Dag 03
De eerste plaats
in God – Het verhaal maakte op mij grote indruk. Toen ik voor m’n werk een keer in India was, vertelde een 18-jarige jongen me dat hij vier jaar geleden tot geloof in Jezus was gekomen. Sinds die tijd had hij het thuis erg moeilijk. ‘Mijn ouders willen dat ik het geloof in Jezus opgeef. Ik kan krijgen wat ik wil, als ik Jezus maar verlaat. Maar dan zeg ik: ‘Jezus is alles voor me. Als jullie me wegsturen, zal ik gaan, maar ik geef Jezus niet op.”
Waarom wilde deze jongen niet doen wat zijn ouders van hem vroegen? Omdat hij geloofde in God. Dat wil zeggen: de God van Israël die heeft gezegd: ‘Vereer naast Mij geen andere goden’ (Ex. 20:3). Meedoen met de afgoden van zijn ouders, dat wílde deze tiener dus niet meer. Zelfs niet als hij daardoor alles zou kwijtraken…
Gelukkig is het voor ons makkelijker om in God te geloven. Alhoewel…, soms moet jij óók kiezen. Waarschijnlijk niet tussen je ouders en God. Maar misschien wél tussen je vrienden en God, of je pleziertjes en God. En voor wie kies je dan?
‘Ik geloof in God’ betekent: ik geloof niet in mijn muziek, of in mijn vrienden, of in mezelf, en zelfs niet in mijn ouders, maar alléén in God. Want er kan er maar één op de eerste plaats staan!
Lezen: Mattheüs 10:32-37
Die jongen uit India hield ontzettend veel van zijn ouders. Wat zou hij van dit bijbelgedeelte gevonden hebben? Wat vind jij ervan?