Wat zegt de Bijbel over mondkapjesplicht en quarantaine?

Wie het boek Moderne wetenschap in de Bijbel van Ben Hobrink gelezen heeft, weet dat God in de Bijbel veel wijze regels aan de mensheid gegeven heeft die in onze tijd door de wetenschap onderstreept worden (waarbij Hobrink soms wel wat al te veel vanuit de Bijbel wil bewijzen trouwens). Dat geldt ook voor het nut van veel coronamaatregelen. Daarover schreef drs. Alie Hoek-van Kooten, arts en medicus, getrouwd met de theoloog dr. Jan Hoek, beiden gereformeerde christenen (Gereformeerde Bond) een interessant artikel. Met haar toestemming mag ik het hier plaatsen. Het verscheen ook op de opiniepagina van het Reformatorisch Dagblad van 15 november jl. Aan het van haar haar artikel ga ik nog in op een paar reakties die daarna in het RD verschenen.

Alie Hoek – van Kooten

Er zijn weer nieuwe maatregelen aangekondigd om besmettingen met het coronavirus tegen te gaan. Veel van deze maatregelen zijn terug te vinden in de Bijbel, inclusief het dragen van een mondkapje.

Mensen met principiële bezwaren tegen vaccineren zijn vaak wel bereid een mondkapje te dragen. Ik heb daarbij wel het gevoel dat dit niet helemaal van harte gaat, maar dat men dit doet omdat het makkelijk ingepast kan worden in het leven van alledag en niet zoiets bijzonders vraagt als een vaccinatie. Goed om te weten dat veel van dergelijke maatregelen terug te vinden zijn in de Bijbel, in de wetten van Leviticus en Deuteronomium.

De bestrijding van de corona-epidemie is gestoeld op twee pijlers. De eerste is de overdracht van de ene mens op de andere indammen door de maatregelen. Je zou kunnen zeggen dat dit een uitwendige bescherming is. De andere pijler is ervoor zorgen dat het virus, wanneer het toch je lichaam is binnengekomen, vervolgens door antistoffen wordt vernietigd. Die antistoffen krijg je door je te laten vaccineren. Dit zou je een inwendige bescherming kunnen noemen. [In een ander artikel noemde Alie Hoek – van Kooten het coronavaccin een dankbaar te aanvaarden geschenk van God, dat alleen maar kan werken dankzij ons prachtige immuunsysteem dat onze Schepper ons heeft gegeven.]

Goed om die eerste pijler eens nader te bekijken vanuit Bijbels perspectief.

Melaatsheid

In Leviticus 13 wordt gesproken over melaatsheid, een besmettelijke ziekte. De Heere spreekt tot Mozes en Aäron en zij moeten de maatregelen ertegen doorgeven aan het volk Israël. De verschijnselen van melaatsheid worden beschreven in Leviticus 13. Als je vreesde melaats te zijn, moest je naar de hogepriester en die keek dan of je de ziekte wel of niet had. Als bleek dat je melaats was, werd je onrein verklaard. Dat hield in dat je niet meer onder de mensen mocht wonen, maar dat buiten het kamp je woongebied was (Lev. 13:46). Dit omdat je dus andere mensen zou kunnen besmetten. Maar er waren nog meer maatregelen nodig. Ook buiten het kamp liepen immers mensen en dus moest je vanuit de verte herkenbaar zijn. Anders zouden mensen te dicht in je buurt kunnen komen en alsnog besmet kunnen raken. In Leviticus 13:45 staat dan ook: „De kleren van de melaatse bij wie de ziekte is vastgesteld, moeten ingescheurd worden, zijn hoofdhaar moet hij los laten hangen, hij moet zijn baard en snor bedekken en hij moet roepen: Onrein, onrein!” In de Statenvertaling staat: „en hij zal de bovenste lip bewimpelen; daartoe zal hij roepen: Onrein, onrein!”

Het bijzondere is dat wij nu weten dat melaatsheid door een bacterie wordt veroorzaakt en dat die met de uitademingslucht naar buiten gaat. Nu moet dus de melaatse eerst iets voor zijn mond houden („de bovenste lip bewimpelen”) en dan pas roepen: „Onrein, onrein!” Een soort van mondkapje dus. En dan te weten dat men in die tijd nog niets wist van ziekteverwekkende bacteriën en virussen, en nog minder hoe die zich dan zouden kunnen verspreiden.

Quarantaine

De symptomen van melaatsheid worden beschreven in Leviticus 13. Als de symptomen nog niet helemaal duidelijk waren, moest de betreffende persoon zeven dagen worden afgezonderd. Daarna keek de priester opnieuw en als het dan nog niet zeker was, moest die persoon opnieuw zeven dagen worden afgezonderd. En dan (na veertien dagen) wordt hij of rein (het was een gewone uitslag, Lev. 13:6) of hij krijgt alsnog de diagnose melaatsheid (Lev. 13:8). De persoon in kwestie is dan dus in totaal veertien dagen in quarantaine geweest. Dus toen kende men al de quarantaine.

Pest

Op de basisschool hebben wij gehoord van de pest, die in de middeleeuwen in Europa huishield. Zo werd Europa van 1348 tot 1351 zwaar getroffen door de pest, ook wel ”zwarte dood” genoemd. Een kwart van de Europese bevolking kwam eraan te overlijden. De pest wordt veroorzaakt door een bacterie die leeft in rattenvlooien, die op hun beurt weer op ratten leven. Als de ratten bij de mensen kwamen, kon zo’n rattenvlo een mens bijten en kreeg deze de bacterie binnen en kreeg hij de pest. Vervolgens kon die bacterie dan ook weer van de ene mens op de andere overspringen via bijvoorbeeld de uitademing. In de Joodse wijk van Straatsburg viel het op dat er veel minder pestslachtoffers waren dan elders in de stad. Dat kwam doordat daar de Joodse arts Balavignus werkte. Hij leefde volgens de wetten van de Tenach, het Oude Testament. Hij gaf in 1348 bevel om de gehele Joodse wijk schoon te maken en al het afval te verbranden. Hij deed alles zoals vermeld in de wetten van Leviticus. Hierdoor verdwenen de ratten en dus ook de rattenvlooien waarin die bacteriën huisden, met als gevolg dat de pest in zijn wijk veel minder voorkwam. In plaats dat de autoriteiten dat goede voorbeeld navolgden, namen ze Balavignus gevangen. Ze gaven hem de schuld van de pest. Want het was toch vreemd dat overal de pest heerste, behalve in zijn wijk! Alle steden werden geïnformeerd dat de Joden de lucht, de waterputten en de bronnen hadden vergiftigd. Dat heeft vervolgens tot hevige Jodenvervolgingen geleid. Had men maar naar Balavignus geluisterd, dan zou de pest in die tijd niet zo’n enorme omvang hebben gehad.

Verband

In Deuteronomium 28:58-62 wordt alles nog eens samengevat. Hier zegt de Heere: „Als u al de woorden van deze wet die in dit boek geschreven zijn, niet nauwlettend houdt, door deze heerlijke en ontzagwekkende Naam, de Heere, uw God te vrezen, (…) dan zal de Heere uw plagen en de plagen van uw nageslacht uitzonderlijk maken; het zullen grote en aanhoudende plagen, en kwaadaardige en aanhoudende ziekten zijn. (…) Ook iedere ziekte en iedere plaag die niet in het boek met deze wet geschreven is, zal de Heere over u laten komen, totdat u weggevaagd wordt. U zult met weinig mensen overblijven, terwijl u zo talrijk was als de sterren aan de hemel, omdat u de stem van de Heere, uw God, niet gehoorzaam geweest bent.” De Heere God legt dus duidelijk een verband tussen het niet nakomen van de maatregelen en het ernstig ziek worden. En als je je wel aan de maatregelen houdt, komt dat je gezondheid ten goede. Ze begrepen toen nog helemaal niet hoe het werkte, maar het werkte wel. Er stond ook een strenge straf op als ze het niet deden.

Aan de Bijbel zijn dus krachtige motieven te ontlenen om je van harte aan de anti-coronamaatregelen te houden. Laten we niet met tegenzin en omdat het nu eenmaal niet anders kan, maar juist uit volle overtuiging 1,5 meter afstand houden, mondkapjes dragen, niet naar ons werk gaan als we klachten hebben, niezen en hoesten in onze elleboog enzovoorts.

Reakties

In het RD reageerden twee theologen op het artikel van Alie Hoek-van Kooten. De een (Dr. D. Baarssen – RD 17-11) vond de vergelijking met melaatsheid te ver doorgevoerd, omdat in de Bijbel nergens staat dat men bij een mogelijke besmetting buiten de maatschappij gesloten werden. Ook staat in de Bijbel nergens dat gezonde mensen hun gezicht moesten bedekken. Alie Hoek – van Kooten reageert daarop (RD 24-11) door te zeggen, dat in Levitikus 13 ook al staat, dat mensen die mogelijk melaats zijn, preventief zeven dagen in afzondering moeten leven. En wat de mondkapjes betreft: natuurlijk is dat niet één op één af te leiden uit de Bijbel, maar corona is een zo besmettelijke ziekte, dat het in onze tijd nodig is om uit voorzorg deze maatregel in te voeren. Want, schrijft ze: De Bijbel is er niet alleen voor ons geestelijk leven, maar ook voor ons leven van elke dag. In deze lijn heeft de overheid de taak ervoor te zorgen dat de gezondheid van de mensen zo goed mogelijk wordt gewaarborgd. En ze vindt het heel bijzonder, dat de basisregels om besmettingen tegen te gaan (buiten het kamp isoleren, baard en snor bedekken) al in het Oude Testament door God gegeven zijn, terwijl terwijl men nog niets van ziekmakende bacteriën en virussen afwist.

