STAPPEN met JEZUS op een prachtig BELIJDENISKAMP

‘Hoe was het belijdeniskamp dit jaar?’ Veel mensen vroegen me dat afgelopen week. Nou, eigenlijk moet je dat mij niet vragen, maar aan de 22 jongeren uit Assen-Peelo, Assen-West en Hooghalen die dit jaar van vrijdagavond 2 oktober tot zondagmiddag 4 oktober op kampeerboerderij ‘De Vistrap’ vlak bij Dalfsen. Maar ik vertel graag wat we gedaan hebben en hoe de meesten het ervaren hebben.

Het belijdeniskamp van de vier kerken (ook Beilen doet mee, maar dit jaar leverde Beilen geen deelnemers) bestaat al minsten 15 jaar. En de opzet is al jarenlang ongeveer hetzelfde – een echte succesformule. Vrijdagavond t/m halverwege de zaterdagmiddag inhoudelijk, daarna sport en spel en bonte avond, op zondag een kampdienst en/of kerkdienst met verwerking.

Belijdeniskamp 2015 ballonvaartDit jaar zorgde Peter Wierenga van het Bureau Kerkwerk voor de inhoud. Hij maakte er echt een heel mooi geheel van. Op vrijdagavond begonnen we met een Belachelijke Ballonvaart. Je kunt het leven vergelijken met een reis. Je mag 39 dingen (personen, spullen, hobby’s, gewoonten enz.) meenemen. Maar onderweg moet je in 3x etappes 10 dingen overboord gooien. Welke 9 dingen vind je uiteindelijk in jouw leven dan het meest belangrijk?

Tijdens het tweede deel van de vrijdagavond konden we daar met elkaar over doorpraten in groepjes van 2 of 3 tijdens de belijdeniswandeling. Daarin vroegen we ook aan elkaar waarom en wanneer we belijdenis wilden doen.

Belijdeniskamp 2015 voetstapOp zaterdagmorgen ging Peter verder met ons en vroeg iedereen om op een heel groot vel papier De reis van je leven uit te tekenen. Vanaf je geboorte tot aan de dag van vandaag. Met vier onderdelen: * Gidsen (= belangrijke personen) en * Richtingwijzers (= belangrijke ervaringen) en * Mijlpalen + * Hindernissen (de tops en de downs in je leven). Dat was best pittig om te doen. Het maakte bij sommige kampgangers veel los.

De zaterdagmiddag ging over Jezelf (weg)geven, vanuit Romeinen 12:1-8. Als kind van God mag je alles van jezelf bij God brengen. Hij neemt al het zondige weg en Hij vult je met alles wat Hij je geven wilt. Niet om het voor jezelf te houden, maar om je te laten overlopen. Peter maakte dat duidelijk met het voorbeeld van gevulde glazen. Daarna liet hij ons nadenken over de volgende drie vragen: *1* Waarom zou ik mijzelf aan God en Jezus toevertrouwen? *2* Wat wil ik Hem allemaal geven en wat hou ik liever zelf? *3* Hoe geef ik op dit moment al goede dingen van God door?

Daarna volgde op zaterdagmiddag de zeskamp – net als vorig jaar met enorm veel liefde en enthousiasme door kampleider JP georganiseerd (incl. sjekkie achter z’n oren). Team Leeftink was het meest sportief: wij lieten alle andere teams boven ons eindigen. En ‘s avonds eerst de voorbereiding op en daarna de uitvoering van de bonte avond. Die was zo leuk, dat wie er niet bij was, zich er geen voorstelling van kan maken als ik zeg, dat het oerend hard ging met paard en al.

