Ik preekte over de tempelreiniging in Johannes 2 (zie onder preken NT). Hoe vaak heeft Jezus dat gedaan? En als Hij het over de afbraak en de herbouw van de tempel heeft, komt er dan ooit nog een derde tempel in Jeruzalem te staan?
Eerst over het eerste: heeft Jezus één keer of twee keer het tempelplein schoongeveegd? In Matteüs, Markus en Lukas vindt de tempelreiniging plaats in de lijdensweek aan het eind van Jezus’ leven op aarde. Daarbij roept Jezus uit: ‘Staat er niet geschreven: “Mijn huis moet voor alle volken een huis van gebed zijn”? Maar jullie hebben er een rovershol van gemaakt!’ (Markus 11:15-18). Johannes plaatst het meteen aan het begin van Jezus’ optreden als Gods Messias. Jezus verantwoordt Zich voor deze aktie door te zeggen: ‘Breek deze tempel maar af, en Ik zal hem in drie dagen weer opbouwen.’ (Joh. 2:13-22).
Veel bijbeluitleggers zijn van mening dat er maar één tempelreiniging geweest is, nl. in de week vóór Jezus’ dood. Dat verhaal zou Johannes vanwege de thematische opzet van zijn boek naar voren hebben gehaald. Het is nl. karakteristiek voor heel Jezus’ optreden dat schijnvroomheid door Hem wreed verstoord wordt en dat dat irritatie opwekt.
Ik sluit mij aan bij de bijbeluitleggers die de tempelreiniging van Johannes serieus nemen en vinden dat er twee geweest zijn. Het belangrijkste argument daarvoor is het tempelwoord van Jezus over de afbraak en de opbouw van de tempel bij Johannes. Die woorden worden in de nacht voor Jezus’ dood tijdens het verhoor door de Joodse Raad aangehaald door twee getuigen die met een valse verklaring Jezus proberen te beschuldigen van Godslastering. Ze citeren Jezus niet alleen verkeerd: ‘We hebben Hem horen zeggen: “Ik zal die door mensenhanden gemaakte tempel afbreken en in drie dagen een andere opbouwen die niet door mensenhanden gemaakt is.”’ Maar ze krijgen hun getuigenverklaring niet rond: het is te lang geleden om zich precies te herinneren wat Jezus toen precies gezegd heeft over het afbreken en weer opbouwen van de tempel.
Dat is een sterk bewijs dat Jezus twee keer het tempelplein schoongeveegd heeft: één keer vlak voor zijn gevangenneming en kruisdood, en één keer helemaal aan het begin van zijn optreden op aarde, minstens drie jaar eerder. Toen al liet Jezus zien, dat Hij de echte tempel van God is: door Hem wordt de ontmoeting met de HERE weer mogelijk, ten koste van afbraak en nieuwbouw, nl. door zijn dood en opstanding.
Daarom is het ook niet nodig om als christenen te verwachten dat er ooit nog een derde tempel zal komen in Jeruzalem. Veel orthodoxe Joden geloven daar wel in. De voorbereiding daarvoor zijn in volle gang. Maar als in Jeruzalem de Al-Aqsa-moskee ooit vervangen zal worden door een nieuwe tempel, zal dat, net als in de tijd van Jezus, weer een symbool worden van nationale Joodse trots, net zoals de Al Aqsa-moskee dat nu voor de moslims is. Maar in beide gevallen is het een plaats waar religieuze mensen op hun eigen manier Allah of Jahweh te vereren. Maar God Zelf zullen ze daar niet vinden. Want Jezus is de vervulling van Gods tempel. Wie Hem niet erkent, maar hoopt op een nieuwe tempel, maakt daar een afgod van. Als christen kun je dat streven niet steunen. Je kunt alleen maar bidden of moslims en joden Jezus alsnog zullen erkennen als hun Verlosser. Wanneer dat gebeurt, hoeft er geen nieuwe tempel meer te komen. Want de hele tempeldienst, al die offers, zijn vervuld in het ene offer van de Zoon van God, staat er in Hebreeën. En Jezus zegt zelf in Johannes 4 tegen de samaritaanse vrouw: ‘Er komt een tijd, en die tijd is nu gekomen, dat wie de Vader echt aanbidt, Hem aanbidt vervuld van Geest en waarheid. De Vader zoekt mensen die Hem zo aanbidden, want God is Geest, dus wie Hem aanbidt, moet dat doen vervuld van Geest en waarheid.’ Als je gelooft in Jezus, de Messias die gekomen is, dan is Hij voor alle christenen de nieuwe tempel, die Hij Zelf heeft opgericht: elke christelijke gemeente en ieder gelovig hart.