Nog een paar dagen later reageerde ds. J.A.J. Pater (RD 29-11). Hij vond de vergelijking met melaatsheid minder juist, omdat melaatsheid in de Bijbel niet in de eerste plaats als een besmettelijke ziekte gezien. maar vooral als cultische onreinheid: je bent niet geschikt om voor God te naderen en dat mag niet op een ander overdragen. In het Nieuwe Testament geneest Jezus daarom zieken, maar reinigt Hij melaatsen. Ook vindt hij dat het bedekken van baard en snor niet bedoeld was om besmettingen te voorkomen, maar een teken van rouw is. Dat laatste klopt wel, maar de kanttekeningen van de Staten-Vertaling geven bij Levitikus 13:45 al aan, dat het mondkapje bij melaatsheid een dubbele funktie heeft: het voorkomen van besmettingsgevaar én als teken van rouw en droefheid. En wat dat eerste betreft: ik geloof dat melaatsheid beide aspekten in zich heeft: een besmettelijke ziekte én in Israel een teken waarmee God duidelijk wil maken dat mensen uit zichzelf onrein en niet in staat zijn om tot Hem te naderen. Het onderscheid tussen lichamelijk genezen en cultisch reinigen lijkt mij niet terecht. Naäman was melaats, maar dat had niets te maken met cultische onreinheid. Hij zocht genezing bij de God van Elisa en kreeg die ook. En Jezus reinigde = genas de 10 melaatsen, maar gaf ze ook de opdracht om bij de priesters in de tempel een cultische genezen-verklaring te halen. Het is beide. Of, zoals Alie Hoek – van Kooten het in haar reaktie op dr. Baarssen zegt: De Bijbel is er niet alleen voor ons geestelijk leven, maar ook voor ons leven van elke dag. In deze lijn heeft de overheid de taak ervoor te zorgen dat de gezondheid van de mensen zo goed mogelijk wordt gewaarborgd.

Zekerheid diep van binnen

“Ons bestaan op aarde is als een schaduw, zonder enige zekerheid.” Ergens in de Bijbel kwam ik deze uitspraak tegen. Het klinkt misschien gek, maar zo’n Bijbeltekst grijpt mij aan, meer dan voorheen. Of misschien is het ook wel niet zo gek.

‘Ons bestaan op aarde is als een schaduw’: daar zijn we in de afgelopen anderhalf jaar wel achter gekomen. Ondanks al onze medische kennis en kunde krijgen we het grillige corona-virus maar slecht onder controle. Terwijl we dachten dat we alles onder controle hadden, worden we keihard met onze kwetsbaarheid geconfronteerd.

Zoek de zonzijde- de les van de zonnebloem
Een jonge zonnebloem begint de dag kijkend naar het oosten. In de loop van de dag draait zij naar het westen. In de nacht draait ze terug naar het oosten… Zo doet ze energie op voor de groei.
Als de bloem volgroeid is, blijft ze naar het oosten gericht – want insecten houden van warme bloemen en de oostelijke richting vangt de meeste zon vanaf het begin van de dag. Hoe onvoorstelbaar wonderlijk!    
Foto en tekst bij de foto: Karla Leeftink-Huizinga

‘Ons bestaan op aarde is zonder enige zekerheid’: ook daar lopen we steeds meer tegen aan. Of het nu in het groot om het klimaat of om de vluchtelingencrisis gaat. Of in ons eigen land om de gevolgen van de stikstofcrisis of de vastgelopen woningmarkt. Ondanks onze welvaartsstaat neemt de onzekerheid toe. Is er nog ruimte voor boeren, tuinders en vissers in Nederland? Hoe lang moet ik als werkende jongere noodgedwongen bij mijn ouders blijven wonen of als jong gezin op een te klein appartementje vier hoog?

Als christen geloof ik dat God ‘in control’ is. Maar tegelijk maak ik mij vaak zorgen en slaat de onzekerheid toe.  Hoe ga ik daarmee om?  In de Bijbel laat God mij weten dat die twee tegenstrijdige gevoelens er allebei zijn mogen. Neem Psalm 107. Die psalm begint en eindigt met de zekerheid dat God goed is en dat zijn trouw eeuwig duurt. Wie wijs is, weet dat en looft de HERE daarom. (vers 1 en 43)

Daar tussen in gaat het in Psalm 107 juist heel vaak over de angst en de onzekerheid die mensen wereldwijd bij de keel grijpt, uit alle landen, uit het oosten en het westen, uit het noorden en het zuiden. (vers 3)Is dat niet vreselijk actueel? Wereldwijde angst en onzekerheid?

In de rest van de psalm gaat het om vier verschillende situaties, waarin de angst mensen in de greep heeft.

Eén situatie past heel goed bij onze moderne samenleving. Het gaat dan over schepen die de zeeën bevaren om handel te drijven met verre landen. Economie en welvaart zijn de pijlers waarop wij vandaag onze zekerheid bouwen.

Maar dan, zegt Psalm 107: Op Gods bevel ging het stormen, hoog verhieven zich de golven. Schepen werden opgetild tot de hemel en vielen weer neer in de diepte. Iedereen verging van ellende. Ze zwaaiden op hun benen alsof ze dronken waren. Ze waren ten einde raad. (vers 25-27)

Dat zijn pittige uitspraken. God heeft dus de hand in hoe de dingen lopen in de wereld, in de politiek, in de samenleving en in mijn leven. Maar op welke manier?

Ik zie het vooral zo: God roept mensen steeds weer bij de les.

Hoeveel mensen leven in onze tijd niet aan God voorbij?

Hoeveel mensen vertrouwen op andere dingen dan op God?

Hoeveel mensen zoeken hun zekerheid bij de wetenschap in plaats van bij God?

En hoe vaak geldt dat ook voor mij?

En dan plotseling … waait er een virus uit China over heel de wereld; … neemt de polarisatie in de samenleving toe; … zorgen nieuwe regels en plannen van overheid voor veel verwarring en onduidelijkheid.  Meteen is het zelfvertrouwen weg. De onzekerheid slaat toe.

Wat doe je dan als christen? In Psalm 107 staat: Zij riepen in hun angst tot de HERE en Hij redde hen uit vele gevaren. Hij bracht de storm tot zwijgen, de golven gingen liggen. Groot was hun blijdschap dat de zee tot rust kwam. De HEER bracht hen naar een veilige haven. (vers 28-30)

Later, in het Nieuwe Testament, laat Jezus weten, dat Hij in de storm erbij is. Zelfs als Hij slaapt, heeft Hij alles maximaal onder controle. Als Hij afwezig lijkt, komt Hij op het cruciale moment toch aanlopen.

Is dat een zekerheid die we in de hand hebben? Nee, tenminste, ik ervaar dat lang niet altijd zo. Maar ik geloof wel, dat als je Jezus kent en op God vertrouwt, je anders met angst en onzekerheid omgaat. Want dan weet je: In U, Heer, heeft mijn hart zijn zekerheid. Dat is vers 5 uit de berijming van Psalm 57. David heeft die psalm gedicht toen hij voor Saul op de vlucht was. Hij was zijn leven niet zeker. Wat hij dan doet is zich steeds weer tot God keren: Wees mij genadig, God, wees mij genadig, want bij U is mijn leven geborgen. In de schaduw van uw vleugels zal ik schuilen, tot het doodsgevaar geweken is. Ik roep tot God, de Allerhoogste, tot God, die mij beschermt. Uit de hemel zal Hij hulp sturen. Ja, God stuurt mij zijn liefde en trouw.

En omdat hij God zo kent, kan hij zelfs in die situatie zingen: Mijn hart is gerust, o God, mijn hart is gerust, ik wil voor U zingen en spelen. Ontwaak, mijn ziel, ontwaak met harp en lier, ik wil het morgenrood wekken.

De ene keer kan ik mij daar gemakkelijk aan overgeven. De andere keer gaat dat stukken moeilijker. Dat zal bij jou niet anders zijn. Laat je dan bemoedigen door wat Johannes schrijft: Wij kunnen ons vol vertrouwen tot God wenden, in de zekerheid dat Hij naar ons luistert als we Hem iets vragen. (1 Joh. 5:14)

Dan doe je hetzelfde als de zonnebloem. Die is aan het begin van de dag altijd gericht op het oosten. Ze ‘wekt het morgenrood’, want ze weet dat daar de zon opkomt, die voor warmte en energie zorgt.

Zonder zon is er geen licht en geen groei. Zonder geloof in God is ons bestaan als een schaduw, zonder enige zekerheid. Schep in mij, God, een hart dat leeft in ’t licht, geef mij een vaste geest, die diep van binnen, zonder onzekerheid U blijft beminnen. (Psalm 51:5 berijmd).

Zoek de zonzijde- de les van de zonnebloem
Een jonge zonnebloem begint de dag kijkend naar het oosten. In de loop van de dag draait zij naar het westen. In de nacht draait ze terug naar het oosten… Zo doet ze energie op voor de groei.
Als de bloem volgroeid is, blijft ze naar het oosten gericht – want insecten houden van warme bloemen en de oostelijke richting vangt de meeste zon vanaf het begin van de dag. Hoe onvoorstelbaar wonderlijk!    

Eerder verschenen in Verbinding – informatiemagazine van Christen Contact Agrarisch (CCA) en CGMV agrariërs, 6e jaargang, nr. 3, oktober 2021

Vaccineren of niet?

door Bert & Christine Grootenhuis-Vuijk, huisartsen te Donkerbroek

De komende maanden komt er in Nederland steeds meer vaccin tegen Covid-19 beschikbaar. De meerderheid van de bevolking wil zich waarschijnlijk wel laten vaccineren. Toch heerst er ook twijfel.

