Het Noorderlicht. Gezongen werd er al niet meer in Peelo sinds de coronamaatregelen van kracht werden.

Leeftink vindt het jammer dat het zo moet. ‘Met 75 mensen in onze kerk kon heel goed de veilige afstand bewaard worden. De ventilatie hier is goed, dus we waren aan het onderzoeken of zingen ook weer kon. Kijk, zang hóórt bij een dienst, het is moeilijk om dat niet te doen. En we hebben al veel moeten opofferen in maart. Geen ontmoeting op zondag en door de week in de kerk, mensen die vanuit huis de online dienst moesten volgen… Dat was lastig, want je beleeft een dienst niet zoals het zou moeten. Je bent thuis sneller afgeleid, de concentratie is minder.’

Sinds 16 augustus mocht Het Noorderlicht weer kerkgangers ontvangen. ‘En dat was voor veel mensen heel fijn. Nee, niet iedereen kwam weer terug. Sommige families binnen onze gemeenschap hebben personen uit kwetsbare groepen in hun midden, maar er werken ook mensen in de zorg. En die wilden geen risico nemen.’

Toen Leeftink de commotie rond de diensten in Staphorst aanschouwde, bekroop hem al een onaangenaam gevoel. ‘Niet zozeer van wat daar precies gebeurde. De kerk in Staphorst biedt plaats aan 2300 mensen. Er waren vorige week zondag 600 mensen per dienst, verdeeld over drie zalen in een goed geventileerde kerk. Dat lijkt me te doen. Het zingen en het niet dragen van mondkapjes vond ik niet zo verstandig, maar het gaat vooral om de beeldvorming. ‘De besmettingen in Nederland schieten omhoog, iedereen moet concessies doen maar de kerk trekt zich daar niets van aan’. En dat werkte al met al als een rode lap op de seculiere media.’

De uitleg van de collega van Leeftink in Staphorst schoot bovendien bij veel mensen in het verkeerde keelgat. Die legde het lot van de Staphorsters wat besmetting, ziekte en overlijden door corona aangaat in de handen van God. Terwijl ook anderen, die niets met het geloof hebben, door hen besmet zouden kunnen worden, zo luidde de kritiek.

De scriba van de kerk in Staphorst toonde afgelopen zaterdag wel wat meer begrip voor alle ophef en in Staphorst werd zondag het aantal kerkbezoekers afgeschaald. Zingen (wel iets minder) en het niet dragen van mondkapjes bleven echter overeind. 

Leeftink is voorzichtig. Gods woord en wil is immers de basis voor élke christen. ‘Maar ik ben wel zo realistisch dat ik besef dat je niet op een eiland leeft. Dat je ook in aanraking komt met anderen, daar moet je eveneens oog voor hebben. Kijk, Staphorst hield sinds juli al diensten met 600 mensen, maar toen waren het aantal besmettingen in Nederland laag en kraaide daar geen haan naar. Maar nu dat aantal zo hard oploopt, had de kerk in Staphorst moeten afschalen. Men bleef echter een eigen weg bewandelen, inclusief zingen en geen mondkapjes dragen. En dat is jammer. Ze hadden de antenne moeten hebben hoe dat zou overkomen buiten Staphorst en hoe de pers daar vervolgens op zou kunnen springen.’

Door die halsstarrige houding voelen andere kerken zich ‘gepiepeld’, zoals Leeftink het uitdrukt. ‘Want Staphorst tornt op deze manier ook aan onze rechten, het recht op vrijheid van godsdienst. Onlangs gaf premier Rutte ons nota bene nog een compliment dat de kerken het zo goed deden, dat het besmettingspercentage daar zo laag was.’

Zuchtend: ‘En nu dus dit. Zonder ‘Staphorst’ hadden we ook in Het Noorderlicht niet terug gehoeven naar 30 mensen. Bovendien is het onderwerp ‘zingen’ voorlopig weer van de baan en geven we onze gemeenschap het dringende advies een mondkapje te dragen. Ja, ik weet dat het ‘slechts’ een advies is vanuit Den Haag en dat de kerkenraad uiteindelijk beslist, maar als we hier zeggen dat we het qua veiligheid goed voor elkaar hebben met 75 mensen in het gebouw en dat we dat beleid voorzetten, krijg je als kerk tóch een slechte naam. En dat willen we beslist niet.’

Afscheid van Bethelkerk.

