De eerste vergaderweek van de Generale Synode van Goes zit erop. Het was de buitenlandweek. Die duurde vier dagen, van dinsdagavond tot zaterdagmiddag. Ruim 20 gasten vanuit heel de wereld waren aanwezig namens 12 kerken uit Australië, Indonesië, Zuid-Korea, India, Sri Lanka, Congo, Zuid-Afrika, Brazilië, Verenigde Staten, Canada en Oostenrijk waren aanwezig, een aantal met hun echtgenotes.
Wie afgaat op wat het Nederlands Dagblad en het Reformatorisch Dagblad schreven, krijgt de indruk dat het beladen dagen waren, omdat vier buitenlandse kerken zware kritiek op de GKV leverenden vanwege de Man/Vrouw-besluiten. Twee andere kerken uitten ook, maar dan op een wat meer vriendelijke manier, hun bezorgdheid.
En inderdaad, ik vond het een zware, beladen week. Maar gelukkig waren er ook mooie momenten. Die kregen helaas wat minder aandacht in de pers. Als GKV gingen we een zusterkerkrelatie aan met de Geraja Kristus Tuhan (‘Kerk van Christus de Heer’) uit Indonesië. Die kerk is zo’n 100 jaar geleden ontstaan onder Chinezen in onze voormalige kolonie en heeft zo’n 25 jaar geleden de Heidelbergse Catechismus en de Nederlandse Geloofsbelijdenis als belijdenisgeschriften aangenomen. Ze leverden hun bijdrage aan de discussie over de vrouw in het ambt en vertelden over hun jongerenwerk. Ook de inbreng van de kerken uit Noord-Oost-India over hun jongerenwerk en de gesprekken met de broeders uit de andere kerken waren positief en opbouwend. Ook werd er veel gezongen, in het Engels, het Frans, het Indonesisch en in een Papua-taal. Het klonk beslist vrolijker dan het Nederlands Dagblad suggereerde.
Toch hakten de toespraken van m.n. de drie emigrantenkerken uit Canada, Australië en Zuid-Afrika er bij mij wel in. De Canadezen begonnen hun toespraak als volgt: ‘Het is over. Tenminste voor nu. Wij zijn er niet van overtuigd dat u wilt leven en luisteren naar Gods Woord.’ Dus is in 2019 de zusterkerkrelatie met de GKV verbroken, mogen GKV-predikanten niet meer voorgaan in de Canadese kerken en worden GKV-leden niet meer, of alleen na een stevig gesprek, toegelaten tot het Avondmaal. Ook waren de Canadeze afgevaardigden, net als die van Australië, bewust afwezig op donderdagavond in de kerkdienst waarin ds. Mayer uit Oostenrijk voorging en het Avondmaal gevierd werd. Zelfs als gast de kerkdienst bijwonen zonder het Avondmaal mee te vieren was blijkbaar een stap te ver. Extra schrijnend en tamelijk schaamteloos vond ik, dat op het moment dat alle synodeleden en overige buitenlandse gasten samen in Harderwijk in een kerkdienst God loofden en prezen, de Canadezen in conferentieoord Mennorode, dus op de locatie waar alle gasten vier dagen en nachten door onze kerken ontvangen zijn, uitgebreid met vier predikanten van het in oorsprong schismatieke nieuw-vrijgemaakte kerkverband DGK spraken over mogelijke kerkelijke contacten. En als je dan ook nog hoort dat de Canadeze predikant op de zondagmiddag na de synode zal voorgaan in een kerkdienst van een gemeente van het tweede, eveneens in oorsprong schismatieke nieuw-vrijgemaakte kerkverband GKN, waar ze net als met de GKV geen kerkelijke zusterkerk-relatie hebben, dan geeft dat bij mij een nogal dubbel gevoel.
Ook de Australische bijdrage was nogal pittig. We staan niet meer op hetzelfde fundament, dus als we nog wel over een heleboel dingen samen bijbels denken, is dat net zo toevallig als de overeenkomsten die je als gereformeerd christen kunt hebben met een rooms-katholieke christen. Daar kun je de HERE dankbaar voor zijn, maar dat is geen basis voor kerkelijke eenheid. De Zuid-Afrikaanse bijdrage bestond o.a. uit de wens dat God binnen de GKV toch nog licht mag laten schijnen in de duisternis (een verwijzing naar 2 Petrus 1:19), omdat het profetische woord van God bij ons eigenmachtig wordt uitgelegd (een verwijzing naar 2 Petrus 1:20). Zulke woorden doen pijn.
