Meer dan 100 belangstellenden kwamen op 10 november 2017 naar Amsterdam voor een studiedag met als titel “Mijn God geneest”. Ik ben blij dat ik er bij was. De sprekers (Miranda Klaver, Gerrit Vreugdenhil, Hans Burger, Stefan Paas, Margriet van der Kooi en Cees van der Kooi) benaderden het thema ‘gebedsgenezing’ allemaal vanuit hun eigen invalshoek. Toch leverde dat niet veel verschil van mening op. In de beide doorpraatrondes (2x twee groepen van 50) kwam het tot wat meer diskussie.
Waar kwam die grote mate van eenheid vandaan? Ik denk door een gezonde kijk op de Bijbel. Namelijk: er is géén streeptheologie, maar er is al helemaal geen belofte dat Jezus Christus net als gisteren ook vandaag dezelfde is in de manier waarop Hij nog steeds mensen lichamelijk bij bosjes geneest – via speciale bedieningen en zalvingen en genezingsdiensten of via het gebedspastoraat in de plaatselijke gemeente.
Mooi vond ik ook, dat bijna algemeen werd erkend, dat de traditionele kerken de kracht van het gebed, de persoonlijke voorbede en de ziekenzalving teveel hebben laten liggen, zodat allerhande vrije groeperingen, vooral afkomstig uit Amerika, met veel bombarie in de naam van Jezus genezing komen brengen. Osborne, Zijlstra, Wimber, Clarcke – ze claimen vaak doorslaande successen, maar echt bewijs wordt zelden geleverd. Alleen het woord d’oorslaand’ is terecht, vaak als onbetaalde rekening van de traditionele kerken dus. Gelukkig lijkt het erop dat binnen de protestantse en gereformeerde kerken op dit punt de balans weer wat gevonden wordt – al is er binnen onze eigen GKV volgens mij nog steeds wel een inhaalslag te maken. Niet qua openheid, maar wel het om de plek van persoonlijke voorbede in de plaatselijke gemeente gaat.
Wat is mij opgevallen in de lezingen van deze studiedag? Afgezien van de plaats (te krappe zaal, teveel verplaatsingen, haperende catering – qua logistiek waren de beide studiedagen over ‘Schepping of Evolutie’ in Nijkerk en Kampen echt beter voor elkaar) vier dingen.
1/ Ongezond gefocust op gezondheid
De aandacht voor lichamelijke genezing is goed te verklaren vanuit de huidige Westerse tijdgeest. Daarin staat gezondheid bovenaan en kan men niet meer omgaan met persoonlijk lijden. Dus wordt alles op alles gezet om ziekte en handicap uit te bannen. Ook veel christenen krijgen hier een tik van mee. En als de reguliere medische wetenschap niets meer voor je kan doen, zoek je het als christen, net als veel andere mensen, in het alternatieve circuit. Alleen dan niet bij Jomanda en andere kwakzalvers, maar je wend je rechtstreeks tot God. Als zijn middelen niet werken, kan Hij het immers ook via een wonderbaarlijke genezing (‘on-middellijk’) doen?
Ik ben blij met deze insteek. Het geeft mij antwoord op een vraag die ik al langere tijd had. Namelijk: waarom is er juist in onze tijd zoveel belangstelling voor gebedsgenezing? Ik vond dat altijd een beetje raar. Want tot pakweg 1900 stierven de mensen bij bosjes aan allerlei onnozele ziektes en aan zo ongeveer alle vormen van kanker. Maar nooit lees je over massale gebedsgenezingsdiensten. Men kon dus blijkbaar beter omgaan met ziekte, handicap en dood. Sinds een jaar of 100 geneest en bewaart God de mensen juist bij bosjes van en voor allerlei ziekten. Maar we kunnen ook totaal niet meer met ziekte, handicap en dood omgaan.
2/ Genezingswonderen zijn missionair bedoeld
Zowel in het Nieuwe Testament als in de verhalen uit de kerkgeschiedenis krijg je sterk de indruk, dat genezingswonderen vooral bedoeld zijn om de waarheidsclaim van het Evangelie te onderstrepen: Jezus is echt de Zoon van God en de beloofde Messias die komen zou. Oftewel: wonderen hebben een missionair karakter. Je ziet het vandaag bij bv. moslims, maar ook in animistisch Afrika en in hindoeïstisch India. Op de studiedag werd het voorbeeld genoemd van iemand (moslim, hindoe of animist, het doet er niet toe) die blind door een ongeluk blind geworden was en die ergens vaag van Jezus gehoord had. Hij bad tot Jezus om genezing, kreeg op dat moment het licht in zijn ogen weer terug, kwam tot geloof, ging daarna op zoek naar andere christenen en is nu aangesloten bij een christelijke gemeente.
