Gereformeerd ‘vrijgemaakt’ – uitgelegd in Jip-en-Janneke-taal

Wie wat bewaart, heeft wat. Maar bij een verhuizing moet je ook weer een heleboel wegdoen. Dus bracht ik in 2022, toen we van Assen naar Balkbrug gingen verkassen, wat boeken en ander spul naar de kringloop. Er zat ook een stapel van 2 x 10 brochures in, nl. ‘Afscheiding en Vrijmaking in Assen’ en ’50 jaar Vrijmaking in Assen’.

“Wat leuk, mag ik van allebei eentje?” zei de man bij de inname die mij herkende als de dominee van Peelo. “Ik vroeg me altijd al af waarom jullie vrijgemaakt heten.”

Ja, hoe leg je dat even snel en begrijpelijk uit? Dus zei ik:

“In 1944, midden in de Tweede Wereldoorlog, kregen de gereformeerden onenigheid over een paar belangrijke kwesties. Daarover deed het landelijke bestuur een uitspraak waar niet alle plaatselijke kerken het mee eens waren. Toen besloot het landelijk bestuur om een flink aantal tegenstanders uit hun funktie te ontheffen. Dominees werden ontslagen en ouderlingen werden uit het plaatselijke kerkbestuur gezet.

Daar kwam flink wat protest tegen, want de plaatselijke gereformeerde kerken waren altijd zelfstandig geweest, dus het landelijk bestuur had het recht niet om zomaar dominees en ouderlingen en complete kerkbesturen af te zetten.

Ongeveer 10% van de 700.000 gereformeerden heeft zich in 1944 en 1945 vrijgemaakt van die inmenging van het landelijke bestuur en zijn zelfstandig verder gegaan als Gereformeerde Kerken, vaak met het woordje (vrijgemaakt) erachter.

Vergelijk het met de KNVB en een voetbalclub als Ajax. Ajax is, net als alle andere voetbalclubs, lid van de KNVB. Maar de KNVB kan nooit de trainer van Ajax ontslaan of het bestuur van Ajax afzetten als er sprake is van misstanden binnen de club. Daar is de KNVB niet toe bevoegd. De KNVB kan Ajax wel een boete geven, het eerste elftal terugzetten naar de amateurs of zelfs alle elftallen uit de competitie nemen. Maar alleen de club zelf kan de trainer ontslaan of het bestuur wegstemmen.

Zo was het in de gereformeerde kerken ook. Maar in 1944 veranderde het landelijke bestuur de spelregels.”

“Dus het hoofdbestuur greep de macht om één van de twee meningen erdoor te drukken?” reageerde mijn gesprekspartner. Ik zei: “Ja, dat klopt precies. Terwijl volgens de latere vrijgemaakten beide meningen best naast elkaar hadden kunnen bestaan.” Daarop vroeg de man van de inname: “Maar als de meerderheid dat nou niet wilde, hoe hadden ze het dan moeten oplossen?” Ik zei: “Dan hadden ze, net als de KNVB doet bij misstanden bij plaatselijke clubs, die kerken niet langer moeten toelaten. Dan word je a.h.w. met een rode kaart van het kerkelijke speelveld gestuurd, maar je respecteert wel de zelfstandigheid van de plaatselijke club.”

“Ik heb nog één vraag”, zei de kringloopmedewerker. “Als het nou omgekeerd was gegaan en de meerderheid van de kerken had het hoofdbestuur weggestemd, hoe was het dan afgelopen?” Ik zei: “Dat kun je beter vergelijken met de Nederlandse Volleybalbond NEVOBO. Die heeft lang geleden besloten om een aantal spelregels te wijzigen en bijna alle volleybalclubs waren het daar mee eens. De clubs die toen tegen waren, moesten kiezen: of we accepteren de nieuwe spelregels of we beginnen een alternatieve volleybalbond met clubs die nog volgens het oude systeem willen spelen. Maar die nieuwe landelijke bond mag zichzelf niet NEVOBO noemen, want ze zijn er vrijwillig uitgestapt.”

“Aha,” zei mijn gesprekspartner, “het is mij helemaal duidelijk. Daarom moesten jullie achter je naam nog vrijgemaakt zetten, omdat jullie als minderheid eigenlijk gewoon een nieuwe kerkelijke club begonnen.” “Ja, zo zou je het kunnen zeggen, maar dan wel volgens de oude spelregels,” antwoordde ik (en ik dacht: ik zal maar niet uitleggen dat de vrijgemaakte kerken er in het begin onderhoudende art. 31 KO achter hadden gezet en wij daarom tot op de dag van vandaag soms nog ‘artikeltjes’ genoemd worden ;-). Toen ik vertrok, zei de kringloopman: “Nou, bedankt voor de uitleg. En die beide boekjes ga ik eens lekker doorlezen.”

Over die boekjes gesproken: de eerste, over de Afscheiding en de Vrijmaking in Assen, is 70 blz. dik en geschreven door de vrijgemaakte dominee H. Bouma, die van 1948-1984 in Assen stond. De tweede, over 50 jaar Vrijmaking, is 20 blz. dun en geschreven door J. Kamphuis, professor aan de vrijgemaakte Theologische Universiteit en dezelfde H. Bouma. Kamphuis heeft het over de landelijke Vrijmaking, Bouma ook over de Vrijmaking in Assen. Met een beetje geluk zijn ze te vinden op sites als https://www.boekwinkeltjes.nl/.

‘Vrijblijvende christen’ tast saamhorigheid aan

Ernst Leeftink, dominee van de verbinding, neemt na bijna 17 jaar afscheid van Assen

Na bijna 17 jaar ‘zijn’ GKV-gemeenschap te hebben geleid in de kerk ‘Het Noorderlicht’ in de wijk Peelo, neemt dominee Ernst Leeftink na de zomer afscheid van Assen. Hoewel de geboren Groninger (Oldehove) zich een ‘echte Assenaar’ is gaan voelen, begint hij aan een nieuw hoofdstuk binnen de GKV-gemeenschap in Balkbrug. ‘Ik ben 57 jaar, als ik nog iets anders wilde, moest het nu gebeuren.’

Tekst en foto: Robbert Willemsen

De vader van vier kinderen en echtgenoot van natuurfotograaf Karla Leeftink-Huizinga, die via Zaamslag en Nijmegen in 2005 in Assen terecht kwam, staat bekend als een ‘verbinder op geloofsniveau’. Overal waar hij predikte, bracht hij mensen samen. ‘Op Zaamslag was ik de eerste predikant die namens de vrijgemaakte kerk meedeed aan de interkerkelijke viering tijdens Kerst en Pasen. En denk erom, interkerkelijke samenwerking was toen, dertig jaar geleden, binnen onze kring nog een vies woord. Maar dat ging, na overleg met en instemming van de kerkenraad, prima. In Nijmegen stond ik aan de basis van de eenwording met de plaatselijke CGK en in Assen werken we incidenteel samen met de Pinkstergemeente.’

Brede inzet

Maar Leeftink zet zich breder in. Hij bekommert zich bijvoorbeeld om asielzoekers, predikte tot 2020 in de Bethelkerk (centrum) tijdens de Middag-Pauze-Diensten én de dominee stond tijdens gemeenteraadsverkiezingen liefst vier keer op de kieslijst van de ChristenUnie. ‘Twee keer als lijstduwer, twee keer wat hoger op de lijst. Of ik, bij voldoende voorkeursstemmen, ook de raad in was gegaan? Nou, ik denk het niet. Politiek heeft zeker mijn interesse, maar het raadswerk zou vrees ik niet te combineren zijn geweest met mijn werk voor de kerk.’ Want de kerk is zijn passie. ‘Mijn roeping’, vult Leeftink aan. ‘Ik ben heel blij dat ik dit mag doen. Hoewel ook andere professies vroeger door mijn hoofd zijn gegaan, voordat ik naar de theologische universiteit in Kampen ging. Zoals politicus, leraar, journalist… Zo schreef ik over het Paas Volleybal Toernooi, in sporthal De Timp in Assen. Maar het geloof won het toch.

God en Jezus hebben een belangrijke plek in mijn leven, en dat wil ik uitdragen. Niet enkel vanuit die ‘hoge toren’, ik sta graag tússen de mensen om mijn verhaal te vertellen. En ik hoef ook niet per se anderen te bekeren, ik wil mensen aan het denken zetten. Wat is de zin van het leven? En bij wie zoek je dit?’

Leeftink gelooft ook niet in die ‘eigen wereld’ van het geloof, maar in een sociale maatschappij waar iedereen elkaar nodig heeft. ‘Zo hebben we bijvoorbeeld een goede verhouding met onze buren in wijkgebouw ’t Markehuus en maken ook gebruik van de ruimtes daar. En afgelopen Kerst zijn we qua activiteiten eens buiten de kerk gegaan met een Lichtjestocht. Geen engeltjes of sterretjes, maar wel de christelijke boodschap van het kerstverhaal. En iedereen vond dat fantastisch. Het kwam ook heel ‘natuurlijk’ over, niemand had het idee dat hen ‘het geloof even door de strot werd geduwd’.

U-bocht christenen

 ‘Er waren wel een paar mensen die dachten: ‘laat ik eens een kijkje nemen in de kerk’. Elk jaar hebben we wel een paar toetreders. En U-bocht christenen. Ja, U-bocht. Ze komen weer terug omdat ze zien dat de kerk toch anders, minder formeel en streng, is dan vroeger.’

