Geef als christen stem aan je geloof – ook op 29 oktober

Je hebt van die programma’s, daar kijkt heel Nederland naar. ‘Wie is de mol?’ is daar één van. Het leuke aan dat programma vind ik, dat alle deelnemers bondjes sluiten met elkaar, maar die ook weer even snel verbreken als het hun uitkomt. Want uiteindelijk gaat iedereen voor zichzelf.

In de tijd van Jezus sluiten de Farizeeërs en de Herodianen een monsterverbond. Ze willen, vanuit volstrekt tegengestelde belangen, Jezus mollen (meer uitleg in de preek over Markus 12:13-17). Dus stellen ze Hem deze vraag: ‘Moeten we als gelovige Joden belasting aan de keizer betalen of niet?’ En Jezus geeft als antwoord: ‘Geef aan de keizer wat van de keizer is. En geef aan God wat God toebehoort.’

Als je als christen niet op een christelijke partij stemt, moet je ook niet klagen dat Nederland zo onchristelijk wordt.

Dat van de keizer, dat snapten ze wel. Betaal die belasting nou maar gewoon. Want de manier waarop God voor je zorgen wil, dat doet Hij ook door jou en mij een plek te geven in de samenleving, in de maatschappij, door middel van onze regering (Prediker 8:2, Romeinen 13:1-7, 1 Petrus 2:13-17). Dus als je zegt dat je in God gelooft, geef daar dan ook vorm aan in het gewone leven. Ook door te doen wat de overheid van je vraagt. Behalve als dat echt tegen Gods geboden ingaat.

Voor ons gevoel een antwoord waarmee Jezus de kool en de geit spaart. linksom of rechtsom. Geef ze allebei een beetje – de overheid en God. Maar zo hebben de eerste hoorders het niet opgevat. Ze voelen zich schaakmat gezet. Waarom? Omdat ze heel goed begrijpen dat Jezus hiermee niet alleen iets over de keizer en over God zegt, maar ook iets over Zichzelf.

‘Deelnemen aan de samenleving met een open oog voor het publieke belang behoort voor een christen heel gewoon te zijn.’

Het lijkt alsof Jezus het vooral heeft over belasting betalen. Maar de toepassing is breder. Op woensdag 29 oktober zijn er weer verkiezingen voor de Tweede Kamer. We leven in een vrij land. Die vrijheid betekent voor christenen ook een grote verantwoordelijkheid. Kars Veling, samen met Tim Keller één van de meest wijze en zachtmoedige christenen die ik ooit gekend heb, zei eens: ‘Deelnemen aan de samenleving met een open oog voor het publieke belang behoort voor een christen heel gewoon te zijn.’

Dat deelnemen aan de samenleving begint met de oproep van de overheid om je stem te laten horen als het gaat om de vraag: hoe wil jij dat Nederland bestuurd wordt? Als Jezus jouw Heer is en Hij zegt tegen jou: ‘Geef aan de keizer wat van de keizer is’, betekent dat volgens mij vandaag dat Hij van jou vraagt om die stem ook echt uit te brengen. Wie niet naar de stembus gaat maar thuis blijft, wordt niet alleen een roeptoeter aan de zijlijn, maar is ook ongehoorzaam aan God.

Maar Jezus zegt er nog iets bij: ‘En geef aan God wat God toekomt.’ Oftewel: stem niet alleen als burger, maar geef ook je geloof een stem. Breng ook als christen je stem uit. Laat zien dat onze God het goede zoekt voor ons land en voor heel de samenleving. Dat doe je volgens mij het best door als christenen op een medechristen te stemmen. Want dan weet je zeker dat ook in de Tweede Kamer de Naam van de HERE genoemd wordt. Natuurlijk kun je ook op een niet-christelijke partij stemmen die zegt jouw persoonlijke belangen of het belang van onze kultuur of van onze welvaart of van onze samenleving of van het klimaat te behartigen. Maar heeft zo’n partij ook de eer van God op het oog? Laten die zich samen motiveren door de Bijbel? Bidden zij om de wijsheid van de Heilige Geest om het goede voor stad en land te zoeken, zoals de HERE in Jeremia 29 vers 7 alle gelovigen opdraagt?