In het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde van 15 januari 2021, haalt de hoofdredacteur, die zichzelf atheïst noemt, de beroemde filosoof-theoloog G.K. Chesterton aan: “When men choose not to believe in God…they become capable of believing in anything.” (“Als mensen ervoor kiezen niet in God te geloven … staan ze er open voor om overal in te geloven.”)  Hij denkt dus dat desinformatie en complotdenken in een gelovige samenleving minder kans maakt.  Prachtig, zou je zeggen als christen, wat fijn dat een atheïst dit zo ziet. Maar klopt het? Wij zingen dan wel uit volle borst: “Je hoeft niet bang te zijn, al gaat de storm te keer, leg maar gewoon je hand in die van onze Heer”, maar toch zijn er ook christenen die erg wantrouwig staan tegenover het coronavaccin. Het zou te snel ontwikkeld zijn en niet veilig.                                                                                   

Over de vaccins

De vaccins van Pfizer en Moderna die nu al op de markt zijn gekomen, zijn mRNA vaccins. Het gaat hier om een klein stukje eiwit, een kenmerkende code uit een uitsteeksel van het corona virus, dat in een vetbolletje is gezet. Zo kan het de spiercel binnenkomen, waardoor onze eigen afweer leert om het coronavirus te vernietigen. Het mRNA wordt snel afgebroken en komt niet in de kern van de cel waar ons DNA ligt. Het is een zeer effectieve methode en geeft, na een tweede prik, een ongekend hoge bescherming, ook bij ouderen. Die protectie duurt in ieder geval een aantal maanden maar misschien wel één of twee jaar. Sinds 29 januari is ook het Astra- Zeneca/Oxford-vaccin vrijgegeven. Bij dit vaccin ligt het mRNA verpakt in een geïnactiveerd verkoudheidsvirus. Het werkingsprincipe is vergelijkbaar met de eerste twee vaccins. De beschermingsgraad is wel iets lager, waarschijnlijk rond de 60%, maar het beschermt bijna 100% tegen  ziekenhuisopname en overlijden ten gevolge van Covid-19. Overal op de wereld wordt nauwkeurig bijgehouden of er toch onverwachte bijwerkingen worden gezien. Dit zal dan meteen publiek worden gemaakt om te voorkomen dat er mensen onnodig ziek worden. De snelle ontwikkeling van de vaccins was mogelijk door een unieke samenwerking tussen wetenschappers, fabrikanten en versnelde en tussentijdse controles door het Europees Geneesmiddelenbureau en het Nederlandse College ter Beoordeling van Geneesmiddelen.

Over corona en de griep

Maar, wordt er gezegd, is corona niet gewoon een soort heftige griep ? Zoveel meer mensen zijn toch niet gestorven en de overledenen waren toch al heel oud? Volgens het CBS zijn in 2020 in Nederland 162.000 inwoners overleden, ruim 15.000 meer dan werd verwacht. Sinds de Tweede Wereldoorlog is een dergelijke stijging niet meer waargenomen. Kijk ook eens naar de volgende RIVM grafiek. Heel duidelijk is te zien dat er na de eerste besmettingsgolf in het voorjaar van 2020 een abnormaal hoge piek optrad. Gevolgd door een tweede fase met steeds hogere pieken. Het gaat dus om een duidelijke oversterfte want normaal moet de curve tussen de golvende lijntjes blijven.

Covid-19 is geen onschuldig virus. Vorig jaar was het een drama in met name Italië en Spanje, waar veel doden niet op tijd konden worden begraven. Nu komt de nog besmettelijker Britse variant hierheen. Het liep helemaal uit de hand in Engeland en Ierland. Ook wordt al gewaarschuwd voor een Zuid-Afrikaanse en een Braziliaanse variant en er zullen meer mutaties gaan komen. Gelukkig kan het vaccin binnen zes weken worden aangepast wanneer dat nodig is.  Wij mogen dus dolblij zijn met dit vaccin. Zo kunnen we onze naasten blijven ontmoeten. Je zou toch maar per ongeluk je oude buurvrouw besmetten als je haar een bezoekje komt brengen.

Zijn er dan geen gewone medicijnen om het virus te bestrijden, zoals Ivermectine of hydroxychloroquine? Want zo’n tablet is toch minder gevaarlijk dan een spuit in je lijf, denkt u misschien. Maar Ivermectine is een antiwormmiddel. In het Parool schreef Jop van Kempen (18 januari 2021): “Het is relatief goedkoop, veilig en zou een ernstig ziektebeloop van Covid-19 voorkomen. Maar Ivermectine is nog niet goed genoeg onderzocht voor groot gebruik, zegt internist-infectioloog Joost Wiersinga (Amsterdam UMC). ‘De wens dat het helpt is groot, net als eerder bij hydroxycholoroquine.’ Dat middel bleek niet effectief.”  Wormen zijn geen bacteriën en zeker geen virussen.

We leven in een geweldig rijk land met een ongekende vrijheid. Een land dat overvloeit van melk, bier en wijn. De Nederlanders zijn zelfs zo goed doorvoed dat meer dan de helft te zwaar is geworden. Ons land behoort tot de top van de wereld wat betreft gezondheidszorg. Maar nu dreigen onze ziekenhuizen overbelast te raken en kan het IC-personeel het niet meer aan. Gelukkig zijn er betrouwbare sites met Covid-19 informatie zoals die van het RIVM en Thuisarts.nl en ook topwetenschappers in het OMT die ons goed kunnen uitleggen wat er moet gebeuren. De adviezen van deze mensen kunnen we gerust vertrouwen.

Laten we nuchter zijn en een niet al te sterke mening hebben over zaken waar we niet voor hebben geleerd. “Wees daarom niet al te rechtvaardig en meet jezelf geen overdreven wijsheid aan. Waarom zou je jezelf te gronde richten? Maar gedraag je ook niet al te onrechtvaardig en wees niet overmatig dwaas. Waarom zou je sterven voor je tijd?” (Prediker 7:16-17). Als christenen hoeven we ons niet bang te laten maken door mensen die geloven in een complot, want wij geloven in God.

Bij dezen de oproep: laat je zo snel mogelijk inenten met het zeer effectieve en veilige coronavaccin. Zo beschermen je jezelf en daardoor ook je kwetsbare naaste.

De Heer regeert – geef Mij je angst – Psalm 107

Hieronder vind je de tekst van de videopreek van zondag 22 maart.

Door God geliefde mensen, mijn broer en zus in Jezus Christus,

Het corona-virus houdt de wereld in zijn greep. Ook in Nederland regeert de angst. Angst om besmet te worden en om aan dit virus te sterven. Dat geldt niet alleen voor de ouderen in onze samenleving. Maar ook voor wie heel kwetsbaar is vanwege ziekte of de nawerking van chemokuren of bestralingen. Angst om gebrek aan voedsel, en dus hamstert men de hele koelkast, diepvries, inloopkast en niet te vergeten het medicijnenkoffertje vol. Angst voor een ekonomische crisis, nu steeds meer winkels en bedrijven de deuren sluiten. Wat betekent dat voor mijn bedrijf? Wat betekent dat voor mijn baan?

Die angst is er echt. En die angst is terecht. Ook als christen ken ik die angst. Psalm 25 spreekt ervan: Mijn hart is vol van angst, bevrijd mij uit mijn benauwdheid. God, verlos Israël, verlos het van al zijn angsten. Ook Psalm 107 spreekt ervan. Die psalm raakte mij de afgelopen dagen.

In Psalm 107 staan twee gevoelens centraal. Allereerst de trouw van de HERE God. Daar begint deze psalm mee: Loof de HEER, want Hij is goed, eeuwig duurt zijn trouw. En daar eindigt deze psalm mee: Wie wijs is kent de trouw van de HEER.

Maar daar tussen in gaat het in Psalm 107 heel vaak over angst. Angst is een wurgslang. Het grijpt mensen bij de keel. En zoals ik al zei: die angst is er vandaag echt. En die angst is terecht. Psalm 107 zegt daarover: mensen zijn wereldwijd in de greep van de angst, uit alle landen, uit het oosten en het westen, uit het noorden en het zuiden. Vind je dat niet vreselijk aktueel? Een wereldwijde angst?

De dichter van Psalm 107 noemt vier verschillende situaties, waarin de angst mensen in de greep heeft. En vier keer klinkt dan het refrein: “Zij riepen in hun angst tot de HERE en Hij redde hen uit vele gevaren.” 

Eén ervan lijkt heel erg op de situatie van vandaag. Het gaat dan over schepen die de zeeën bevaren om handel te drijven met verre landen. Dat is een beeld dat goed past bij onze moderne samenleving. Ekonomie en welvaart, dat zijn de peilers waarop zij vandaag onze zekerheid en onze gezondheid bouwen.

Maar dan … zegt Psalm 107: Op Gods bevel ging het stormen, hoog verhieven zich de golven. Schepen werden opgetild tot de hemel en vielen weer neer in de diepte. Iedereen verging van ellende. Ze zwaaiden op hun benen alsof ze dronken waren. Ze waren ten einde raad.

Dat zijn pittige uitspraken. Als een storm raast het corona-virus over de wereld. Het raakt iedereen, of je nu besmet bent of niet. Is dat corona-virus door God de wereld ingestuurd? En als dat zo is, is het dan een straf van God? Of is het een teken van de eindtijd – een signaal dat Jezus binnenkort terugkomt? Ik geloof daar persoonlijk niet zo in. Ik zie het eerder als een wake-up-call. God roept ons mensen en ieder van ons persoonlijk weer bij de les.

Hoeveel mensen leven in onze tijd niet aan God voorbij? Hoeveel mensen vertrouwen op andere dingen dan op God? Hoeveel mensen zoeken hun zekerheid niet bij God, maar bij de wetenschap? En dan plotseling … waait er een virus uit China over heel de wereld. En meteen is het zelfvertrouwen weg. De angst regeert.

Wat doe je dan? In Psalm 107 staat: Zij riepen in hun angst tot de HERE – en Hij redde hen uit vele gevaren. Hij bracht de storm tot zwijgen, de golven gingen liggen. Groot was hun blijdschap, dat de zee tot rust kwam. De HEER bracht hen naar een veilige haven.

In het Nieuwe Testament laat Jezus weten, dat Hij in de storm erbij is. Zelfs als Hij slaapt, heeft Hij alles maximaal onder controle. En als Hij afwezig lijkt, komt Hij op het cruciale moment toch aanlopen.

Is dat een zekerheid die we in de hand hebben? Nee, tenminste, ik ervaar dat lang niet altijd zo. Maar ik geloof wel, dat als je Jezus kent en op God vertrouwt, je anders met je angst omgaat. Jezus zegt zelf ergens: ‘Wees niet bezorgd zoals andere mensen, die niet geloven dat God voor je zorgt.’ En Paulus zegt ergens: ‘Wees niet verdrietig zoals andere mensen die geen hoop hebben.’ Dat zeggen ze allebei niet voor niets. Je mag als christen wél bezorgd zijn. Je mag als christen wél verdriet hebben. De angst slaat je, ook als christen, wél om het hart nu we midden in deze corona-crisis zitten.