Leeftink kende hoogte- en dieptepunten in Assen. Onder zijn hoede werd bijvoorbeeld in 2015 de nieuw gebouwde kerk ‘Het Noorderlicht’ in gebruik genomen, maar ook hij maakte natuurlijk de coronatijd mee, met al z’n maatregelen en restricties. Hoewel de kerken een soort van status aparte hadden, sprak Leeftink eerder al zijn afkeuring uit over kerken die ondanks het besmettingsgevaar grotendeels bezet waren. ‘Dan hou ik mijn mening niet voor me. Kijk, ook binnen onze gemeenschap werken mensen in de zorg. Dan kun je zoiets niet maken. Aan de andere kant: ik vind ook dat we op een gegeven moment, uit angst denk ik, iets té volgzaam waren wat de maatregelen vanuit de overheid betrof. Moest er worden afgeschaald naar 50 procent: prima, deden wij het naar 40 procent. ‘Better safe than sorry’. Maar kon er weer ópgeschaald worden, op een veilige manier met voldoende afstand, gebeurde dat in de kerken vaak niet meteen. Wellicht ook gevoed door angst, maar dat begreep ik dus niet.’

Natuurlijk, gaat Leeftink verder, deed de ‘digitale kerkdienst-variant’ stevig haar intrede. ‘Maar dan mis je toch die saamhorigheid van het met elkaar fysiek aanwezig zijn. Het werkt bovendien, als mensen alleen thuis zitten, ook eenzaamheid in de hand.’

Twee coronapreken

Corona heeft volgens Leeftink geen wig gedreven in ‘Het Noorderlicht’ tussen mensen die de pandemie (inclusief maatregelen en vaccinaties) een haox vonden en kerkgangers die het virus heel serieus namen. ‘Ik heb in die periode twee keer een ‘coronapreek’ gehouden. ‘Eén keer heb ik opgeroepen de overheid te gehoorzamen en één keer heb ik het gehad over die zogenaamde ‘beteugelde vrijheid’ die sommige mensen ervoeren, terwijl je alleen maar een beetje rekening met elkaar diende te houden.’

Toch ziet de dominee dat de pandemie een blijvend effect heeft wat betreft de gang naar Het Noorderlicht. ‘Een behoorlijk aantal mensen blijft nog steeds thuis. Vooral twintigers en dertigers. Ja, het YouTubekanaal om de digitale kerkdienst te kunnen volgen gebruiken we nog steeds, dan is het blijkbaar gemakkelijker om die op zondag op een zelf gekozen moment de kerkdienst te bekijken. En sommige ouderen, 60-plussers, vertrouwen het nog steeds niet wat besmettingsgevaar betreft. Maar op die manier krijgen deze mensen steeds minder binding met de kerk, als gebouw waar je samenkomt. De ‘vrijblijvende christen’ noem ik dat. Het geloof wordt op die manier meer een ‘leuke gemeenschap’ om bij te horen. En nogmaals, dat gaat volgens mij toch ten koste van dat belangrijke gemeenschapsgevoel, de saamhorigheid.’

Weemoed?

In juli vindt de verhuizing naar Balkbrug plaats. Of Leeftink na al die jaren in Assen nog met een stukje weemoed over zijn schouder kijkt? ‘Tja, we laten best veel positieve dingen achter. En er is ook nog veel te doen in Assen. Maar dat laat ik over aan mijn opvolger. Steeds als we verhuisden keken we nooit te lang om. Ik heb er ook erg veel zin in mijn nieuwe uitdaging aan te gaan.’

Dit interview is geplaatst in de Asser Courant van dinsdag 5 april 2022


DRAAG BIJ AAN DE BLOEI VAN DE STAD – STEM ALS CHRISTEN OP EEN CHRISTEN

Woensdag 16 maart is de dag van de gemeenteraadsverkiezingen. Wie wil, kan maandag en dinsdag ook al stemmen. Nu heeft niet iedereen iets met de politiek. Toch is het belangrijk dat er in onze tijd mensen zijn als Daniël. Christenen die ervan overtuigd zijn dat God graag wil dat ze zich inzetten voor de bloei van de stad, het dorp en het land waar we in leven. Zulke christenen zijn de stem van hun mede-christenen waard.

Nederland is geen christelijk land, maar wel een land waar we alle vrijheid hebben om als christenen te leven en voor God en Jezus uit te komen. Voor ons geldt hetzelfde als in de tijd van Jeremia, toen de gelovigen in Babel woonden. De oproep die Jeremia namens God moet doen is deze: “Bid voor de stad en zet je in voor haar bloei, want de bloei van de stad is ook jullie bloei.” (Jeremia 29:7)

Hoe kun je als christen bij de gemeenteraadsverkiezingen bijdragen aan de bloei van de stad? Door op een mede-gelovige te stemmen die het goede voor jouw woonplaats zoekt. Dan geef je pas echt stem aan je geloof en doe je, samen met al die andere christenen, wat Jezus graag van zijn volgelingen ziet: dat je het zout in de pap van de samenleving bent en het licht van Gods liefde en goedheid voor alle mensen verspreidt in een maatschappij die steeds donkerder wordt.

Persoonlijk denk ik dat je daarbij het beste op een christelijke partij kunt stemmen als die in jouw gemeente met de verkiezingen meedoet. Natuurlijk kun je ook op een niet-christelijke partij stemmen die zegt jouw persoonlijke belangen of het belang van bepaalde doelgroepen te behartigen. Maar houdt zo’n partij ook rekening met de eer van God? Laat de fractie van een niet-christelijke partij zich motiveren door de Bijbel en bidt men daar samen om kracht en wijsheid van Boven?

Als christenen niet op mede-christenen stemmen, moet je niet klagen dat Nederland steeds onchristelijker wordt.

In Assen zet de ChristenUnie zich al jaren in voor de bloei van onze stad. Dat wordt gewaardeerd: de ChristenUnie is in Assen inmiddels de grootste partij – lijst 1 met vijf zetels = vijf gemotiveerde christenen die samen het goede voor onze stad zoeken. Die aktieve betrokkenheid vind ik erg belangrijk. In onze eigen wijk Peelo zijn we dat als christenen van ‘Het Noorderlicht’ ook. Zelf word ik al jarenlang ‘de dominee van Peelo’ genoemd. Dat voelt als een groot compliment. Als predikant ben ik er niet alleen voor de eigen kerkleden, maar wil ik er zijn voor iedereen.

Lijst 1 – nummer 15

Dit jaar sta ik voor de vierde keer op de ChristenUnie-lijst als één van de lijstduwers. Daarmee hoop ik te laten zien dat kerk en samenleving geen gescheiden circuits zijn. Integendeel: als christenen in Assen zoeken we het goede voor de stad en bijdragen aan de bloei van de stad.

En of ik dan zondags in de kerk voor de ChristenUnie bidt? Nee, dat doe ik niet. Op de preekstoel is partijpolitiek uit de boze. Wel bid ik voor alle christenen die als een Daniël in de plaatselijke politiek aktief zijn. En ik roep ook iedereen op om als christen je geloof een stem te geven door het vakje van één van die Daniëls of Daniëlla’s rood te kleuren. Want als christenen niet meer stemmen op mede-christenen, waar wordt dan in de politiek nog gehoord en getoond dat Gods adviezen goed zijn voor alle mensen en heel de samenleving tot bloei brengt?

Vanaf hier zeg ik wél uit volle overtuiging: geef je stem op 16 maart aan de ChristenUnie. Dat is de partij die er openlijk voor uitkomt in Assen te geloven. Hoe je het ook opvat. Als iedereen zijn steentje bij draagt Daar geef ik op 16 maart graag mijn stem aan. En ik hoop dat velen dat met wij doen. Dan zit er straks weer een handvol (of misschien nog wel eentje meer) heel geschikte én gelovige mensen in de gemeenteraad die zich inzetten voor de bloei van onze prachtige stad Assen.

Dus laat maar schijnen, die lamp van het geloof – ook door als christen je stem uit te brengen bij de gemeenteraadsverkiezingen.

Gewone Catechismus – leerhuis op zondagmiddag

In veel kerken wordt geen zondagmiddagdienst meer gehouden. Soms was die dienst al afgeschaft voor de coronatijd, maar veel kerken houden sinds de crisis geen middagdienst meer en die zal in de meeste gevallen ook niet terugkeren. Maar daardoor verdwijnt er wel een deel van de geloofstoerusting. Daar wilden de predikanten van de Gkv in Assen-Peelo en de vGK van Assen iets aan doen.

Leerhuismiddagen

Van oudsher waren de zondagmiddagdiensten bedoeld als leerdiensten. Vroeger werden ’s middags in elke kerk zogenaamde catechismuspreken gehouden. De Heidelbergse Catechismus bestaat uit precies 52 zondagen. Zodoende kon je als predikant in een jaar alles behandelen. In een deel van de kerken die nog middagdiensten houden, preekten de dominees voor de crisis nog steeds uit de catechismus, en soms is dit na de zomer hervat. Maar een ander deel hield geen middagdiensten meer of vulde de middagdienst op een andere manier in.

Ds. A. van Harten-Tip, predikant van Oase en ds. L.E. Leeftink, predikant van het Noorderlicht hebben gemerkt dat er bij hun gemeenteleden wel behoefte is aan geloofstoerusting. In het verleden gaven zij gezamenlijk cursussen n.a.v. de boekjes van ds. J. Klapwijk Het goede nieuws van het Oude Testament en Beter nieuws uit het Nieuwe Testament.

Even ter verduidelijking: Oase is de voortgezette Gereformeerde Kerk (vGK), ontstaan in 2004. Door een fusie van een aantal kerken ontstond de PKN. Een klein deel van de gereformeerde kerken ging niet mee in de fusie en zo ontstond de vGK. In Assen is mevrouw ds. van Harten-Tip voorganger van deze kerk, die de naam Oase draagt. Het Noorderlicht is de GKv in Assen-Peelo, waarvan ds. Leeftink voorganger is.

Ds. van Harten en ds. Leeftink bedachten het plan om eens in de drie weken zogenaamde leerhuismiddagen te houden. De zondag, als opstandingsdag van onze Heer, is bij uitstek de dag om in alle rust samen te komen om te groeien in het geloof, vonden zij.