Als ik als christen mijn geloof geen stem meer geef, moet ik als christen ook niet klagen dat Nederland steeds onchristelijker wordt. Dus geef stem aan je geloof op woensdag 29 oktober! Stem op een medechristen in wie jij vertrouwen hebt. Een Daniël of Daniëlla die in de politiek opkomt voor het belang van alle burgers én voor de eer van God!

Met gezond christelijk (boeren)verstand bestuur je stabiel de provincies in het land

Als je als christen je geloof geen stem geeft, moet je ook niet klagen dat Nederland steeds onchristelijker wordt.

De verkiezingen voor de provincie deze week zijn tegelijk verkiezingen voor de Eerste Kamer. Wat voor stemadvies geeft Jezus aan zijn volgelingen? Nou, daar is Hij vrij duidelijk over: ‘Geef wat van de keizer is aan de keizer, en geef aan God wat God toebehoort.’  Die uitspraak van Jezus was in zijn tijd erg controversieel, omdat het Romeinse Rijk al meer dan 90 jaar Gods beloofde land bezet hield.

Wij leven in vrij land. Als christenen hebben we nog steeds alle gelegenheid om ons geloof te belijden. Niet alleen op zondag, maar ook door de week. Net als alle andere Nederlanders binnen de kaders die we samen hebben afgesproken. Wij leven in een democratisch land. De overheid geeft ons regelmatig de gelegenheid om onze stem te laten horen als het om het bestuur van onze gemeente, onze provincie en ons land gaat. 

Christenen mogen in Nederland hun stem laten horen. Ook bij de verkiezingen. Het is zelfs een opdracht die Jezus in 2023 aan zijn volgelingen in Nederland meegeeft. Maar liefst drie keer is het opgeschreven in de Bijbel, dat Jezus zegt (Matteüs 22:21 én Markus 12:17 én Lukas 20:25): ‘Geef aan de keizer wat van de keizer is.’ Dat betekent volgens mij voor iedere christen: maak gebruik van je vrijheid en neem je verantwoordelijkheid door te gaan stemmen.

Jezus zegt er nog iets bij: ‘En geef aan God wat God toebehoort.’ Oftewel: stem niet alleen als burger, maar breng juist als christen je stem uit. Laat zien dat onze God het goede zoekt voor heel de samenleving. Dat doe je volgens mij het beste door als christenen op een medechristen te stemmen. Want dan weet je zeker dat straks ook in de provincies en in de Eerste Kamer het geloof in God de belangrijkste motivatiebron is voor het regeren en besturen van ons land.

Natuurlijk kun je ook op een niet-christelijke partij stemmen. Misschien komt die partij wel beter op voor jouw persoonlijke belangen, het belang van bepaalde doelgroepen in de samenleving of heeft zelfs meer aandacht voor een paar bijbelse normen en waarden. Maar zoekt zo’n partij ook de eer van God? Laten de parlementariërs van zo’n partij zich samen motiveren door de Bijbel? Bidden zij om de wijsheid van de Heilige Geest om het goede voor stad en land te zoeken, zoals de HERE in Jeremia 29:7 alle gelovigen opdraagt? Ik geloof dat de politiek in Nederland christenen nodig heeft zoals Daniël. Die ging niet voor het eigen (groeps)belang, maar zocht het goede voor alle burgers én durfde ook voor de eer van God uit en op te komen.

Zeker in de provincies zijn de christelijke partijen een baken van stabiliteit. Van de 11 provincies die een meerpartijen-college hebben, bestuurt het CDA in 10 mee, de ChristenUnie in 7 en de SGP in 3.Vergelijk dat eens met D66, die in de Tweede Kamer groter is (24 zetels) dan deze drie christelijke partijen bij elkaar (CDA 14, CU 5, SGP 3 = samen 22 zetels), maar slechts in 5 provincies meebestuurt. Of met de PvdD (6 zetels) en de SP (9 zetels), die nergens in het provinciebestuur zitten.