Belijdeniskamp bureau kerkwerkOp zondag ’s morgens hielden we onze kampdienst. De Muziekvrienden van Assen-West kwamen ons begeleiden – top! Peter Wierenga leidde de dienst. Hij haalde drie verschillende discipelen van Jezus voor het voetlicht. Natanael is degene die onder de boom veel van Jezus verwacht. Petrus is degene die uit de boot stapt omdat hij helemaal op Jezus vertrouwt. En Andreas is degene die anderen verwijst naar Jezus, bv. met vijf broden en twee vissen. Ondertussen is de Here Jezus Zelf degene die alles van zijn Vader verwacht, helemaal op zijn Vader vertrouwt en altijd naar zijn Vader verwijst. In de verwerking op zondagmiddag werd de vraag gesteld: welke type gelovige ben jij? En wat heb je van dit kamp geleerd, waar kun je God voor bedanken en welke stappen ga je na dit kamp in geloof met Jezus zetten?

Tussendoor … was er de geweldige goede zorg van de kamp-mama’s Thea, Grietje en Hettie. Eten en drinken en waar nodig een persoonlijk gesprekje … de kamp-mama’s waren dit jaar alweer geweldig!

Tot zover dit domineesverslag van het belijdeniskamp 2015. Wie vult dit verslag aan met zijn of haar reaktie? En voor wie nog eens over belijdenis-doen na wil denken: lees het blog over WAAROM ZOU IK BELIJDENIS DOEN?

 

 

KOM ERBIJ, JE BENT WELKOM! – nog een keer over gemengde verkering

prikkeldraad‘Gemengde verkering’ schuurt als prikkeldraad was de titel van mijn vorige blog. Het artikel zelf zorgde ook wel voor wat jeuk bij sommige lezers (zie de reaktie van een gewaardeerde Asser PKN-collega). Vooral, omdat ik na het citeren van een aantal bijbelteksten met een tamelijk korte konklusie eindig over hoe je vandaag de dag met “hij gelooft, zij niet” moet omgaan. Namelijk: zij komt tot geloof of hij verbreekt de relatie. Is zo’n advies in onze cultuur van vandaag de dag nog wel realistisch? Moet je niet eerder pastoraal met ‘gemengde relaties’ omgaan dan er met Bijbelteksten bovenop te zitten?

In deze vervolgblog wil ik wat meer de pastorale insteek kiezen. Maar dan wel met twee opmerkingen vooraf.

Eerlijk bijbellezen

Allereerst hangt het er maar vanaf op welke manier je bijbelteksten citeert. Ik dacht dat ik een vrij compleet totaalbeeld gegeven heb van hoe gelovigen in het jaar 2000 voor Christus (Abraham en Isaak), 1500 jaar voor Christus (Mozes en Jozua), 1000 jaar voor Christus (Salomo), 500 jaar voor Christus (Ezra en Nehemia) en 50 na Christus (Paulus) gehandeld en gesproken hebben over ‘gemengde relaties’. Volgens mij kun je geen andere conclusie trekken, dan dat men door de eeuwen heen in totaal verschillende culturele omstandigheden altijd van mening was, dat iemand die echt in God en Jezus (de komende en gekomen Messias), geen relatie aan mag gaan met iemand die dat niet gelooft. Zou onze westerse samenleving dan opeens op geen enkele manier te vergelijken zijn met al die verschillende culturele situaties in de Bijbel, zodat we geen duidelijke conclusies voor vandaag meer kunnen trekken als het om dit onderwerp gaat? Dat geloof ik niet.

Elkaar respectvol behandelen

In de tweede plaats is het een gave om iemand de indruk te geven dat je hem of haar als persoon volledig accepteert, terwijl je het met zijn of haar standpunten volstrekt oneens bent. Veel vaker leidt een verschil van mening ook tot een breuk in de vriendschap. Iemand die ergens fundamenteel anders over denkt dan ik, deugt ook als persoon al snel niet in mijn ogen. Iemand die altijd de persoon bleef accepteren, ook al was Hij het helemaal niet eens met iemands keuzes of levensstijl was Jezus. Het is echt onvoorstelbaar hoe bijna iedereen zich bij Hem zich als persoon gewaardeerd voelde. En dat, terwijl Jezus nergens om heen draaide.