Gewone Catechismus

Zij wilden dit doen aan de hand van een in mei 2019 verschenen boekje met de titel Gewone Catechismus. Het boekje is geschreven door de theologen Arnold Huijgen (CGK), Theo Pleizier (PKN – Ger. Bond) en Dolf te Velde (GKv). Zij zijn alle drie hoogleraar aan de theologische universiteiten in  respectievelijk Apeldoorn, Groningen en Kampen.

De Gewone Catechismus (GC) is geen hedendaagse vertaling van de Heidelbergse Catechismus, maar de GC verwoordt in 100 vragen en antwoorden de inhoud van het christelijk geloof op een hedendaagse manier. De auteurs willen bijbelgetrouwe christenen van vandaag helpen hun geloof te begrijpen, leren verwoorden en vanuit dat geloof te leven.

De insteek is anders dan bij de HC, maar alle onderwerpen daaruit komen wel aan bod. De rode draad in de GC is ‘geluk’, uitgelegd in drie delen: 1. God de Vader – vertrouwen en gebed, 2. Jezus Christus – volgen en gebod, 3. De Heilige Geest – kerk en avondmaal.

Voor de kerkbode wilden de beide predikanten graag iets vertellen over de leerhuismiddagen, die inmiddels gestart zijn. De toegang is uiteraard gratis en belangstellenden kunnen nog steeds gewoon inhaken. Het tot nu toe gebruikte cursusmateriaal (en het vervolg, na iedere bijeenkomst), dat bestaat uit de Powerpoint presentatie, handouts, gespreksvragen en een leesrooster, is te vinden op de website van Oase. Het cursusmateriaal is vrij te gebruiken voor bijvoorbeeld bijbelstudiegroepen.

De GC wordt door ds. Leeftink niet gebruikt bij de catechisaties voor de jeugd, maar is er zeker geschikt voor. Er zou dan wel lesmateriaal bij gemaakt moeten worden.

Ds. van Harten gebruikt het boekje voor de volwassenencatechese.

Hoe verlopen deze zondagmiddagen over de Gewone Catechismus?

Ds. Leeftink legt het uit. ‘De opzet in volgorde is: samen zingen, bijbellezen, gebed, uitleg en toelichting, groepsbespreking (30 min.), plenaire bespreking, gebed, collecte bij de uitgang. Vooraf wordt een handout uitgereikt. Daarop staan gespreksvragen voor de groepsbespreking en een leesrooster voor de verwerking thuis. De liederen, het bijbelgedeelte en de hoofdpunten staan op de beamer. De bijeenkomsten duren gemiddeld vijf kwartier. Een uur, zoals oorspronkelijk de bedoeling was, bleek te kort. Er was te weinig tijd om een goede bespreking te houden. En dat is juist wat erg gewaardeerd werd, het onderlinge geloofsgesprek. Bij de cursussen over het OT en NT ging het meer om kennisoverdracht (zonder bespreking in groepjes), maar bij de leerhuismiddagen geven de gesprekken een stukje verdieping. Dat is een mooie ontwikkeling. De eerste keren waren er tussen de 20 en 30 personen.’

Ds. van Harten verwacht dat er meer mensen zullen aanhaken wanneer het weer gewoner wordt om kerkdiensten te bezoeken. Tot nu toe was men voorzichtig met groepsactiviteiten.

Maar gezien de ontwikkelingen in de coronacrisis denk ik zelf dat mensen misschien toch weer terughoudend zullen zijn. Iedereen is evenwel van harte welkom op de zondagmiddagen:

9 jan.              deel 6              Bidden (GC 31-36)   

30 jan.            deel 7              Het volmaakte gebed (GC 37-46)

20 feb.            deel 8              Jezus – de weg tot God (GC 47-54)

13 mrt.            deel 9              Jezus – de waarheid en het leven (GC 55-62)      

3 apr.              deel 10            God liefhebben – wet I (GC 63-70)

24 apr.            deel 11             Je naaste liefhebben – wet II (GC 71-77) 

15 mei             deel 12            De Heilige Geest (GC 78-83)         

12 juni deel 13            De kerk (GC 84-93)

3 juli               deel 14            Het Avondmaal (GC 94-100)

(de eerste vijf bijeenkomsten zijn reeds geweest, zie op de genoemde website)

Mensen die komen, zijn dat vooral kerkleden die graag op zondagmiddag ook naar de kerk gaan, of gaat het om het onderwerp?

Ds. Leeftink denkt het laatste. ‘Veel deelnemers vinden het fijn dat het juist op de zondagmiddag is, want dat geeft een goede invulling aan de zondag. In veel kerken in de regio Assen is de middagdienst na afschaffing (nog) niet weer opgestart. Toch kregen we ook een reactie van een echtpaar, dat meedeed aan de doordeweekse cursussen over de boekjes van ds. Klapwijk, dat ze het jammer vinden dat het nu op zondagmiddag is. Want in hun kerk worden nog wel twee kerkdiensten per zondag gehouden en die moeten ze dan verzuimen.’

Werden er in jullie kerken voor de coronaperiode op zondagmiddag altijd catechismuspreken gehouden?

MaasStee – waar vGKN Oase zondags samenkomst

In beide kerken gebeurde dit af en toe, niet regelmatig. Ds. van Harten vertelt ook waarom. ‘Wij hebben geen eigen kerkgebouw. Onze ochtenddiensten vinden plaats in de MaasStee. Dat is een accommodatie, een soort wijkgebouw, in de Asser wijk Pittelo. Wij hebben alleen middagdiensten wanneer we in de Bethelkerk (CGK) of in woonzorgcentrum ArendState terecht kunnen.’

Ds. van Harten en ds. Leeftink hebben met veel plezier deze leerhuismiddagen en de cursussen over het OT en NT georganiseerd. Ze gaan daarom zeker kijken of er in de toekomst meer mogelijk is. Ds. van Harten vindt het mooi om te merken dat mensen blij en enthousiast worden van het schatgraven in de Bijbel. Herhaling is zeker de moeite waard. Te meer omdat in veel kerken de zondagmiddagdiensten niet weer terugkeren. Dat zou bijvoorbeeld ook kunnen door samenwerking met meer Asser kerken. Te denken valt aan leerdiensten, jeugddiensten, praisediensten.

Er wordt na de leerhuismiddagen ook een collecte gehouden. Waar is die voor?

Ds. van Harten vertelt daarover. ‘Na de bijeenkomst is er een, uiteraard vrijwillige, deurcollecte voor SORSA: Stichting Ondersteuning Reformatorisch Studiecentrum Afrika. Dat is een mond vol, maar het werk dat hiervoor in Pretoria wordt gedaan verdient dat. Het is een initiatief van een Zuid-Afrikaanse predikant die om gezondheidsredenen de deur letterlijk niet meer uit kan. Hij heeft ermee geworsteld hoe dit gegeven past bij zijn roeping als predikant. Het antwoord dat hij kreeg was dat hij andere predikanten en voorgangers zou kunnen toerusten.

Hij is begonnen bijbelgetrouw studiemateriaal te verzamelen en beschikbaar te stellen voor de vele voorgangers in Zuid-Afrika die, in tegenstelling tot bijvoorbeeld Nederlandse predikanten, niet de beschikking hebben over een flinke bibliotheek met theologische boeken. Dit werk is explosief gegroeid. Er is een enorme bibliotheek ontstaan waar mensen, ook digitaal, terecht kunnen. Er zijn tevens preekschetsen beschikbaar. Van deze laatste mogelijkheid wordt nu al meer dan 10.000 keer per maand gebruik gemaakt. De gebruikers wonen allang niet meer alleen in Zuid-Afrika. Wereldwijd weten voorgangers en predikanten de website te vinden. Er is een groot aantal vrijwilligers actief in en voor dit studiecentrum, en voor de continuïteit zijn er ook een aantal betaalde krachten aangenomen. Zo heeft de Here God iemands beperking gebruikt als een ongekende mogelijkheid.

Omdat wij ons tijdens de leerhuismiddagen verdiepen in het Woord van God leek het ons een passend collectedoel. Op die manier steunen we de verspreiding van het Evangelie, waar wij zo dankbaar voor zijn.’

Voor meer informatie, zie www.refstudycentre.com. Aanmelden als supporter kan door middel van een mail aan stichtingsorsa@gmail.com.

Het Noorderlicht – kerkgebouw van GKV Assen-Peelo

Artikel met toestemming overgenomen uit Gereformeerde Kerkbode Groningen – Fryslân – Drenthe, nr. 16, 20 november 2021. Interviewer: Janny Kremer. Oorspronkelijke titel: Leerhuis Peelo

De ‘Gewone Catechismus’ op 14 zondagmiddagen in Assen (12-09-21 t/m 03-07-22)

In het seizoen 2021-2022 willen we graag, Deo Volente, 1x in de drie weken een ‘leerhuismiddag’ over de Gewone Catechismus houden.

In onze eigen kerkelijke gemeente (vGK Oase en GKV Het Noorderlicht) wordt geen wekelijkse middagdienst -meer- gehouden. De meeste andere kerken in Assen e.o. hebben sinds maart 2020 vanwege de corona-crisis ook geen tweede kerkdienst meer gehouden.

Hierdoor verdwijnt voor een groot deel de geloofstoerusting. Veel gemeenteleden verlangen daar wel naar, hebben we in de afgelopen jaren ervaren bij de zgn. Klapwijk-cursussen. Verder vinden we het waardevol om juist op de zondag als de opstandingsdag van onze Heer Jezus Christus in alle rust als gelovigen bij elkaar te komen om te groeien in het liefhebben en beter kennen van onze hemelse God en Vader.

