GEEN VRIJBLIJVENDHEID BIJ KEUS VOOR OF TEGEN ORGAANDONATIE

“Wie zelf niet de moeite neemt om te laten weten of ‘ie wel of geen donor wil zijn, moet onderaan de wachtlijst voor orgaandonatie komen te staan.” Dat was de mening van de meeste jongeren van 17/18 jaar vorige week op catechisatie toen we het over orgaandonatie hadden.

Orgaandonatie - hartjeAan het eind van die week stond in het Nederlands Dagblad een artikel van twee christenen, de theoloog Gijsbert van den Brink en IC-arts Ben de Jong. Zij vinden dat het huidige registratiesysteem vanwege te grote vrijblijvendheid niet effectief. Het leidt niet tot meer donoren en kost jaarlijks onnodig mensenlevens. “Een wetswijziging naar een actief donorregistratiesysteem is dan ook wat ons rest.” Die wet komt er, als het aan de Tweede Kamer ligt, want daar is een nieuw ‘actief donorregistratiesysteem (ARD) dat in  met een krappe meerderheid  aangenomen. De drie christelijke partijen stemden tegen deze wet op de orgaandonatie. Ze hebben daar, net als andere tegenstanders, vier belangrijke argumenten voor, nl.: 1) De nieuwe wet leidt tot keuzedwang. 2) De nieuwe wet is een inbreuk op het zelfbeschikkingsrecht. 3) De nieuwe wet levert niet meer donoren op. 4) Binnen het huidige systeem valt nog veel winst te behalen om mensen te motiveren orgaandonor te worden. Die bezwaren worden kort maar krachtig als mythe ontzenuwd (klik hier).

“Ik was hartpatiënt en jullie hebben Mij bewust op een lange wachtlijst laten staan.”

Een paar dagen later reageerde de directeur van de Nederlandse Patïenten-Vereniging, Esmé Wiegman met een artikel in het Nederlands Dagblad. Zij blijft “stevige kanttekeningen plaatsen bij de verandering van het donorregistratiesysteem.” Vervolgens gaat ze de vier punten van Van den Brink en de Jong bij langs (klik hier).

NPV logo nieuwDe vier tegenargumenten van de directeur van Nederlandse Patiëntenverening vind ik ronduit zwak (hieronder voor de liefhebber een overzicht). Maar dat vind ik niet het ergste. Het valt me vooral zwaar tegen dat de NPV publiek stelling neemt tegen dit nieuwe donorregistratiesysteem. In haar logo staat dat de NPV gericht is op ‘zorg voor het leven’. Op de website wordt als eerste vermeld: “Het leven is een gave van de Schepper zelf. Dat leven is kostbaar en verdient bescherming; van het allerprilste begin tot aan het einde. De NPV komt op voor het mensenleven. Voor leven dat kwetsbaar is en broos, voor ieder mens, in welke levensfase dan ook.”

Als het om orgaandonatie aankomt, neemt de NPV het niet voor de volle 100% op voor het leven van kwetsbare en broze patiënten waarvan jaarlijks 10% overlijdt terwijl ze op een wachtlijst staan. Ze neemt, net als de christelijke partijen in de Tweede Kamer, genoegen met een vrijblijvende oproep tot naastenliefde. Wat het effect van die vrijblijvendheid is, weten we al jaren: slechts 40% van de bevolking laat zich registreren, terwijl 90% van de bevolking graag een orgaan zou ontvangen. Het is een zwaktebod dat een christelijke organisaties als de NPV en politieke partijen als het CDA, de ChristenUnie en de SGP zich achter termen als ‘inbreuk op de integriteit’ en ‘naastenliefde mag je niet afdwingen’ blijven verschuilen. Daarmee houden ze bewust laksheid en ongeïnteresseerdheid in stand.

Orgaandonatie ja of neeDe jongeren van 17/18 jaar hadden dit haarscherp in de gaten. Zij en hun ouders waren bijna allemaal vóór orgaandonatie. Maar lang niet iedereen had zich laten registeren. De enkeling die geen donor wou zijn vond het prima zo: als je niks liet weten, zou er ook niks met je organen gebeuren na je dood. Ondertussen vonden de jongeren het wel wat hypocriet om een orgaan te ontvangen als je zelf nooit de moeite had genomen om aan te geven of je donor zou willen zijn. Vandaar dus dat de meesten vonden dat wie zich niet geregistreerd had, onder aan de wachtlijst moest komen te staan. Ik hou van de radicaliteit van jongeren!

