Vanuit een GKV-kerk oproepen om uit het GKV-kerkverband te stappen

Binnen de GKV is de “Kerngroep Bezinning GKv” aktief. Volgens hen staat de GKV op een tweesprong. De voormannen (op de website zijn geen namen van vrouwen te vinden) hebben al aangegeven, dat ze niet mee kunnen en willen gaan met de fusie van de GKV en de NGK in mei 2023. De kerngroep ziet voor zichzelf een coördinerende rol weggelegd “om zoveel mogelijk mensen binnen de GKv te motiveren en mobiliseren om gezamenlijk op 1 mei 2023 de beslissing te nemen om niet mee te gaan met de fusie.” (citaat uit gespreksverslag studiedag Kerngroep 24 sept. 2022).  

Dat standpunt werd op 11 november ook door twee woordvoerders van de Kerngroep verwoord in het Reformatorisch Dagblad. De kerngroep wil vanaf nu “meer kerkelijk richting gaan wijzen (…) op nog te beleggen regioavonden.” Over de richting is men in dit interview duidelijk: “een tijdelijk kerkverband (…) met hier en daar regioplekken, die zich mogelijk tot nieuwe gemeenten kunnen ontwikkelen.”

Die regio-avonden komen er in januari en februari 2023 op negen verschillende plaatsen in Nederland. In het Nederlands Dagblad van 7 januari worden ze aangekondigd onder de kop: Hoe blijven we gereformeerd?

Het is een versluierende kop, want de vraag is al beantwoord: niet door mee te gaan met de fusie van GKV en NGK, ook niet door ons te voegen bij een ander kerkverband, maar door een afsplitsing die de kerkelijke verdeeldheid alleen nog maar groter maakt.

Het verbaast mij daarom niet dat op zeven van de negen plaatsen deze voorlichting niet in een GKV-kerkgebouw plaatsvindt. Ik vind het wel merkwaardig, dat twee GKV-kerkenraden hun kerkgebouw hiervoor wel beschikbaar stellen.

Een jaar of 15 geleden hadden we in Assen een ‘Studiegroep Kerkelijke Ontwikkelingen’. Die hielden een tijdlang voorlichtings- en gespreksavonden in Maranatha-kerk, tot 2005 het kerkgebouw van de GKV Assen-Noord en daarna gezamenlijk van GKV Assen-Peelo en GKV Assen-West. Dat was geen probleem, totdat een afgezette GKV-predikant die nieuw-vrijgemaakt geworden was en in lezingen opriep om ook te breken met het kerkverband als spreker werd uitgenodigd om te spreken over ‘de actuele situatie in de Gereformeerde Kerken (vrijg.)’. Toen lieten de beide kerkenraden weten: “Als kerkenraden kunnen we niet toestaan dat vanuit ons kerkgebouw een uitgetreden predikant de gelegenheid krijgt om gemeenteleden op te roepen zich eveneens te onttrekken aan het gereformeerde leven en de gereformeerde prediking die door de weeks en op zondag in hetzelfde gebouw plaats vinden.”

Nu geldt volgens mij hetzelfde. De Kerngroep Bezinning GKv koerst bewust aan op het afscheid nemen van het bestaande GKV-kerkverband. Dat kerkverband heeft plaatselijk, op classis-niveau en op minstens drie achtereenvolgende synodes nagenoeg unaniem ingestemd met de vereniging tussen GKV en NGK. Soms met enige aarzeling en zorg. Soms met behoud van gevoelens. Vaak ook met diepe dankbaarheid. Beide verwoordde ds. Gert Treurniet in zijn artikel “In de kerk zit tussen betreuren en breken een harde return”.

Het is ieders goed recht om niet mee te willen gaan met deze ‘Vereniging 2.0’. Dat gebeurde ook bij de Vereniging van 1892. Toen besloten de gereformeerde kerken van de Afscheiding van 1834 en de Doleantie van 1886 te fuseren en verder te gaan als “Gereformeerde Kerken in Nederland”. Een handvol kerken uit de traditie van de Afscheiding wilde niet mee, omdat men bezwaren had tegen sommige theologische in de kring van de Doleantie. Die paar kerken stichtten toen een eigen kerkverband, de “Christelijke Gereformeerde Kerken”.