De Gewone Catechismus (GC) is in mei 2019 verschenen. De schrijvers zijn de theologen Arnold Huijgen (CGK), Theo Pleizier (PKN – Geref. Bond) en Dolf te Velde (GKV). Ze zijn alle drie hoogleraar of universitair (hoofd)-docent aan hun theologische universiteit in Apeldoorn, Groningen en Kampen. De GC verwoordt in 100 vragen en antwoorden de inhoud van het christelijk geloof op een hedendaagse manier. Zo helpt ze bijbelgetrouwe christenen hun geloof voor deze tijd opnieuw te verwoorden en inspireert hen om vanuit dat geloof te leven.

Qua opzet en structuur heeft de GC een andere insteek dan de Heidel-bergse Catechismus, al komen alle onderwerpen wel aan bod. De rode draad in de GC is ‘geluk’. In drie delen wordt uitgelegd wat het echte ‘geluk’ is en bij Wie het te vinden is, nl. 1/ God de Vader – vertrouwen – gebed; 2/ Jezus Christus – volgen – gebod; 3/ De Heilige Geest – verwachten – kerk en avondmaal.

Bij de 14 ‘leerhuismiddagen’ denken we aan bijeenkomsten van ongeveer een uur die er zo uitzien:

  • Opening met een lied + gebed + bijbellezing
  • Lezing van ± 20-25 minuten door ds. Van Harten of ds. Leeftink
  • Bespreking in groepen n.a.v. gesprekpunten (± 15-20 minuten)
  • Plenaire rondvraag (± 5-10 minuten)
  • Afsluiting met lied en gebed

Het verdient aanbeveling om vooraf de gedeeltes uit de GC als voorstudie te lezen. Tijdens de bijeenkomst worden een handout van de lezing en de gespreksvragen uitgereikt. Tijdens de bespreking is er koffie en thee. Na afloop is er een collecte voor een goed doel.

Zondagmiddagen + Thema’s:

12 sep  1/ Geluk + Troost  (GC 1-5) 

3 okt.   2/ De doop (GC 6-12)           

31 okt. 3/ Wat is geloven (GC 13-17)

21 nov. 4/ De Drie-Eenheid   (GC 18-23)

12 dec. 5/ God, Vader en Schepper (GC 24-30)

9 jan.   6/ Bidden (GC 31-36)

30 jan. 7/ Het volmaakte gebed (GC 37-46)

20 feb.  8/ Jezus – de weg tot God (GC 47-54)

13 mrt. 9/ Jezus – de waarheid en het leven (GC 55-62)  

3 apr.   10/ God liefhebben – wet I (GC 63-70)      

24 apr. 11/ Je naaste liefhebben – wet II (GC 71-77)       

15 mei  12/ De Heilige Geest  (GC 78-83)    

12 juni 13/ De kerk (GC 84-93)        

3 juli    14/ Het Avondmaal (GC 94-100)

     

Locatie: GKV ‘Het Noorderlicht’ in Assen-Peelo

Tijdstip: 15:00 uur – 16:00 uur

Aanmelding: Niet verplicht, wel gewenst

Bestellen: Via de plaatselijke boekhandel (€ 18,99 gebonden, € 12,99 paperback)

Contactgegevens: Ds. A. van Harten-Tip, predikant@vgk-assen.nl of 0592-412814

Ds. L.E. Leeftink, dominee@gkvassenpeelo.nl of 0592-345954

‘Ik ben wel zo realistisch dat ik besef dat je niet op een eiland leeft’

Vorige week werd ik geïnterviewd door Robbert Willemsen van de Asser Courant. Vandaag (dinsdag 13 oktober 2020) stond het in de gedrukte editie en verscheen het ook op de website van de Asser Courant. Aanleiding was de laatste keer dat ik een Middag-Pauze-Dienst leidde. Aan alles komt een eind, ook aan 14 bijzonder kostbare en dankbare jaren waarin ik meer dan 90 keer mocht voorgaan. Uiteindelijk ging het interview vooral over ‘kerk en corona’, maar kreeg de Middag-Pauze-Dienst die elke woensdag in de Bethelkerk in Assen gehouden wordt, ook goede aandacht. Met instemming van Robbert mag ik het interview en de foto die hij erbij nam, op mijn weblog plaatsen. Maar je kunt natuurlijk ook de Asser Courant aanklikken, dan krijg je ook de Bethelkerk te zien!

Assen – De commotie rond de Hersteld Hervormde Kerk in Staphorst, waar ruim een week geleden drie maal 600 kerkgangers de zondagdienst volgden – zingend, zonder mondkapjes – liet ook de andere kerken in Nederland niet onberoerd. Daar heerste enige boosheid en ongeloof, omdat ‘het geval Staphorst’ álle religieuze bijeenkomsten, waarbij de coronaregels goed in acht werden genomen, weer ter discussie stelde.

Minister Grapperhaus reageerde in elk geval direct. Hij gaf de kerkenraden de maandag erop – en herhaalde dat afgelopen vrijdag nog eens nadrukkelijk – het dringende advies terug te gaan naar maximaal 30 personen per dienst. Zonder zang. De minister deed daarbij vooral een beroep op het ‘gezond verstand’.

De meeste raden gingen daar afgelopen week in mee. Daarbij kwam wel het verwijt, dat het kabinet de weken ervoor onvoldoende had uitgelegd wat de coronamaatregelen betekenen voor religieuze bijeenkomsten. En dat het draagvlak voor maximaal 30 mensen per dienst zodoende broos wordt.

Ook de vrijgemaakt-gereformeerde kerk Het Noorderlicht van dominee Ernst Leeftink (55) in de Asser wijk Peelo, besloot het advies van Grapperhaus op te volgen. Dus zaten er afgelopen zondag tijdens de morgendienst 30 in plaats van de – de laatste weken gebruikelijke – 75 kerkgangers in Het Noorderlicht. Gezongen werd er al niet meer in Peelo sinds de coronamaatregelen van kracht werden.

Leeftink vindt het jammer dat het zo moet. ‘Met 75 mensen in onze kerk kon heel goed de veilige afstand bewaard worden. De ventilatie hier is goed, dus we waren aan het onderzoeken of zingen ook weer kon. Kijk, zang hóórt bij een dienst, het is moeilijk om dat niet te doen. En we hebben al veel moeten opofferen in maart. Geen ontmoeting op zondag en door de week in de kerk, mensen die vanuit huis de online dienst moesten volgen… Dat was lastig, want je beleeft een dienst niet zoals het zou moeten. Je bent thuis sneller afgeleid, de concentratie is minder.’

Sinds 16 augustus mocht Het Noorderlicht weer kerkgangers ontvangen. ‘En dat was voor veel mensen heel fijn. Nee, niet iedereen kwam weer terug. Sommige families binnen onze gemeenschap hebben personen uit kwetsbare groepen in hun midden, maar er werken ook mensen in de zorg. En die wilden geen risico nemen.’

Toen Leeftink de commotie rond de diensten in Staphorst aanschouwde, bekroop hem al een onaangenaam gevoel. ‘Niet zozeer van wat daar precies gebeurde. De kerk in Staphorst biedt plaats aan 2300 mensen. Er waren vorige week zondag 600 mensen per dienst, verdeeld over drie zalen in een goed geventileerde kerk. Dat lijkt me te doen. Het zingen en het niet dragen van mondkapjes vond ik niet zo verstandig, maar het gaat vooral om de beeldvorming. ‘De besmettingen in Nederland schieten omhoog, iedereen moet concessies doen maar de kerk trekt zich daar niets van aan’. En dat werkte al met al als een rode lap op de seculiere media.’

De uitleg van de collega van Leeftink in Staphorst schoot bovendien bij veel mensen in het verkeerde keelgat. Die legde het lot van de Staphorsters wat besmetting, ziekte en overlijden door corona aangaat in de handen van God. Terwijl ook anderen, die niets met het geloof hebben, door hen besmet zouden kunnen worden, zo luidde de kritiek.

De scriba van de kerk in Staphorst toonde afgelopen zaterdag wel wat meer begrip voor alle ophef en in Staphorst werd zondag het aantal kerkbezoekers afgeschaald. Zingen (wel iets minder) en het niet dragen van mondkapjes bleven echter overeind. 

Leeftink is voorzichtig. Gods woord en wil is immers de basis voor élke christen. ‘Maar ik ben wel zo realistisch dat ik besef dat je niet op een eiland leeft. Dat je ook in aanraking komt met anderen, daar moet je eveneens oog voor hebben. Kijk, Staphorst hield sinds juli al diensten met 600 mensen, maar toen waren het aantal besmettingen in Nederland laag en kraaide daar geen haan naar. Maar nu dat aantal zo hard oploopt, had de kerk in Staphorst moeten afschalen. Men bleef echter een eigen weg bewandelen, inclusief zingen en geen mondkapjes dragen. En dat is jammer. Ze hadden de antenne moeten hebben hoe dat zou overkomen buiten Staphorst en hoe de pers daar vervolgens op zou kunnen springen.’

Door die halsstarrige houding voelen andere kerken zich ‘gepiepeld’, zoals Leeftink het uitdrukt. ‘Want Staphorst tornt op deze manier ook aan onze rechten, het recht op vrijheid van godsdienst. Onlangs gaf premier Rutte ons nota bene nog een compliment dat de kerken het zo goed deden, dat het besmettingspercentage daar zo laag was.’

Zuchtend: ‘En nu dus dit. Zonder ‘Staphorst’ hadden we ook in Het Noorderlicht niet terug gehoeven naar 30 mensen. Bovendien is het onderwerp ‘zingen’ voorlopig weer van de baan en geven we onze gemeenschap het dringende advies een mondkapje te dragen. Ja, ik weet dat het ‘slechts’ een advies is vanuit Den Haag en dat de kerkenraad uiteindelijk beslist, maar als we hier zeggen dat we het qua veiligheid goed voor elkaar hebben met 75 mensen in het gebouw en dat we dat beleid voorzetten, krijg je als kerk tóch een slechte naam. En dat willen we beslist niet.’

Afscheid van Bethelkerk.