De vraag is: waar ga je naar toe met je angst? Ga maar naar Jezus met je angst. Hij geef je er hoop voor terug. Laat dus niet de angst regeren, maar weet: ‘De Heer regeert, zijn koninkrijk staat vast.’ Dat Evangelie geeft houvast in bange tijden.

Wie wijs is, zegt Psalm 107, neemt dit ter harte en kent de trouw van de HEER. Die trouw is beter dan het leven, zingen we met een andere Psalm. En dus zingen Gods kinderen zelfs in bange tijden: Loof de HEER, want Hij is goed, eeuwig duurt zijn trouw. Zo spreken zij die door de HEER verlost zijn, die Hij verloste uit de greep van de angst.

De ene keer kan ik mij daar gemakkelijk aan overgeven. De andere keer gaat dat stukken moeilijker. Dat zal bij jou niet anders zijn. Een bekend kinderlied zegt dan: Je hoeft niet bang te zijn, al gaat de storm te keer. Leg maar gewoon je hand in die van onze Heer. En ook als je wél bang bent – want die angst is er echt, ook bij jou en mij … je hand in die van de Heer leggen … dat kun je doen door zelf te bidden. Dat kunnen we ook doen door samen te bidden. In deze spannende tijd is er een speciaal ‘corona’-gebed opgesteld.

Here Jezus, U reisde door steden en dorpen en “genas elke kwaal en ziekte”. Op uw bevel werden de zieken genezen.

Kom ons nu te hulp, midden in de wereldwijde verspreiding van het coronavirus, opdat we de helende liefde van U mogen ervaren.

Genees degenen die ziek zijn van het virus. Mogen ze hun kracht en gezondheid herwinnen door kwalitatieve, goede medische zorg.

Genees ons van onze angst, die de naties en landen verhindert samen te werken en buren verhindert elkaar te helpen.

 Genees ons van onze trots, die ons onze eigen onkwetsbaarheid laat claimen voor een ziekte die geen grenzen kent.

Here Jezus, genezer van allen, blijf bij ons in deze tijd van onzekerheid en verdriet.

Wees bij de families van degenen die ziek zijn of zijn gestorven. En als ze zich zorgen maken en rouwen, bescherm hen voor de ziekte en de wanhoop. Mogen ze uw vrede kennen.

 Wees bij de artsen, verpleegkundigen, onderzoekers en alle medische professionals die willen genezen, getroffenen helpen en zichzelf in een risicovolle positie plaatsen. Mogen zij uw bescherming en vrede kennen.

Wees bij de leiders van alle naties. Geef hen een vooruitziende blik om naar liefde en waarheid te handelen voor het welzijn van alle mensen voor wie ze dienen te zorgen. Geef ze de wijsheid om te investeren in lange-termijn-oplossingen die helpen ons voor te bereiden of toekomstige uitbraken voorkomen. Mogen zij uw vrede kennen, terwijl zij samenwerken om dit op aarde te bereiken.

Of we nu in binnen- of buitenland zijn, omringd door veel mensen die aan deze ziekte lijden of slechts enkelen, Here Jezus, blijf bij ons wanneer wij verdragen en rouwen, volharden en voorbereiden. In plaats van onze angst, geef ons uw vrede. Here Jezus, genees ons. Amen

Als laatste bemoediging, na deze overdenking en na dit gebed, wil ik jullie een lied meegegeven. Want als het echt waar is, dat je midden in de storm gewoon je hand in die van Jezus, onze Heer, mag leggen, weet je ook: Ik val niet uit zijn hand. Mijn wens is, dat in al je angsten en zorgen dit lied je vertrouwen op God en Jezus weer doet toenemen.

Ga met God, en Hij zal met je zijn!

Corona-virus-gebed

Corona Virus GebedCorona Virus Gebed

Here Jezus, U reisde door steden en
dorpen en genas elke kwaal en ziekte.
Op uw bevel werden de zieken genezen.

Kom ons nu te hulp, midden in
de wereldwijde verspreiding
van het coronavirus,
opdat we de helende liefde van U
mogen ervaren.

Genees degenen die ziek zijn van het virus.
Mogen ze hun kracht en gezondheid herwinnen
door kwalitatieve, goede medische zorg.

Genees ons van onze angst,
die de naties en landen verhindert samen te werken
en buren verhindert elkaar te helpen.

 Genees ons van onze trots,
die ons onze eigen onkwetsbaarheid laat claimen
voor een ziekte die geen grenzen kent.

Here Jezus, genezer van allen, blijf bij ons
in deze tijd van onzekerheid en verdriet.

Wees bij degenen die zijn gestorven aan het virus.
Mogen zij in uw eeuwigheid bij U rusten in vrede. 

Wees bij de families van degenen die ziek zijn of zijn gestorven.
En als ze zich zorgen maken en rouwen,
bescherm hen voor de ziekte en de wanhoop.
Mogen ze uw vrede kennen.

 Wees bij de artsen, verpleegkundigen, onderzoekers en
alle medische professionals die willen genezen,
getroffenen helpen en zichzelf in een risicovolle positie plaatsen.
Mogen zij uw bescherming en vrede kennen.

Wees bij de leiders van alle naties.
Geef hen een vooruitziende blik om naar liefde en waarheid te handelen
voor het welzijn van alle mensen voor wie ze dienen te zorgen.
Geef ze de wijsheid om te investeren in lange-termijn-oplossingen
die helpen ons voor te bereiden of toekomstige uitbraken voorkomen.
Mogen zij uw vrede kennen, terwijl zij samenwerken om dit op aarde te bereiken.

Of we nu in binnen- of buitenland zijn, omringd
door veel mensen die aan deze ziekte lijden of slechts enkelen,
Here Jezus, blijf bij ons wanneer wij
verdragen en rouwen, volharden en voorbereiden.
In plaats van onze angst, geef ons uw vrede.
Here Jezus, genees ons.

Vertaling © Corona Virus Prayer, Kerry Weber

Corona Virus Prayer

Mag je bidden om het wonder van een opstanding als je kind overlijdt?

Op het twitter-account van Bethel Music las ik het verdrietige nieuws dat Olive Alayne, het dochtertje van Kalley en Andrew Heiligenthal, op vrijdag 13 december 2019 is overleden. Kalley is als worshipleader en songwriter één van de bekende gezichten van Bethel Music. Meer dan 214.000 mensen volgen haar op Instagram via @kalleyheili.

Mijn hart brak toen ik dit hoorde. Het meest erge wat je volgens mij kan overkomen is het verlies van je kind.

Twee dagen later, op 15 december, postte Kalley op haar account het hartverscheurende bericht dat Olive de dag ervoor was gestopt met ademen en dat de dokters haar dood verklaard hadden. Daarom vroeg Kalley om vrijmoedig, eendrachtig gebed van de wereldwijde kerk om hen te steun in het geloof dat Jezus hun kleine meid terug tot leven zal brengen. Want Olive’s tijd hier op aarde is nog niet voorbij en ze geloven vast en zeker dat Jezus de dood heeft overwonnen, dus “It’s time for her to come to life.” En gisteren schreef ze, dat de derde dag echt een goede dag is om weer op te staan. En omdat Kalley en Andrew echt in de almacht van de naam van Jezus geloven, kunnen ze zeggen: “We call you back by name, sweet girl. You will live.”  Weer een dag later riep ze iedereen op: “Keep declaring life over Olive Alayne wit us.” Want toen Jezus uitriep: ‘Het is volbracht’, kwam Hij daarna vol kracht terug in het leven. Het is dus nog niet klaar, en daarom: “Come alive, Olive!” Zelfs op woensdag 18 december, vijf dagen na het overlijden van Olive, liet Kalley weten dat het nog een hele goed dag voor een opstanding is.

Mijn hart brak opnieuw. Dat je als ouders in je eerste emotionele reactie tot God bidt om een opstanding begrijp ik heel goed. Maar hoe triest is het om drie dagen lang alleen maar te hopen en te bidden en heel de wereld op te roepen om een wonder dat God hier op aarde niet beloofd heeft. Wat erg voor deze ouders dat ze zich daar helemaal op focussen, terwijl heel de Bijbel er vol van staat dat God iets anders belooft in dit zo grote verdriet, namelijk: “Mijn kind, Ik draag je dag aan dag, in al je verdriet. Ik zal de Trooster zijn. En eens maak Ik alle dingen nieuw. Dan zal Ik alle tranen uit je ogen wissen, want dan zal er geen dood en rouw en verdriet en pijn meer zijn.”

Zou het kunnen zijn dat er in bepaalde delen van het christendom zoveel van wonderen verwacht wordt, dat men aan het grootste wonder voorbij loopt, namelijk de aanwezigheid van God als liefdevolle Vader, Jezus als Redder en Vriend en de Heilige Geest als Motivator en Trooster in ons leven – ook en misschien wel juist als alles duister is?

Enig gelovig tegenwicht tegenover de charismatische claim dat Jezus ook vandaag nog graag het vrijmoedige gebed verhoort om geliefden die gestorven zijn weer uit de dood te laten opstaan is denk ik niet verkeerd. Voor wie daar meer van wil lezen (van dat tegenwicht) staan hieronder vier blogs die ik al eerder over de risiko’s van een te groot geloof in wonderen schreef.

Ik weet, het kan klinken als cliché, maar er zit meer waarheid in de volgende uitspraak: “God heeft ons geen kalme reis beloofd, maar wel een behouden aankomst.”

Vier blogs:
Gebeuren er vandaag nog wonderen van genezing?
Verwacht een wonder, creëer je eigen teleurstelling
Wonderen van genezing zijn zeldzaam
Jezus deed echte droomwonderen! (ook na te lezen als preek over Johannes 4:43-54)

Zo rijk als Job – een levensles

Aan het verhaal van Job hebben we drie uitdrukkingen overgehouden:  ‘een jobstijding’, een ‘jobsgeduld’ en ‘zo arm als Job’. Samen karakteriseren ze het leven van Job. Zo lijkt het tenminste. Maar in het verhaal van Job gaat het om iets anders: verlang ik er ook naar om net zo rijk als Job te zijn?