De geschiedenis dreigt zich te herhalen. Maar het bevreemdt mij een beetje dat er blijkbaar GKV-kerkenraden zijn die hun kerkgebouw beschikbaar stellen voor een landelijke groep kerkleden die overduidelijk iedereen oproept om zich af te splitsen van de GKV en als aparte kerkelijke groepering verder te gaan. Als je als plaatselijke kerk zelf wél mee wilt gaan met de Vereniging van 2023, kun je zo’n oproep toch niet anders typeren dan een oproep tot kerkscheuring?

1 thoughts on “Vanuit een GKV-kerk oproepen om uit het GKV-kerkverband te stappen

  1. Beste Ernst, van mijn kant een paar vragen en opmerkingen:
    Blijkbaar heb je er een belang bij om voortdurend de Bezinningsgroep wat te framen en in een hoek te zetten. Al vaker heb ik grote vraagtekens geplaatst bij je manier van redeneren en argumenteren daarbij. Zo grijp je bijvoorbeeld stelselmatig terug op flarden van zinnen, die je punt lijken te onderstrepen. Maar al te vaak doe je daarbij geen recht.
    Zo citeerde je ergens uit het hoofdstuk van Dolf te Velde in et boek Het Woord in geding één zin (‘de zaak van vrouwen in het ambt is op zich nog geen reden om de kerk te verlaten’), maar je liet volledig buiten beeld:
    – dat hij ook zegt dat er sprake is van een vorm van Schriftkritiek (Het Woord in geding p. 100),
    – dat hij de hantering van de patriarchale cultuur om minstens drie redenen problematisch vindt;
    – dat diverse exegeses berusten op wonderlijke hypotheses;
    – dat de doorgaande lijn van wat de Schrift leert over de onverwisselbare eigenheid tussen man en vrouw wordt uitgeschakeld;
    – dat hij de sommige exegetische manoeuvres nattevingerwerk vindt, gewrongen en op geen enkele manier overtuigend.
    Mijn vraag is dan hoe het toch komt dat je het ene wel citeert en op Facebook plaatst, maar al het andere volledig buiten beeld laat? Manipuleer je op zo’n manier het beeld van wat hij daadwerkelijk schrijft en vindt, niet?

    Je gebruikt ook het woord kerkscheuring. Misschien helpt het om eens te lezen wat Van Bruggen schrijft bij Rom. 16:17-20: “De verstoring van de geloofsgemeenschap begint wanneer er tweedracht wordt gezaaid over wat men mag en moet geloven. De apostolische traditie wordt dan aangevochten en daardoor dreigen er scheuren te komen in het fundament van de kerk. Daarom moet de gemeente tegenover allen die een andere leer komen brengen een afwijzende houding aannemen. Hén moeten ze niet groeten zoals ze Febe welkom moeten heten. (16,1-2).” Het feit dat de nieuwe KO veel meer ruimte laat voor allerlei wind van leer alsmede dat ouderlingen niet meer geroepen zijn de dwaling en valse leer te ontmaskeren en weerstaan alsook dat de Schriftuurlijke tolerantie wordt ingeruild voor de humanistische variant (zie het boek, hst. 5), zou toch ernstig te denken moeten geven?

    Je had van mij ook mogen verwijzen naar Trimp, die helder aangeeft dat de moderne vrijzinnigheid begint waar het definitief-historische karakter van de Heilige Schrift en het apostolisch getuigenis moeten wijken voor het veronderstelde primair-exemplarische karakter ervan (Betwist Schriftgezag, p. 141 – in dit verband brengt hij ook Kuitert ter sprake).

    Je deed eerder wat badinerend over ‘dat kleine clubje’ en verwees ook ergens naar een eerdere, vergelijkbare situatie (maar dat kan ik niet meer terug vinden). Ook zo’n verwijzing komt op mij wat arrogant en suggestief over. Waarom niet verwezen naar Christus’ brief aan de gemeente in Filadelfia: weliswaar kleine kracht, maar wel het Woord bewaard! (Opb. 3:8).

    Dat is de kernvraag: is dit nog wel een kerk, die – getuige het rapport Elkaar van harte dienen – zich in alles richt naar het Woord van God en daarom voldoet aan de door ons beleden drie kenmerken ervan? Of is het een kerk met een geknakte confessionele ruggengraat?

Plaats een reactie