Op 13 november schreef ik voor CVandaag het opiniestuk ‘Bijbelse retoriek van sommige pro-Israël christenen is ongepast‘ over christenen die met een beroep op het Oude Testament onvoorwaardelijk de kant van Israel kiezen in het conflict met de Palestijnen. Hieronder volgt de tekst van dat opiniestuk. Maar eerst nog twee vooropmerkingen.
In het Nederlands Dagblad van 27 november stond een interview met Bernard Reitsma die goed onder woorden brengt hoe ongerijmd het is om allerlei profetieën en beloften van God zomaar op het Israel van nu te plakken.
Op 28 november publiceerde CVandaag een interview met Willem Ouweneel, die van mening is dat alleen christenen die wél geloven dat de Bijbelse profetieën over en beloften aan Israel vandaag in vervulling gaan. Volgens hem horen ‘vrijzinnigen’ én ‘aanhangers van de vervangingstheologie’ niet bij de ‘bijbelgetrouwe gelovigen’. Zelf zet hij een is-gelijk-teken tussen Israel toen en Israel nu. “Terwijl het volk Israël in het Oude Testament streed tegen de Amalekieten of de Filistijnen, zo strijdt het volk nu tegen Hamas.” En dus vindt hij het volkomen terecht dat om Psalm 25 vers 22 (O God, verlos Isral uit al zijn benauwdheden) op de politieke situatie van vandaag toe te passen, zoals de organisatie ‘Christenen voor Israël’ meteen na de pogrom van Hamas deed.
Voor mij was het aanhalen van Psalm 25 vers 22 juist de reden om in CVandaag onderstaand opiniestuk te schrijven. Ik had daarbij zelf als kop de titel bedacht: ‘O God, verlos België uit al z’n benauwdheden’ of ‘Als je Bijbel en politiek door elkaar haalt’.
Een aantal jaren geleden bezocht ik met een groep jongeren van 18-20 jaar een gebedsuur tijdens de jaarlijkse Week van Gebed. In drie rondes mochten we in groepjes bidden voor ‘de kerk’, ‘de wereld’ en ‘Israel’. Eén van de jongeren vroeg zich hardop af: “Waarom Israel? Waarom niet België?” Ik heb zijn verbaasde opmerking altijd onthouden. Inderdaad, waarom zou je als christen apart voor het land en de staat en de Joodse burgers van Israel bidden, meer dan voor andere landen en mensen?
Sinds de gruwelijke oorlog in Israel en Gaza die Hamas op 7 oktober jl. ontketend heeft, zijn er veel christenen die Bijbelteksten citeren om hun steun aan Israel te betuigen. De november-editie van Israëlaktueel, het blad van ‘Christenen voor Israël’, plaatste op de voorpagina een grote foto met in vetgedrukte letters: “O God, verlos Israël uit al zijn benauwdheden.” Psalm 25:22
Nu sta ik achter Israel als het gaat om z’n bestaansrecht. En ik sta achter Israel als het gaat om het recht zichzelf te verdedigen tegen de intense Jodenhaat van Hamas en anderen die Palestina van de rivier tot de zee ‘Judenfrei’ willen maken.
Ik begrijp ook, dat premier Netanyahu het Oude Testament gebruikt om het bestaan van Israel als vrije natie te legitimeren. Want hij is zelf een Jood. Vanuit zijn perspektief heeft het Joodse volk een historisch, goddelijk recht om het land te bewonen dat God hen beloofd heeft.