Wij zijn Jezus niet

Als het om ‘gemengde verkering’ gaat, vind ik dit vaak een pittig pastoraal probleem. Want als je met de Bijbel open hierover iemand een advies geeft, maak je met je ene hand een stopteken: NIET AAN BEGINNEN. Dat is de inhoudelijke kant van het onderwerp: je bent niet blij met het feit dat iemand niet gelooft. Maar met je andere hand wenk je iemand om dichterbij te komen: JE BENT WELKOM. Dat is de persoonlijke benadering: je wil iemand graag vertellen waarom het geloof in God zo waardevol is en waarom je het hem of haar ook gunt. Dat komt nogal tegenstrijdig over. Bij de gelovige die een niet-christelijke vriend(in) krijgt:

Iedereen is blij met ons, alleen mijn ouders en de kerkenraad doen moeilijk.

En bij de niet-gelovige die tegenstrijdige signalen opvangt:

Ze zeggen wel dat ze niets tegen mij persoonlijk hebben, maar waarom reageren ze dan zo kritisch op onze relatie?

En steeds maar weer blijkt, dat wij nog lang niet zover als Jezus zijn.

Een pastorale benadering

Gemengde verkeringen komen steeds opnieuw voor. Hoe ga je daar in de praktijk mee om? Hoe kun je liefdevol reageren en toch Gods duidelijke adviezen serieus nemen? Ik denk dat je toch moet beginnen met het eerlijk op tafel leggen van je bezorgdheid. Wie een gemengde relatie aangaat, verkeert geestelijk in een crisis-situatie. Dat is echt zo, ook al besef en ervaar je dat zelf misschien helemaal niet. Want wat is er nou mooier? Toch is het echt waar: de duivel trekt heel hard aan iemand om het geloof in de Here Jezus maar op te geven of vrijblijvender op te vatten. En dat is een ongelijke strijd die de duivel gemakkelijk wint. Want niemand van ons is uit zichzelf gelovig aangelegd. Dus het geloof verwatert heel gemakkelijk, zowel bij de gelovige partner als bij de kinderen – als Gods Geest niet heel hard aan het werk gaat.

Aan de andere kant biedt een gemengde relatie ook grote kansen om iemand bekend te maken met het reddende Evangelie van Jezus Christus. Als er sprake is van oprechte liefde en wederzijds respekt heeft een positief-gelovig christen als het goed is ook een groot verlangen om de niet-gelovige vriend(in) te interesseren en te informeren over de boodschap van de Bijbel. De Bijbel kent ook voorbeelden van mensen die tot geloof komen door middel van een gemengd huwelijk. Denk aan Ruth die door haar huwelijk de God van Israel leerde kennen. Denk aan Timoteüs die ondanks zijn waarschijnlijk afwerende Griekse vader toch van jongs af aan door zijn oma en moeder gelovig is opgevoed.

Er zijn veel manieren om iemand te helpen God te leren kennen. Een hartelijke ontvangst in de familie en een hartelijk welkom in de kerkelijke gemeente en zeker binnen de jongerengroep doet altijd goed.  “Laat iedereen merken dat jullie vriendelijk zijn” schrijft Paulus aan de christenen in Filippi. Ook zijn er veel mogelijkheden om iemand meer te laten weten over het christelijk geloof.  Dat begint bij jezelf uiteraard: praat vrijmoedig over je geloof met je vriend of vriendin, zonder te preken. En pak bijvoorbeeld de Bijbel in Gewone Taal als je iets uit wilt leggen of, als ouders, wanneer je aan tafel uit de Bijbel leest. Of vraag aan je ouders of de dominee, of die de grote lijnen van Gods verhaal eens op papier willen zetten. En schakel ook anderen in. Volg samen een Alphacursus of Christianity Explored. Vraag iemand die je één op één kan begeleiden als je rustig in je eigen tempo over de Bijbel en het geloof wilt doorpraten. Draai samen mee met een kring of een gesprekskring in de gemeente. Bezoek aansprekende kerkdiensten. Enzovoort. Er is zoveel mogelijk. Als de gelovige helft zelf maar echt gemotiveerd is. En vergeet het belangrijkste niet: het gebed. Bid veel voor iedereen die nog niet gelooft. Doe het als partner, als echtgenoot, maar ook als ouders en als vrienden en als gemeente. Bid of de Heilige Geest ervoor wil zorgen dat iemand persoonlijk God als Vader en Jezus als Verlosser leert kennen. Om het met een variatie op een bekende uitdrukking te zeggen:

Praat veel met je ongelovige vriend(in) / partner God, maar praat nog meer met God over je ongelovige vriend(in) / partner

Tegen de stroom in samen God zoeken 

In onze maatschappij zegt iedereen: “Geloof is een privézaak, daar moet je elkaar vrij in laten.” En wat doen wij in de kerk? We leggen, zo lijkt het wel, elkaar op het punt van relatievorming het vuur na aan de schenen. Wat een beGods grootste wens - roodmoeizucht, hoor je sommige mensen wel eens zeggen. Maar zo is het, als het goed is, niet bedoeld. Het is vooral een kwestie van oprechte belangstelling en welgemeende aandacht. Want waar gaat het uiteindelijk om? Om het Gods verlangen is dat mensen hun hart aan Hem geven en in hun relatie ervaren hoe goed en fijn het is om samen de HERE te dienen, in Jezus te geloven en voor Hem te leven.

‘Gemengde verkering’ schuurt als prikkeldraad

Verliefd koppel‘Verliefd worden’ – dat heb je meestal niet in de hand. Het gebeurt gewoon. Je voelt vlinders in je buik. En de spanning … zou hij mij ook zien zitten? Of ziet zij mij elemaal niet staan? En als het wel klikt … heerlijk! Je hebt verkering. Je bent helemaal weg van elkaar. Verliefd zijn overkomt je. Daarom is het niet vreemd dat christelijke jongeren verliefd worden op iemand die helemaal niets van God af weet en de Here Jezus niet kent. Maar als het ‘aan’ raakt, is het niet gemakkelijk. Waarom moeten je ouders meteen als eerste vragen: ‘Gelooft hij ook in Jezus?’ Of, iets luchtiger maar dus wel met een serieuze ondertoon: ‘Is zij ook van de club?’ In de kerk volgen na verloop van tijd soms moeilijke gesprekken met ambtsdragers. Of je voelt de afkeuring van sommige gemeenteleden. En alsof dat nog niet alles is  – ook met je niet-gelovige vriend of vriendin moet je het er wel over hebben. Want echt geloven als christen – daar horen een flink aantal DO’s en DON’T’s bij die die ander niet kent en nog niet begrijpt. Dus is het niet gek dat je, als je serieus gelooft, je afvraagt: ‘Het voelt wel  helemaal geweldig, maar wat vraagt God van mij? Wat staat er in de Bijbel over het aangaan van relaties met iemand die helemaal niet gelooft?’

God in het Oude Testament over gemengde relaties

2Kor06-14 2-15 vraag gemengde verkeringDe Bijbel is het boek waarin God Zichzelf bekend maakt aan jou en mij. Hij laat weten: Ik wil graag een relatie met jou aangaan! Ik zal er altijd helemaal voor jou zijn. Zorgend, vergevend en bevrijdend. Omgekeerd vraagt God van jou en mij hetzelfde. “Hou van de Heer, je God, met je hele hart, met je hele ziel, en met al je kracht” (Deuteronomium 6:5). Die relatie vergelijkt God in de Bijbel regelmatig met een huwelijk. Israel in het O.T. is ‘Gods bruid’. En voor christenen in het N.T. is Jezus ‘onze Bruidegom’. Die geloofsrelatie is zo allesomvattend … daar mag niet iets tussen komen. Daarom waarschuwt God in heel de Bijbel zo scherp tegen het aangaan van een relatie met een niet-gelovige of anders-gelovige. Het staat jouw toewijding om de HERE te vereren met heel je hart en uit volle overtuiging in de weg. Dat blijkt wel uit de volgende voorbeelden:

  • In Genesis 24 doet Abraham er veel moeite voor om voor zijn zoon Isaak een gelovige vrouw te zoeken. Hij stuurt zijn knecht Eliëzer helemaal naar Mesopotamië toe. Daar woont zijn familie en die kennen God nog. Later vinden Isaak en Rebekka het vreselijk dat Ezau met twee ongelovige vrouwen uit Kanaän trouwt. Isaak stuurt Jakob naar zijn familie om daar met een vrouw te trouwen die wel in God gelooft (Genesis 26:35, 27:46+47, 28:1+2)
  • In Exodus 34:12-17 en in Deuteronomium 7:1-11 verbiedt de HERE zijn volk nadrukkelijk om een huwelijkspartner te zoeken bij de andere volken in het land Kanaän. Want dan gaan jullie zonen die afgoden ook vereren.” Als dat wel gebeurt, “is iemand ontrouw aan de Heer en zal hij gestraft worden.”
  • In Rechters 3:6-8 kun je lezen dat de Israelieten midden tussen de Kanaänieten zijn gaan wonen en goede kontakten met hen onderhielden. “Veel Israelieten lieten hun kinderen trouwen met de kinderen van die andere volken. Ze gingen de afgoden Baäl en Asjera vereren, en ze dachten niet meer aan de Heer, hun God.”
  • In 1 Koningen 11:1-13 wordt verteld, hoe koning Salomo verslaafd raakte aan vrouwen. Hij trouwde er honliefhad. “Door al die vrouwen dacht Salomo steeds minder aan de Heer. Salomo begon ook andere goden te vereren. Hij liet offerplaatsen maken voor al zijn buitenlandse vrouwen, zodat ze offers konden brengen aan hun goden. Salomo was niet langer trouw aan de Heer, de God van Israel.”
  • In Ezra 9+10 en in Nehemia 13 lezen we, dat veel Judeeërs na de terugkeer uit de ballingschap opnieuw gemengde huwelijken sluiten. Daarvan zegt Nehemia: Jullie maken precies dezelfde fout als koning Salomo maakte: hij koos vrouwen uit andere volken. Maar door zijn buitenlandse vrouwen ging hij dingen doen die God niet wilde. En nu maken jullie dezelfde fout als Salomo! Dat betekent dat jullie ontrouw zijn aan onze God!” Samen met Ezra herinnert hij de mensen aan wat God in Deuteronomium 7 heeft laten opschrijven. Gelukkig komen de meeste Judeeërs tot inkeer. Ze erkennen hun schuld: “Wij zijn ontrouw geworden aan God. Want we zijn getrouwd met vrouwen uit dit land, vrouwen die bij andere volken horen.”

Jezus in het Nieuwe Testament over gemengde relaties

Hart voor JezusIn het Nieuwe Testament kom je precies hetzelfde verhaal tegen. Jezus onze Heer herhaalt de oproep uit het Oude Testament: “Luister goed, Israelieten! De Heer, onze God, is de enige God. Je moet van Hem met je hele hart, met je hele ziel, met je hele verstand en met al je kracht.” (Markus 12:29-30). Paulus vergelijkt de eenheid in het huwelijk met de eenheid die er is tussen Christus en zijn gemeente (Efeziërs 5.22-33). Daarom is zijn boodschap aan alle christenen: “Je bent vrij om te trouwen met wie je wil, mits het een huwelijk is in verbondenheid met de Heer.” (1 Korintiërs 7:39 – NBV). Van God houden en Jezus volgen vraagt alles van je. Net als het houden van je man of vrouw in het huwelijk. Die twee kunnen maar heel moeilijk goed samengaan. Dat legt Paulus in zijn tweede brief aan de Korintiërs verder uit. Daar schrijft hij: “Jullie mogen je leven niet delen met ongelovigen, want jullie passen niet bij elkaar. Net zoals licht niets te maken heeft met donker. Christus lijkt toch ook niet op Satan? Dan past een gelovige toch ook niet bij een ongelovige?” (2 Korintiërs 6:14-15). Dat is een pittige uitspraak. Paulus bedoelt daarmee: Als jij vol overtuiging “JA” zegt tegen God en Jezus, kun je als christen niet tegelijk heel intensief optrekken met iemand die keihard “NEE” zegt tegen God. Dan vorm je een ongelijk span. Dan ben je, als het om geloven gaat, geen gelijkwaardig koppel. Dan gaat er van alles scheef. Want je heb geen gemeenschappelijke basis. Over de zin, het doel en de afloop van het leven denken christenen en niet-gelovigen zo fundamenteel anders, dat God het aangaan van hele nauwe betrekkingen met ongelovigen verbiedt.