Naastenliefde voor mensen in grote nood is namelijk niet vrijblijvend. Als we dat wel in stand houden, zou het wel eens kunnen zijn dat Jezus bij zijn terugkomst aan ons vraagt: ‘Ik was hartpatiënt en jullie hebben Mij bewust op een lange wachtlijst gezet.’ Dus denk ik dat de overheid, nu het toestemmingssysteem na 40 jaren nog steeds faalt, alle burgers mag vragen om zonder enige dwang of inbreuk (JA of NEE is allebei geoorloofd) aan te geven wat men wil: wel of geen donor zijn. Wie de moeite niet neemt om dit kenbaar te maken, heeft blijkbaar geen overtuigende bezwaren. Wie blijft zwijgen, stemt toe. Hopelijk laten de christelijke partijen in de Eerste Kamer zich niet leiden door het moderne zelfbeschikkingsrecht, maar door levensreddende naastenliefde.

Eerder schreef ik over orgaandonatie de volgende blogs: Orgaandonatie: wie niet reageert wordt donor (7 juni 2016); Orgaandonatie: zet de politiek na 20 jaar eindelijk een stap voorwaarts? (6 september 2016); Registratie orgaandonatie in de lift (8 oktober 2016)
In haar reaktie op de vier punten van Van den Brink / De Jong noemt de directeur van de NPV drie keer dat de overheid geen morele keuzes aan mensen moet opdringen. Daarbij gaat ze er aan voorbij dat die keuze ook nu al gevraagd wordt aan de nabestaanden als een overleden persoon zich niet geregistreerd heeft (punt 1 en 2). Er is dus geen sprake van ‘dwang’ of ‘inbreuk op lichamelijke integriteit’. Het argument dat als er vóór iemands overlijden “meer in familieverband over gesproken wordt” en dat je ná iemands overlijden moet werken aan een “context van rust en ruimte om in de geest van de overledene te kunnen nadenken, zonder druk van buitenaf” laten precies zien waarom dit veel te vrijblijvend is. Het eerste gebeurt namelijk onvoldoende (zeiden ook mijn catechisanten) en het laatste komt soms voor, maar veel vaker niet (“Als iemand plotseling overlijdt, heb je wel wat anders aan je hoofd als familie,” zeiden mijn catechisanten. Als iemand zelf tijdens zijn leven zijn keus gemaakt heeft, is het toch veel duidelijker? En als iemand weet dat wie zich bewust niet registreert geen principiële bezwaren heeft tegen het doneren van zijn of haar organen heeft, voorkomt dat toch juist onnodige, vaak emotionele discussies bij nabestaanden? Het argument dat een donatie altijd een vrijwillige gift moet zijn (punt 4) is ook uiterst zwak. In alle vrijheid mag elke Nederlander bepalen of hij of zij orgaandonor wil worden. Het enige wat de overheid zegt is: de nood is hoog, met meer donoren kunnen we levens redden, dus maak een keus! Dat gaat niet tegen Gods geboden in (integendeel denk ik persoonlijk), dus waarom zou je laskheid en vrijblijvendheid bewust in stand houden? Tenslotte de aantallen: Esmé Wiegman zegt dat er door de nieuwe wet juist meer mensen zich niet laten registreren. In de donorweek van oktober 2016 lieten bijna 5.500 nieuwe mensen een ‘ja’ noteren en bijna 26.500 nieuwe mensen een ‘nee’ en dus was de conclusie van de directeur van NPV eentje van: ‘Zie je wel? Verplichte registratie pakt negatief uit!’ Dat is een dubbel non-argument. Punt 1: registreren is niet verplicht. Punt 2: het gaat er niet om dat iedereen ‘JA’ moet invullen. Het gaat erom dat iedereen bewust een keus maakt.  Op 31 augustus 2016 hadden 5,9 miljoen Nederlanders dat gedaan op http://www.donorregister.nl. Op 30 april waren dat er 6,1 miljoen. Dat is een toename van 200.000. Het aantal mensen dat ‘ja’ heeft ingevuld, is met zo’n 50.000 gestegen naar 3,66 miljoen. Het aantal mensen dat een ‘nee’ liet registreren, steeg met zo’n 190.000 naar 1,72 miljoen. Alleen al het idee dat er straks een actief donorregistratiesysteem komt, zorgt dus al voor een flinke stijging van het aantal Nederlands dat zich laat registreren. Dat is volgens mij precies de bedoeling. Beter eerlijk ‘NEE’ dan de zaak op z’n beloop laten.

Tussen de premierkandidaten door het laatste Lagerhuis

En toen was het alweer de vierde en laatste keer! Met de heren Roemer en Pechtold bespraken we in het Lagerhuis de volgende vier stellingen.