Jobstijdingen

Wie het verhaal van Job kent, weet, dat Job op één en dezelfde dag te maken krijgt met twee terreurakties en twee natuurrampen. Twee roofbendes nemen al het vee en alle kamelen mee en doden al het personeel. Een verwoestende bliksem uit  de hemel zorgt voor een steppebrand waarin alle schapen en geiten + de herders omkomen. En als ergste eindigt het feest waar al Jobs kinderen bij elkaar zijn in een drama, omdat een orkaan het huis totaal verwoest.

Dat zijn dus vier echte jobstijdingen. Op één dag. Stel je je dat eens voor! Zo heeft Job alles, zo heeft hij niets meer. En hij snapt er niets van. Want hij kende niet het verhaal achter het verhaal. Het verhaal van de krachtmeting tussen satan en God. Satan, die God uitdaagt om Job te testen.

Waarom geloven mensen?

Waarom geloven mensen? In het boek Job zegt de duivel: mensen geloven omdat ze door God gezegend willen worden. Of omdat ze bang zijn om in de hel te komen. Geloven is dus eigenbelang. Dat is wat de duivel tegen God zegt. Kijk maar naar Job. Die heeft van U alles gekregen wat zijn hartje begeert. Geen wonder dat hij zo gelovig is.

Zou dat zo zijn? Zou dat, als het er op aan komt, echt zo zijn bij alle mensen? Ja, bij jou en mij? Je gelooft, omdat je iets van God wilt krijgen? Nu – zegen in dit leven. Of straks – als ik maar in de hemel kom? Dan is geloven eigenbelang. En heeft God ongelijk als Hij zegt, dat Job een oprechte en eerlijke gelovige is. Het is opmerkelijk dat God de duivel toestemming geeft om Jobs geloof te testen. Dat lijkt mij een behoorlijk risiko. Hoe weet je nou zeker dat iemands geloof het uithoudt als het heel erg moeilijk wordt? Als je de ene jobstijding na de andere mee moet maken?

Ergens verderop in het boek Job vind je het antwoord. In Job 19 kun je lezen wat Jobs diepste vertrouwen was.  Daar zegt hij: ‘De hand van God heeft mij getroffen, God heeft zich tegen mij gekeerd. Ik schreeuw: “Onrecht!”- maar krijg geen antwoord. Ik roep om hulp – maar vindt geen recht.’ Job kan maar niet begrijpen, waarom dit leed hem moet treffen. Hij snapt helemaal niets van de weg die God met hem gaat. Toch zegt hij dan plotseling: ‘Maar dit weet ik:  mijn Redder, mijn Verlosser leeft en Hij zal tenslotte hier op aarde ingrijpen. Hoezeer mijn huid ook geschonden is, toch zal ik in dit lichaam God aanschouwen. Ik zal Hem aanschouwen, ik zal Hem met eigen ogen zien, ik, geen ander, heel mijn binnenste smacht van verlangen.’ Job verwacht het dus niet eens meer van zijn geloof – want uit eigen kracht kun je zoveel leed niet dragen. Maar hij gaat met al z’n vragen, moeiten, opstandigheid en zelfs verwijten naar God toe. En heeft maar één houvast: een externe Verlosser – God zelf! Hij verwacht uitkomst van de God die hij niet begrijpt! Tenminste … bepaalde dingen begrijpt Job wel, en ook nog beter dan zijn omgeving. Aan het begin bijvoorbeeld. Na de eerste jobstijdingen – dan is Job in mijn ogen zo super gelovig. ‘Naakt ben ik uit de schoot van mijn moeder gekomen en naakt zal ik in de schoot van de aarde terugkeren. De HERE heeft gegeven, de HERE heeft genomen, de naam van de HERE zij geprezen.’ 

Hoe kun je dat nou zeggen als je zulke dingen mee hebt gemaakt? Zelf heb ik in mijn leven eigenlijk maar drie jobstijdingen meegemaakt. Allemaal in het rampjaar 1994. Eentje, de eerste, was persoonlijk. In Zeeuws-Vlaanderen, waar we toen woonden, kregen we het bericht dat mijn vader totaal onverwacht overleden was aan een hartstilstand, twee dagen voor z’n 57e. We zouden dat weekend voor zijn verjaardag naar het hoge Noorden, naar Oldehove toe. We kwamen voor zijn begrafenis. Nog geen twee maanden later werd ik als predikant geroepen bij de moord op een vrouw van achter in de 20, die op klaarlichte dag door haar drugsvriend was neergeschoten. Een echt familie-drama. Haar ouders waren lid van een GKV-kerk een plaats verderop zonder eigen predikant.  In de meest besloten familiekring heb ik die begrafenis mogen leiden. En tenslotte, nog een maand later, de zomervakantie was al begonnen, werd ik in nog een andere buurgemeente bij een derde sterfgeval geroepen.  Een jongen van 18 fietste met zijn zus van het strand naar huis en werd door de bliksem dodelijk getroffen. Voor die begrafenis –de eigen predikant kwam er voor terug– hadden de ouders als tekst deze woorden van Job gekozen: ‘De HERE heeft gegeven, de HERE heeft genomen, de naam van de HERE zij geloofd.’ En dat meenden ze echt, ook al wisten ze best wel, dat ze dat niet altijd zo zouden ervaren. Maar op dat moment wél. Net als Job, want daarvan lezen we, dat hij ondanks al die rampspoed niet zondige en God geen enkel verwijt maakte. En ook niet, nadat hij doodziek en vanwege besmettingsgevaar door  alle mensen, inklusief zijn eigen vrouw, in de steek gelaten was. Ook toen zondigde Job ondanks alles niet en sprak hij geen onvertogen woord. In de oudere bijbelvertaling staat: ‘Job zondigde met zijn lippen niet’ – want hij zat wel degelijk vol met vragen, maar hij kon en wilde het niet over zijn hart verkrijgen om God de schuld te geven of de rug toe te keren.

Hoe kan dat? Ook al is het altijd makkelijk praten, want alleen wie ervaringsdeskundige is heeft recht van spreken , toch durf ik er wel wat van te zeggen. Job wist, toen hij alles kwijt raakte, dat alles wat je krijgt op aarde, een kado van God is. Alle dingen die je krijgt, zijn niet van jezelf. Je hebt het van God gekregen. En je hebt het uit genade gekregen. Onverdiend. En dus besefte Job heel goed: wat God geeft, kan Hij ook weer terugnemen. Zonder opgaaf van redenen. Het is bij aardse zegeningen niet zo: eens gegeven blijft gegeven. Wat God wel belooft is dit: vergeving van zonden en eeuwig leven dankzij een Verlosser en Redder die leeft – Jezus Christus. Daarvan geldt bij God: eens beloofd blijft beloofd. En als je dat kunt blijven geloven, ook na zware jobstijdingen, kun je daar ook God om loven en prijzen. Job zegt namelijk: ‘de naam van de HERE zij geprezen / geloofd.’  Job dankte God dus niet voor alle rampspoed. Dat zou pas echt wreed zijn, als je als christen God voor alle ellende die je overkomt moet bedanken. Dat zegt bijvoorbeeld de Heidelbergse Catechismus ook niet als het om tegenspoed gaat. Nee, in tegenspoed geduldig en in voorspoed dankbaar. Waarom? Omdat je voor de toekomst zeker mag weten dat niets je uit Gods hand kan rukken, omdat God van je houdt dankzij de Verlosser en Redder die leeft, Jezus Christus.

God (niet) kunnen verklaren

Als je dat bedenkt, snapt je ook iets beter de tweede reaktie van Job, tegenover zijn vrouw. Die vrouw van Job lijkt op de drie eerste vrienden van Job. Ze redeneren allebei precies omgekeerd, maar het komt eigenlijk op hetzelfde neer wat zij doen. Mevrouw Job zegt: als God zó iets doet, en jij bent zó gelovig – kap er dan maar mee, want dan is God onrechtvaardig. De drie vrienden zeggen: als God zo iets doet, dan heeft Hij daar altijd een reden voor – dus voor de draad ermee, Job, waarin was jij onrechtvaardig? Alle vier hadden ze een redenering. Ze dachten, dat ze God konden narekenen. Mevrouw Job met een negatieve konklusie over God: die moet wel een wrede tiran zijn. De vrienden van Job met een negatieve konklusie over Job: die moet wel verborgen zonden hebben.

Weet je, ik denk dat de HERE God met het hele boek Job ons ook wil laten zien, dat je sommige dingen eenvoudigweg niet verklaren kunt. Job zelf zegt dat bijvoorbeeld heel duidelijk in Job 28. Daar gaat het over de wijsheid. Wijsheid is in het Oosten hetzelfde als de zin van het bestaan kennen. En dus een verklaring kunnen geven voor de gang van het leven. De vrienden van Job dachten dat ze het wel wisten. Die hadden de wijsheid en de waarheid in pacht. Maar in Job 28 zegt Job: ‘De wijsheid is verborgen voor de blik der levenden. Alleen God weet waar de wijsheid verblijft en alleen Hij kent haar wegen.’ En daar heb je het als mens maar mee te doen. In ontzag voor de Heer en door het kwade te mijden, zegt Job erbij.

In heel het boek Job zie je dan ook geen enkele verklaring aan Job zelf van het doel van zijn lijden. Job heeft zelfs niet bij benadering geweten, waarom al deze ellende hem moest overkomen.

Geen antwoord op de waarom-vraag

Daaruit mag je de konklusie trekken, dat we voorzichtig moeten zijn met oorzaak en gevolg. Soms is dat er wel. Als het om straf op de zonde gaat. Denk maar aan David en Batseba, of, in het groot, aan de zondvloed. Of als het gaat om Gods leiding gaat: soms snap je het achteraf, zoals bij Jozef, die later begreep dat God hem alvast vooruit naar Egypte gestuurd had.

