De NPV is een christelijke organisatie die advies en hulp geeft op het gebied van medisch-ethische onderwerpen, zowel in theorie over diverse thema’s als ook praktisch als er (mantel)zorg verleend moet worden. In januari 2021 heeft de NPV de brochure Wel of niet vaccineren – voorzienigheid, vertrouwen en verantwoordelijkheid’ uitgegeven. Deze brochure is via de NPV-site gratis te downloaden of op papier aan te vragen (klik hier). Het telt 9 hoofdstukken waarin het nadenken over vaccinatie (hoofdstuk 1), de noodzaak, werking en ontwikkeling van vaccins (hoofdstuk 2-4), omgaan met gezondheid en ziekte in het licht van zowel de Bijbel als Gods voorzienigheid (hoofdstuk 5+6) en ieders persoonlijk verantwoordelijkheid (hoofdstuk 7) aan de orde komen. Hoofdstuk 8 gaat in op de HPV-vaccinatie (tegen baarmoederhalskanker) en hoofdstuk 9 gaat over vaccineren in coronatijd. Dat hoofdstuk geef ik hieronder in z’n geheel weer, incl. de laatste twee kopjes uit het ‘Tot slot’.
Vaccineren in coronatijd
In dit hoofdstuk worden de verschillende vaccins tegen corona besproken. Daarnaast wordt ingegaan op de vraag waarom de ontwikkeling van coronavaccins zo snel kan gaan. De coronacrisis stelt ons niet voor volledig nieuwe vragen rondom vaccinatie. Wel kunnen sommige van de overwegingen die in deze brochure worden besproken meer gewicht krijgen dan anders.
Waarom kunnen coronavaccins zo snel worden ontwikkeld?
Binnen een jaar na de uitbraak van het coronavirus werden de eerste vaccins tegen corona goedgekeurd voor gebruik. In hoofdstuk 4 werd duidelijk dat het ontwikkelen van een nieuw vaccin normaal gesproken veel langer duurt. Waarom kunnen vaccins tegen corona dan zo snel worden ontwikkeld?
De coronacrisis is een wereldwijde epidemie (pandemie) geworden. De gevolgen voor de samenleving door het hoge aantal ziekenhuisopnames, de vele doden en de beperkende maatregelen zijn groot. Dierbaren overlijden, mensen verliezen hun baan of zien hun bedrijf instorten. Dit alles zorgt ervoor dat er een hoge urgentie is om snel tot een vaccin te komen. Hierdoor stellen overheden en investeerders veel meer financiële en praktische middelen beschikbaar voor vaccinontwikkeling.
Daarnaast wordt er bij de ontwikkeling van COVID-19-vaccins gebruik gemaakt van bestaande kennis van het SARS- en MERS-virus. Dit zijn ook coronavirussen. Daarbij heeft de snelle uitwisseling van informatie enorm geholpen. Zo was de genetische informatie van het SARS-CoV-2 virus dat COVID-19 veroorzaakt, binnen enkele weken beschikbaar voor alle onderzoekers en farmaceuten.
Nog een andere factor is de ontwikkeling van de zogenoemde vectoren mRNA-vaccins. Met name de ontwikkeling van mRNA-vaccins is veel korter dan die van traditionele vaccins. Tenslotte is er door de grote internationale afstemming de mogelijkheid om een aantal fases van vaccinontwikkeling gelijktijdig te laten verlopen. Dit betekent niet dat er stappen zijn overgeslagen of er een loopje is genomen met de veiligheid.
Welke soorten vaccins tegen COVID-19 zijn er?
Wereldwijd wordt er hard gewerkt aan het ontwikkelen en produceren van vaccins tegen COVID-19. Er zijn honderden vaccins in ontwikkeling. Al die verschillende vaccins zijn te verdelen in 4 soorten.
Levend verzwakte virusvaccins
Deze vaccins zijn gebaseerd op een levend verzwakte versie van het coronavirus. Het virus is in een laboratorium verzwakt en minder ziekmakend gemaakt. Dit zorgt ervoor dat het zich slecht kan vermeerderen in ons lichaam. Zo heeft ons immuunsysteem voldoende tijd om te reageren op de nieuwe ziekteverwekker.
mRNA-vaccins
Deze soort vaccins geeft de cellen in het lichaam waarin het vaccin wordt opgenomen, instructies. De cellen gaan dan de uitsteeksels (spikeeiwit) waarmee het coronavirus aan onze cellen plakt en binnendringt aanmaken. Ons afweersysteem reageert door antistoffen aan te maken tegen dit eiwit. Raken we besmet met het echte coronavirus, dan herkent het immuunsysteem dit al en kan het snel reageren.
Hoewel mRNA-vaccins een betrekkelijk nieuwe vaccintechniek kennen, betekent dit niet dat het onveilig is. Al onze cellen maken zelf ook mRNA. Dit is een soort boodschapper die instructies geeft om in een cel een specifiek eiwit te maken. In ons lichaam speelt mRNA een hele belangrijke rol. Een mRNA-vaccin maakt dus gebruik van bestaande structuren in ons lichaam om eiwitten te maken en aan het afweersysteem te laten zien. mRNA kan ons DNA niet veranderen, omdat het niet in de celkern kan komen waar het DNA is. Wat de veiligheid van mRNA-vaccins verhoogt, is dat het mRNA binnen enkele dagen door het lichaam wordt afgebroken.