Over hoe onbijbels het is om als christen een derde tempel te verwachten nog de mening van twee auteurs.
Allereerst van theoloog J.D. King: ‘Waarom er geen derde tempel in Jezuzalem komt’ (via ‘Jezus en Israel’ 12 okt. 2024)
Sommige christenen geloven dat er een derde tempel zal worden gebouwd in de stad Jeruzalem, en dat de oude priesterorde, met de Levitische offers, zal worden hersteld. Degenen die deze opvatting aanhangen, zien niet-Joodse christenen vaak als Gods hemelse volk en de Joden als zijn aardse familie – nog steeds levend onder het oude verbond.
Veel “futuristen” stellen zich inderdaad een terugkeer van een oude priesterorde in de oude stad voor. De “Nieuwe Jeruzalem” die in Openbaring wordt beschreven, komt echter niet overeen met deze visie. Net als de schrijver van de Hebreeënbrief ziet de apostel Johannes de oude orde verdwijnen. Hij verklaart: “Ik zag geen tempel in de stad, want de Heer God Almachtig en het Lam zijn haar tempel” (Openbaring 21:22).
Ik ken meerdere oprechte christenen die uitzien naar de wederopbouw van de tempel en het herstel van dieroffers. Zij geloven dat dit oude profetieën vervult en het volk Israël eert. Inderdaad, de afstammelingen van Abraham verdienen respect (Romeinen 9:5; 11:28), maar God beweegt zich niet achteruit in zijn plannen. Toen Jezus zei: “Het is volbracht” (Johannes 19:30), had Hij de taak al volbracht. Hoewel Israëls rol in de heilsgeschiedenis van groot belang is, wordt de uiteindelijke vervulling van de profetieën gevonden in Christus. Niets en niemand anders overtreft Hem.
Bedenk dat de grootste manier om Israël te eren is door Joden en niet-Joden samen te brengen in één familie onder de Messias. We volgen het hart van Mozes en de profeten wanneer beide bevolkingsgroepen samen worden ingeënt en zij aan zij groeien, gevoed door de wortel van Christus. Het verbeelden van twee volledig gescheiden families met verschillende reddingsplannen staat haaks op Gods eeuwige doeleinden.
De levensvatbaarheid van een herstelde tempel en Levitische orde is in wezen geen onderwerp van discussie. Jezus’ offer aan het kruis was definitief, en er zal geen terugkeer zijn naar dieroffers. Het bloed van Christus werd eens en voor altijd vergoten (Hebreeën 10:10), waardoor verdere offers overbodig zijn.
Ik durf te zeggen dat het Nieuwe Testament geen belofte biedt van een derde tempel. Jezus verwees naar dit nieuwe tijdperk toen hij verklaarde: “Breek deze tempel af en in drie dagen zal ik hem weer oprichten.” Hoewel dat destijds verkeerd werd begrepen, sprak hij over zijn eigen lichaam als de nieuwe tempel (Johannes 2:19–21). De boodschap is duidelijk: de tempel van stenen en vergankelijke materialen is niet langer relevant. Jezus zelf is nu de plaats waar hemel en aarde elkaar ontmoeten. Niets door mensenhanden gebouwd zal Hem ooit overtreffen.