‘In zo’n intieme setting bouw je iets moois met elkaar op’ 

Ernst Leeftink heeft afscheid genomen als een van de voorgangers tijdens de middagpauzedienst in de Bethelkerk aan de Groningerstraat. Leeftink heeft sinds kort – naast dat hij dominee is in Het Noorderlicht in Peelo – een ‘nevenfunctie’ van 20 procent als predikant in Oosterwolde.

Op zich vindt Leeftink het wel jammer dat hij na 14 jaar moet stoppen met de diensten in de Bethelklerk, die hij verzorgde met zes andere voorgangers, waaronder Folkert Folkers (geestelijk verzorger van woonzorgcentrum Arendstate), Ron Koopmans (Jozefkerk) en Anja van Harten-Tip (Oase). ‘Maar ik moest kiezen, mijn agenda werd te vol.’ Dominee Bart Dubbink (Lichtpunt) neemt de plaats van Leeftink in.

Op elke woensdagmiddag is de Bethelkerk geopend voor mensen ‘van alle geloof en levensovertuiging’, die midweeks een rustpunt en een moment van bezinning’ zoeken. Leeftink: ‘Het zijn korte diensten. Om 12.30 uur moet iedereen binnen zijn, is er een bijbellezing, een korte overdenking van 10 minuten, drie liederen (maar nu dus even zonder zingen) en een kleine orgelsolo. Om 12.55 uur zijn we klaar. Daarna is er nog ruimte voor een kop koffie of thee, een praatje en om 13.30 uur is iedereen weer vertrokken. Een middagpauzedienst, zoals de naam al zegt, moet ook in een middagpauze passen.’

De diensten trekken zo’n 30  bezoekers, die volgens Leeftink vooral de intimiteit ervan waarderen. Hoezeer, merkte hij toen ook deze kerk van half maart tot eind augustus dicht moest. ‘Onze vaste bezoekers misten de vaste ontmoeting in de kerk, vonden het jammer dat ze niet mochten komen. En ook ik miste het, omdat je in zo’n intieme setting toch iets moois met elkaar opbouwt.’ Daarom, lacht de dominee, zal hij – ondanks dat hij gestopt is – regelmatig langskomen bij de Bethelkerk. ‘Om de toch wel unieke sfeer weer even te proeven.’

Een kerk die kan: Boven – Binnen – Buiten en Bewegen rond de Bron

We leven alweer bijna een maand in twintig-twintig. Alles gaat weer zo z’n gangetje. De politiek maakt zich druk over een algeheel of beperkt vuurwerkverbod aan het eind van dit jaar. Drie kleine gereformeerde houden hun landelijke vergaderingen (CGK, GKV, NGK). Maar waar houden plaatselijke kerken zich mee bezig? En hoe doen ze dat?

Een kerk die kanIk kwam afgelopen week opnieuw de twee bekende uitdrukkingen uit de titel van deze blog tegen. Dat was in het boek ‘Een kerk die kan’. Daarin  beschrijven Rudolf Setz en Marten van der Meulen hoe Assen Zoekt is ontstaan en vanuit welke visie ze werken.  Assen Zoekt is bij ons in Assen het missionaire zusje dat officieel bij de Christelijke Gereformeerde  Kerk hoort en waarvan Gert van den Bos de parttime-voorganger is. In hun boek gebruiken ze ook deze uitdrukkingen  Boven – Binnen – Buiten en Bewegen rond de Bron.

Boven – Binnen – Buiten

Daarover schrijven ze: “De kerk komt in balans als er aandacht is voor de liefde naar God (boven-dimensie), de liefde voor elkaar (binnen-dimensie) en de liefde voor de ander (buiten-dimensie).” Voor Assen Zoekt is dit één van de belangrijkste richtlijnen in hun denken over missionair kerk zijn. Boven – Binnen – Buiten is namelijk een uitwerking van de twee geboden die volgens Jezus de belangrijkste zijn, nl. God liefhebben met heel je hart, heel je ziel, heel je verstand en al je krachten, en je naaste liefhebben als jezelf. “De boven-dimensie is duidelijk: dat is de liefde voor God. De liefde voor de naaste uit dit gebod heeft betrekking op zowel de volgelingen van Jezus (binnen) als op mensen in de hele wereld (buiten).”  Daarbij is liefde het kernwoord, net als in alle relaties. “Ook voor de kerk geldt dat liefde voor God, voor je medegelovigen en voor de wereld zich telkens weer nestelt in mensen in in de gemeenschap.” Belangrijk is ook, dat Boven – Binnen – Buiten met elkaar in balans zijn. “Wij denken dat het verlangen naar God in de aard van de mens is gelegd. Ook dat verlangen naar gemeenschap, en het verlangen naar een leven dat zin heeft en bijdraagt aan een betere wereld is niet iets wat we van een vreemde hebben, maar wat in ons hart is gelegd door God.” (blz. 16-20).

Bewegen rond de Bron

Wat verderop in hun boek beschrijven Rudolf en Marten hoe je op twee manieren kerk kunt zijn, nl. een ‘bounded’ kerk en een ‘centered’ kerk.

Met ‘bounded’ bedoelen ze een kerk die een aantal normen en waarden deelt, waaraan de gelovigen moeten voldoen. Vergelijk het met de manier waarop we in Nederland schapen houden: je neemt een stuk land en zet er een hek om. Zo zien veel traditionele kerken eruit. Om lid te kunnen worden moet je voldoen aan sommige officiële eisen en om er echt bij te horen moet je voldoen aan veel onuitgesproken verwachtingen.

Schapen waterMet ‘centrered’ bedoelen ze een kerk die weinig grenzen stelt, maar wel heel duidelijk de bron van het christelijk geloof centraal stelt: Jezus Zelf en de waarden die Hij o.a. in de Bergrede noemt. Vergelijk het met de manier waarop men in Australië schapen houdt: je laat ze vrij rondlopen, maar zorgt voor een bron met schoon water waar het vee uit kan drinken. Zo zien veel missionaire kerken eruit.  Men vertrouwt erop dat het evangelie zo kostbaar is dat mensen daar wel in de buurt willen blijven. Zolang ze zich bewegen naar de bron, hoef je je minder zorgen te maken over de grenzen. En als je echt aandacht blijft besteden aan de bron, blijf je ook scherp op wat niet past bij de christelijke kerk en het Koninkrijk zoals Jezus dat voor ogen heeft. (blz 128-131).

Heel kort gaan Rudolf en Marten ook in op de combinatie Boven-Binnen-Buiten en Bewegen rond de Bron. Ze schrijven namelijk: “Naar de bron van het evangelie kun je je op verschillende manieren toe bewegen. Alle manieren hebben hun eigen waarde.” (blz. 130) Sommige mensen zijn erg op ‘boven’ gericht, anderen meer op ‘binnen’, terwijl  weer anderen een hart voor ‘buiten’ hebben. Maar je kunt niet zeggen, dat iemand die zich veel met bijbelstudie bezighoudt en elke zondag twee keer naar de kerk gaat (‘boven’) dichter bij de bron staat dan iemand die praktische taken in de kerk op zich neemt of gewoon even aandacht besteed aan een ander kerklid  (‘binnen’), of dan iemand die vooral op z’n werk of de sportclub of in de wijk bekend staat als een betrouwbaar, eerlijk, vriendelijk iemand omdat hij of zij zonder al te veel woorden door gedrag en houding iets van Jezus uitstraalt (‘buiten’).

Wat kunnen we hier mee?

Alles wat ik hierboven nu geschreven heb, zette me aan het denken. Hoe functioneren deze dingen in onze gemeente? En wat kunnen we hier verder nog mee doen?

Als het om Boven – Binnen – Buiten gaat lijkt het mij belangrijk dat we het bij elkaar waarderen wanneer iemand zich inzet op één van die drie gebieden. We hoeven niet allemaal hetzelfde te doen uit liefde voor God en onze naaste. Ik denk altijd maar zo: in de eerste gemeente van Jeruzalem was men vooral op ‘boven’ en op ‘binnen’ gericht, maar dat bleef ‘buiten’ niet onopgemerkt, dus met woord en daad gingen ze ook getuigend de eigen omgeving en daarna de wijde wereld in. Maar niet iedereen deed hetzelfde. Maar iedereen deed wel iets, vooral passend bij de eigen gaven en soms ook omdat men zich geroepen wist door Jezus, de grote Opdrachtgever.

Net zo belangrijk lijkt het mij dat we met elkaar wel steeds weer blijven Bewegen rond de Bron. Dan hoeven God en Jezus niet altijd met zoveel woorden ter sprake te komen – als iedereen zich steeds maar weer laat motiveren en inspireren door Vader in de hemel en Jezus, onze  Redder, Heer en Vriend. En dat laatste, dat vraagt wel om goede voornemens, die we samen uitspreken en waar we ook samen voor willen gaan. Niet 1x per jaar, maar telkens weer.

En nu concreet!

Daar mag ieder zelf over nadenken.

  • In welke richting beweeg ik mij? Hoe vaak verlang ik naar Jezus en is Hij mijn Bron?
  • Op welk gebied van ‘boven – binnen – buiten’ wil ik graag als christen actief zijn? Waar roept God mij toe op?

Een paar vraagtekens bij het boek

Als eerste: het schema ‘Boven-Binnen-Buiten’ wordt door de schrijvers volgens mij wel wat eenzijdig ingevuld. ‘Boven’ lijkt beperkt te worden tot zingen en bidden en bijbellezen (blz. 21 + blz. 130)). ‘Binnen’ komt maar weinig aan bod en beperkt zich, zo kun je de indruk krijgen, uit de ontmoeting en het samen eten (blz. 21) en wordt soms zelfs helemaal overgeslagen (blz. 130). Alle accent lijkt te liggen op ‘Buiten’: als bijbelstudiegroep moet je je ook inzetten voor mensen in de buurt (blz. 21) en je kunt ook zonder dat je in de Bijbel lees of naar de kerk gaat of dagelijks bidt naar buiten toe een herkenbare christen in de praktijk zijn (blz. 130). Het is niet voor niets dat de ondertitel van dit boek ‘Zoek de bloei van je buurt’ is.

