‘Wat ben jij toch een ongelovige Thomas!’ Die opmerking kreeg ik wel eens te horen van mijn ouders of mijn vrienden als ze iets vertelden waarvan ik zei: ‘Dat kan niet waar zijn!’
Thomas, de elfde apostel, vond dat ook. Jezus die uit de dood is opgestaan? ‘Dat kan niet waar zijn!’
Iedereen kent momenten en tijden van twijfel. Ook als je christen bent.
Stel jezelf, voor je verder leest, de vraag eens: Waar twijfel ik als christen wel eens aan?

Volgens mij kun je drie soorten twijfel onderscheiden.
Twijfel van het verstand
Dan vraag je je af: ‘Ik weet niet zeker of het geloof waar is.’
Bijbelse voorbeelden hierbij zijn:
- Sara lachte toen de HERE haar en haar man Abraham een zoon beloofde.
- Johannes de Doper vroeg zich in de gevangenis af of Jezus wel echt de beloofde Messias was.
- Thomas die eerst harde bewijzen wilde zien dat Jezus was opgestaan.
Deze vorm van twijfel kan de volgende oorzaken hebben:
- Je hebt een gebrek aan inzicht. Advies: Maak meer werk van je geloofskennis.
- Je hebt onbewust een verkeerd beeld van God. Advies: Lees je de Bijbel om God beter te leren kennen.
- Je weet het beter en roept God ter verantwoording. Advies: Bekeer je van je eigenwijsheid.
Je hoeft ook niet eerst met je verstand te bewijzen dat God bestaat, voordat je in Hem kunt geloven. Het is eerder omgekeerd: het geloof beïnvloedt en corrigeert je denken.
Twijfel van het gevoel
Dan vraag je je af: ‘Ben ik wel een goede gelovige? Wat merk ik van God?’
Bijbelse voorbeelden hierbij zijn
- De dichters van de Psalmen. Asaf worstelt in Psalm 73 met de vraag waarom niet-gelovigen het vaak beter hebben dan gelovigen. David voelt zich in Psalm 10 echt door God in de steek gelaten.
- Petrus die over het water naar Jezus toeliep, maar begon te zinken toen hij meer op de omstandigheden dan op Jezus lette.
- De leerlingen na Pasen: tot aan de hemelvaart van Jezus kunnen ze het vaak niet geloven dat Jezus echt is opgestaan.
Deze vorm van twijfel kan de volgende oorzaken hebben:
- Je beseft hoe klein en nietig je bent. Advies: Kijk van jezelf af naar God: Hij wil je hemels Vader zijn.
- Je loopt tegen je eigen tekorten en zondigheid aan. Advies: Kijk van jezelf af naar Jezus: Hij wil je Redder zijn.
- Je voelt zo weinig bij het geloof en ervaart een gebrek aan ‘beleving’. Advies: Kijk van jezelf af naar de Heilige Geest: Hij wil je Motivator zijn.
Het is ook niet nodig om eerst een goed gevoel of een bijzondere ervaring te hebben om echt in God en Jezus te geloven. Het is eerder omgekeerd: geloven is een kwestie van vertrouwen dat als je in het diepe springt, God je zal opvangen.
Twijfel van de wil
Dan vraag je je af: ‘Wil ik wel in God en Jezus geloven?’
Bijbelse voorbeelden hiervan zijn:
- Jona weigerde naar God te luisteren en vond Hem veel te ‘soft’ tegenover de inwoners van Nineve.
- De rijke jonge man wilde geen afstand van zijn bezit doen om Jezus te volgen.
Deze vorm van twijfel kan de volgende oorzaken hebben:
- Je wilt niet vóór God en Jezus kiezen, want dat kost je te veel. Advies: Blijf je afvragen: hoe belangrijk is het geloof echt in mijn leven?
- Je gelooft niet (meer) in God, maar durft het niet openlijk toe te geven. Advies: Wees eerlijk en maak een keus: wél of níet met God verder gaan.
De vraag of je wilt geloven is de meest diepgaande vorm van twijfel. Wil je zeker zijn van het bestaan en het nut van God, dan moet je Hem zoeken met heel je hart.
Terug naar Thomas. Hij wordt vaak de twijfelende gelovige genoemd. Daarmee doen we Thomas tekort, vind ik. Hij is meer dan een twijfelende gelovige. Voor mij is hij de twijfelende geloofsHELD.
Waarom? Omdat hij in zijn twijfel God en Jezus niet kwijt wil. Hij blijft zoeken naar het antwoord op zijn vragen. Hij blijft ook zijn mede-gelovigen opzoeken die wel zeker zijn van hun geloof. En, wat ook belangrijk is: Thomas wil zich laten overtuigen. Als dat eenmaal gebeurd is, komt hij daar ook openlijk voor uit door te zeggen: ‘Jezus, U bent mijn Heer en mijn God!’
Daarom is Thomas voor mij een held. Hij twijfelt echt. Maar hij blijft zoeken. Zijn twijfel is geen verkapt ongeloof, maar een oprecht verlangen om te geloven. Bij Thomas zie je wat het resultaat is van de woorden die Jezus eens sprak: Zoek en je zult vinden!
Om te lezen en over na te denken / door te praten: Jakobus 1:5-8 en Markus 9:17-29
1/ Welke vormen van twijfel tref je in deze twee bijbelgedeeltes aan?
2/ Welke daarvan herken je bij je zelf?
3/ Welke oplossingen dragen Jakobus en Jezus aan om je twijfel te overwinnen?