Door het hele Nieuwe Testament heen zien we verdere aanwijzingen dat de tempel overbodig is. Zo gebruikt Petrus tempelbeeltenis om de identiteit van christenen te beschrijven: “Jullie zijn levende stenen, waarmee God zijn geestelijke tempel bouwt. Wat meer is, jullie zijn Zijn heilige priesters. Door de bemiddeling van Jezus Christus brengen jullie geestelijke offers die God welgevallig zijn” (1 Petrus 2:5 NLV). Dit is niet alleen symbolisch; gelovigen, verenigd met Christus, worden de nieuwe tempel. Andere passages bevestigen deze waarheid (1 Kor. 3:16; 2 Kor. 6:16; Ef. 2:21; Openb. 21:22).
Het verlangen om Israël te eren is begrijpelijk. De Joodse bijdragen aan de Schrift en de heilsgeschiedenis zijn essentieel. Begrijp echter dat niemand de familie van Jakob vervangt; in plaats daarvan worden Joden en niet-Joden één. We zijn allemaal, zoals Paulus zegt, een “nieuwe mensheid” (Efeziërs 2:15–16).
We moeten Israël respecteren. Dit betekent echter niet dat we terugkeren naar oude systemen en orden. Als je naar Genesis kijkt, zie je dat Gods plan altijd voor de gehele mensheid was – niet slechts voor één natie. Zijn werk begon met Adam, die de hele mensheid vertegenwoordigde (dit zit zelfs in zijn naam). Het doel van de Heer was (en is) om alle naties te zegenen – niet alleen degenen die nauw verwant zijn aan Abraham door bloed. De Heer keert niet terug naar het offersysteem dat uitsluitend bedoeld was voor de zonen en dochters van Jakob.
Bovendien vereist de uiteindelijke vervulling van Gods belofte aan Abraham – om alle naties te zegenen (Genesis 22:18) – geen herbouwde tempel. In plaats daarvan is het een realiteit die de mensheid vooruitbrengt naar een tijd waarin alle stammen en talen verenigd zullen zijn in Christus. Het is een tijdperk dat verder gaat dan de rituelen van het verleden.
Laat me je verzekeren dat er geen derde tempel door God zal worden ingesteld (Let wel, ik zeg niet dat welwillende christenen en Joden het niet zullen proberen – vanuit eigen kracht). Jezus Christus en zijn lichaam, bestaande uit Joden en niet-Joden, is waar de glorie woont. Het kostbare bloed van de Messias is meer dan voldoende om de zonden van de mensheid te verzoenen en ons allen vrij te maken.
Als tweede een deel uit het artikel ‘De blinde vlek van dr. W. Ouweneel c.s.’ van bijbelonderzoeker Piet Guijt
4.4. Tempel
WO meent dat er in Jeruzalem een nieuwe tempel moet komen, want anders is Israël niet compleet wat zijn herstel betreft. De vraag is wat hij dan doet met het gegeven dat de ware tempel, namelijk Jezus Christus die sprak over de tempel van Zijn lichaam (Joh. 2:21), al is gekomen? Jezus bouwt Zijn gemeente (“Zo zegt de HERE der heerscharen: zie, een man, wiens naam is Spruit. Deze zal uit zijn plaats uitspruiten en hij zal de tempel des HEREN bouwen” – Zach. 6:12) die een tempel, een woonstede is van de Heilige Geest (1 Kor. 3:16; 2 Kor. 6:16; Ef. 2:22). En wel met mensen “als levende stenen voor de bouw van een geestelijk huis, om een heilig priesterschap te vormen, tot het brengen van geestelijke offers, die Gode welgevallig zijn door Jezus Christus” (1 Petr. 2:5). Of in een ander beeld: overwinnaars als zuilen “in de tempel van Mijn God” (Openb.3:12). Daarom moest de oude aardse tempel definitief verdwijnen. De tempel ten tijde van het Oude Verbond was namelijk een voorafschaduwing van de toekomstige en zelfs eeuwige woonplaats van God in mensen.