1/ Geert Wilders heeft terecht de geloofwaardigheid van Rutte aan de kaak gesteld

Daar was ik het dus niet mee eens. Zelf vind ik dat Rutte het als minister-president in de afgelopen jaren goed gedaan heeft. Een aantal beloftes die hij als partijleider gedaan heeft, heeft hij niet kunnen houden. Want, zoals mijn mede-Drent Ewout Klok zei: in een coalitie kun je niet al je eigen partijstandpunten realiseren. Zelf vond ik het in deze verkiezingen steeds een beetje flauw dat bv. de heren Buma en Pechtold zeiden dat Mark Rutte niet de premier van alle Nederlanders is geweest in de afgelopen vier jaar. Dat heeft hij juist wél willen zijn en dat heeft hij op een geloofwaardige manier gedaan, vind ik. Natuurlijk zullen niet alle Nederlanders het eens zijn met het beleid van zijn kabinet. Daarvoor kun je hem op 15 maart wegstemmen. Maar ik denk dat elke andere nieuwe premier precies dezelfde verwijten van Wilders en andere politieke tegenstanders zou krijgen. Dus was ik het met deze stelling niet eens.

2/ Er moet een landelijk Zorgfonds zonder eigen risico komen, zodat het stelsel van particuliere zorgverzekeraars kan verdwijnen

Deze stelling kwam van de SP. Die zetten deze verkiezingen volledig in op de onbetaalbaar geworden zorg. En daar hebben ze wel een goed punt. Het eigen risico is te hoog. Verzekeraars gaan voor de winst en specialisten worden per behandeling betaald. De marktwerking is volledig doorgeschoten. Maar om nu terug te gaan naar het oude ziekenfonds? Dat lijkt mij niet verstandig, want die operatie kost ongeveer 8 miljard. En het is de vraag wat voor bureaucratisch systeem je ervoor terug krijgt. Als we ‘Roemercare’ invoeren wordt het binnen de kortste keren ‘Roemergate’ ben ik bang. Wel kunnen er veel dingen anders. Neem bv. alle medisch specialisten weer in dienst voor een redelijk salaris en een goede overuren-compensatie. En ga flink snijden in het oerwoud van polissen en aanvullende verzekeringen.

Ook de afschaffing van het eigen risico vind ik een slecht idee. Het moet wel veel lager dan nu, want 2x € 385 is voor een gezin in de bijstand een extra kostenpost van ruim € 60 in de maand! Maar als je geen drempel opwerpt, gaan mensen in het weekend met hun gekneusde dikke teen weer naar de eerste-hulp-post in het ziekenhuis omdat het toch gratis is. Dat moet je volgens mij niet willen. En ergens vind ik het ook wel een goed idee om het eigen risico inkomensafhankelijk te maken.

Lagerhuis groepsfoto3/ Nederland moet vooroplopen bij het halen van de klimaatdoelen

Met deze stelling van D66 ben ik het van harte eens. Vooral omdat ik zelf te gemakzuchtig ben op dit punt. En volgens mij zijn we dat bijna allemaal: het is de mens eigen om vooral aan zichzelf te denken en, op dit punt, niet aan de komende generaties. Maar de aarde is niet ons bezit. We hebben die in bruikleen gekregen van God (vind ik als christen) om door te geven aan onze kinderen en kleinkinderen (vind hoop ik iedereen). Ik had er nog bij willen zeggen, dat als de overheid dit stimuleert, ik als burger ook bewuster met het milieu om ga. Bij ons staan nu vier containers voor de deur, ieder met een eigen kleurtje. Dat is geen gezicht, geef ik toe, maar ik ben nu wel veel bewuster bezig met het scheiden van afval. En toen de gemeente Assen een flinke pot subsidiegeld voor zonnepanelen beschikbaar stelde, was die binnen de kortste keren leeg, zoveel mensen tekenden er op in.