‘In zo’n intieme setting bouw je iets moois met elkaar op’ 

Ernst Leeftink heeft afscheid genomen als een van de voorgangers tijdens de middagpauzedienst in de Bethelkerk aan de Groningerstraat. Leeftink heeft sinds kort – naast dat hij dominee is in Het Noorderlicht in Peelo – een ‘nevenfunctie’ van 20 procent als predikant in Oosterwolde.

Op zich vindt Leeftink het wel jammer dat hij na 14 jaar moet stoppen met de diensten in de Bethelklerk, die hij verzorgde met zes andere voorgangers, waaronder Folkert Folkers (geestelijk verzorger van woonzorgcentrum Arendstate), Ron Koopmans (Jozefkerk) en Anja van Harten-Tip (Oase). ‘Maar ik moest kiezen, mijn agenda werd te vol.’ Dominee Bart Dubbink (Lichtpunt) neemt de plaats van Leeftink in.

Op elke woensdagmiddag is de Bethelkerk geopend voor mensen ‘van alle geloof en levensovertuiging’, die midweeks een rustpunt en een moment van bezinning’ zoeken. Leeftink: ‘Het zijn korte diensten. Om 12.30 uur moet iedereen binnen zijn, is er een bijbellezing, een korte overdenking van 10 minuten, drie liederen (maar nu dus even zonder zingen) en een kleine orgelsolo. Om 12.55 uur zijn we klaar. Daarna is er nog ruimte voor een kop koffie of thee, een praatje en om 13.30 uur is iedereen weer vertrokken. Een middagpauzedienst, zoals de naam al zegt, moet ook in een middagpauze passen.’

De diensten trekken zo’n 30  bezoekers, die volgens Leeftink vooral de intimiteit ervan waarderen. Hoezeer, merkte hij toen ook deze kerk van half maart tot eind augustus dicht moest. ‘Onze vaste bezoekers misten de vaste ontmoeting in de kerk, vonden het jammer dat ze niet mochten komen. En ook ik miste het, omdat je in zo’n intieme setting toch iets moois met elkaar opbouwt.’ Daarom, lacht de dominee, zal hij – ondanks dat hij gestopt is – regelmatig langskomen bij de Bethelkerk. ‘Om de toch wel unieke sfeer weer even te proeven.’

Een vertrouwd en veilig huis in bange tijden (Psalm 4)

Op 7 oktober 2020 ging ik voor de laatste keer voor in de Middag-Pauze-Dienst die elke woensdagmiddag in de Bethelkerk in Assen gehouden wordt. In iets meer dan 14 jaar mocht ik er zo’n 90 keer voorgaan. In deze dienst (met zo’n 25 aanwezigen en zonder samenzang) stond Psalm 4 centraal.

Waar ben jij het meeste bang voor in deze coronacrisis? Het kan van alles zijn. Je kunt bang zijn voor de ziekte zelf. Zeker als je tot de risico-groep hoort. Vanwege je leeftijd. Of vanwege je broze gezondheid. Je kunt bang zijn voor de eenzaamheid. Stel je voor dat je nog een half jaar je kinderen en kleinkinderen niet mag ontmoeten. Je kunt bang zijn voor de gevolgen van de coronacrisis. Je baan staat op de tocht. Je bedrijf raakt in zwaar weer. Je huwelijk staat onder druk. Redden je kinderen het wel?

‘Waar moeten we het zoeken? Wie biedt ons perspektief?’ Die vraag uit Psalm 4 is in onze tijd super aktueel. De wanhoop klinkt er in door. Daarom vind ik de berijmde versie uit het Gereformeerd Kerkboek ook zo prachtig: Ik hoor hoe velen angstig vragen: ‘Wie zal het goede ons doen zien?’ Ook de Nieuwe Psalmberijming brengt het heel kernachtig onder woorden: ‘Wie geeft ons toekomst?’ vragen velen. De angst knijpt onze kelen dicht.’ Zo levensecht, de psalmen. Zo konkreet voor alle tijden, ook voor ons. Een liedboek voor Gods volk alle eeuwen door. En telkens, in alle omstandigheden, wijst het ons ook de weg naar God.

De aanleiding voor deze woorden is heel konkreet. David moest vluchten. Zijn zoon Absalom, de populaire, populistische kroonprins, heeft een staatsgreep gepleegd. David is de Jordaan overgestoken, met een klein groepje getrouwen en een aantal soldaten. Die hebben de kant van David hebben, maar ze vrezen het ergste. Ze weten dat Absalom met zijn tien keer zo grote leger ook de Jordaan zal oversteken.  Dat maakt hen moedeloos. Ze vragen zich wanhopig af: ‘Hoe komt dit ooit nog goed?’ Tsja, wat moet David zeggen om zijn mannen weer moed in spreken?