Maar bij Job gebeurden alle rampen en ziektes die hem troffen, zonder reden, zegt God zelf tegen de duivel, hebben we gelezen. Dat kan heel veel vragen oproepen. En gevoelens. Ook Job liet horen wat hij er van vond. Onrechtvaardig! Dus vanuit zijn ellende zette hij een grote mond op tegen God. En dat was niet goed. Maar toch zegt God aan het eind tegen de drie eerste vrienden van Job: ‘Mijn dienaar Job heeft juist over Mij gesproken en jullie niet.’ Je kunt je dan afvragen: maar Job is in zijn klachten toch ook erg brutaal richting God. Hij overschrijdt regelmatig de grenzen van de eerbied. Hij roept God ter verantwoording! Maar dat is wat anders, dan dat je God en zijn beleid denkt te kunnen verklaren. Dat hadden de drie vrienden gedaan. Die wisten het antwoord al: God zit goed en Job zit fout. Met al zijn vragen probeerde Job God wel God te laten. Maar zijn vrienden spanden God voor het karretje van hun eigen denkbeelden.

Oftewel: je kunt beter op de goede weg van het geloof struikelen, zoals Job, dan dapper voortmarcheren in de zelfgekozen richting van je eigen verklaringen, zoals de vrienden van Job.

Gods wegen en Gods plan

Na alle jobstijdingen en het hele proces wat hij daarna doormaakt, aanvaardt Job uiteindelijk dat God ons geen verklaring schuldig is voor de weg die Hij met ons gaat. Later zal God via de profeet Jesaja zeggen: ‘Mijn plannen zijn niet jullie plannen, en jullie wegen zijn niet mijn wegen.’ Maar Gods wegen en plannen komen uiteindelijk wel bij het doel uit: voor altijd bij God zijn. Onderweg overkomt ons goed en kwaad. Allebei, zegt Job, komen uit Gods hand! Dat is best wel een eye-opener voor mij geweest. Weet je waarom? Omdat Job hier eigenlijk zegt: blijf niet hangen in de ellende van vandaag. Bedenk ook, wat God je vroeger allemaal wél gegeven heeft. Het is niet eerlijk tegenover God om zijn zegeningen van gisteren buiten beschouwing te laten. Denk aan de uitdrukking die ik een keer als Visje tegenkwam: ‘Twijfel in het donker nooit aan wat je in het licht gezien hebt.’ Ik vind een mooie spreuk. Vuurtoren Borkum twijfel donker lichtEen tijdje geleden alweer waren Karla en ik “bie diek aan t Oethoester Wad”. Vanaf daar zie je het eiland Borkum met de vuurtoren . ’t Was tegen zonsondergang, dus in de eerste schemering begon de vuurtoren z’n lichtsignalen uit te zenden. Ik probeerde te ontdekken in welk ritme de vuurtoren z’n licht gaf. Want iedere vuurtoren heeft z’n eigen ritme. Na een tijdje kwam ik erachter dat die van Borkum in interval van 4 – 12 heeft. Elke 4e tel en daarna elke 12e tel geeft hij licht. En dan weer bij tel 16 en tel 28. Daar moest ik aan denken bij het levensverhaal van Job. Het is niet altijd licht in ons leven. Soms zelfs veel vaker donker (10 tellen) dan licht (maar twee keer 1 tel). Maar af en toe schijnt het licht wel! Zo is het in het leven van Gods kinderen ook. In de donkerheid schijnt wel het licht van Gods liefde. Dus staar je niet blind op je moeiten. Zelfs als je ze zelf niet meer kunt dragen, is God er nog. Want Hij was er vroeger ook. Toen waren we blij met God. Juichend en lovend trokken we op naar het huis van God – een feestende menigte. Als ik daaraan denk, zingen de Korachieten in Psalm 42+43, word ik weemoedig en verdrietig. Dus vraag ik me af: Waarom vergeet God mij? Waarom ga ik in het zwart, geplaagd door de vijand? Daar snap ik niks van. Waarom zit ik nu in zo’n diep, akelig zwart gat?  En toch, net als bij Job, klinkt er drie keer als refrein: ‘Vestig je hoop op God, mijn ziel. Eens zal ik Hem weer loven, mijn Verlosser en mijn God!’ Kijk, daar heb je alweer die Verlosser! Het zal eens ook weer licht worden! Want God laat jou en mij niet los.

Jaloers op Job

Dat brengt me bij die tweede uitspraak over Job. Je bent zo arm als Job. Nou, dat was natuurlijk ook zo. Job had niets meer. En dat wás niet alleen zo, dat vóelde ook zo. Geen bezit meer – dat was het ergste niet. Geen kinderen meer – dat was heel erg. Geen vrouw en vrienden die hem steunden – integendeel. En met zijn God kon Job ook geen kant meer op. Maar aan de andere kant: je zult toch maar zo rijk als Job zijn! Ik ben vaak jaloers op het geloof van Job. In goede tijden: hij bidt elke dag voor zijn kinderen, hij geeft royaal aan de armen, sluit een verbond met zijn ogen om ook in gedachten niet vreemd te gaan. En in slechte tijden: hij blijft op God vertrouwen, hij durft zijn hoogmoed tegenover de HERE te belijden, hij kan zijn vrienden vergeven en voor hen bidden, terwijl hij zelf nog steeds ziek en arm is.

Zijn geloof maakt Job rijk. Vooral, omdat het in zijn geloof om God Zelf ging. Niet om Gods zegeningen. Niet om een plekje in de hemel. Nee, om God Zelf. Zelfs in zijn diepste depressie vervloekt hij wel de dag van zijn geboorte (‘was ik maar in de moederschoot gestorven’), maar wil hij God niet kwijt. Zo’n geloof, dan ben je rijk. Dat geloof kreeg Job van God. Hij had ook een Redder en Voorspraak nodig, één uit duizenden, zoals Elihu in Job 33 zegt.

Dat geloofde Job zelf ook. Daarom mag Job in zijn levensweg ook een voorbeeld voor ons vandaag zijn. Zo zegt Jakobus dat in zijn kleine briefje. Als het tegen zit, zegt hij: ‘Wees dan geduldig en houd moed, want de Heer zal spoedig komen. (…) U hebt gehoord hoe standvastig Job was, en u weet welke uitkomst de Heer gaf; de Heer is immers liefdevol en barmhartig.’

Dit is mijn verlangen

Je hoeft niet te verlangen naar de rampspoed van Job. Je hoeft ook niet te verlangen naar de miljoenen van Job. Wees liever jaloers op de rijkdom van zijn geloof. Als je dát verlangt, een geloof als dat van Job in voorspoed en tegenspoed, dan woont de wijsheid in je hart. Want dan bouw en vertrouw je op God, die in Christus onze genadige Vader is. Ja, zegt Paulus: ‘Iedereen die op Jezus Christus zijn geloof bouwt, zal niet beschaamd uitkomen. (…)  want niets zal ons kunnen scheiden van de liefde van God, die Hij ons gegeven heeft in Jezus Christus, onze Heer.’

Jezus deed echte DROOM-wonderen

De wonderen die Jezus deed zijn voor veel westerse niet-christenen vaak een obstakel om te geloven. “Je kunt niet van me verwachten dat ik in wonderen geloof.” Vaak is het argument: wonderen zijn historisch en wetenschappelijk niet te kontroleren. Er is geen bewijs voor. Dus zijn het ‘dikke-duim- verhalen’.

wonderToch is dat niet waar. Integendeel, ik wil je zelfs vijf redenen geven, waarom je niet hoeft te twijfelen aan de echtheid van Jezus’ wonderen. Dat kun je het beste onthouden aan één woord: DROOM. Jezus deed echte DROOM-wonderen. Zoals je aan het begin van je carrière een droomstart kunt hebben en sommige voetballers een droom van een goal maken. Je kunt het haast niet geloven, maar het is toch echt waar. Zo deed Jezus echte DROOM-wonderen.

Duidelijk

De wonderen van Jezus waren duidelijk voor iedereen. Als ik zeg: afgelopen jaar op vakantie in Zweden stond ik oog in oog met een wolf die mij aan wilde vallen, maar die heb ik verslagen door heel hard terug te grommen – dan denkt iedereen: ja ja! En in de Koran zegt Mohammed dat hij een beter boek van God gekregen heeft dan de Bijbel, omdat de engel Gabriël het hem heeft gedicteerd. Maar niemand is er bij geweest.

Nee, dan Jezus! Hij doet al zijn wonderen in openbaar, met veel mensen erbij. Vaak worden de namen van de personen erbij genoemd: Jaïrus, nota bene een leider van de synagoge. En Hij gaf 5000 mensen te eten! Oftwel: check het als je het niet gelooft! Met Pinksteren zegt Petrus niet voor niets: Jezus uit Nazaret is door God tot jullie gezonden, wat wel gebleken is uit de grote daden en wonderen en tekenen die God, zoals jullie bekend is, door zijn toedoen onder jullie verricht heeft. (Handelingen 2 vers 22)

Reaktie

De wonderen van Jezus zijn altijd een reaktie. Hij haalt geen magische trucs uit, die Hij van te voren instudeert, zoals Hans Klok. Hij seint niet mensen van te voren in, zo van: doe net of je al jaren blind bent. En bij zijn eigen dood heeft Hij ook niet alle faktoren in de hand, zo van: als je die spijkers nou precies op die plek door mijn handen en voeten slaat, kan ik straks onverwacht weer uit de dood herrijzen. Nee, Jezus reageert op wat zich aandient. Dus zijn zijn wonderen niet ingestudeerd.

Onomstreden

Niemand in de tijd dat Jezus op aarde leefde, ontkende dat Hij wonderen kon doen. Zelfs zijn tegenstanders niet. Ergens staat het verhaal dat Jezus op sabbat in de synagoge iemand met een verschrompelde hand beter maakte. Wat zeggen dan zijn tegenstanders, de schriftgeleerden en farizeeërs? Precies: ‘Waarom doet U dit op de sabbat?’ Ze klagen Hem niet aan om het feit van het wonder, maar vanwege het moment van het wonder.

Opzienbarend

De wonderen van Jezus zijn ook in zijn eigen tijd verbazingwekkend. De mensen reageren niet met applaus zoals bij een show. Nee, ze vinden het ongelooflijk. Ze denken er over na en worden er bang van. ‘Zoiets hebben we nog nooit eerder gezien!’ roepen ze uit. Want ook zij hadden nog nooit iemand over water zien lopen tijdens een zeiltochtje op het meer van Galilea, laat staan dat iemand na drie dagen alsof er niets gebeurd is zijn graf weer uitwandelt.