Een fysieke tempel in het aardse Jeruzalem is beslist niet meer nodig. Het mist elke geestelijke relevantie, want het grote offer voor de zonde, Jezus Christus, is immers voor eens en altijd gebracht (Hebr. 7:27; Hebr. 9:12; Hebr. 10:10; Rom. 6:10). In het licht van het Nieuwe Verbond en met name de Hebreeënbrief is het ondenkbaar dat deze zaken binnen een nieuwe, zichtbare, fysieke tempel weer terug zullen komen. Het nieuwe verbond kent geen zichtbare, aardse, stenen tempels. De Allerhoogste woont niet in tempels met handen gemaakt (Hand. 7:48-49; Hand. 17:24).
Zoals eerder gezegd, God wil wonen in mensen. Toen Jezus stierf, scheurde het voorhangsel (dat het Heilige der Heiligen voor iedereen behalve de hogepriester aan het oog onttrok) van boven naar beneden doormidden, aldus in het openbaar een einde makend aan de oudtestamentische priester- en offerdienst. Een fysieke tempel heeft dus geen enkel nut meer, en zou een slag in het gezicht van de Here Jezus zijn omdat het Zijn offer zou miskennen. Stephen Sizer spreekt in zijn artikel ‘De Joodse tempel: Verleden, heden en toekomst’ zelfs over ketterij. En zei Jezus niet dat we “noch op deze berg, noch te Jeruzalem de Vader zullen aanbidden maar de Vader zullen aanbidden in geest en in waarheid want de Vader zoekt zulke aanbidders”? (Joh. 4:23). Dus hoezo een fysieke tempel in Jeruzalem?
Overigens kan men nog de (irrelevante) vraag stellen of het de tempel van Salomo zou moeten zijn (Jezus zou nooit de Hogepriester in die tempel mogen zijn, want Hij is uit de stam Juda en niet uit de stam Levi [Hebr. 7:13,14]) of de tempel volgens Ezech. 40-48 die in diverse opzichten geheel anders is dan de tempel van Salomo. Tegen de gedachte van een tempel geldt ook dat Jezus Hogepriester is van heel andere orde, namelijk die van Melchizedek. Jezus is de Hogepriester van de gemeente, de geestelijke tempel.
En als men kijkt naar Ez. 47: 1 en 2 betreffende het water dat onder de drempel van het huis uitstroomt en uit een zijkant opborrelt, gaat het eerder om een metafoor van een geestelijke werkelijkheid. Zoals hiervoor werd genoemd, vormen de gemeenteleden de tempel. “Wie in Mij gelooft, gelijk de Schrift zegt, stromen van levend water zullen uit zijn binnenste vloeien” (Joh. 7:38) en waar de Heilige Geest de ruimte krijgt, zal er herstel, gezondheid en leven zijn.
4.5. Tempeldienst
De veronderstelling van een toekomstige tempel is m.i. dus niet te verdedigen. Maar des te vreemder (om niet te zeggen: absurder) is WO ‘s opvatting dat er in die tempel weer dierenoffers gebracht zullen worden, en nu niet als heen-wijzing naar Christus maar als terug-wijzing. WO noemt ter verdediging dat de Thora nog steeds gelijk gebleven is. Dat geldt uiteraard wel voor de eeuwige morele wetten van God, maar niet voor de oudtestamentische dierenoffers. Die zijn zelfs niet eens meer nodig omdat het Ware offerlam, Christus, is geslacht. En wij mogen nu leven onder de wet van Christus (1 Cor. 9:21; Gal. 6:2) en de volmaakte wet der vrijheid (Jak. 1:25, 2:12). Alles is nieuw geworden dankzij Jezus Christus onze Heer, en we hoeven nooit meer terug naar het oude verbondssysteem met haar offerdiensten et cetera.
Dat er een hemelse tempel is, wil volgens WO niet zeggen dat de aardse tempel dan niet meer nodig is want het zijn spiegelbeelden naast elkaar, zegt hij. Dat is m.i. een misvatting, want de oudtestamentische tempel was geen spiegelbeeld maar een schaduwbeeld van de hemelse tempel. Dat schaduwbeeld is niet meer nodig als de werkelijkheid in Christus is gekomen.