En vandaag … ja, je kunt wel, net als de regering en de supermarkten wel blijven roepen: ‘Samen krijgen we het coronavirus eronder.’ Maar hoe dan?

Weet je hoe David op die wanhopige vraag reageert? Met een gebed! In de nood leert David zijn soldaten, maar ook ons in 2020 bidden! ‘HEER, laat het licht van uw gelaat over ons schijnen!’ Een gebed! David. Hij weet dat hij er slecht voor staat. Naar de mens gesproken is hij koning-af en grijpt Absalom de macht.

En wij … volgens alle deskundigen zijn we er nog lang niet. We staan nog maar aan het begin van de tweede golf. We hebben nog geen flauw idee hoe het ‘nieuwe normaal’ er uit zal zien.

Hoe reageer je dan? Nou, neem een voorbeeld aan David! Hij zoekt niet als eerste naar oplossingen. Hij zoekt als eerst God op. Het geloof ziet altijd in God nog een weg van redding en uitkomst. Dat moeten Davids adviseurs en zijn soldaten weer leren. Dat is wat wij, wat heel Nederland vandaag  nodig heeft. Leren vertrouwen op God. Niet dat de omstandigheden dan ineens veranderen. Maar je krijgt er een ander zicht op als gelooft dat God boven jouw angsten staat. Als je in moeilijke omstandigheden toch gelooft dat God bij je is, zet dat de situatie waarin je verkeert, in een ander licht. Het licht van Gods aangezicht.

Hoe belangrijk is dit advies vandaag voor ons allemaal. Misschien slaap je wel slecht vanwege alle corona-zorgen. Stapelen de problemen zich op. Pieker je je suf.  Hoe zal het de komende tijd gaan? Maar hoe vaak klop je bij God aan? Als ik naar mezelf kijk: dat vergeet ik nogal eens om als eerste te doen. En toch is dat wat je als kind van God mag doen. Want, zegt Asaf, een andere dichter, in Psalm 50: Dan zul je, als het onheil je omringt, wanneer de angst je in de engte dringt, Mij roepen en Ik zal het al doen keren. Ik geef je ruimte en jij zult Mij  eren. Je mag naar je hemels Vader gaan. En naar je Heer, Jezus Christus. In Hem vindt mijn hart meer vreugde dan in het  aardse geluk van een overvloed aan koren en wijn, zegt David.

Voor veel mensen bestaat het goede uit de dingen die je hier op aarde kunt bereiken. Meer koren en wijn – een goed inkomen. Vooral gezond blijven – ook al komt de ouderdom met gebreken. Dat is ook niet verkeerd. Maar als dat het enige is, dan word je alleen maar bezorgder. Dan loop je steeds achter de dingen aan. Met stress en spanning in het lijf. Tot op een dag het beklemmende gevoel je overvalt: waar heb ik het allemaal eigenlijk voor gedaan? Tot we er als mensheid keihard mee geconfronteerd worden, dat we met onze medische techniek en wetenschap alles helemaal niet zo vast in onze hand hebben als we altijd dachten.

Dus die vraag van Psalm 4 is zo gek nog niet. Zeker niet in angstige tijden. ‘Waar zoek ik mijn geluk? Wat geeft mij zekerheid?’ Als je het antwoord van David maar kent! Bij God zoek ik mijn geluk. In Hem vindt mijn hart zijn zekerheid. Het licht van zijn vriendelijk gezicht maakt mij blij en geeft mij vrede en rust. Want Jezus is het Licht van Gods aangezicht. Je kent de verhalen over de Here Jezus toch wel? Hij is de Goede Herder! Hij zorgt voor al zijn schapen. Hij heeft zijn leven er zelfs voor overgehad.  Jezus die zorgt en die zonden vergeeft – zo is Hij vandaag nog steeds. Ook voor jou en mij. Want Hij is opgestaan en leeft! In eeuwigheid én in het hart van al Gods kinderen.

In mijn eerste gemeente kwam ik regelmatig bij een weduwe van in de tachtig op bezoek. Ze was altijd bezorgd en zenuwachtig. Maar weet je wat ze altijd tegen mij zei? ‘Als ik naar bed ga, dominee, kan ik altijd lekker slapen. Want ik weet, dat er altijd Eén is die voor me zorgt.’ Voor haar begon de nieuwe dag weer met nieuwe zorgen. Dan vloog het haar weer aan. Maar als ze naar bed ging, dacht ze vaak aan Psalm 4, in de oude vertaling: In vrede kan ik mij te ruste begeven en aanstonds inslapen, want Gij alleen, HERE, doet mij veilig wonen.