Net als de meeste of misschien wel alle synodeleden herken ik me niet in deze zware verwijten. Natuurlijk is het zo dat wij als GKV veranderd zijn. Maar zijn we afgegleden naar onschriftuurlijke leringen? Nemen we Gods Woord niet meer serieus? Belijden we alleen maar op papier dat we bijbels-gereformeerd zijn? En is het zo erg gesteld met ons als kerken, dat we niet meer samen in een kerkdienst Gods Woord kunnen horen en het Avondmaal vieren?
Op de synode maakte ik deel uit van een commissie van vijf synodeleden (de predikanten Boersma, Bruinsma, van Hemmen, van Wijk) die de besluiten van Deputaten Buitenlandse Betrekkingen moest voorbereiden. We hebben alle brieven van de buitenlandse kerken gelezen. We hebben die op ons laten inwerken. We hebben ons afgevraagd en om wijsheid gebeden hoe we daarop zouden moeten reageren. Dat hebben we gedaan, na de bijdragen van zeven buitenlandse kerken, met de volgende woorden, waarin we verwijzen naar de apostel Paulus uit zijn tweede brief aan de Korintiërs en naar Johannes Calvijn:
De apostel Paulus schreef drie brieven naar de gemeente van Korinthe. De enige brief waarvan de Heilige Geest het in zijn liefde en wijsheid niet nodig heeft gevonden de inhoud aan ons bekend te maken noemen we de ´tranenbrief´. Paulus heeft in die brief zijn zorg en ongenoegen geuit over de gemeente van Korinthe.
Toen ik u schreef was ik terneergeslagen en bedrukt en stonden de tranen in mijn ogen. Ik wilde u geen pijn doen, maar u laten weten hoezeer ik u liefheb. (2 Kor.2,4)
Bij onze zusterkerken proeven we dezelfde zorg en dezelfde bewogenheid als bij Paulus. De dankbaarheid die wordt geuit over contacten die er waren en de steun die ontvangen is die in verschillende brieven naar voren komt, getuigen daarvan, evenals de gebeden waarvan we in enkele brieven worden verzekerd. Wij verstaan de teleurstelling en het verdriet van onze zusterkerken in de brieven n.a.v. de besluiten van de vorige synode. Wij zijn ons welbewust van het veranderende klimaat en van de veranderingen in ons denken. Ook wij waren een aantal decennia geleden in oppositie tegen kerken, waar zusters in het ambt toegelaten werden.
Ondanks dat voelen we ons gedrongen een appel op uw kerken te doen om de band met onze kerken niet te verbreken of die te herstellen. We hopen dat deze synode mag de diepe band die ons bindt in Jezus Christus mag laten zien. Dat we kunnen bijdragen aan elkaars vreugde in onze Heer Jezus Christus.
Daarom willen we graag getuigen dat door de synode van 2017 niets bindend aan de kerken is opgelegd. Ook aan geen enkele buitenlandse zusterkerk. Mochten de gronden onder de besluiten aanleiding geven tot een andere conclusie, dan hopen en bidden we dat deze synode de wijsheid geschonken wordt samen met u en alle heiligen in ieder geval deze indruk weg te nemen. De synode van 2017 heeft ook daarin Paulus willen navolgen: Wij willen niet over uw geloof heersen, maar juist bijdragen aan uw vreugde. U hebt tenslotte een vast geloof. (2 Kor.1 , 24)
Br. Peter Bakker, de voorzitter van Deputaten BBK, citeerde in zijn toespraak uit de Institutie van Calvijn. Wij zouden daaraan een citaat aan willen toevoegen. Calvijn zegt ook:
“Volgens mij is de zuivere bediening van het Woord en het zuivere gebruik en de zuivere bediening van de sacramenten dus een duidelijk bewijs dat we een gemeenschap waarin die beide aanwezig zijn, veilig als echte kerk kunnen accepteren. De betekenis daarvan gaat zo ver dat we zo’n kerk nooit mogen afwijzen zolang ze die beide dingen vasthoudt. Zelfs al zit ze verder vol fouten.