Alle reden volgens mij om als christenen niet op een niet-christelijke linkse of rechtse (al dan niet populistische one-issue-)partij te gaan stemmen, maar het geloof op 15 maart een stem te geven in het stemhokje. Er is ook genoeg keus. Christenen kunnen kiezen tussen rechts-conservatief SGP of links-progressief ChristenUnie of meer breed-georiënteerd CDA. Op alle drie partijen kun je veel kritiek hebben. Je kunt vinden dat ze helemaal niet zo christelijk zijn als ze zeggen. Maar als je dat van de één vindt, heb je volgens mij altijd nog twee anderen die ook jouw christelijke stem kunnen krijgen. Want één ding is voor mij wel zeker: Nederland wordt er niet christelijker door als zelfs christenen op seculiere partijen gaan stemmen.

Wie van de drie? Een christelijke stem op CDA, ChristenUnie of SGP

Ongeveer de helft van de regelmatige kerkgangers stemt niet op één van de drie christelijke partijen, kopte het Nederlands Dagblad op 5 maart. Dat vind ik erg jammer, want ik geloof niet dat Nederland er christelijker op wordt als er heel veel christenen op niet-christelijk rechts of niet-christelijk links gaan stemmen. Het tegendeel is eerder het geval. Als je als christen niet christelijk stemt, moet je niet klagen dat Nederland steeds onchristelijker wordt

Niet links, niet rechts, maar christelijk

De eigenheid en dus het goed recht van christelijke partijen vond ik laatst terug in het Nederlands Dagblad. Dat kopte op 6 maart dat kerkgangers zich vaak ‘rechts’ voelen, maar in de praktijk behoorlijk ‘links’ zijn. Want ze zijn rechtser dan gemiddeld op morele thema’s als abortus en euthanasie, homohuwelijk en uitholling van normen en waarden. En ze zijn linkser dan de doorsnee Nederlander als het om economische thema’s en gastvrijheid voor vluchtelingen gaat.

Dat vond ik echt een misser qua typering. Want ethisch gezien is rechts (van PVV t/m VVD) wél voor een heleboel prograssieve standpunten op ethisch gebied. En de aandacht van christenen voor de zwakkeren in de samenleving is niet 1 op 1 te koppelen aan ‘linksig’ gedachtengoed. Kortom: christelijke politiek is een derde weg, niet eens tussen rechts en links, maar eerder in een driehoek. Alle reden volgens mij om als christenen die driehoek niet af te vlakken door zelf op een niet-christelijke linkse of rechtse (al dan niet one-issue-) partij te gaan stemmen.

De christelijke keuze is reuze

Er is ook genoeg keus. Christenen kunnen kiezen tussen rechts-conservatief SGP of links-progressief ChristenUnie of meer breed-georienteerd CDA. Op alle drie partijen kun je veel kritiek hebben. Vooral, dat ze helemaal niet zo christelijk zijn als ze zeggen. Maar als je dat van de één vindt, heb je volgens mij altijd nog twee anderen die ook jouw christelijke stem kunnen krijgen.

Het CDA

Volgens sommigen is het christelijke geluid daar zo erg verwaterd, dat die partij per definitie afvalt voor een overtuigd gelovige. Dat mag je vinden, maar het CDA is wél gebaseerd op normen en waarden die ze grotendeels aan de Bijbel ontleent. Niet het Evangelie zelf, maar het politieke antwoord op de boodschap van het Evangelie bindt de christendemokraten samen, was in 1975 het uitgangspunt bij de start van het CDA.