Zo beleeft een christen dat niet altijd. Hoe kom je dan toch aan die rust en dat vertrouwen?  Wat is het geheim? Augustinus heeft het eens heel mooi gezegd: “Onrustig is ons hart, totdat het rust vindt bij God.” Want als je met je zorgen naar de HERE gaat, dan luistert Hij. En Hij vindt het niet erg, als je steeds weer bij Hem komt. Als je maar komt! Als je Hem maar opzoekt. Als je dat vaak doet, wordt dat een levenshouding. De levenshouding van een gelovige. Het geheim daarvan is een Persoon: Jezus. Hij is de beste remedie tegen angst en zorgen. Zorgen over het leven nu. Zorgen over het leven na dit leven. Want Hij is er altijd bij. Bij Hem mag ik schuilen. Bij Hem voel ik mij veilig, voel ik mij vertrouwd en voel ik mij thuis.

Psalm 4

1 Voor de koorleider. Bij snarenspel. Een psalm van David.

2 Antwoord mij als ik roep, God die mij recht doet. Geef mij ruimte als ik belaagd word, wees genadig, hoor mijn gebed.

3 Machtigen, hoe lang nog maakt u mij te schande, is de schijn u lief, de leugen uw leidraad? sela

4 De HEER schenkt zijn gunst aan wie Hem trouw is, de HEER luistert als ik tot Hem roep.

5 Beef voor Hem en zondig niet, bezin u in de nacht en zwijg. sela

6 Breng de juiste offers, heb vertrouwen in de HEER.

7 Velen zeggen: ‘Wie maakt ons gelukkig?’ – HEER, laat het licht van uw gelaat over ons schijnen.

8 In U vindt mijn hart meer vreugde dan zij in hun koren en wijn.

9 In vrede leg ik mij neer en meteen slaap ik in, want U, HEER, laat mij wonen in een vertrouwd en veilig huis.

HAASTIGE SPOED in 2016

Anna en Meinke Weerstand hebben ijzelpret

Anna en Meinke Weerstand hebben ijzelpret

Toelichting: ondanks de ijzel ging de Middagpauzedienst in de Bethelkerk in Assen gewoon door. Tien dappere aanwezigen trotseerden de gladheid. Ongeveer 25 à 30 anderen die normaal ook aanwezig zijn, durfden het blijkbaar niet aan – wat zeer verstandig is. Voor hen en voor wie het verder interessant vindt, volgt hier de tekst van de overdenking van de eerste Middagpauzedienst in 2016.

Openbaring 22 : 7, 12, 20 “Ik kom spoedig!” “En zie, Ik kom spoedig!” “Ja, Ik kom spoedig!”

Geliefde mensen, de kop is eraf. Met veel vuurwerk hebben we het nieuwe jaar ingeluid. En daarna begon het hier in het Noorden eindelijk een beetje winter te worden met al die ijzel. Het is alweer zes dagen 2016.

Wat zal het nieuwe jaar ons brengen? Hoe ziet het er uit? Niemand van ons weet het ware antwoord. We staan nog maar op de drempel van 2016. Eén ding weten we wel zeker: niets kan ons scheiden van Chris­tus. De Here Jezus heeft dat ééns gezegd, vlak voor zijn afscheid: ‘En houd dit voor ogen: Ik ben met jullie, alle dagen, tot aan de voltooiing van deze wereld.’ (Matteüs 28:20) Het is goed om dat tot ons te laten doordringen aan het begin van het nieuwe jaar. Wat is uw goede voornemen? Wat zal het nieuwe jaar voor jou brengen? Veel mensen zeggen: afwachten maar. Maar in dit laatste hoofdstuk van de bijbel staat iets heel anders. Daar zegt Jezus maar liefst drie keer: ‘Ik kom spoe­dig!’ Met die belofte wordt iedere keer een stukje van dit hoofdstuk afgesloten. Je kunt je afvragen: waarom herhaalt Jezus deze belofte? Omdat wat drie keer gezegd wordt, vast en zeker is. De herhaling is geen teken van onzekerheid, maar bevestigt en onderstreept juist de zekerheid. Je hebt het toch zeker wel gehoord? ‘Ja, Ik kom spoedig’, dat zegt de Here Jezus!