Als tweede: het voorbeeld van een afgebakend terrein met hekken erom heen in Nederland voor de schapen als oude en minder goede vorm van kerk-zijn en het voorbeeld van de bron waar schapen in Australië altijd weer naar terug gaan vind ik best een aantal goede elementen hebben. Maar het is volgens mij op één, belangrijk punt, geen goed voorbeeld. Schapen hebben altijd dorst naar water, dus ze komen altijd vanzelf weer terug naar de bron. Mensen hebben uit zichzelf geen dorst naar God en Jezus, dus komen ze niet uit zichzelf naar telkens weer naar de bron van levend water toe. Ooit zei een vrijgemaakte dominee: ‘Diep van binnen is ieder mens een verloren God-zoeker.’ Dat geloof ik niet. Diep van binnen zijn we zo erg van God vervreemd, dat Jezus door zijn Heilige Geest mensen moet laten ontdekken dat ze voor hun innerlijke dorst echt Hem nodig hebben.

Als derde: ik snap de insteek van Assen Zoekt en dus ook van het boek ‘Een kerk die kan’. Sterker nog: de kracht ligt in de open houding naar ieder mens die op zoek is naar persoonlijke aandacht en antwoorden op levensvragen en in de open houding naar het zoeken van welke vorm dan ook om belangstellenden te bereiken en te betrekken bij de kerk als ‘alternatieve familie’, zoals de schrijvers het zelf noemen. Volgens mij levert dat twee grote uitdagingen op. A) Pas op voor de valkuil om je vooral te richten op de randen van maatschappij, want dat is een relatief makkelijke doelgroep. Probeer ook de ‘gewone’ burger van een stad of dorp te bereiken, ook al is dat veel moeilijker en vaak een kwestie van lange adem. B) Heb je als nieuwe missionaire gemeente ook nagedacht over de vraag hoe je over 20 jaar samen kerk bent? De kans is groot dat je dan een gevestigde gemeente bent met grotendeels dezelfde vragen en uitdagingen als traditionele kerken nu. Niet alleen voor gevestigde kerken, maar ook voor vernieuwende kerken zoals Assen Zoekt geldt, dat je jezelf telkens weer moet vernieuwen. En ook geldt voor beiden, dat dat, als je wat langer bestaat, best lastig is. Maar met het missionaire in de genen zal het wel lukken, denk ik. Als Assen Zoekt in 2055 haar gouden jubileum viert en haar manier van kerk-zijn wat voorspelbare geworden is, heeft ze vast en zeker al op meerdere plekken een ‘Assen Zoekt Verder’-gemeenschap  gestart, die allemaal weer op een eigentijdse manier kerk in de buurt willen zijn.

Kanselruil in Assen (vGKN – GKv Peelo)

Kanselruil komt de laatste jaren vaker voor. Maar op 8 maart haalde het de krant. Het Nederlands Dagblad kopte met grote letters: Kanselruil in Gereformeerde Kerk vrijgemaakt van Assen-Peelo mogelijk na vrouwenbesluit. Dat klopt. Op zondag 24 maart zal ds. A. van Harten-Tip, predikante van vGKN ‘Oase’ in onze gemeente, GKv ‘Het Noorderlicht’, voorgaan en mag ik gelijktijdig in die gemeente preken. In ons plaatselijk kerkblad ‘De Bouwsteen’ van 24 februari 2019 heb ik namens de kerkenraad dit besluit uitgelegd:

“In Assen zijn veel kerken waar we contact mee hebben. Met onze vier GKV-zusterkerken van Het Lichtpunt, de Voorhof, de Maranathakerk en de Kandelaarkerk natuurlijk. En we hebben ook al meer dan 10 jaren een goede kerkelijke relatie met de CGK in Assen – de Bethelkerk. Sinds een paar jaar is daar ook de missionaire CGK-gemeente ‘Assen Zoekt’ bijgekomen. En sinds 2017 is op landelijk niveau het eenwordingsproces met de NGK in een stroomversnelling gekomen en krijgt dat ook in Assen steeds meer vorm. Verder hebben we goed contact en af en toe gezamenlijk diensten met onze Pinksterburen van de Ontmoeting en via hen weer incidenteel met een paar andere evangelische gemeentes in Assen. Fijn om te merken dat onze Heer Jezus Christus op verschillende manieren in onze stad met zijn Woord en Geest aanwezig is! Ook al zijn er soms verschillen – en daar hoeven we echt niet voor weg te lopen –, er is veel geestelijke herkenning in een tijd waarin steeds minder mensen een levende relatie met de HERE God hebben.

vGKN logoEén gemeente heb ik nog niet genoemd. Dat is de ‘Oase’-gemeente Assen e.o. van de voortgezette Gereformeerde Kerken in Nederland (vGKN). Deze gemeente heeft bijna 70 leden, komt elke zondag in de MaasStee in Pittelo bij elkaar en heeft in ds. A. van Harten-Tip een eigen parttime predikant.

Het kerkverband van de vGKN is ontstaan rond 2004, toen een klein aantal synodaal-gereformeerde kerken niet is meegegaan met de fusie van hervormden, synodaal-gereformeerden en luthersen. Die fusie leidde tot de Protestantse Kerk Nederland (PKN). Een groot aantal hervormde gemeentes ging niet mee en vormen nu de Hersteld Hervormde Kerk (HHK) met bijna 60.000 leden. Vanuit de synodaal-gereformeerde kerken bleven nog geen tien kerken zelfstandig. Samen noemen zij zich de voortgezette Gereformeerde Kerken in Nederland (vGKN). Het is een klein kerkverband met op dit moment zeven kerken (waarvan vijf in Friesland) en ongeveer 2.500 leden. Ook in Assen is er een vGKN-gemeente

In het Jaarboekje 2018-2019 schrijft de ‘Oase’-gemeente over zichzelf: ”Sinds 7 februari 2012 is er een vGKN in Assen en omgeving. Een Bijbelgetrouwe gemeente, die de belijdenisgeschriften ondertekent en er naar handelt. Want wij zijn een gemeente van onze Heer Jezus Christus, die zich wil houden aan wat de Bijbel ons zegt. Jezus kwam voor ons naar de wereld om onze Verlosser te zijn! Hij staat centraal in ons leven en in onze diensten, waar we Hem aanbidden en eren. Wij mogen dat uitdragen naar de wereld om ons heen en hebben het verlangen om te groeien in onze missionaire opdracht. Sinds 6 juli 2014 is ds. A. van Harten-Tip voor 20% verbonden als predikant van de gemeente.”

Zowel landelijk als plaatselijk zijn er goede contacten met de vGKN. In Assen zijn er tussen de ‘Oase’-gemeente en onze zusterkerk van Assen-West goede contacten en gezamenlijke activiteiten.  Ook ds. Van Harten-Tip is voor veel gemeenteleden geen onbekende. Ze gaat voor in de diensten van Arendshorst/Arendstate en in de Middagpauzediensten en verzorgt dit jaar voor de tweede keer één van de drie zogenaamde ‘Klapwijk-cursussen’ bij ons in de kerk. Dat gebeurt in goede samenwerking met ondergetekende, maar de cursus wordt toch echt grotendeels door haar gegeven.

Vanuit de gemeente werd vlak na de zomervakantie gevraagd of ds. Van Harten-Tip ook bij ons voor zou kunnen voorgaan. Dat hebben we eerst serieus onderzocht. We hebben als gemeente van Peelo begin 2018 besloten om ook de zusters toe te laten tot alle ambten en dat we dat in 2019 voor ouderlingen en diakenen ook daadwerkelijk zouden invoeren. Het leek ons als kerkenraad wijs om ook pas in 2019 vrouwelijke predikanten voor te laten gaan. Daar zijn we niet actief naar op zoek gegaan. Maar nu deze vraag uit de eigen gemeente naar voren kwam, hebben we als kerkenraad besloten hier positief op in te gaan. We hebben de landelijke deputaten naar hun mening gevraagd. Zij gaven ons groen licht om voor te gaan in elkaars diensten. Daarna hebben we de classis geïnformeerd over ons voornemen. Ook daar klonken geen bezwaren. Tenslotte hebben we, op verzoek van de ‘Oase’, met elkaar kennis gemaakt doordat hun kerkenraad van vier personen een uur te gast geweest is op onze DB-vergadering. We herkennen elkaar als medechristenen die staan op het fundament van onze Heer Jezus Christus en zijn blij dat in beide gemeentes elke zondag het Evangelie van Gods genade royaal verkondigd, beleden en beleefd mag worden.

Assen-Peelo logo kleurWe hebben dus veel overeenkomsten. Tot in het logo toe ;-). Vandaar dat we wederzijds besloten hebben om de predikanten voor te laten gaan in elkaars kerkdiensten. We willen daarmee beginnen op zondag 24 maart. Dan zal ds. Van Harten-Tip ’s morgens bij ons ‘Het Noorderlicht’ preken en mag ik voorgaan in de ‘Oase’. Daarna kunnen de preekvoorzieners van beide kerken ook een beroep op ons doen.

We zijn erg blij met deze stap van herkenning en erkenning. Zo krijgt de eenheid die er in Christus is en die we in de Twaalf Artikelen belijden concreet vorm. Moge de HERE zijn zegen hieraan verbinden.”

