Gereformeerd ‘vrijgemaakt’ – uitgelegd in Jip-en-Janneke-taal

Wie wat bewaart, heeft wat. Maar bij een verhuizing moet je ook weer een heleboel wegdoen. Dus bracht ik in 2022, toen we van Assen naar Balkbrug gingen verkassen, wat boeken en ander spul naar de kringloop. Er zat ook een stapel van 2 x 10 brochures in, nl. ‘Afscheiding en Vrijmaking in Assen’ en ’50 jaar Vrijmaking in Assen’.

“Wat leuk, mag ik van allebei eentje?” zei de man bij de inname die mij herkende als de dominee van Peelo. “Ik vroeg me altijd al af waarom jullie vrijgemaakt heten.”

Ja, hoe leg je dat even snel en begrijpelijk uit? Dus zei ik:

“In 1944, midden in de Tweede Wereldoorlog, kregen de gereformeerden onenigheid over een paar belangrijke kwesties. Daarover deed het landelijke bestuur een uitspraak waar niet alle plaatselijke kerken het mee eens waren. Toen besloot het landelijk bestuur om een flink aantal tegenstanders uit hun funktie te ontheffen. Dominees werden ontslagen en ouderlingen werden uit het plaatselijke kerkbestuur gezet.

Daar kwam flink wat protest tegen, want de plaatselijke gereformeerde kerken waren altijd zelfstandig geweest, dus het landelijk bestuur had het recht niet om zomaar dominees en ouderlingen en complete kerkbesturen af te zetten.

Ongeveer 10% van de 700.000 gereformeerden heeft zich in 1944 en 1945 vrijgemaakt van die inmenging van het landelijke bestuur en zijn zelfstandig verder gegaan als Gereformeerde Kerken, vaak met het woordje (vrijgemaakt) erachter.

Vergelijk het met de KNVB en een voetbalclub als Ajax. Ajax is, net als alle andere voetbalclubs, lid van de KNVB. Maar de KNVB kan nooit de trainer van Ajax ontslaan of het bestuur van Ajax afzetten als er sprake is van misstanden binnen de club. Daar is de KNVB niet toe bevoegd. De KNVB kan Ajax wel een boete geven, het eerste elftal terugzetten naar de amateurs of zelfs alle elftallen uit de competitie nemen. Maar alleen de club zelf kan de trainer ontslaan of het bestuur wegstemmen.

Zo was het in de gereformeerde kerken ook. Maar in 1944 veranderde het landelijke bestuur de spelregels.”

“Dus het hoofdbestuur greep de macht om één van de twee meningen erdoor te drukken?” reageerde mijn gesprekspartner. Ik zei: “Ja, dat klopt precies. Terwijl volgens de latere vrijgemaakten beide meningen best naast elkaar hadden kunnen bestaan.” Daarop vroeg de man van de inname: “Maar als de meerderheid dat nou niet wilde, hoe hadden ze het dan moeten oplossen?” Ik zei: “Dan hadden ze, net als de KNVB doet bij misstanden bij plaatselijke clubs, die kerken niet langer moeten toelaten. Dan word je a.h.w. met een rode kaart van het kerkelijke speelveld gestuurd, maar je respecteert wel de zelfstandigheid van de plaatselijke club.”

“Ik heb nog één vraag”, zei de kringloopmedewerker. “Als het nou omgekeerd was gegaan en de meerderheid van de kerken had het hoofdbestuur weggestemd, hoe was het dan afgelopen?” Ik zei: “Dat kun je beter vergelijken met de Nederlandse Volleybalbond NEVOBO. Die heeft lang geleden besloten om een aantal spelregels te wijzigen en bijna alle volleybalclubs waren het daar mee eens. De clubs die toen tegen waren, moesten kiezen: of we accepteren de nieuwe spelregels of we beginnen een alternatieve volleybalbond met clubs die nog volgens het oude systeem willen spelen. Maar die nieuwe landelijke bond mag zichzelf niet NEVOBO noemen, want ze zijn er vrijwillig uitgestapt.”

“Aha,” zei mijn gesprekspartner, “het is mij helemaal duidelijk. Daarom moesten jullie achter je naam nog vrijgemaakt zetten, omdat jullie als minderheid eigenlijk gewoon een nieuwe kerkelijke club begonnen.” “Ja, zo zou je het kunnen zeggen, maar dan wel volgens de oude spelregels,” antwoordde ik (en ik dacht: ik zal maar niet uitleggen dat de vrijgemaakte kerken er in het begin onderhoudende art. 31 KO achter hadden gezet en wij daarom tot op de dag van vandaag soms nog ‘artikeltjes’ genoemd worden ;-). Toen ik vertrok, zei de kringloopman: “Nou, bedankt voor de uitleg. En die beide boekjes ga ik eens lekker doorlezen.”

Over die boekjes gesproken: de eerste, over de Afscheiding en de Vrijmaking in Assen, is 70 blz. dik en geschreven door de vrijgemaakte dominee H. Bouma, die van 1948-1984 in Assen stond. De tweede, over 50 jaar Vrijmaking, is 20 blz. dun en geschreven door J. Kamphuis, professor aan de vrijgemaakte Theologische Universiteit en dezelfde H. Bouma. Kamphuis heeft het over de landelijke Vrijmaking, Bouma ook over de Vrijmaking in Assen. Met een beetje geluk zijn ze te vinden op sites als https://www.boekwinkeltjes.nl/.

One thought on “Gereformeerd ‘vrijgemaakt’ – uitgelegd in Jip-en-Janneke-taal

Plaats een reactie