Het is opmerkelijk dat Natanyahu al op 22 september 2023 tijdens zijn toespraak bij de Verenigde Naties in New York een bijbelgedeelte aanhaalde. Hij hield de leden van de Algemene Vergadering voor, wat er volgens Deuteronomium 27 en 28 op de bergen Ebal en Gerizim gebeurde, toen Israel het beloofde land binnentrok. “Mozes zei dat het lot van het volk bepaald zou worden door de keuze die zij zouden maakten tussen ‘de zegen en de vloek.’ Diezelfde keuze heeft door de eeuwen heen weergalmd – niet alleen voor het volk van Israël, maar voor de hele mensheid. We staan vandaag voor een dergelijke keuze. Het zal bepalen of we de zegeningen zullen genieten van een historisch stukje grenzeloze welvaart en hoop, of zullen lijden onder de vloek van een gruwelijke oorlog van terrorisme en wanhoop,” aldus Netanyahu. Hij zei dit omdat Israel en Saoedi-Arabië binnenkort een vredesakkoord zouden ondertekenen. Dat “zal werkelijk een nieuw Midden-Oosten creëren.” Maar, waarschuwde hij erbij, “er zit een addertje onder het gras zit. Het radicale, giftige terreurregime in Teheran is vastbesloten dit alles te dwarsbomen en nog meer vernietigingszaden in het Midden-Oosten te zaaien.” (zie bron)
Amper twee weken later bleek hoe giftig die adder was, met alle gevolgen van dien tot de dag van vandaag. Intense Jodenhaat leidt tot onbarmhartige Jodenwraak. Op 25 oktober sprak Netanyahu het Israelische volk toe en verwees daarbij naar een profetie van Jesaja. “Onze oorlog tegen Hamas is een test voor de hele mensheid. Het is een strijd tussen de as Iran-Hezbollah-Hamas van het kwaad en de krachten van vrijheid en vooruitgang. Licht zal duisternis verslaan. Met vereende kracht, met een diep geloof dat we een gerechtvaardigde strijd voeren en dat Israel eeuwig zal bestaan, zullen we de profetie van Jesaja 60:18 realiseren: ‘Van geweld in je land wordt niets meer vernomen, noch van verwoesting en rampspoed binnen uw grenzen. Je zult je muren Redding noemen en je poorten Roem.’ Samen zullen we vechten en samen zullen we overwinnen.” (zie bron)
Netanyahu verwijst naar het Oude Testament omdat hij het ziet als Gods boek voor het Joodse volk. Christenen zien dat anders. Gods boek bestaat uit twee delen en gaat over Gods belofte en de realisatie ervan dat Hij Jezus Christus zal sturen om heel de wereld te bevrijden van zonde en schuld en van de aarde weer een paradijs van vrede en veiligheid te maken. Iedereen die vóór zijn komst Jezus als Messias en Redder verwachtte en tijdens zijn leven op aarde in Hem geloofde en iedereen die daarna vanaf Pinksteren Hem als Messias en Redder erkent, hoort bij dat ene volk van God. Al die mensen, die in Christus een nieuwe schepping zijn, zijn “het Israel van God” en delen in de vrede en barmhartigheid dankzij het kruis van Jezus Christus onze Heer, zoals Paulus in Galaten 6:14-18 zegt. Dat ware Israel bestaat uit alle mensen die wandelen in het voetspoor van het geloof van Abraham (Romeinen 4:12).
In het Oude Testament koos God voor het smalspoor van het Joodse volk. Alleen incidenteel traden er ook gelovigen uit de heidenen toe. Sinds Pinksteren verbreedt God Zelf “het burgerschap van Israel” tot heidenen en Joden die zich verbonden weten met Christus en die dankzij Hem samen door één Geest toegang hebben tot de Vader (Efeziërs 2:11-22). Geen wonder dat Paulus daarom ook de belofte dat God het land Kanaän aan de nakomelingen van Abraham, Isaak en Jakob zal geven, zonder problemen verbreedt tot “een goed en lang leven op aarde” (Efeziërs 6:3).
Het lijkt mij daarom ongepast om Bijbelteksten over Israel uit het Oude Testament toe te passen op steun aan de staat en de Joodse burgers van Israel vandaag. Dan krijg je van die vreemde toepassingen zoals ‘Christenen voor Israel’ dat je een Psalm over persoonlijke geloofsvervolging uit het jaar 1000 vóór Christus gaat toepassen op de politieke situatie in Israel anno 2023.
Voor je het weet, praat je daarmee ook andere ontwikkelingen goed, zoals het wangedrag van de Joodse kolonisten op de Westelijke Jordaanoever, die als gangsters de lokale Palestijnse bevolking verjagen, omdat heel Judea en Samaria door God aan het Joodse volk beloofd is. En zelfs Gaza zou dan geheel gezuiverd mogen worden van de niet-Joodse bevolking, want er staat immers in Rechters 1:18: “Ook veroverden de Judeeërs het hele gebied van Gaza, het hele gebied van Askelon en het hele gebied van Ekron.”
Van dit soort bijbelse retoriek zouden christenen zich verre moeten houden. Het zou veel mooier zijn als mijn geloofsgenoten van ‘Christenen voor Israël’ het Oude Testament weer via de lens van Messias Jezus (Pasen) en zijn Heilige Geest (Pinksteren) gaan lezen. Dan zeg je in 2023 met Psalm 25 vers 22: ‘O God, verlos de Eritrese en Noord-Koreaanse christenen uit al hun benauwdheden.” Of nog beter, betrek deze Psalm op de Palestijnse christenen, die al eeuwenlang het land bewonen, van wie sommigen een stamboom hebben die teruggaat tot 400 na Christus en van wie de voorouders misschien wel met Pinksteren op het tempelplein stonden en bij de eerste 3000 christenen hoorden die Jezus als Messias erkenden en zich lieten dopen. Vanuit de onopgeefbare en onvoorwaardelijke verbondenheid die christenen wereldwijd met elkaar voelen bid ik als eerste voor hen: “O God, erbarm U over onze Palestijnse broeders en zusters die klem zitten tussen twee onverdraagzame vuren.”



Zo is het 🙂