Houding SGP-Kamerleden legt eenzijdige solidariteit met Israel bloot

De SGP staat bekend om haar onvoorwaardelijke steun aan Israel. In tegenstelling tot bijvoorbeeld de ChristenUnie hoor je Chris Stoffer en andere kamerleden nooit publiek kritiek uiten op Israel. Toch is er binnen de partij niet alleen applaus voor deze lijn. In toenemende mate klinkt er binnen de achterban en jongere geledingen ook geluid voor een kritische houding richting Israel, zo maakt het Nederlands Dagblad duidelijk. Wie dat onderscheid niet maakt, loopt het risico om te vervallen in eenzijdige solidariteit met Israel.

Nu is er niks mis mee om solidair te zijn met Israel, nadat het op 7 oktober 2023 aangevallen is door een terreurorganisatie die, gedreven door intense Jodenhaat, de totale vernietiging van de Joodse entiteit in Palestina nastreeft. Het gevolg van de pogrom van Hamas is ongenadige wraak van Israelische zijde, want Israel wil er alles aan doen om de terreur van Hamas te stoppen en de 500 kilometer (dat is van Groningen naar Berlijn!!) aan tunnels te vernietigen, waarvan de in- en uitgangen bewust onder woningen, scholen, ziekenhuizen en moskeeën zijn aangebracht. Dat durven, ondanks de enorme repressie door Hamas, ook steeds meer burgers van Gaza hardop te zeggen. Pas als Hamas de oorlog beëindigt en de gijzelaars vrij laat, is er een kans op vrede.

Maar je kunt ook te weinig kritisch zijn. De diepe liefde en de onvoorwaardelijke, kritiekloze solidariteit van de SGP met het huidige Israel komt volgens mij op uit de gedachte: Israel OT = Israel NT = Israel nu. Dat lijkt mij een nogal twijfelachtige, onzorgvuldige en, als je consequent doordenkt, niet-Bijbelse redenering. De kern daarvan bestaat uit de gedachte: ‘Israel’ staat altijd gelijk aan ‘het Joodse volk’. En omdat Israel in het Oude Testament ‘Gods oogappel’ genoemd wordt (Deut. 32:10, Jer. 31:20, Zach. 2:12), blijft dat ook zo in het Nieuwe Testament, ook al hebben ze in meerderheid Jezus verworpen, en is dat vandaag nog steeds zo als het om het land en (80 procent van het) volk en de staat Israël gaat.

Wat zegt de Bijbel?
Wie de Bijbel leest vanuit Jezus Christus als centrum, weet dat Abraham door de HERE is uitgekozen om via zijn nakomelingen alle volken tot een zegen te zijn (Gen. 12:3). Voortdurend wordt al in het Oude Testament benadrukt, dat niet iedere geboren Israeliet het ook werkelijk is, want het gaat niet om de uiterlijke besnijdenis, zeggen Mozes en Jeremia (Deut. 30:6, Jer. 4:4, 9:25), maar om de besnijdenis van het hart. Na Pinksteren benadrukt Paulus dat ook: Jood is men niet door uiterlijkheden, en het gaat ook niet om de uiterlijke, lichamelijke besnijdenis; Jood zijn is iets innerlijks en de besnijdenis is die van het hart (Rom. 2:29). Voortdurend lees je ook in het Oude Testament, dat het heil van God voor alle volken bestemd is. Vanaf Pinksteren gaat dat in vervulling, bijvoorbeeld in Psalm 87. Dan wordt overduidelijk, dat iedereen welkom is en zich mag aansluiten bij “het Israel van God” (Gal. 6:16b). Want het ware, geestelijke Israel bestaat, net als in het Oude Testament, uit allen die in het geloofsspoor van Abraham gaan en in Jezus Christus geloven als de door God beloofde en gekomen Messias.