Sterker nog, er kan zelfs in de bediening van de leer of van de sacramenten een fout sluipen, zonder dat we ons daarom van haar gemeenschap mogen vervreemden. De apostel Paulus zegt: ‘Laten wij daarom, zovelen als er volmaakt zijn, hetzelfde denken. Als jullie iets anders denken, dan zal God jullie ook dat openbaren.’ (Filippenzen 3:15)
Maakt Paulus daarmee niet voldoende duidelijk dat verschil van mening over dingen die niet zo nodig zijn, tussen christenen geen reden mogen zijn om uit elkaar te gaan?
Het is vooral belangrijk dat we het over alles eens zijn. Maar er is niemand die niet gehuld is in een mist van onwetendheid. Daarom kan het niet anders of we moeten onbegrip vergeven in die dingen waarin we onwetend mogen zijn zonder dat we de kern van de godsdienst schenden of ons behoud verliezen.
Maar het is niet mijn bedoeling om hiermee zelfs maar de kleinste dwalingen in bescherming te nemen, alsof ik zou vinden dat die vriendelijk door de vingers gezien zouden mogen worden. Nee, ik bedoel dat we de kerk niet zomaar, om een of ander klein meningsverschil, mogen verlaten. Als in die kerk maar de gezonde leer van ons behoud bewaard blijft, waarin de vroomheid ongeschonden overeind staat. En als de sacramenten er maar gebruikt blijven worden zoals de Heer die heeft ingesteld. En als we dan ondertussen maar ons best doen om te corrigeren waar we ontevreden over zijn, dan doen we onze plicht.” (citaat uit Institutie IV 4.1.12 – vertaling Gerrit Veldman)
Met Paulus zouden wij als commissie willen zeggen: Beginnen we onszelf weer aan te bevelen? Of hebben we net als sommige anderen aanbevelingsbrieven voor of van u nodig? U bent zelf onze aanbevelingsbrief, in ons hart geschreven, maar voor iedereen te zien en te lezen. ( 2 Kor 3 : 1 -4)
We zijn ook van mening niet dat wij onszelf niet opnieuw bij de zusterkerken moeten aanbevelen. Wel zouden we van onze kant graag willen dat we in de nabije toekomst gaan bouwen aan nieuwe en herstelde structuren en verbindingen. Dat onze kansels blijvend voor uw dienaren van het Woord open staan en de maaltijd van de Heer met u blijven genieten. Graag zouden we willen uitspreken dat we wat ons betreft sámen blijven staan op het fundament van Schrift en belijdenis. Zonder vooruit te lopen op de uitkomst van de behandeling van uw brieven en de revisieverzoeken uit de kerken. Dat we samen biddend om de leiding van de Heilige Geest, Gods Woord proberen toe te passen in onze tijd, dat we daarbij soms tot verschillende conclusies mogen komen.
We willen afsluiten met dit Engelse lied:
Christ is made the sure foundation,
Christ the head and cornerstone,
chosen of the Lord and precious,
binding all the church in one;
holy Zion’s help forever,
and her confidence alone.
To this temple, where we call thee,
come, O Lord of hosts, today:
with thy wonted loving-kindness
hear thy people as they pray;
and thy fullest benediction
shed within its walls alway.
Dit is zo verdrietig. Zo gaat men met elkaar niet om. We worden als kerkverband opzij geschoven omdat we blijkbaar “het Woord hebben losgelaten”, daar waar àlles van het tegendeel getuigt. Ik proef in de houding van deze “ex-zusterkerken” zo weinig bewogenheid. Is het dan allemaal een leugen geweest, de betrokkenheid, de onderlinge verbondenheid, de liefde? Ons wordt onrecht aangedaan! Maar… laten we dit onrecht aan de voet van het kruis neerleggen, aan de voeten van de Koning der Kerk die onze harten en intenties kent…
De Australische en Canadese kerken hebben ook ingezet om het zuster kerkrelatie met de GKv te onderhouden. En nu klagen dat ze in gesprek gaan met anderen. De GKv is arrogant bezig, want zij weet het toch beter. Consequentie hiervan? Je zusters lopen weg. En dan verbaasd zijn! Hier verliest de GKv warme en goede relaties van 10 tallen jaren. Vraag is of net zoveel mensen uit de de FRCA of CRC lopen als uit de GKv. Wij wonen toch in dezelfde culturen, westers en 1ste wereld. UIt de GKv verlaten veel meer mensen. Dat is een feit. En oh ja, (cynisch), wij hebben gebeden voor de Geest. Dat rechtvaardigt heel veel natuurlijk.