2 KONINGEN 13 : 14 – 19
Toen Elisa ziek was geworden en op sterven lag, zocht koning Joas van Israël hem op. Huilend riep hij uit: ‘Vader, vader! Strijdwagen en ruiterij van Israël!’ 15 Elisa zei tegen de koning: ‘Haal een boog en pijlen.’ Toen Joas dat gedaan had, 16 zei Elisa: ‘Span de boog.’ Joas spande de boog, en Elisa legde zijn handen over de handen van de koning heen 17 en zei: ‘Open het venster dat uitziet naar het oosten.’ Joas opende het venster, en Elisa zei: ‘Schiet!’ De koning schoot een pijl af, en Elisa zei: ‘Deze pijl is een overwinningsteken van de HEER. Deze pijl betekent de overwinning op Aram. Bij Afek zult u Aram vernietigend verslaan.’ 18 Daarna zei Elisa: ‘Pak uw pijlen.’ Joas nam de pijlen in zijn hand en Elisa zei tegen de koning: ‘Sla met de pijlen op de grond.’ Joas sloeg driemaal met de pijlen op de grond, niet vaker. 19 Toen riep de godsman woedend uit: ‘Had maar vijf of zes keer geslagen! Dan zou u Aram vernietigend verslagen hebben. Nu zult u Aram maar drie keer een nederlaag toebrengen.’
Beste dorpsgenoten,
Tachtig jaar geleden kwam er officieel een eind aan de Tweede Wereldoorlog. herdacht. Op 4 mei staan we stil bij de gevallen in die oorlog (en bij alle vredesmissies daarna) en op 5 mei vieren we die bevrijding feestelijk.

Maar … hoe beléven we onze vrijheid? Wat dóen we ermee? Onze koning roept ons eigenlijk elk jaar wel in zijn toespraak op om onze vrijheid te gebruiken in verantwoordelijkheid, verdraagzaamheid en respekt voor elkaar.
Hier, op deze 4-mei-herdenking in Balkbrug, wil ik met jullie nog een diepere laag aanboren, vanuit christelijk perspektief. Volgens de Bijbel is échte vrijheid, dat je uit dankbaarheid leeft zoals de HERE God dat wil. Want Hij heeft ons deze tachtig jaar van vrede, veiligheid en welvaart gegeven. Hij geeft vrijheid en verwacht dankbaarheid. Dankbaarheid, zodat we de vrijheid niet alleen voor onszelf gebruiken, maar er wat mee doen.
Daarom wil ik vanavond een voor bijna iedereen waarschijnlijk onbekende geschiedenis uit de Bijbel naar voren halen. Het staat in het Oude Testament en we hebben het zojuist gelezen.
Koning Joas van Israel komt de profeet Elisa op zijn sterfbed bezoeken. Hij was de kleinzoon van koning Jehu. Die was 50 jaar eerder, net als Elisa zelf, door de profeet Elia gezalfd. Elisa als zijn opvolger en Jehu als koning over Israel, om aan het goddeloze regime van koning Achab en koningin Izebel een einde te maken. Izebel en Achab hadden het geloof in God ingeruild voor de Baälgodsdienst. Jehu voerde het geloof in God weer in als staatsgodsdienst. Maar zelf, staat er, diende hij God niet met zijn hele hart, zoals hij wel beloofd had. En dus begon God Israel te ‘snoeien’, staat in de Bijbel. Het grondgebied werd kleiner doordat de grotere buurman, de koning van Aram, aan landjepik begon te doen. Waar kennen we dat van vandaag de dag?
Nu zijn we zo’n 50 jaar verder, want de opa van koning Joas, Jehu dus, regeerde 28 jaar en zijn vader Joachaz 17 jaar. Heel die tijd was het oorlog en was Aram aan de winnende hand. Aan het eind van zijn regering had Joachaz tot God gebeden en had de HERE hem beloofd dat er iemand zou komen die voor bevrijding zou zorgen. En als een paar jaar later zijn zoon Joas koning is geworden en hoort dat de oude profeet Elisa op z’n sterfbed ligt, wil hij hem persé nog een keer bezoeken. Want ook een profeet is, net als een paus, maar een mens en kan zomaar het tijdelijke met het eeuwige verwisselen. Joas begroet Elisa met ‘‘Vader, vader! Strijdwagen en ruiterij van Israël!’ Oftewel: Elisa, u bent een man van God, en u bent voor mij en het hele belangrijker dan een heel leger met soldaten.
Zie je het verband met vandaag? Waar stel je je vertrouwen op? Of beter: op Wie? In deze spannende tijd. Nooit eerder was in de afgelopen 80 jaar de vrede zo wankel.
Als antwoord op zijn uitroep belooft Elisa, dat er weer overwinningen op Aram behaald zullen worden. Dat is dat verhaal van die pijl die Joas uit het raam van Elisa’s huis het veld in moet schieten. Maar is het je opgevallen hoe er geschoten wordt? De oude Elisa legt zijn handen over die van koning Joas heen.
Dat betekent wat! Namelijk: als je God te hulp roept, moet je je ook door Gods hand laten leiden. Dan word je een bruikbaar instrument in zijn hand om overwinningen te behalen. Zo hebben veel christenen in 1944 Gods hand gezien in de invasie van de geallieerden op 6 juni 1944 en de doorbraak erna. Van die vijf jaar oorlog en bezetting mogen we, met een variatie op 2 Koningen 14:26+27 zeggen: “De HERE had namelijk gezien hoe bitter de Nederlanders, van hoog tot laag, te lijden hadden en dat er niemand was die hun te hulp kwam. Dus liet Hij hen door de Canadezen, de Amerikanen, de Polen en de Engelsen bevrijden.”
Dan vraag je je wel eens af, hoop ik: ‘Waarom wij? Waar hebben wij het aan verdiend?’ En het antwoord is: wij hebben het nergens aan verdiend. Maar het heeft wel een bedoeling. Namelijk deze: om ons dichter bij God te brengen. De HERE laat ons zien, hoe goed het is om in vrijheid te leven. Maar Hij wil ons daarmee duidelijk maken: het is nog beter, om met Christus te leven. Want dat we nú leven, daar komt een einde aan. En ook vrijheid en welvaart staan nooit vast, ook al dachten we tot voor kort haast wel zeker te weten dat hier, in West-Europa, geen oorlog zal uitbreken. Maar wat God ons nu vandaag geeft aan bevrijding en een goed leven, daarmee wil Hij ons wijzen op de échte bevrijding, van zonde en schuld, en op het ééuwige leven, bij de Here Jezus.
Hoe dan ook – bevrijding verplicht. Er moet reaktie komen.
Want als je het van God verwacht, mag je daarna niet achterover leunen. Elisa geeft Joas nog een opdracht. Eén pijl is afgeschoten als overwinningsteken. Met de andere pijlen moet hij daarna op de grond slaan. En je ziet de koning denken: ‘Waar is dat goed voor?’ Dus nou ja, vooruit, omdat het moet slaat hij drie keer een beetje halfzacht met die pijlen op de grond.
En Elisa die op sterven ligt wordt met toch boos! ‘Had nou maar vijf of zes keer gestampt, dan was Aram definitief verslagen. Maar nu zult u Aram driemaal verslaan.’
Wat doe je met je vrijheid? Als we er in ons land lauw mee omgaan, lijken we op koning Joas. Dan zullen we, na een tijd van vrede en veiligheid, misschien wel weer onze vrijheid verliezen. Vrijheid is een opdracht. Van God gekregen. In geloof verdedigen. Laten we daar samen voor blijven gaan, ook na 80 jaar.