Dat vroeg een omkeer van denken die er bij de apostelen en de eerste christenen maar moeilijk inging. Zij verwachtten binnen afzienbare tijd het herstel van het koningschap in Israel, maar Jezus zei: ‘Wees mijn getuigen tot aan de einden der aarde.’ (Hand. 1:6-8). Petrus wilde er eerst zelf niet aan en moest zich later verdedigen dat hij de Romein Cornelius had bezocht en hem zo maar, alleen op z’n geloof, had toegelaten tot Gods volk op aarde (Hand. 10:1-11:18). Even later kregen Paulus en Barnabas bakken vol kritiek over zich heen omdat de gelovigen uit de heidenen zich niet aan allerlei Joodse wetten hoefden te houden (Hand. 15). Het zat diep ingesleten in het denkpatroon van de eerste christenen: heidengelovigen zijn welkom bij ons, joodse gelovigen, maar dan moeten ze zich wel aan de oude regels houden. Maar na het grote apostelcongres waren Petrus en Jakobus er, onder leiding van de Heilige Geest, wel uit: christenen uit de Joden en christenen uit de heidenen worden op dezelfde manier gered, namelijk door de genade van de Heer Jezus, en zo herstelt de Heer het vervallen huis van David, waartoe nu alle christenen afkomstig uit het Joodse volk en uit de heidenen behoren (Hand. 15:11-18). Ook Paulus sloot zich hierbij aan: sinds Pinksteren maakt God geen enkel onderscheid meer en delen alle christenen in het burgerschap van het ene, geestelijke Israel (Ef. 2:11-22). Dat volk wordt door de HERE weer ‘Ammi’ – ‘mijn volk’ en ‘Ruchama’ – ‘mijn geliefde’ genoemd, zeggen Paulus (Rom. 9:24-26) en Petrus (1 Petrus 2:10)

Heeft Israel een speciale plek?
Wie vandaag nog een speciale plek voor het land Israel en voor het Joodse volk ziet weggelegd, maakt dezelfde denkfout als de apostelen en een deel van de eerste Joodse christenen uit Handelingen. Het gaat na Pinksteren niet meer om dat ene Joodse volk, waarbij de rest van de wereld zich mag aansluiten. Het gaat om de ene Heer, Jezus Christus, en iedereen wordt opgeroepen zich in geloof bij Hem aan te sluiten, ongeacht nationaliteit, afkomst en geslacht. Dat is sinds Pinksteren Gods volk op aarde, Gods oogappel, de bruid van Christus. 

Heeft het Joodse volk en het land Israel dan nog een speciale plek in Gods plan met de wereld? Ik denk van niet. Alle beloften van God waren op Christus gericht en zijn in Christus vervuld. Wat nog uitstaat is voor iedereen bestemd tot aan de uiteinden van de aarde, zoals de Psalmen zingen en Jesaja profeteert. 

Is er dan geen verschil? Jawel: Joden die tot geloof in Jezus komen, komen er achter dat Hij de Messias is die in hun eigen Tenach is aangekondigd. Hetzelfde geldt in mindere mate voor moslims die tot geloof komen: zij kenden Jezus in hun Koran eerst alleen maar als de profeet Isa. Dat is een heel andere manier van thuiskomen dan vanuit het heidendom. Maar ik geloof er niets van dat God twee lijntjes heeft lopen om mensen tot Zich te trekken. Of dat Hij twee plannen heeft, eentje met het Joodse volk, waarvan iedereen die naar Israel emigreert meer rechten zou hebben op het beloofde land dan de Palestijnse bewoners van wie de stamboom soms teruggaat tot 400 na Christus. Want de God van Jezus Christus, die via Israel tot de wereld gekomen is, wil de God van alle volken, inclusief het Joodse volk, zijn. Niet het land Kanaän, maar heel de aarde is voor de zachtmoedigen bestemd, zegt Jezus (Mat. 5:5) en wie Hem volgt door zich aan Gods geboden te houden, zal het niet goed gaan in het beloofde land Kanaän, maar hier op aarde (Ef. 6:3).