De ChristenUnie

Volgens veel bevlogen en bewogen christenen heeft de partij maar weinig voor elkaar gekregen als het gaat om milieu, klimaat en niet te vergeten de vluchtelingen. Er mochten immers maar 50 kinderen uit kamp Moria naar Nederland komen. Wat dan vergeten wordt is dit: mede dankzij de ChristenUnie is tijdens deze regeringsperiode wel het kinderpardon in Nederland gerealiseerd. De ChristenUnie is aldoor erg eerlijk geweest over de (on)mogelijkheid om idealen en regeringsverantwoordelijkheid met elkaar te verbinden. De partijen die heel hard roepen dat er veel meer gedaan had kunnen worden aan klimaat en voor vluchtelingen, wilden in 2017 geen regeringsverantwoordelijkheid nemen (PvdD, GL, SP). Dan vind ik het niet van echt principieel stemgedrag getuigen om nu als christen vanwege te weinig resultaat op één van deze niet-christelijke partijen te gaan stemmen. Daar komt nog bij, dat bij alle partijen ter linkerzijde geen enkele bescherming bieden aan het ongeboren leven (30.000 dodelijke slachtoffers per jaar) en de deur voor euthanasie nog wijder open willen zetten voor jongeren en ouderen die hun leven ‘voltooid’ vinden, terwijl de ChristenUnie best veel bereikt heeft in de begeleiding en zorg voor jonge moeders en eenzame ouderen . Wie durft dan nog te beweren dat er bij niet-christelijke partijen vaak meer aandacht is voor christelijke waarden als barmhartigheid en zorg voor de zwakkeren dan bij de ChristenUnie? Dan ben je volgens mij selectief aan het winkelen in dat totaal-pakket. Bovendien beoordeel je dan de ChristenUnie op het resultaat van vier jaar regeren en de niet-regeringspartijen op hun partijprogramma. Ook dat is niet fair.

De SGP

Er is ook een groep christenen die behoorlijk teleurgesteld is in de politiek, omdat die weinig aandacht heeft voor de hardwerkende Nederlander. Ze vinden dat zelfs het rechtse kabinet Rutte III in feite een veel te links en groen beleid voert. Ook dat snap ik wel. Ondernemers en boeren hebben het moeilijk. Misschien wel vooral met het zwalkende overheidsbeleid. Maar is het dan een optie om als christen op de VVD of op FvD te stemmen, of uit protest op de BoerBurgerBeweging? Ik denk dat de SGP dan een veel beter, christelijk alternatief is. Een paar jaar geleden sprak ik met een jonge reformatorische boer die vond dat de SGP wel wat mocht vergroenen. Toch bleef hij op de SGP stemmen en was zelfs actief als partijlid. Want, zei hij: een conservatief christelijk geluid in de politiek waar ik me doorgaans goed in kan vinden is voor mij belangijker dan een partij die exact mijn visie op het boerenbeleid vertolkt. Dat vond ik mooi om te horen. Gelukkig is die keus er in Nederland ook.

Vlak de punt van de driehoek niet af

Nog één ding: de christelijke roots van ons land hebben nog steeds effect op een breder deel van de samenleving dan bij wie zich in Nederland nog christen noemt. Dat klopt, en daar ben ik blij mee. Maar als de meerderheid van de christenen niet bewust christelijk stemt, raakt de politiek en daarmee de samenleving één van de punten van de driehoek kwijt.

Alle reden volgens mij om als christenen niet op een niet-christelijke linkse of rechtse (al dan niet one-issue-) partij te gaan stemmen, maar het geloof op 17 maart een stem te geven in het stemhokje.  

GEEN VRIJBLIJVENDHEID BIJ KEUS VOOR OF TEGEN ORGAANDONATIE

“Wie zelf niet de moeite neemt om te laten weten of ‘ie wel of geen donor wil zijn, moet onderaan de wachtlijst voor orgaandonatie komen te staan.” Dat was de mening van de meeste jongeren van 17/18 jaar vorige week op catechisatie toen we het over orgaandonatie hadden.