Voor mij was dit weer een eye-opener J. Wat betekent dit punt voor al die aandacht voor gebedsgenezing onder volwassen christenen in de westerse samenleving? Daar kun je twee kanten mee op: óf onze samenleving is weer zendingsgebied geworden; óf veel christenen zijn nog kinderen in het geloof. Hoewel ik het eerste onderschrijf, denk ik bij dat bij dit onderwerp het laatste het geval is. Want als die nieuwe gelovige die eerst blind was en nu weer kan zien, opnieuw een ernstig ongeval zou krijgen waardoor hij plotseling 100% doof zou worden, zou hij niet als eerste aan God vragen of hij zijn gehoor weer terug zou krijgen, vermoed ik. Want een volwassen christen weet, dat de belangrijkste vraag in dit leven niet is: ‘Hoe word ik beter?’, maar: ‘Hoe krijg en hou ik een gezonde relatie met God?’ Een mooi voorbeeld daarvan las ik in het volgende waar gebeurde verhaal van de mijnwerker met een dwarslaesie.
3/ Te veel aandacht voor het bovennatuurlijke
Wanneer groepen christenen veel nadruk leggen op het feit dat God en Jezus ook nu nog wonderbaarlijk kunnen en willen genezen, trekken ze het bovennatuurlijke leven en het alledaagse bestaan uit elkaar. Dat is een hele riskante operatie. Want daardoor wek je bij mensen de indruk, dat God en Jezus Zich in het gewone leven niet duidelijk laten zien, maar slechts op speciale momenten en door speciale emoties te ervaren zijn. Het gevolg is dat onder christenen de secularisatie en godsvervreemding toeneemt. Want als gesuggereerd wordt dat het dagelijkse leven minder met God en Jezus te maken hebben dan het bijzondere, is het risiko op teleurstellingen levensgroot, wanneer het niet lukt om God in het bovennatuurlijke te ervaren. Gevolg: je staat twee keer met lege handen. Zie dan nog maar eens je geloof te behouden!
Ook dit vond ik een verhelderend inzicht. In de Bijbel Jezus ons dat we ook in de gewone dagelijkse dingen Gods aanwezigheid mogen zien. Eén van de sprekers vertelde dat ‘ie zeer ongelukkig van de trap af gestuiterd was en dus een aantal maanden niets kon en mocht doen – behalve revalideren. Als je dan meteen het advies krijgt om naar een genezingsdienst hollen (wat natuurlijk niet gaat), mis je de liefde en de aandacht van de Heer die Hij je rechtstreeks geeft (berusting + besef van wie/wat echt belangrijk is), maar ook via andere mensen (aandacht, hulp, gebed). Als je het alleen maar van Gods bijzondere manier van spreken d.m.v. wonderen en speciale ervaringen verwacht, mis je een boel van zijn aanwezigheid in het alledaagse leven. Zoals een al weer wat gedateerd opwekkingslied (te vinden in de E&R-bundel, lied 123) het zegt:
Dit, dit is de wereld, de wereld waar ik in woon. Hier zijn de treden de zien van Gods troon. Wie hier omhoog klimt vanuit het gedruis, ontwaart de contouren van ’t vaderlijk huis.
En wat zijn die contouren dan volgens dit lied?
De daken met hun wirwar van antennes, het ronken van een vliegtuig in de nacht. ’t Reklamewoord dat telkens aan en uit flitst; ’t verkeerslicht waar ik dagelijks voor wacht. Het flatgebouw met helverlichte vensters, dat schittert als een lichtzuil in de nacht. En daaromheen, veel hoger dan de huizen, oneindigheid en verre sterrenpracht.
Ook daarin vind je, als je goed kijkt, God:
De hele wereld houdt Hij in zijn handen; Hij spreekt in stilte en in stadsgerucht van liefde en genade en erbarmen voor ieder, die in wanhoop tot Hem vlucht.
4/ We zijn er bijna, maar nog niet helemaal
De massale gebedsgenezingen die je in het Nieuwe Testament tegenkomt staan ook in het kader van het hemelse Koninkrijk van God. Jezus laat op heel veel manieren zien hoe het eens weer worden zal. En dat laat Hij nog steeds op heel veel manieren zien. Daarom zien we in de wereld al veel sporen van dat hemelse Koninkrijk. Maar tegelijk zeggen Jezus en de apostelen dat de volle heerlijkheid nog moet aanbreken. Pas als Jezus terugkomt is alle pijn, verdriet en rouw voorbij en zullen er alleen nog maar vreugdetranen zijn. Dat moment kun je niet naar voren halen door te zeggen, dat God nu al belooft dat alle zieken in Jezus’ naam genezen zullen worden als ze maar geloven. Je kunt geen genezingen claimen. Het is, denk ik, zelfs de vraag of je ze mag verwachten. Maar als het gebeurt, mag je het wel dankbaar erkennen als een voorproefje van wat ons nog te wachten staat. Hans Burger zei het als volgt in zijn verhaal als volgt: “Daarom kun je genezingen mijns inziens typeren als ´betekenisvol oplappen´ en dat bedoel ik beslist niet denigrerend. Genezingen zijn betekenisvol. Als tekenen van de komende eeuw zijn ze een belangrijke verwijzing naar wat komt. Daarom zijn ze heel waardevol. Ze geven en versterken hoop op de genezing van heel de schepping en van heel ons lichamelijke bestaan.” (Lees hier zijn hele verhaal).