Niet te geloven – christen zijn in de politiek

Gisteren werden er in een flink aantal gemeenten in Groningen, Friesland en Zuid-Holland gemeenteraadsverkiezingen gehouden. De ChristenUnie heeft in drie nieuwe gemeentes haar zetelaantal gehouden en zeven keer in een nieuwe gemeente er een zetel bij gewonnen. Daar ben ik blij om. Want het is een voorrecht om in een demokratie te leven. Dan kun je als christen je geloof een stem geven. Ik denk dat dat het beste kan door op een christelijke partij te stemmen. Want als je op een niet-christelijke partij stemt, krijgt alleen jouw politieke voorkeur meer invloed. Maar Nederland wordt er niet christelijker op als zelfs christenen op seculiere partijen stemmen. Ik blogde daar een half jaar geleden al eens over (klik hier).

Segers 2018-11-23

Iemand die echt een goed verhaal kan houden over z’n motivatie om als christen in de politiek aktief te zijn is Gert-Jan Segers. Morgenavond, vrijdag 23 november, komt hij in Assen voor een ‘Meet & Greet’-ontmoeting. Wees erbij, zou ik zeggen! Hieronder volgen twee stukjes die Gert-Jan een aantal maanden en een aantal weken geleden op zijn Facebook-pagina plaatste. Indrukwekkend vond ik ze. Zijn verhaal wil ik morgen graag horen. Jij ook? Wees welkom!

Niet te geloven

 Gert-Jan Segers – 5 december 2017

Ik was achttien toen het evangelie mij overtuigde dat het waar was. Het heeft me bij tijden een vrede gegeven die alle verstand te boven gaat, maar het heeft me ook een hoop gedoe opgeleverd.

Want voor die keus van toen heb ik me daarna nog geregeld moeten verantwoorden. Toen ik ging studeren, mijzelf aan anderen voorstelde, ging werken en dat is nu steeds zo als ik als een soort beroepschristen ergens word uitgenodigd. De bewijslast ligt altijd bij mij. Hoe weet je dat er een God is? Geloof je uit angst? Geloof je echt dat God de wereld geschapen heeft? Hoe kun jij in een God geloven terwijl kinderen sterven, terwijl een tsunami gruwelijk huishoudt en een aardbeving een land als Haïti ruïneert?

Vaker nog dan die bijtende vragen is er in dit deel van de wereld een schouderophalende onverschilligheid. Maar ook voor de gemakzuchtige niets-zeker-weter ligt de bewijslast bij mij. Je gelooft omdat je ouders geloofden. En als je ergens anders geboren was, was je hindoe of moslim geweest. Deze agnosten geloven niet wat ik geloof en in hun wereld is het volstrekt logisch dat ìk daar dan een goede reden voor moet hebben. Het licht-agressieve en doordachte atheïsme van Arjen Lubach is voor hen de bevestiging van de gekkigheid van het geloof, zonder dat ze dat zelf ooit hoeven aan te tonen.

Tegelijkertijd zijn deze niets-zeker-weters de grootste uitdagers van het christelijke geloof. Als mensen afhaken bij kerk en geloof is dat zelden omdat de Koran hen zo diep heeft geraakt of het Atheïstisch Manifest hen heeft overtuigd. Doorgaans haken gelovigen af omdat ze zelf ook hun schouders zijn gaan ophalen. Maar toch hebben ook zij er recht op om intellectueel serieus genomen te worden. Ook hun geloof moet bevraagd worden. Al was het maar omdat er ook in mij een schouderophalende niets-zeker-weter zit.

Want stel je voor dat het vermoeden van de agnost echt waar is. Dan is deze wereld een schitterend ongeluk, een onwaarschijnlijke samenloop van volstrekt willekeurige omstandigheden. Vanuit het niets. We zijn niet gewenst, niet bedacht, niet geliefd. We zijn een bundel cellen, door huid en botten bijeengehouden. Ons verdriet, onze liefde, ontroering, boosheid, vreugde, vertedering, ze zijn een chemische reactie en niets meer dan dat. We komen nergens vandaan, gaan nergens naar toe, zijn op een willekeurig moment en willekeurige plaats gestrand in een willekeurig lichaam. En als we denken dat ons leven zin heeft, zijn dat slechts onze gedachten. En die zijn niet meer dan een chemische interactie tussen een paar cellen.

Adolf Eichmann

Stel dat het vaak wat ongedefinieerde geloof van de agnost echt waar is, dan is er ook geen absoluut goed en kwaad. Dan is er geen absolute moraal. Goed en kwaad zijn een kwestie van afspraak. Dat betekent dat Auschwitz slechts een schending van afspraken was. Na de Tweede Wereldoorlog was er een Neurenberg-tribunaal dat nazi’s niet berechtte op basis van de Duitse wet, maar op basis vanuniverseel recht. Veel mensen hadden tijdens en na de Tweede Wereldoorlog de diepe overtuiging dat de Holocaust een gruwelijke misdaad tegen de menselijkheid is geweest. In een wereld die van toeval en afspraken aan elkaar hangt, is dat een onhoudbare overtuiging. In die wereld hadden rechterstegen Eichmann alleen kunnen zeggen: ‘Jouw inspanningen om al die Joden te vermoorden was niet conform onze onderlinge afspraak, Adolf.’ En hij had kunnen zeggen: ‘Dat was wel onze onderlinge afspraak in Duitsland, edelachtbare.’ En dan had het kwaad nooit gestraft kunnen worden en nooitrecht kunnen worden gedaan aan de slachtoffers.

Stel je voor dat alles domme willekeur is. Dan is m’n liefde voor Rianne en haar liefde voor mij slechtseen langdurige oprisping. Dan is mijn ontroering bij de Matthaus Passion chemisch gedoe. Dan is mijn morele verontwaardiging over groot onrecht toeval. Dan is mijn leven zinloos, dan zou ik niet weten wie of wat mij zou kunnen troosten bij verdriet. Weet je, ik kàn dat niet geloven. En ik weet gewoon dat het niet waar is.

 

Over een gelovige minderheid, de brief van Klaas Dijkhoff en de stilte in Taizé

 Gert-Jan Segers – 26 oktober 2018

Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek is er voor het eerst in Nederland een minderheid van 49% ‘religieus’ en een meerderheid van 51% niet-religieus. Zou het kunnen dat de nogal publieke uitschrijving van collega Klaas Dijkhoff als lid van de Katholieke Kerk het tipping-point was? Dat hij mij gewoon eigenhandig en met één open brief een minderheid in heeft geduwd?

Om eerlijk te zijn, ik denk het niet. Ik ben m’n hele leven al veel meer de uitzondering dan de regel en ik geloof er niets van dat 49% van Nederland kerkelijk of anderszins religieus gebonden is. Dat is veel te hoog ingeschat. Een ander onderzoek (‘God in Nederland’) schatte eerder het percentage christenen op 25% en dat lijkt me dichter bij de culturele werkelijkheid te liggen dan die 50% minus Klaas Dijkhoff.

Toen het CBS met die 49% op de proppen kwam, waren er prompt allerlei duiders die het percentage nog over 50% heen probeerden te duwen. Omdat ook niet-kerkelijk gebonden mensen weleens kaarsjes branden of een Boeddhabeeldje bij de Blokker kopen. Het zal wel. Maar het geloof in de God van Abraham, Izaäk en Jacob is ontegenzeggelijk op zijn retour in Nederland en omliggende landen. God is meer en meer een vreemde gast in dit land geworden.

Het geloof in Hem is vooral nog iets voor die 40 oudere mensen in de dorpskerk van het Limburgse Noorbeek waar ik pas een zondag was. Als Klaas Dijkhoff bij Jeroen Pauw aanschuift om over zijn uitschrijving als lid van de Kerk door te praten, begint Pauw het gesprek met een welgemeend: ‘Gefeliciteerd!’ Dat is zoals het nu is.

Poolwind

‘Zal ik nog geloof vinden als Ik terugkom?’, vroeg Jezus zich ooit hardop af. Of dat het geval zal zijn in Nederland, weet ik steeds minder zeker. En ik schrijf dat met groot verdriet. Niet omdat ik zelf nou zo ontzettend religieus ben en geen scepsis ken. Integendeel. Wel omdat ik tot in het diepst van mijn ziel geraakt ben door het Evangelie. Niets en niemand geeft mij meer hoop en liefde dan wat Jezus heeft gedaan en gezegd.

Ondertussen is er hier een soort geestelijke poolwind opgestoken waardoor het steeds kaler en vlakker wordt. Soms lijkt het wel alsof God zelf is gaan zwijgen en er een beklemmende stilte is gekomen waarin al het praten over God en geloof plat valt als lauw bier in een vettig glas. Er zijn machtige verhalen over onstuimige kerkgroei in China, Zuid-Korea, delen van Afrika, Iran zelfs. Maar van al dat moois is hier weinig te merken. Hier word je op TV gefeliciteerd als je je eindelijk laat uitschrijven als lid van de Kerk.

Mijn theologische held Dietrich Bonhoeffer zag het al van ver aankomen. Het verdwijnen van geloof, de beklemmende stilte van een ogenschijnlijk zwijgende God. Hij schreef dat we misschien maar moeten zwijgen totdat God zelf weer gaat spreken. Stil zijn totdat Hij zelf ons zijn woorden weer geeft. Wat ons nu te doen staat, zo schrijft Bonhoeffer, is: bidden, wachten en het goede doen.

Taizé

Afgelopen weekend was ik in Taizé in Frankrijk. De gemeenschap van zo’n 70 broeders, waaronder een aantal uit Nederland, die al decennialang duizenden jongeren uit heel Europa en wijde omgeving verwelkomen.

Taizé is alles wat je juist niet zou bedenken om mensen weer in de kerk te krijgen. Je zit er oncomfortabel op de betonnen vloer, in stilte, zingt daarna eindeloos een paar eenvoudige zinnen en moet het verder doen zonder een charismatische voorganger en meeslepende preek. Het is er kaal en stil.

En toch waren er, naast honderden andere bezoekers, bijna 2000 jongeren uit Franse (voor)steden te gast. Jongeren waar de straatcultuur omheen hangt en die je niet in een kerk zou verwachten. Toch waren ze er, driemaal daags.