Orgaandonatie - hartjeAan het eind van die week stond in het Nederlands Dagblad een artikel van twee christenen, de theoloog Gijsbert van den Brink en IC-arts Ben de Jong. Zij vinden dat het huidige registratiesysteem vanwege te grote vrijblijvendheid niet effectief. Het leidt niet tot meer donoren en kost jaarlijks onnodig mensenlevens. “Een wetswijziging naar een actief donorregistratiesysteem is dan ook wat ons rest.” Die wet komt er, als het aan de Tweede Kamer ligt, want daar is een nieuw ‘actief donorregistratiesysteem (ARD) dat in  met een krappe meerderheid  aangenomen. De drie christelijke partijen stemden tegen deze wet op de orgaandonatie. Ze hebben daar, net als andere tegenstanders, vier belangrijke argumenten voor, nl.: 1) De nieuwe wet leidt tot keuzedwang. 2) De nieuwe wet is een inbreuk op het zelfbeschikkingsrecht. 3) De nieuwe wet levert niet meer donoren op. 4) Binnen het huidige systeem valt nog veel winst te behalen om mensen te motiveren orgaandonor te worden. Die bezwaren worden kort maar krachtig als mythe ontzenuwd (klik hier).

“Ik was hartpatiënt en jullie hebben Mij bewust op een lange wachtlijst laten staan.”

Een paar dagen later reageerde de directeur van de Nederlandse Patïenten-Vereniging, Esmé Wiegman met een artikel in het Nederlands Dagblad. Zij blijft “stevige kanttekeningen plaatsen bij de verandering van het donorregistratiesysteem.” Vervolgens gaat ze de vier punten van Van den Brink en de Jong bij langs (klik hier).

NPV logo nieuwDe vier tegenargumenten van de directeur van Nederlandse Patiëntenverening vind ik ronduit zwak (hieronder voor de liefhebber een overzicht). Maar dat vind ik niet het ergste. Het valt me vooral zwaar tegen dat de NPV publiek stelling neemt tegen dit nieuwe donorregistratiesysteem. In haar logo staat dat de NPV gericht is op ‘zorg voor het leven’. Op de website wordt als eerste vermeld: “Het leven is een gave van de Schepper zelf. Dat leven is kostbaar en verdient bescherming; van het allerprilste begin tot aan het einde. De NPV komt op voor het mensenleven. Voor leven dat kwetsbaar is en broos, voor ieder mens, in welke levensfase dan ook.”

Als het om orgaandonatie aankomt, neemt de NPV het niet voor de volle 100% op voor het leven van kwetsbare en broze patiënten waarvan jaarlijks 10% overlijdt terwijl ze op een wachtlijst staan. Ze neemt, net als de christelijke partijen in de Tweede Kamer, genoegen met een vrijblijvende oproep tot naastenliefde. Wat het effect van die vrijblijvendheid is, weten we al jaren: slechts 40% van de bevolking laat zich registreren, terwijl 90% van de bevolking graag een orgaan zou ontvangen. Het is een zwaktebod dat een christelijke organisaties als de NPV en politieke partijen als het CDA, de ChristenUnie en de SGP zich achter termen als ‘inbreuk op de integriteit’ en ‘naastenliefde mag je niet afdwingen’ blijven verschuilen. Daarmee houden ze bewust laksheid en ongeïnteresseerdheid in stand.

Orgaandonatie ja of neeDe jongeren van 17/18 jaar hadden dit haarscherp in de gaten. Zij en hun ouders waren bijna allemaal vóór orgaandonatie. Maar lang niet iedereen had zich laten registeren. De enkeling die geen donor wou zijn vond het prima zo: als je niks liet weten, zou er ook niks met je organen gebeuren na je dood. Ondertussen vonden de jongeren het wel wat hypocriet om een orgaan te ontvangen als je zelf nooit de moeite had genomen om aan te geven of je donor zou willen zijn. Vandaar dus dat de meesten vonden dat wie zich niet geregistreerd had, onder aan de wachtlijst moest komen te staan. Ik hou van de radicaliteit van jongeren!

Naastenliefde voor mensen in grote nood is namelijk niet vrijblijvend. Als we dat wel in stand houden, zou het wel eens kunnen zijn dat Jezus bij zijn terugkomst aan ons vraagt: ‘Ik was hartpatiënt en jullie hebben Mij bewust op een lange wachtlijst gezet.’ Dus denk ik dat de overheid, nu het toestemmingssysteem na 40 jaren nog steeds faalt, alle burgers mag vragen om zonder enige dwang of inbreuk (JA of NEE is allebei geoorloofd) aan te geven wat men wil: wel of geen donor zijn. Wie de moeite niet neemt om dit kenbaar te maken, heeft blijkbaar geen overtuigende bezwaren. Wie blijft zwijgen, stemt toe. Hopelijk laten de christelijke partijen in de Eerste Kamer zich niet leiden door het moderne zelfbeschikkingsrecht, maar door levensreddende naastenliefde.

