Binnenwaarts bidden

De vorige blog ging over ‘Opwaarts bidden’. Als je in je vrije gebed, net als in het Onze Vader, eerst de tijd neemt om tegen God te zeggen hoe geweldig Hij is als Persoon en hoe blij jij met Hem bent om Wie Hij is, kleurt dat meteen de toon van de rest van je gebed.

Eén van de belangrijkste eigenschappen van God is, dat Hij een God van liefde en genade is. Een God, die ons graag onze zonden en schulden vergeeft. Dat is niet logisch. Want God is zo heilig, dat Hij onrecht en slechtheid niet ongestraft kan laten. En zowel in de Bijbel als in ons eigen leven komen we er steeds weer op uit dat wij als mensen voortdurend tegen Gods wil ingaan – ook al beloven we elke keer beterschap. Toch wil God ons blijven vergeven, ook al kost Hem dat de hoogste prijs: het offer van onze Heer Jezus Christus aan het kruis. Mensen vergeven is dus niet iets wat natuurlijk bij God hoort, wat Hij elke keer als we het vragen wel even doet, want daar is Hij voor.

David is in Psalm 130 diep onder de indruk als hij zingt: “Als u de zonden blijft gedenken, HERE, wie houdt dan stand? Maar bij U is vergeving, daarom eert men U met ontzag.”

Later schrijft Johannes in zijn brief (1 Johannes 1:9): “Belijden we onze zonden, dan zal Hij, die trouw en rechtvaardig is, ons onze zonden vergeven.”  God vergeeft ons niet omdat Hij in de eerste plaats genadig is, maar omdat Hij trouw en rechtvaardig  is. Want, zegt Johannes even verder (1 Johannes 2:1-2): “Mocht één van u echter toch zondigen, dan hebben wij een pleitbezorger bij de Vader: Jezus Christus, de rechtvaardige. Hij is het die verzoening brengt voor onze zonden.” Oftewel: het zou onrechtvaardig van God zijn en Hij zou onbetrouwbaar zijn, als Hij ons alsnog zou straffen voor onze zonden waarvoor Christus al vergeving verdiend heeft. Hij droeg de straf en betaalde onze schuld. “In Hem zijn wij door zijn bloed verlost en zijn onze zonden vergeven”, schrijft Paulus ergens (Efeziërs 1:7). Vergeving is dus een gratis geschenk dat tegelijk oneindig veel gekost heeft. Hoe meer je dit beseft, hoe meer je als christen ook voor twee risiko’s bewaard wordt.

Risiko 1: Als je niet meer doorhebt wat het God gekost heeft om ons vergeving te schenken, doe je alleen maar plichtmatig en oppervlakkig schuldbelijdenis. Ten diepste verandert er van binnen niets in je. Je erkent wel het verkeerde gedrag en de gevolgen ervan, maar niet de motieven erachter. Je zult ook pas toegeven dat je echt fout zat, als het niet anders kan. Maar echt verdriet om wat je anderen en God Zelf met je gedrag of woorden of houding hebt aangedaan is er niet.

Risiko 2: Als je niet durft te geloven dat God ook werkelijk jouw  zonden vergeven heeft, ga je er voortdurend onder gebukt (‘Dit vergeeft God me nooit’). En de weg van berouw en bekering wordt een martelgang, omdat je erdoor wilt bewijzen dat je voldoende schuldbesef hebt om door God vergeven te worden. Je denkt dat Hij je pas weer accepteert, als je bij Hem weer enigszins een voldoende staat. Eigenlijk wil je daarmee –op z’n minst voor een deel- je vergeving terugverdienen in eigen naam, in plaats van volledig een beroep te doen op Gods genade in Jezus’ naam.

Wat heeft dit nu met ‘binnenwaarts bidden’ te maken?