Zelfs Tim was er. Student die ooit als scholier met een schoolreis in Taizé was aanbeland. De meegebrachte fles wodka bleef destijds onaangeroerd, zo vertelde hij me. Hij was zo geraakt door wat hij op deze plek meemaakte, dat hij nu bijna niet meer terug durfde te komen omdat het acht jaar geleden zo mooi was geweest. Maar nu was het opnieuw mooi voor hem, zonder dat hij nog helemaal precies kon verwoorden wat hem hier was overkomen.

Samen zaten we op de grond, gingen bij de Franse jongeren de oortjes uit, waren we een tijd stil en zongen toen:

Mon âme se repose en paix sur Dieu seul De lui vient mon salut
Oui, sur Dieu seul mon âme se repose Se repose en paix.

Mijn ziel verstilt in rust en vrede bij God: Van Hem alleen mijn heil.
Ja, bij de Heer verstilt mijn ziel in vrede, Keert zich stil tot Hem.

In de stilte en de eenvoud van Taizé was God even heel dichtbij. Tijdens een avonddienst richten we ons op de Bijbel waaruit een paar verzen werden voorgelezen. Daarna staken een paar kinderen hun kaarsen aan, aan het licht dat al brandde en gaven ze het vuur door tot ook het laatste kaarsje van de laatste bezoeker was aangestoken. Het was alsof we eerst stil moesten worden voordat God zelf kon spreken. Alsof het eerst donker moest worden totdat God zijn licht aan ons gaf. Alsof we eerst op de grond moesten gaan zitten voordat God ons even optilde en zich tegen Hem aandrukte.

En Klaas? Die had in zijn open brief best een paar goede punten over de kerk. Maar dat dichtte de onovertroffen Rikkert al bij Dit Is De Dag op Radio 1:

Mijn beste Klaas, God heeft je brief gelezen.
Je hebt gelijk. De kerk doet heel veel kwaad
en Hij begrijpt waarom je haar verlaat,
er is een dag waarop je weg moet wezen.

Maar klachten over personele zaken,
daarmee kan Hij waarschijnlijk niet zo veel.
De kwestie is: Hij heeft geen personeel.
Wèl kinderen die steeds weer fouten maken.

Hij kan ze niet ontslaan of overplaatsen,
de stomme sukkels! Zieken en melaatsen,
voor al dat tuig kwam Jezus uit de kast.

Als jij hem spreken wilt, maar niet kunt vinden,
dan zit hij bij de lammen en de blinden
of vlak bij jou, waar hij je voeten wast.

Sint Maarten – lopen (zoals overal) of laten lopen (zoals in Assen-Marsdijk)

Sint Maarten loop je op 11 november. De musicus Gerrit Leeftink schreef er al over in 1976 in muziekblad De Pyramide.  Maar als 11 november op een zondag valt wordt in bijna heel Groningen en Drenthe het Sint-Maarten-lopen verschoven naar zaterdag of maandag. RTV Noord houdt zelfs een lijst bij waarop staat, wanneer er in de provincie Groningen Sint Maarten gelopen wordt. In zo’n 70 plaatsen op zaterdag 10 november, in bijna 50 plaatsen op maandag 12 november en 15x op zondag 10 november (waarvan 10x in een wijk in de stad Groningen). Ook in Drenthe wordt (iets minder massaal dan in Groningen) uitgeweken naar de zaterdag of de maandag. De gemeente Aa en Hunze publiceert zelfs op Facebook wanneer welke dorpen Sint Maarten vieren.

Sint Maarten Tessel officieel (2)

Afbeelding uit het boek ‘Tessel viert Sint-Maarten’ van Marianne Witte (schrijfster) en Monica Maas (illustraties)

Hoe dan ook Sint Maarten lopen …

In Assen wordt per wijk een eigen keus gemaakt. Vaak ligt het initiatief bij de winkeliersvereningen. Volgens de Asser Courant wordt in Kloosterveen en in Peelo op zaterdag in het winkelcentrum een Sint-Maarten-optocht gehouden. En in het Noorderpark hebben de scholen samen besloten om dit jaar Sint Maarten op zaterdag te vieren.

Ik vind het positief dat men in zoveel plaatsen en wijken bereid is om één dag te schuiven met Sint Maarten. Dat is altijd al zo geweest, in mijn geboortedorp Oldehove waar ik zelf als peuter t/m de brugklas Sint Maarten liep (inderdaad: in de brugklas hoorde dat niet meer, maar dan ging je stiekem achter kinderen van groep 8 staan ‘haandje-langen’), en ook vanaf de tijd dat we in Assen wonen (in 2007 en in 2012). Het betekent dat je rekening wilt houden met een belangrijk deel van het dorp / de wijk, nl. de christenen die op zondag ’s morgens en vaak ook ’s middags naar de kerk gaan. Want Sint Maarten is een kinderfeest waar iedereen aan mee moet kunnen doen.

Op de FB-pagina van de Asser Courant werd flink wat kommentaar geleverd op het feit dat men in Kloosterveen, Peelo en Noorderpark Sint Maarten naar de zaterdag verschoof. Veel mensen reageerden vanuit puur eigenbelang. Of misschien ook wel vanuit een stukje frustratie. Jammer is dat.

Eén opmerking kwam ik vaker tegen, zowel op de FB-pagina van de Asser Courant als bij Miniman in het Dagblad van het Noorden. Namelijk: vroeger was de zondag een rustdag, ook voor niet-gelovigen. Maar nu zijn op zondag de winkels gewoon open, dus waarom moet je dan als winkeliersvereniging Sint Maarten naar zaterdag verschuiven? Dat vond ik wel iets om over na te denken. Toch zit er wel verschil in winkels op zondag open en Sint Maarten lopen op zondag. Iedereen mag zelf weten of ‘ie op zondag in het winkelcentrum z’n boodschappen wil doen.  Maar als je Sint Maarten op zondag viert, verplicht je alle kinderen om daaraan mee te doen.  Dat botst met de gewoonte van veel christenen om op zondagmiddag naar de kerk te gaan. In Assen begint die middagdienst in bijna alle kerken om half vijf. Dus dan heb je een probleem, want tegen die tijd begint het ook donker te worden en is het tijd om er al zingend met lampion en snoepzak de deuren bij langs te gaan.

Om het voor alle kinderen een echt feest te maken, is het dus in dorpen en wijken waar veel christenen op zondag naar de kerk gaan, heel sympathiek om daar rekening mee te houden.

… of voor je verantwoordelijkheid weglopen

Als je namelijk niets doet, loop je voor je verantwoordelijkheid weg en breng je ouders en kinderen in onzekerheid. Dat is het geval in Assen-Marsdijk. In 2007 en 2012 (voor zover ik me kan herinneren) koos de winkeliersverening Winkelrijk Marsdijk er net als in Kloosterveen en Peelo voor om de gezamenlijke optocht in het winkelcentrum te verschuiven naar de zaterdag. In 2001 koos men ook: gewoon op zondag. Dat leverde een officieel protest op van de vrijgemaakt-gereformeerde kerk van Marsdijk, aldus het Dagblad van het Noorden.

Maar nu zegt Winkelrijk Marsdijk volgens de Asser Courant: “We schuiven niet met de dag en op de zondag kun je het nooit goed doen. De een zegt ‘het is toch 11 november?’ en de ander zegt ‘het is op zondag, dus liever geen optocht’.” In het Dagblad van het Noorden gaat de winkeliersvereniging nog een stapje verder: “Wij zijn van mening dat de optocht alleen op de 11de moet worden gehouden.” Toch komt er geen optocht, “omdat 11 november op een zondag valt en we de zondag niet willen verstoren.” Dit klinkt stoer, maar het is natuurlijk uitermate zwak. De winkeliersvereniging van Assen-Marsdijk wil zich gewoon niet aan een gevoelige kwestie branden. En dus laten ze de boel blauw-blauw. Met als resultaat dat niemand in Marsdijk weet, waar ‘ie aan toe is. Terwijl altijd, ook als Sint Maarten op een zondag viel, er door Winkelrijk Marsdijk een optocht georganiseerd werd. En dan nu opeens stoer zeggen dat de optocht altijd op 11 november moet worden gehouden en dat er daarom niet geschoven wordt? Wees dan een kerel en zeg: ’11 november is de dag, ook al is het een zondag.’ Het zou niet mijn keus geweest zijn, maar dan durft Winkelrijk Marsdijk tenminste te kiezen.

Maar nu doen ze helemaal niets. Het enige waar ze mee schuiven is hun verantwoordelijk. Die schuiven ze van zich af omdat het allemaal blijkbaar zo gevoelig ligt. Ik vraag mij af: bij wie dan? Bij de kinderen? Echt niet. Die lopen wel, of het nu op zaterdag of zondag is. Bij de ouders van de kinderen? Nee, ook niet. Want die willen gewoon een fijn kinderfeest. Bij de inwoners van Marsdijk? Volgens mij ook niet. Die willen juist graag duidelijkheid over de loopdatum van Sint Maarten.

De winkeliersvereniging van Marsdijk loopt dit jaar geen Sint Maarten. Ze loopt wel: weg voor haar verantwoordelijkheid. Het enige wat ze daarmee bereikt is onduidelijkheid bij de kinderen van Marsdijk. Die weten nu niet waar ze aan toe zijn. Dat vind ik triest.

Nu Winkelrijk Marsdijk Sint Maarten in het honderd laat lopen, hoop ik dat de scholen van Marsdijk deze week nog een gezamenlijke oproep doen om Sint Maarten op zaterdag of op zondag of op maandag te vieren. Dan geven zij aan de kinderen in Marsdijk de duidelijk nu de winkeliersverening zich verschuilt achter de smoes dat ze het anders toch nooit goed doen.