De oude Simeon zong het al toen hij het kindje Jezus in de armen nam: “Met mijn eigen ogen heb ik de redding gezien die U bewerkt hebt ten overstaan van alle volken: een licht dat geopenbaard wordt aan de heidenen en dat tot eer strekt van Israel, uw volk.” (Luk. 2:30-32).

Ds. Ernst Leeftink is predikant van de Nederlandse Gereformeerde Kerk ‘De Lichtbron’ in Balkbrug en van de Nederlandse Gereformeerde ‘Hooge Eschkerk’ in Oosterwolde (Fr.). DIt artikel is op 12 augustus 2025 ook verschenen als opinie-bijdrage op CVandaag.

2 thoughts on “Houding SGP-Kamerleden legt eenzijdige solidariteit met Israel bloot

  1. Beste Ernst, Dit artikel bevat veel wat klopt, maar foutief in dit artikel is dat er sprake is van het ‘ware, geestelijke Israël’. Het Israël van het O.T. was nl. niet alleen vleselijk, maar ook geestelijk: de Oudtestamentische kerk, de theocratie, al werd het oude volk helaas nogal eens ontrouw (Baäldienst etc.). Daar is niets onwaars aan! Die theocratie zal ook moeten heersen na Christus’ komst binnen de christenheid, binnen de Nieuwtestamentische kerk dus, waaraan het helaas eveneens nogal eens ontbreekt.       Wie zijn Bijbel, tot slot, zorgvuldig leest zal niet kunnen ontkennen dat God toch niet ontrouw wordt aan Zijn eeuwige genadeverbond, dat Hij afgesloten heeft met Zijn eerste liefde, met de oudste zoon, het uitverkoren volk.: het aardse, Joodse volk Israël. Eens uitverkoren betekent voor altijd uitverkoren. Dat is al zo in Gods Raad, van voor de grondlegging der wereld. Dat genadeverbond der schaduwdienst betreft het Horebverbond met zijn offerdienst. Dat is geen werkverbond, ondanks dat Christus nog moest komen, want Christus doet het verzoeningswerk, al sinds het ontstaan van de Oudtestamentische kerk, die al ontstond ten tijde van Gen. 3 direct na de zondeval met de moederbelofte aan de HELE mensheid. Voor de mensheid van alle tijden is het echter al een genadeverbond. Dus dat scheppingsverbond is zowel een werkverbond voor Christus, als een genadeverbond voor de toen gevallen mensheid. Want Adam heeft gefaald met zijn werken.      Het Horebverbond der schaduwdienst heeft echter sinds Golgotha afgedaan, maar dat sluit niet uit, zo is ons geopenbaard, dat Zijn uitverkoren volk, waaruit de Messias voortsproot, er sindsdien niet meer toe doet voor Hem! Anders zou dat volk allang uitgeroeid zijn. Weliswaar zal niet iedere Jood behouden blijven, maar net zo min zal iedere christen behouden blijven, want ook voor de christelijke gemeente geldt dat er niet-uitverkoren hypocrieten zijn, geldt dus dat niet iedereen die uit de christelijke kring afkomstig is, ook echt christelijk is. Maar ik geloof, op grond van de Bijbel, dat niet alleen, naast de niet-hypocriete christenen uit de heidenen, de (niet-hypocriete) christelijke Joden behouden zijn, maar dat er in de toekomst voor Christus’ wederkomst ook nog zoiets als een massale bekering onder (dus niet van) de niet-christelijke Joden zal plaatsvinden. Dat hun de schellen van de ogen zullen vallen. Je mag hier, met Pauls, spreken over het behouden blijven van HEEL Israël. Abraham Kuyper gebruikte hiervoor het beeld van een nieuwe ent op een oude stam. Die oude stam sterft af, terwijl daarnaast die nieuwe loot uitgroeit tot een volwaardige boom. Ook al blijft maar een deel van de Joden behouden (net zoals van de heidenen), toch wordt dit deel beschouwd als GEHEEL Israël. 