Middel

Dat is misschien wel het belangrijkste. De wonderen van Jezus zijn nooit een doel op zichzelf. Hij smijt niet met wonderen om mensen te imponeren, zo van: kijk eens wat Ik allemaal kan. Dat was vaak wel de reden dat mensen op Jezus af kwamen. Het ging ze niet om Hem, maar om het wonder. Het was allemaal, zoals de engelsen heel mooi zeggen, miracle-chasing – hup, achter de man aan die wonderen kan doen! Daarom zegt Jezus verschillende keren, bv. in Johannes 4 vers 48: “Als jullie geen tekenen en wonderen zien, geloven jullie niet!” Oftewel: de mensen toen gingen vooral voor het wonder. Het wonder was een doel op zichzelf geworden. Aan dat spelletje om het leven aangenamer te maken door wonderen of gebedsverhoring doet Jezus niet mee. Want zijn wonderen zijn geen doel op zichzelf, maar wijzen naar iets anders. Naar een leven met God tot in eeuwigheid. Een leven met God dat dankzij Hem weer mogelijk is. Dankzij zijn dood aan het kruis en dankzij zijn opstanding uit het graf.

Wonderen zijn extraatjes. Ze voegen extra geloofwaardigheid toe aan wat Jezus zegt en leert. Zo zegt Johannes het ook aan het eind van zijn levensbeschrijving van Jezus. Thomas kan niet geloven in een wonder als de opstanding van Jezus. Jezus Zelf moet Hem over de streep trekken. Maar let dan op wat Johannes meteen daarna als algemene konklusie zegt (Johannes 20 vers 30 en 31):

“Jezus heeft nog veel meer wondertekenen voor zijn leerlingen gedaan, die niet in dit boek staan, maar deze zijn opgeschreven opdat u die dit leest gelooft, dat Jezus de Messias is, de Zoon van God, en opdat u door te geloven leeft door zijn naam.” 

Snap je het? Wonderen zijn mooi en fijn, maar iets anders is veel belangrijker: eeuwig leven heb je door de naam van Jezus. Daar hebben we nu geen wonderen meer voor nodig. Jezus Heer heeft Zich immers al bewezen als de Zoon van God en als jouw en mijn Heer? Je hoeft niet richting het wonder te gaan. Kijk verder en vraag liever om geloof en om kracht en om de Heilige Geest, zodat je dicht bij God blijft leven en Jezus blijft waarderen om waar Hij echt voor kwam: het wonder van vergeving en verzoening en vernieuwing en eeuwig leven.

Ga niet voor het wonder, maar leeft uit verwondering!

Mijn God geneest – ook door middel van ‘betekenisvol oplappen’

Meer dan 100 belangstellenden kwamen op 10 november 2017 naar Amsterdam voor een studiedag met als titel “Mijn God geneest”. Ik ben blij dat ik er bij was. De sprekers (Miranda Klaver, Gerrit Vreugdenhil, Hans Burger, Stefan Paas, Margriet van der Kooi en Cees van der Kooi) benaderden het thema ‘gebedsgenezing’ allemaal vanuit hun eigen invalshoek. Toch leverde dat niet veel verschil van mening op. In de beide doorpraatrondes (2x twee groepen van 50) kwam het tot wat meer diskussie.

Waar kwam die grote mate van eenheid vandaan? Ik denk door een gezonde kijk op de Bijbel. Namelijk: er is géén streeptheologie, maar er is al helemaal geen belofte dat Jezus Christus net als gisteren ook vandaag dezelfde is in de manier waarop Hij nog steeds mensen lichamelijk bij bosjes geneest – via speciale bedieningen en zalvingen en genezingsdiensten of via het gebedspastoraat in de plaatselijke gemeente.

Mooi vond ik ook, dat bijna algemeen werd erkend, dat de traditionele kerken de kracht van het gebed, de persoonlijke voorbede en de ziekenzalving teveel hebben laten liggen, zodat allerhande vrije groeperingen, vooral afkomstig uit Amerika, met veel bombarie in de naam van Jezus genezing komen brengen. Osborne, Zijlstra, Wimber, Clarcke – ze claimen vaak doorslaande successen, maar echt bewijs wordt zelden geleverd. Alleen het woord d’oorslaand’ is terecht, vaak als onbetaalde rekening van de traditionele kerken dus. Gelukkig lijkt het erop dat binnen de protestantse en gereformeerde kerken op dit punt de balans weer wat gevonden wordt – al is er binnen onze eigen GKV volgens mij nog steeds wel een inhaalslag te maken. Niet qua openheid, maar wel het om de plek van persoonlijke voorbede in de plaatselijke gemeente gaat.

Wat is mij opgevallen in de lezingen van deze studiedag? Afgezien van de plaats (te krappe zaal, teveel verplaatsingen, haperende catering – qua logistiek waren de beide studiedagen over ‘Schepping of Evolutie’ in Nijkerk en Kampen echt beter voor elkaar) vier dingen.

1/ Ongezond gefocust op gezondheid

De aandacht voor lichamelijke genezing is goed te verklaren vanuit de huidige Westerse tijdgeest. Daarin staat gezondheid bovenaan en kan men niet meer omgaan met persoonlijk lijden. Dus wordt alles op alles gezet om ziekte en handicap uit te bannen. Ook veel christenen krijgen hier een tik van mee. En als de reguliere medische wetenschap niets meer voor je kan doen, zoek je het als christen, net als veel andere mensen, in het alternatieve circuit. Alleen dan niet bij Jomanda en andere kwakzalvers, maar je wend je rechtstreeks tot God. Als zijn middelen niet werken, kan Hij het immers ook via een wonderbaarlijke genezing (‘on-middellijk’) doen?

Ik ben blij met deze insteek. Het geeft mij antwoord op een vraag die ik al langere tijd had. Namelijk: waarom is er juist in onze tijd zoveel belangstelling voor gebedsgenezing? Ik vond dat altijd een beetje raar. Want tot pakweg 1900 stierven de mensen bij bosjes aan allerlei onnozele ziektes en aan zo ongeveer alle vormen van kanker. Maar nooit lees je over massale gebedsgenezingsdiensten. Men kon dus blijkbaar beter omgaan met ziekte, handicap en dood. Sinds een jaar of 100 geneest en bewaart God de mensen juist bij bosjes van en voor allerlei ziekten. Maar we kunnen ook totaal niet meer met ziekte, handicap en dood omgaan.

2/ Genezingswonderen zijn missionair bedoeld

Zowel in het Nieuwe Testament als in de verhalen uit de kerkgeschiedenis krijg je sterk de indruk, dat genezingswonderen vooral bedoeld zijn om de waarheidsclaim van het Evangelie te onderstrepen: Jezus is echt de Zoon van God en de beloofde Messias die komen zou. Oftewel: wonderen hebben een missionair karakter. Je ziet het vandaag bij bv. moslims, maar ook in animistisch Afrika en in hindoeïstisch India. Op de studiedag werd het voorbeeld genoemd van iemand (moslim, hindoe of animist, het doet er niet toe) die blind door een ongeluk blind geworden was en die ergens vaag van Jezus gehoord had. Hij bad tot Jezus om genezing, kreeg op dat moment het licht in zijn ogen weer terug, kwam tot geloof, ging daarna op zoek naar andere christenen en is nu aangesloten bij een christelijke gemeente.

Voor mij was dit weer een eye-opener J. Wat betekent dit punt voor al die aandacht voor gebedsgenezing onder volwassen christenen in de westerse samenleving? Daar kun je twee kanten mee op: óf onze samenleving is weer zendingsgebied geworden; óf veel christenen zijn nog kinderen in het geloof. Hoewel ik het eerste onderschrijf, denk ik bij dat bij dit onderwerp het laatste het geval is. Want als die nieuwe gelovige die eerst blind was en nu weer kan zien, opnieuw een ernstig ongeval zou krijgen waardoor hij plotseling 100% doof zou worden, zou hij niet als eerste aan God vragen of hij zijn gehoor weer terug zou krijgen, vermoed ik. Want een volwassen christen weet, dat de belangrijkste vraag in dit leven niet is: ‘Hoe word ik beter?’, maar: ‘Hoe krijg en hou ik een gezonde relatie met God?’ Een mooi voorbeeld daarvan las ik in het volgende waar gebeurde verhaal van de mijnwerker met een dwarslaesie.

3/ Te veel aandacht voor het bovennatuurlijke

Wanneer groepen christenen veel nadruk leggen op het feit dat God en Jezus ook nu nog wonderbaarlijk kunnen en willen genezen, trekken ze het bovennatuurlijke leven en het alledaagse bestaan uit elkaar. Dat is een hele riskante operatie. Want daardoor wek je bij mensen de indruk, dat God en Jezus Zich in het gewone leven niet duidelijk laten zien, maar slechts op speciale momenten en door speciale emoties te ervaren zijn. Het gevolg is dat onder christenen de secularisatie en godsvervreemding toeneemt. Want als gesuggereerd wordt dat het dagelijkse leven minder met God en Jezus te maken hebben dan het bijzondere, is het risiko op teleurstellingen levensgroot, wanneer het niet lukt om God in het bovennatuurlijke te ervaren. Gevolg: je staat twee keer met lege handen. Zie dan nog maar eens je geloof te behouden!

Ook dit vond ik een verhelderend inzicht. In de Bijbel Jezus ons dat we ook in de gewone dagelijkse dingen Gods aanwezigheid mogen zien. Eén van de sprekers vertelde dat ‘ie zeer ongelukkig van de trap af gestuiterd was en dus een aantal maanden niets kon en mocht doen – behalve revalideren. Als je dan meteen het advies krijgt om naar een genezingsdienst hollen (wat natuurlijk niet gaat), mis je de liefde en de aandacht van de Heer die Hij je rechtstreeks geeft (berusting + besef van wie/wat echt belangrijk is), maar ook via andere mensen (aandacht, hulp, gebed). Als je het alleen maar van Gods bijzondere manier van spreken d.m.v. wonderen en speciale ervaringen verwacht, mis je een boel van zijn aanwezigheid in het alledaagse leven. Zoals een al weer wat gedateerd opwekkingslied (te vinden in de E&R-bundel, lied 123) het zegt:

Dit, dit is de wereld, de wereld waar ik in woon. Hier zijn de treden de zien van Gods troon. Wie hier omhoog klimt vanuit het gedruis, ontwaart de contouren van ’t vaderlijk huis.