Een advies dat schuurt als prikkeldraad

prikkeldraadVeel mensen zullen dit een typisch voorbeeld van achterhaalde bijbelse standpunten vinden. Heel de maatschappij roept dat geloven een privé-zaak is waarin je elkaar volstrekt vrij in moet laten. En wat doen wij in de kerk? We leggen, zo lijkt het wel, elkaar op het punt van relatievorming het vuur na aan de schenen door jongeren en ouderen aan te sporen geen vaste relatie op te bouwen en niet te trouwen met iemand die niet in God als Vader en Jezus als Redder gelooft. Wat een bemoeizucht! Maar niets is minder waar. Het gaat om iets heel anders! Waar het God en Jezus om gaat is dit:  als christen hoor jij bij God en bij Jezus. God, die jou gemaakt heeft. Jezus die jou verlost heeft. En samen willen Zij jou niet kwijt! Dat risiko is, laat heel de Bijbel zien, het grootst als je een levenspartner kiest die niet in God gelooft en geen kind van Hem wil zijn. Soms is het geloof dan in één keer weg, soms sijpelt het er heel sluipenderwijs uit en je ziet ook heel vaak dat de kinderen uit een gemengd huwelijk niet tot geloof komen. Door de keus voor een ongelovige partner komt de volle aandacht en toewijding die God van zijn kinderen vraagt, onder druk te staan.

Nu is verkeringstijd een ´proeftijd´. Je leert elkaar steeds beter kennen. Dat geldt ook als het gaat om de vraag of je niet-gelovige vriend(in) open staat voor het geloof in God en Jezus. Maar als je echt overtuigd christen bent en kind van God wilt zijn, weet je, dat er ooit een moment komt, waarop de HERE om een radikale keus vraagt, die twee kanten op kan:

OF de niet-gelovige partner komt tot geloof in Jezus Christus. Dat is mooi, als dat gebeurt!

OF de gelovige partner wordt opgeroepen de relatie te verbreken. Dat is moeilijk, als de liefde voor de HERE zo frontaal botst met de liefde voor je vriend of vriendin!

‘GEMENGDE VERKERING” – wat staat er precies in 2 Korintiërs 6:14?

Vorm geen ongelijk span met ongelovigen  – Nieuwe Vertaling 1951 / Willibrordvertaling / Herziene Statenvertaling

Loop niet met ongelovigen in hetzelfde gareel – Groot Nieuws Bijbel

Verbind u niet aan mensen die niet van de Here houden. – Het Boek

Loop niet in een en hetzelfde span met ongelovigen – Nieuwe Bijbelvertaling 2004

Jullie mogen je leven niet delen met ongelovigen, want jullie passen niet bij elkaar – Bijbel in Gewone Taal

Tot 10 tellen in geloof – over discipelschap en leerling van Jezus zijn

Het motto van een echte christen zou je als volgt onder woorden kunnen brengen:

GOD HEB IK LIEF!

Daarom wil ik als kind van God

1.  gehoorzaam zijn aan al zijn geboden,

2. in alle omstandigheden op Hem vertrouwen en

3. in alle situaties Jezus volgen.