Vector-vaccins
Net zoals de mRNA-vaccins maakt deze soort vaccins ook gebruik van het eiwit waarmee het coronavirus aan onze cellen plakt. De specifieke stukjes eiwit worden vastgemaakt aan een onschuldig virus zoals een verkoudheidsvirus. Zo wordt het lichaam niet ziek, maar kan het immuunsysteem wel de eiwitten van het coronavirus leren herkennen.
Eiwit-vaccins
Ook eiwit-vaccins maken gebruik van de uitsteeksels van het coronavirus. Deze uitsteeksels kunnen geen infectie veroorzaken, maar het afweersysteem herkent wel dat ze afkomstig zijn van een indringer. In deze vaccins zitten heel veel echte of nagemaakte uitsteeksels. Deze worden door het immuunsysteem herkend en dat gaat vervolgens antistoffen aanmaken tegen deze eiwitten.
Welke vaccins worden in Nederland gebruikt?
De Europese Unie heeft gezamenlijk grote hoeveelheden vaccins ingekocht. Deze worden op basis van beschikbaarheid verdeeld over de lidstaten. Voor de Nederlandse context zijn op dit moment alleen mRNA-, vector- en eiwitvaccins aan de orde, omdat deze soorten door de EU zijn ingekocht.
In hoofdstuk 4 heeft u kunnen lezen dat bij de productie van sommige vaccins gebruik wordt gemaakt van foetale cellijnen. Dit geldt ook voor verschillende vaccins tegen COVID-19. Bijvoorbeeld bij de vectorvaccins die in Nederland beschikbaar zullen komen. Bij de productie van de mRNA- en eiwitvaccins die in Nederland beschikbaar zullen komen, is geen gebruik gemaakt van menselijke cellijnen op basis van foetaal weefsel. Op npvzorg.nl/vaccinatie kunt u een overzicht vinden van de vaccins die waarschijnlijk in Nederland beschikbaar komen en of daarbij gebruik gemaakt is van menselijke cellijnen op basis van foetaal weefsel.
Ethische overwegingen rond het gebruik van vaccins die foetale cellijnen gebruiken in de productie vindt u in hoofdstuk 4.
Welke afwegingen zijn van belang?
Met de uitbraak van het coronavirus staat de discussie rondom vaccinatie in een ander licht dan eerst. Het gaat om een nieuw virus waartegen weinig mensen immuniteit hebben opgebouwd. Iedereen zal op enig moment voor zichzelf de vraag moeten beantwoorden: wil ik mij laten vaccineren tegen corona of niet? De discussie raakt dus iedereen. In tijden van een pandemie is de verantwoordelijkheid richting de kwetsbaren in de samenleving nog groter dan anders. De overwegingen vanuit hoofdstuk 7 zijn het daarom waard om nog eens rustig door te nemen met het oog op de bovenstaande vraag.
Daarnaast stonden we in hoofdstuk 4 stil bij het punt dat het afzien van bepaalde vaccins vanwege het gebruik van foetale cellijnen in de productie ervan, betekent dat je niet ‘kiest’ voor het bestrijden van leed dat zich in het heden kan voordoen. In de coronacrisis gaat het niet om leed dat zich kán voordoen, maar om daadwerkelijk leed op grote schaal. Vaccinatie is een belangrijk hulpmiddel om dat leed te beperken. Daarmee is de vaccinatievraag nu indringender dan ooit.
Spreek met mensen uit uw omgeving
Het kan helpend zijn om met mensen in uw omgeving over uw persoonlijke afwegingen te spreken, zoals uw man/vrouw, andere gezinsleden, vrienden of uw predikant of wijkouderling. Vaccineren gaat tenslotte niet alleen over u zelf, maar vindt ook plaats met het oog op de (kwetsbare) ander. En elke ouder staat tenslotte voor dezelfde keuze om kinderen te laten vaccineren. Tijdens de coronacrisis zullen velen dezelfde behoefte aan gesprek hebben als u, waar het gaat om het coronavaccin. Samen doorspreken betekent niet dat de ander verantwoordelijk wordt voor uw keuze. Ook maakt het u niet verantwoordelijk voor de keuze van de ander. Dit laatste is goed om te realiseren als verschillen in visie spanning geven in het onderlinge contact.
Neem de tijd om keuzes biddend te overwegen
Het lijkt wellicht tegenstrijdig om dit punt als laatste te noemen. Toch is dat een bewuste keuze, al zal het gebed bij de voorgaande stappen niet ontbreken. Maar ook na het zorgvuldig overwegen van alles wat u krijgt aangereikt, gaat het uiteindelijk om een bewuste keuze die u voor Gods aangezicht zal mogen maken. Hij belooft wijsheid aan wie wijsheid te kort komt (Jak. 1:5).