    Overigens beoogt Israël geen vrede met Hamas, en zal Israël niet ophouden als Hamas zgn. vrede wil sluiten, maar de uitroeiing van Hamas. Misschien dat dit jou veel verklaart van de gang van zaken in Gaza.  Met vr. gr.,

    Rafael Benjamin             

  2. Ik hecht eraan om nog een verwarrende schrijffout in mijn reactie te herstellen (had ik maar mijn reactie na schrijven nog een keertje moeten doorlezen ter contrôle).     Ik schreef:  ‘Het Horebverbond der schaduwdienst heeft echter sinds Golgotha afgedaan, maar dat sluit niet uit, zo is ons geopenbaard, dat Zijn uitverkoren volk, waaruit de Messias voortsproot, er sindsdien niet meer toe doet voor Hem!’

    Dat moet zijn: ‘Het Horebverbond der schaduwdienst heeft echter sinds Golgotha afgedaan, maar dat sluit niet uit, zo is ons geopenbaard, dat Zijn uitverkoren volk, waaruit de Messias voortsproot, er sindsdien nog steeds toe doet voor Hem!’ 

    Ook wil ik nog even voor de zekerheid iets verduidelijken.

    Ik schreef nl. ook: ‘Dat genadeverbond der schaduwdienst betreft het Horebverbond met zijn offerdienst. Dat is geen werkverbond, ondanks dat Christus nog moest komen, want Christus doet het verzoeningswerk, al sinds het ontstaan van de Oudtestamentische kerk, die al ontstond ten tijde van Gen. 3 direct na de zondeval met de moederbelofte aan de HELE mensheid. Voor de mensheid van alle tijden is het echter al een genadeverbond. Dus dat scheppingsverbond is zowel een werkverbond voor Christus, als een genadeverbond voor de toen gevallen mensheid. Want Adam heeft gefaald met zijn werken. 

    Ik bedoel: Het Horebverbond voor de Oudtestamentische kerk, die samenviel met het uitverkoren vleselijke volk Israël (de theocratie), was geen werkverbond voor dat volk maar een genadeverbond, een offerdienst naar de orde van Aäron. Voor Horeb, dus voor de uitverkiezing van Abraham, een van de aartsvaders van Israël, was er uiteraard geen Aäronietisch Horebverbond maar al wel een genadeverbond, voor de hele mensheid, sinds de moederbelofte na de zondeval. Denk aan het offer van Abel, en aan dat van Noach. Ik bedoel dus NIET, dat het Horebverbond samenviel met het genadeverbond voor de hele mensheid sinds de zondeval! Wat voor de hele mensheid geldt sinds de zondeval is het zgn.  scheppingsverbond, dat voor de val van Adam voor hem een werkverbond was en na de val voor hem en de mensheid als geheel een genadeverbond werd, en voor Christus een werkverbond, en dat in het Horebverbond toegespitst werd in Abraham-Israël. 

    Aangaande die Kuyperiaanse beeldspraak tenslotte nog dit: ik bedoel daarmee slechts erop te wijzen, dat het niet nodig is dat elk individu van Israël behouden wordt om te mogen spreken over een behoud van geheel Israël. Karl Marx bv. zal echt niet m.i. behouden blijven. Wat dat betreft heeft zijn jood zijn echt geen streepje voor. Ik bedoel ermee dat die nieuwe loot gewoon door mag gaan als de gehele boom, ook al  de oude stam ervan afgestorven. Kuyper noemt ook Noach: die is de stamvader van de hele mensheid, ook al is in zijn tijd op zijn gezin na de hele mensheid verdronken. Niemand zal erom heen kunnen dat Paulus in Rom. 10 en 11 (zo uit het hoofd) spreekt over een bekering van het joodse volk in de vorm van het vleselijke Israël in zijn geheel. Zoals ik schreef: dat betreft dan niet alle individuen, om toch zo te kunnen spreken. Dat is gewoon een profetie die nog uit moet komen. Dus het Joodse volk doet er nog steeds toe voor Hem. Ik kan er niks anders van maken.               

Plaats een reactie