Maar hoe doe je dat? Op mijn weblog heb  ik de pagina ‘Tot 10 tellen in geloof’ toegevoegd. Dat is de titel van een projekt met als ondertitel: samen oefenen om leerling van Jezus te zijn. Onder dit thema ben ik in de zomer van 2014 begonnen aan een langere serie preken over het volgen van Jezus aan de hand van de Tien Geboden. Veel christenen vinden het volgens mij namelijk best moeilijk om in de praktijk vorm te geven aan hun geloof. Je bent lid van de kerk en voor de rest hang je maar wat achterover. Dat is niet wat Jezus van je wil! Daarom wil ik samen met mijn gemeenteleden in Assen-Peelo tot 10 tellen in geloof. Zo willen we samen oefenen om op tien hele konkrete manieren leerling van Jezus te zijn in het leven van elke dag. Want Jezus roept in de Bijbel niemand op om een goede kerkganger te zijn. Hij roept de mensen die in Hem geloven op om een leerling van Hem te worden en Hem te volgen. Hij is Zelf het voorbeeld en zegt tegen ons: ‘Leer het van Mij en leer het aan elkaar.’ Dat kan heel mooi aan de hand van de Tien Geboden.

Ik kom er eerlijk voor uit, dat ik mij voor dit projekt heb laten inspireren door Sake Stoppels en Jos Douma. Zij schreven allebei een artikel over discipelschap en leerlingen van Jezus zijn in het blad ‘Dienst’ van ‘lente 2014’ (Stoppels) en ‘zomer 2014’ (Douma). Van Sake Stoppels komt de opmerking “Jezus roept leerlingen, geen kerkmensen.” En Jos Douma doet de suggestie om aandacht voor discipelschap te koppelen aan Gods Tien Woorden. Hij bracht mij op het idee om dit projekt ‘Tot 10 tellen in geloof’ te noemen.  Zelf is Jos Douma in Zwolle ook begonnen dit uit te werken. Hij heeft er zelfs een speciale blog-site voor opgestart onder de naam http://ikteltottien.wordpress.com/. En bijgaand plaatje dat ik regelmatig gebruik is de omslag van een boekje van A.F. Troost over ‘de Tien Geboden toen en nu’ met deze titel.

Tot 10 tellen - plaatjeVoor het overige heb ik helemaal mijn eigen spoor getrokken in het opzetten van dit projekt. Op de projektpagina staan thema-preken, kindmomenten, leesroosters, gespreksvragen en ander materiaal. Laat iedereen zich vrij voelen om er naar believen gebruik van te maken. Reakties en aanvullingen zijn uiteraard zeer welkom, evenals een gezonde diskussie voor wie de insteek minder geslaagd vindt.

Op de site van Jos Douma vind je ook een definitie van discipelschap. Volgens hem is het kenmerk van een leerling van Jezus kort gezegd:  Jezus vertrouwen en volgen. Hij werkt dat uit in een hele lange en een minder lange definitie van discipelschap. Ik heb die definitie nog wat verder ingekort. En ik heb er ook een kernachtige motivatie boven gezet, ontleend aan Psalm 116. Die ‘definitie van een christen’ heb ik de afgelopen maanden steeds in de preken gebruikt. Maar ik stap nu van het woord ‘definitie’ af. Het is me te kil en teveel vanaf de buitenkant geredeneerd. Als je echt leerling en volgeling van Jezus Christus wilt zijn, zul je deze ‘definitie’ eerder als statement en slogan gebruiken. Daarmee breng je je verlangen onder woorden. Het is dus geen definitie van een echte christen, maar eerder het motto waarmee je in het leven staat:

GOD HEB IK LIEF!

Daarom wil ik als kind van God

1.  gehoorzaam zijn aan al zijn geboden,

2. in alle omstandigheden op Hem vertrouwen en

3. in alle situaties Jezus volgen.