En wat zijn die contouren dan volgens dit lied?

De daken met hun wirwar van antennes, het ronken van een vliegtuig in de nacht. ’t Reklamewoord dat telkens aan en uit flitst; ’t verkeerslicht waar ik dagelijks voor wacht. Het flatgebouw met helverlichte vensters, dat schittert als een lichtzuil in de nacht. En daaromheen, veel hoger dan de huizen, oneindigheid en verre sterrenpracht.

Ook daarin vind je, als je goed kijkt, God:

De hele wereld houdt Hij in zijn handen; Hij spreekt in stilte en in stadsgerucht van liefde en genade en erbarmen voor ieder, die in wanhoop tot Hem vlucht. 

4/ We zijn er bijna, maar nog niet helemaal

De massale gebedsgenezingen die je in het Nieuwe Testament tegenkomt staan ook in het kader van het hemelse Koninkrijk van God. Jezus laat op heel veel manieren zien hoe het eens weer worden zal. En dat laat Hij nog steeds op heel veel manieren zien. Daarom zien we in de wereld al veel sporen van dat hemelse Koninkrijk. Maar tegelijk zeggen Jezus en de apostelen dat de volle heerlijkheid nog moet aanbreken. Pas als Jezus terugkomt is alle pijn, verdriet en rouw voorbij en zullen er alleen nog maar vreugdetranen zijn. Dat moment kun je niet naar voren halen door te zeggen, dat God nu al belooft dat alle zieken in Jezus’ naam genezen zullen worden als ze maar geloven. Je kunt geen genezingen claimen. Het is, denk ik, zelfs de vraag of je ze mag verwachten. Maar als het gebeurt, mag je het wel dankbaar erkennen als een voorproefje van wat ons nog te wachten staat. Hans Burger zei het als volgt in zijn verhaal als volgt: “Daarom kun je genezingen mijns inziens typeren als ´betekenisvol oplappen´ en dat bedoel ik beslist niet denigrerend. Genezingen zijn betekenisvol. Als tekenen van de komende eeuw zijn ze een belangrijke verwijzing naar wat komt. Daarom zijn ze heel waardevol. Ze geven en versterken hoop op de genezing van heel de schepping en van heel ons lichamelijke bestaan.” (Lees hier zijn hele verhaal).

Ook dit vind ik een waardevolle benadering. Het leert mij om vandaag de dag te kunnen leven met het onvolkomene. Ook als het mijzelf of de mensen dicht om me heen overkomt. Maar dan hoef ik niet alles passief over mij heen te laten komen. Ik mag vol verwachting uitzien naar wat nog komen gaat. Dat ligt achter de horizon van dit leven. Maar ik mag God wel danken wanneer Hij mij al iets daarvan laat zien en ervaren.

Joni Eareckson-Tada over ziekte, depressie, geloof en genezing (3)

In het boek De belofte van genezingIs genezing altijd de wil van God?  van Richard Mayhue staat ook een interview met Joni Eaeckson-Tada, volgens de schrijver zelf een “buitengewoon voorvechtster van gehandicapten”. Nu de diskussie over gebedsgenezing in Nederland weer oplaait wil ik dit interview graag  op mijn weblog weergeven. Dat doe ik in drie afleveringen.

Deel 3 van het interview met Joni

DICK: Vaak kijken mensen naar jou en stellen  zich voor dat jij thuis een zorgeloos en normaal leven leidt. Hoe ga jij om met dagelijkse problemen?

joni-tada-earicksonJONI: Ik denk dat het probleem waarover ik nu het beste kan praten, het probleem is dat ik in bed lig vanwege doorliggen, voelend dat mijn wereld niet verder reikt dan  het hek achter, bemerkend dat mijn gebeden niet verder gaan dan het plafond, of kijkend in de spiegeld – vies haar en geen make-up en lakens die stinken naar alcohol en antiseptische middelen. Voor mij is het een les om nog eens een keer helemaal te leren mij het Woord van God effectief toe te eigenen.

Lang geleden heb ik geleerd wat de sleutel is om te vorderen in mijn christelijke wandel: het Woord van God systematisch en intelligent benaderen en het vervolgens in verschillende begrijpelijke gedeelten opdelen die spreken over, laten we zeggen, depressie of beproeving of genade, en die dan uit het hoof leren.

Dat is nu nog steeds van toepassing. Ik moet de gevoelens van mijn beperkingen, de gevoelens dat mijn gebeden tegen het plafond terugkeren, de opwellingen, de emoties en de weifelingen uit de weg gaan. Ik neem mij in gedachten voor, wat naar ik veronderstel een geloofsdaad is, niet naar gevoelens luisteren, maar in plaats daarvan te luisteren naar het Woord van God. Dus het is in feite een handeling van mijn wil; het is een intentie van de wil dat ik niet toelaat dat deze gevoelens en emoties mijn geloof aan flarden scheuren en mijn visie op God veranderen.

joni-tada-eareckson-the-nativityIk ben van plan ze te accepteren voor wat ze zijn – emoties en gevoelens – en vervolgens door te gaan op de rechte weg van het luisteren naar het Woord van God. Het Woord van God zegt dat alle dingen meewerken in een patroon ten goede. Het zegt niet dat alle dingen goed zijn; het zegt dat alle dingen meewerken ten goede. Ik ben van plan te luisteren naar het Woord van God wanneer het mij opdraagt beproevingen te verwelkomen als vrienden en te danken in alles. Ik dat dat het een systematische benadering van zijn Woord is dat het verschil maakt.

DICK: Vragen mensen die ziek zijn niet vaak, en willen ze niet vaak weten waarom ze ziek zijn en wat Gods redenen zijn voor hun ziekte?

JONI: Ja, of ze vragen: ‘Waarom ben ík niet genezen?’ Het is belangrijk die vraag te beantwoorden als wij, de gemeente, mensen met ernstige handicaps willen dienen of tijd doorbrengen met hen in discipelschap of zoiets.

Soms gaan mensen bidden voor de genezing van een tante die dodelijk ziek is of van een echtgenoot die sterft aan kanker. Ze beweren dat ze simpelweg weten dat God die persoon zal oprichten. En dan, wanneer die persoon sterft, verblijden ze zich omdat hij of zijn heeft ervaren wat zij het toppunt van echte genezing noemen. Dat is duidelijk een uitvlucht – een geestelijke uitvlucht – een erg van pas komende uitvlucht.

DICK: Maar er zit een kern van waarheid in. En dat is zo misleidend, nietwaar?

JONI: Ja, omdat dat niet is wat deze mensen werkelijk menen. Ze bidden dat deze of die persoon wordt genezen. In feite willen ze er niet aan denken – uit angst om een gebrek aan geloof te laten zien – dat er een mogelijkheid zou kunnen zijn dat echte genezing de dood betekent.

DICK: Wat zijn, in het licht van jouw ervaring en die van alle mensen die met jou corresponderen, de meest belangrijke vragen die echt moeten worden beantwoord voor mensen die ziek zijn of lijden of in omstandigheden verkeren die ze nooit zullen kunnen veranderen?

JONI: Ik denk dat de vraag die de meeste mensen achtervolgt, de vraag is welke verantwoordelijkheid God heeft – hoe zou God, een goede God, lijden en onheil kunnen toestaan in deze wereld? En ten tweede, hoeveel van mijn eventuele genezing is van mij afhankelijk? Waar past mijn geloof in dit geheel? Wat is de betrokkenheid van God?

We hebben de eerste vraag min of meer behandeld; misschien kunnen we nog een beetje doorpraten over de tweede vraag. Mensen hebben het er erg moeilijk mee om overtuigd te raken dat toen Jezus zei: ‘Je geloof heeft je gezond gemaakt’, Hij in werkelijkheid over redding sprak in die bepaalde gedeelten van de Schrift. Ik geloof dat Hij dát gedaan heeft;  de genezing was slechts een bewijs dat die persoon geestelijk gezond was gemaakt. Maar mensen geloven nog steeds dat het een kwestie is van het aanwenden van hun geloof. Ze geloven nog steeds dat deze gedeeltes uit de Schrift alle verantwoordelijkheid bij hen leggen, bijvoorbeeld waar Jezus zegt: ‘Als je een  geloof hebt als een mosterdzaad, zul je tot deze berg zeggen: Verplaats u vanhier daarheen en hij zal zich verplaatsen.’

Soms denk ik dat God de bedoeling van hun hart leest; maar misschien ligt het in de voorzienigheid van God opgesloten dat zij zich erg moeten vergissen zodat ze zouden worden bewogen om eens beter naar de Schrift te kijken.

Neem bijvoorbeeld die jonge stewardess. Wat zal dat lieve meisje doen wanneer haar echtgenoot dodelijk ziek wordt? Wat zal ze doen? In zekere zin heb ik medelijden met haar. Maar vanuit een ander oogpunt kan ik begrijpen dat God zou willen dat zij heel diep teleurgesteld wordt, zodat het haar, net zoals dat bij mij was, ertoe zou dringen terug te gaan naar de Schrift om een tweede, nauwkeuriger blik te werpen. Ik heb te doen met deze mensen. Ik kan mijzelf zien, zoals ik eens was, in die positie. Ik denk dat het daardoor nog meer noodzakelijk wordt dat mensen die in een positie verkeren dat ze Gods waarheid doorgeven, nauwkeurig zijn. Hier ligt een grote uitdaging voor je.

Noot: Lees, om meer te weten te komen over Joni en haar worstelingen om te zegevieren, haar uiteenzetting in A Step Further (Grand Rapids, MI: Zondervan Publishing House, 1990). Schrijf, om meer over haar diensten te weten te komen, naar JAF Ministries, P.O. Box 3333, Agoura Hills, CA 91301, United States of America, of bel in de Verenigde Staten (818) 707-5664. [of bekijk de website www.joniandfriends.org]