Nou, als je met ‘opwaarts bidden’ begonnen bent (‘Hoe groot zijt Gij’ – Opwekking 407), mag je daarna ook over jezelf nadenken. Hoe staat het met je verlangen om ook echt als kind van God te leven? En hoe oprecht vraag je om vergeving, elke keer als je Hem weer gekwetst of genegeerd of afgewezen hebt? Als je bidt, mag je die gevoelens uitspreken. Niet vanuit de gevolgen van de zonde: ‘Heer, wilt U mij vergeven, want ik heb er zo’n puinhoop van gemaakt.’ Ook niet vanuit angst: ‘Heer, laat mij hiermee ophouden, anders ben ik bang dat U mij voor eeuwig zult straffen.’ Maar vanuit de houding: ‘Heer, waarom heb ik U dit aangedaan? Hoe kan ik nu zo egoïstisch of overbezorgd of haatdragend of hoogmoedig of (vul maar in …) reageren, terwijl ik weet dat U onvoorwaardelijk van mij houdt omdat Jezus zijn leven er voor over had om mij weer terug bij U te brengen?’

Om op deze manier ‘binnenwaarts’ te bidden, geeft Tim Keller in zijn boek ’Bidden’ een paar tips.

  1. Denk in (de voorbereiding op) je gebed na over de kernwaarheden van het Evangelie – Jezus die stierf uit liefde; hoe Hij 100% voor ons is gegaan; de hoge prijs van zijn offer; God die ons als zijn kinderen aanneemt. Daardoor ga je de zonde niet alleen laten uit angst voor de gevolgen nu of de straf van God straks, maar ga je de zonde ook steeds meer haten omdat het in alles tegen het echte leven met God ingaat.
  2. Denk in (de voorbereiding op) je gebed na over elk van de Tien Geboden of elk van de vruchten van de Geest uit Galaten 5:22-24. Niet om daardoor zelf de zonde onder de knie te krijgen en uit eigen kracht te laten zien hoe goed je ze al kunt houden en toepassen. Maar door via deze geboden en vruchten steeds weer je eigen motivatie en houding helder te krijgen: geeft het mij blijdschap als ik ze in de praktijk breng en doet het me verdriet als me dat niet lukt en ik juist het omgekeerde doe of zeg of denk?
  3. Focus je in je gebed op je eigen houding als christen. Dat kan door vier elementen terug te laten komen in je gebed:
    1. God, maak dat ik me heel klein en nederig voel
    2. God, maak dat ik vurig verlang naar het goede
    3. God, maakt dat ik brand van liefde
    4. God, maak dat ik me helemaal op U richt

Onderzoek bij elke vier eerst, wat je houding op dit onderdeel is en waar je in de praktijk tegenaan loopt. Durf daarbij je eigen tekorten expliciet onder woorden te brengen. Bijvoorbeeld:

  1. O Heer, ik ben nogal hoogmoedig en statusgevoelig, maar U, Heer Jezus …
  2. O Heer, ik ben nogal opvliegend en gauw geïrriteerd , maar U, Heer Jezus …
  3. O Heer, ik ben nogal afstandelijk en kil, maar U, Heer Jezus …
  4. O Heer, ik heb nogal last van overbezorgheid en angst, maar U, Heer Jezus …

‘Binnenwaarts bidden’  betekent nadenken over wie je zelf bent en wilt zijn in de nabijheid van God. Maar dan wel altijd met een beroep op Christus. Want zelf krijgen we de vlek van de zonde niet uit ons leven. Veel mensen praten zichzelf een schoon gevoel aan door net te doen alsof er geen zonde is. Anderen blijven maar poetsen en wrijven , maar voelen zich er steeds schuldiger en minderwaardiger door. Die twee taktieken werken niet. Maar als je in gebed naar Jezus toegaat, Hem dankt voor zijn werk aan het kruis, je eigen zonde toegeeft en er afstand van doet, ontvang je van de Heilige Geest opnieuw de zekerheid dat God echt onvoorwaardelijk van je houdt. En ontvang je van Hem de motivatie om graag en met blijdschap het je als een hemelse Vader in alles naar de zin te maken.

Ontleend aan Tim Keller, Bidden – vertrouwelijke omgang met de ontzagwekkende God, Uitgeverij van Wijnen – Frankeker, 2015. Met name hoofdstuk 13

Plaats een reactie