Eerder schreef ik over orgaandonatie de volgende blogs: Orgaandonatie: wie niet reageert wordt donor (7 juni 2016); Orgaandonatie: zet de politiek na 20 jaar eindelijk een stap voorwaarts? (6 september 2016); Registratie orgaandonatie in de lift (8 oktober 2016)
In haar reaktie op de vier punten van Van den Brink / De Jong noemt de directeur van de NPV drie keer dat de overheid geen morele keuzes aan mensen moet opdringen. Daarbij gaat ze er aan voorbij dat die keuze ook nu al gevraagd wordt aan de nabestaanden als een overleden persoon zich niet geregistreerd heeft (punt 1 en 2). Er is dus geen sprake van ‘dwang’ of ‘inbreuk op lichamelijke integriteit’. Het argument dat als er vóór iemands overlijden “meer in familieverband over gesproken wordt” en dat je ná iemands overlijden moet werken aan een “context van rust en ruimte om in de geest van de overledene te kunnen nadenken, zonder druk van buitenaf” laten precies zien waarom dit veel te vrijblijvend is. Het eerste gebeurt namelijk onvoldoende (zeiden ook mijn catechisanten) en het laatste komt soms voor, maar veel vaker niet (“Als iemand plotseling overlijdt, heb je wel wat anders aan je hoofd als familie,” zeiden mijn catechisanten. Als iemand zelf tijdens zijn leven zijn keus gemaakt heeft, is het toch veel duidelijker? En als iemand weet dat wie zich bewust niet registreert geen principiële bezwaren heeft tegen het doneren van zijn of haar organen heeft, voorkomt dat toch juist onnodige, vaak emotionele discussies bij nabestaanden? Het argument dat een donatie altijd een vrijwillige gift moet zijn (punt 4) is ook uiterst zwak. In alle vrijheid mag elke Nederlander bepalen of hij of zij orgaandonor wil worden. Het enige wat de overheid zegt is: de nood is hoog, met meer donoren kunnen we levens redden, dus maak een keus! Dat gaat niet tegen Gods geboden in (integendeel denk ik persoonlijk), dus waarom zou je laskheid en vrijblijvendheid bewust in stand houden? Tenslotte de aantallen: Esmé Wiegman zegt dat er door de nieuwe wet juist meer mensen zich niet laten registreren. In de donorweek van oktober 2016 lieten bijna 5.500 nieuwe mensen een ‘ja’ noteren en bijna 26.500 nieuwe mensen een ‘nee’ en dus was de conclusie van de directeur van NPV eentje van: ‘Zie je wel? Verplichte registratie pakt negatief uit!’ Dat is een dubbel non-argument. Punt 1: registreren is niet verplicht. Punt 2: het gaat er niet om dat iedereen ‘JA’ moet invullen. Het gaat erom dat iedereen bewust een keus maakt.  Op 31 augustus 2016 hadden 5,9 miljoen Nederlanders dat gedaan op http://www.donorregister.nl. Op 30 april waren dat er 6,1 miljoen. Dat is een toename van 200.000. Het aantal mensen dat ‘ja’ heeft ingevuld, is met zo’n 50.000 gestegen naar 3,66 miljoen. Het aantal mensen dat een ‘nee’ liet registreren, steeg met zo’n 190.000 naar 1,72 miljoen. Alleen al het idee dat er straks een actief donorregistratiesysteem komt, zorgt dus al voor een flinke stijging van het aantal Nederlands dat zich laat registreren. Dat is volgens mij precies de bedoeling. Beter eerlijk ‘NEE’ dan de zaak op z’n beloop laten.