Ook dit vind ik een waardevolle benadering. Het leert mij om vandaag de dag te kunnen leven met het onvolkomene. Ook als het mijzelf of de mensen dicht om me heen overkomt. Maar dan hoef ik niet alles passief over mij heen te laten komen. Ik mag vol verwachting uitzien naar wat nog komen gaat. Dat ligt achter de horizon van dit leven. Maar ik mag God wel danken wanneer Hij mij al iets daarvan laat zien en ervaren.
JONI: Ik denk dat het probleem waarover ik nu het beste kan praten, het probleem is dat ik in bed lig vanwege doorliggen, voelend dat mijn wereld niet verder reikt dan het hek achter, bemerkend dat mijn gebeden niet verder gaan dan het plafond, of kijkend in de spiegeld – vies haar en geen make-up en lakens die stinken naar alcohol en antiseptische middelen. Voor mij is het een les om nog eens een keer helemaal te leren mij het Woord van God effectief toe te eigenen.
Ik ben van plan ze te accepteren voor wat ze zijn – emoties en gevoelens – en vervolgens door te gaan op de rechte weg van het luisteren naar het Woord van God. Het Woord van God zegt dat alle dingen meewerken in een patroon ten goede. Het zegt niet dat alle dingen goed zijn; het zegt dat alle dingen meewerken ten goede. Ik ben van plan te luisteren naar het Woord van God wanneer het mij opdraagt beproevingen te verwelkomen als vrienden en te danken in alles. Ik dat dat het een systematische benadering van zijn Woord is dat het verschil maakt.
JONI: De conversatie die ik met die stewardess had was verontrustend, omdat het werkelijk, op kleine schaap, iets was wat plaatsvindt in gemeenten door het hele land. Toen ik op het vliegveld uit het vliegtuig ging, werd ik begroet door één van mijn sponsors. Ze hadden een jonge vrouw meegebracht die haar net had gebroken tijdens een auto-ongeluk het jaar daarvoor. Zij had net als ik een dwarslaesie. Zij was op het punt gekomen dat ze God erin kon vertrouwen en het had geaccepteerd.
t de wil van God is dat iedereen wordt genezen, omdat niet iedereen is genezen. De mens kan de wil van God niet weerstaan en als het de bedoeling en de opzet van God was dat alle mensen gezonden zouden zijn, zou niets dat kunnen tegenhouden. We zouden bewijzen ervan zien in de wereld om ons heen, maar we zien dat niet. Dus is het duidelijk niet de wil van God dat iedereen genezen zal worden.” (Het interview is te vinden in Richard Mayhue, De belofte van genezing, pag. 228-241)
Hans Maat reageert op twee eerdere artikelen in het ND, namelijk een kritische bijdrage over de foute trucs van gebedsgenezing van Wouter van der Toorn (


die al 40 jaar na een duik in ondiep water met een dwarslaesie in een rolstoel zit) in een interview in dit boek zegt: “Ik geloof echt dat genezing de uitzondering op de regel is – waarbij de regel is dat God heden ten dage niet altijd op wonderbaarlijke wijze zal genezen, net zoals Hij niet meer op wonderbaarlijke wijze mensen uit de doden opwekt of mensen op water laat lopen.”(blz. 234).
Dat is volgens mij de kern van het geloof: via Jezus komt God mijn leven binnen. Omdat Hij van mij houdt. Omdat Hij mij alles geeft en vergeeft. Dan draait het niet meer om mijzelf. Dan draait het om Hem. Of ik nu genezen word of niet. Nick Vujicic, de man zonder armen en benen, vertelde eens, dat hij zijn problemen met Jezus bespreekt (bekijk en beluister, met Nederlandse ondertiteling,
De mijnwerker
Jaren later bezocht de predikant zijn oud-gemeentelid nog een keer. En dat bezoek heeft een onvergetelijke indruk op hem gemaakt. Hij kwam binnen en vroeg: “Amsel, hoe gaat het met je?” En dit was, wat Amsel antwoordde: “Busch, binnenkort zal ik sterven, ik voel het. Dan kom ik in de hemel voor de troon van God te staan. Het eerste wat ik dan zal doen is op mijn knieën voor Hem neervallen en Hem danken dat Hij mij deze dwarslaesie bezorgd heeft.” “Amsel toch,” onderbrak dominee Busch hem geschrokken, “wat zeg je daar nou?” Maar Amsel antwoordde: “Ik weet wat ik zeg. Kijk, als me dat niet overkomen was, als God mij zo goddeloos verder had laten leven, was ik recht toe recht aan de hel ingelopen, in de eeuwige verdoemenis. Dus moest God in zijn reddende liefde wel zo snoeihard ingrijpen, dat Hij mijn ruggewervels moest breken. Anders had ik nooit zijn Zoon, Jezus Christus, gevonden. Door Jezus ben ik een vrolijk kind van God geworden, dankzij mijn rolstoel. En daarom wil ik Hem voor dit verschrikkelijke zware ongeluk bedanken.”
De uitspraak