Vandaag zien we elkaar (ook al is het vanwege de gladte maar met z’n elven) voor het eerst in 2016 weer in de Middagpauzedienst. Een goede gelegenheid om onszelf en elkaar te herinneren aan de belofte van Chris­tus’ terugkomst. Hij zegt het immers Zelf: ‘Zie, Ik kom spoedig!’ Bij elk jaar gebruiken we de uitdrukking –vroeger meer dan tegen­woordig– Anno Domini. Dat betekent: in het jaar van onze Heer. We leven nu Anno Domini 2016 na de geboorte van Christus. Maar je kunt het ook omkeren en zeggen: we leven in het zoveelste jaar vóór de terugkomst van onze Heer. Alleen kunnen we er dan geen jaartal opplakken, omdat we niet precies weten, wannéér Hij terugkomt. Maar zelfs al zou Hij dit jaar nog niet weerkomen, het is wel een jaar van de nadering van zijn komst. Want die dag komt steeds dichter bij. Elly en Rikkert, die zoveel kinderliedjes gemaakt hebben, brengen het zo onder woorden: ‘Elke dag een stapje dichter bij die dag, elke dag een stapje dichterbij. Stapje voor stapje, ’t is niet veel, maar snap je, wij zijn elke keer een stapje dichter bij de Heer.’

Van 2015 naar 2016 betekent: we zijn weer een jaar dichter bij de Heer! Daar kun je op twee manieren mee omgaan. Afwachten of verwachten. Dat eerste, dat is toch niet de goede houding. Afwachten heeft iets pas­siefs. Je ziet wel wat er gebeuren gaat, en laat het allemaal over je heenkomen. Je kunt er verder toch niets aan doen. Maar voor je het weet, interesseert het je ook niet meer zo en hou je je er ook niet meer zo mee bezig. Geloven wordt iets voor straks. Een levensverzekering voor de eeuwigheid. Gaat het vaak niet zo bij u en jou? Dat je wel wéét: de Here Jezus is bij mij en straks komt Hij terug. Maar eigenlijk speelt het niet zo’n grote rol in mijn leven. Of kun je haast niet wachten tot die grote dag aanbreekt? Zie je er naar uit? Als dat zo is, is er geen sprake van ‘afwachten maar’, maar van ‘verwachten’. Dat laatste is veel positiever, daar zit aktieve houding achter. Dan kijk je naar iets uit. Je verlangt er naar, je bent er mee bezig. En je stemt een gedeelte van je plannen of van je karrière er op af. Alleen: dat is best moeilijk. Want we leven in een wereld, die zich steeds meer concentreert op het leven nu. Híer moet je het maken. Je moet nú genieten, voor het te laat is. En zo proberen mensen op deze aarde rijk te worden en gezond te blijven. Alles wat met ziek zijn en sterven te maken heeft, proberen ze zo ver mogelijk voor zich uit te schui­ven. In dat klimaat leven wij ook als gelovigen. Dan lijkt het, alsof je als chris­ten wel in de aanwezigheid en de terugkomst van de Here Jezus ge­looft, maar voor je het zelf in de gaten hebt, funktio­neert het kontakt met de Here Jezus helemaal niet meer inTulpenveld met regenboog je dage­lijks leven. Je hebt het druk, er zijn nog zoveel interessante dingen te doen en te beleven. En ondertussen raak je de verborgen omgang met de Here kwijt en verdwijnt de gedachte aan de terugkomst van je Heiland helemaal uit beeld. Dan lijk je misschien heel erg bij de tijd, maar in de ogen van God ben je in slaap gesukkeld! Je loopt hopeloos achter! Want dan hou je de klok van God niet bij! Dan heb je je eigen toekomst misschien tot in detail gepland, maar ben je niet op Gods toekomst voorbereid. Vanmiddag krijgen wij weer te horen van onze Heer Jezus Zelf te horen: ‘Ja, Ik kom spoedig!’ En wat staat er nog meer? De Geest en de bruid zeggen: ‘Kom!’ Dat is het effekt van de Heilige Geest op Gods kinderen. Hij zorgt ervoor, dat jij en ik het ook in 2016 van Jezus onze Heer verwachten. Híj helpt ons ook het komende jaar door. Wat de toekomst ook brenge moge. Hoewel, ik weet wel, wat de toekomst brengt: Jezus Christus, onze Heer! Dus vraag je aan het begin van 2016 niet alleen af wat de toekomst zal brengen, maar sta in 2016 ook steeds weer bewust stil bij Wie er in de toekomst zal komen!