Ik maakte ook nog een opmerking over de andere stelling van D66 die het bijna geworden was, nl. Ouderen die vinden dat hun leven voltooid is, moeten hulp kunnen krijgen om een einde aan hun leven te maken. Maar helaas kwam die net niet helemaal uit de verf. Ik had willen zeggen: ‘Ik ben blijf dat D66 ook wil voorkomen dat het leven op aarde binnen één generatie voltooid is’, maar ik had het alleen maar over ‘een voltooide aarde’. Ergens was ik wel blij dat het in de setting van een Lagerhuis-discussie niet over ‘voltooid leven’ ging, maar ik had me er wel goed op voorbereid. Want ik vind het echt mensonterend dat bij D66 het kwetsbare leven over heel de linie niet meer veilig is. Als het aan D66 ligt, wordt Nederland na IJsland en Denemarken het derde Downsyndroom-vrije land ter wereld met de gratis aangeboden NIP-test voor alle zwangere vrouwen. En krijgen alle mensen die onder de zinloosheid van het leven gebukt gaan het recht om er met hulp van de overheid uit te stappen. En daardoor krijgen ouderen steeds meer het gevoel dat zij de samenleving tot last zijn als hun leven in de vergetelheid wegglijdt. Dus waarom pusht D66 het debat over ‘voltooid leven’, terwijl een staatscommissie onder leiding van D66-er prof. Schnabel unaniem van mening was dat we deze weg niet in moeten slaan? In die commissie waren de meeste leden het eens met de huidige euthanasie-wetgeving. Er zat, voor zover ik weet, maar één orthodox christen in. Volgens de commissie mag iedereen vinden dat zijn of haar eigen leven voltooid is, maar is het niet de taak van de overheid om op dit punt de persoonlijke wil van burgers te faciliteren. Alleen bij ondraaglijk en uitzichtsloos lijden is euthanasie onder strenge zorgvuldigheidseisen toegestaan. Dan staan artsen namelijk voor het dilemma tussen barmhartigheid en bescherming van het leven. Maar als de overheid professionele stervenbegeleiders gaat aanstellen die iedereen gaat helpen om vrijwillig uit zijn of haar voltooide leven te stappen (boven of onder de 75 wat D66 betreft), dan is er geen enkel argument meer om iemand van suïcide te weerhouden. Want dan is autonomie de absolute norm geworden. Volgens de commissie Schnabel is het onmogelijk om een procedure te vinden die veilig, zorgvuldig, transparant en toetsbaar is en die tegelijk gebaseerd is op autonomie. Dus moet een overheid de dood niet willen faciliteren, maar juist het leven van haar onderdanen beschermen. Volgens de Engelse atheïst en liberaal Kevin Yuill is het ook de weg minste weerstand. Het is makkelijker om iemand te helpen bij zelfdoding dan om iemand te helpen om door te leven. En als het echt zo is dat iemand helemaal over zijn of haar eigen leven gaat: als je werkelijk autonoom wil zijn, val anderen dan niet lastig met je doodswens. Tenslotte: Pechtold roept voortdurend dat CDA en ChristenUnie best tegen mogen zijn, maar dat ze in een nieuwe regering toch wel met behoud van gevoelen kunnen meewerken aan de uitvoering van een nieuwe wet ‘voltooid leven’ als de meerderheid van de Tweede Kamer dit wil. Ik snap daar niets van. De dood kan wel de uitkomst van het leven zijn, maar nooit de oplossing. En als het om het kwetsbare leven vóór de geboorte gaat: we spreken er schande van dat in China en India meisjes om hun geslacht worden weggeaborteerd. Maar Nederland is al het noordelijke buurland van China geworden nu we accepteren dat kinderen met een verstandelijke beperking voor hun geboorte vogelvrij verklaard zijn.

4/ De periode waarbinnen je meerdere tijdelijke arbeidscontracten na elkaar kunt afsluiten, moet langer worden dan twee jaar

Over deze stelling gingen Pechtold en Roemer met elkaar in debat. Tenminste, ze waren het met elkaar eens en ruzieden vervolgens over de vraag welke partij voor de meeste banen zou zorgen in de komende vier jaar. Ze waren het in elk geval erover eens dat het MKB te veel de lasten van bv. ziek personeel moet dragen. Daarom durft het MKB geen vast personeel aan te nemen. Ik ben het daar mee eens. Op zich moet je na twee tijdelijke jaarcontracten wel weten wat je aan elkaar hebt. En dus afscheid van elkaar nemen of echt samen met elkaar doorgaan. Zelf hoorde ik op de radio iemand zeggen, dat het bedrijfsleven de kerk van de toekomst is. Want als de sfeer op het werk goed is, heeft het leven van mensen zin en kunnen ze een positieve bijdrage aan de maatschappij leveren. Ik dacht toen meteen: als dat waar is, moet je als bedrijf ook aan zekerheid aan je personeel bieden. Want ook in de kerk geldt, dat we mensen van harte welkom heten en ze daarna graag volledig als lid zien meedoen. Dat is de beste manier om iemand echt betrokken te maken en te houden – of het nou bij ‘jouw’ kerk of bij ‘jouw’ bedrijf is.

Tot zover het Lagerhuis! Hoewel … de sfeer was zo goed, dat ik hoop dat ze ons alle 20 nog een keer terug vragen in de loop van de formatie.

MET GOD NAAR DE STEMBUS!

-als christen stemmen of christelijk stemmen–

Afgelopen maandag was ik op weg naar Amsterdam en maakte een tussenstop bij Goedhart in Zwolle. Daar zag ik het boekje Met God naar de stembus! liggen. De schrijfster, Karin de Geest, laat daarin 11 politici aan het woord uit de 9 verschillende partijen die al langer in de Eerste of Tweede Kamer zitten. Alleen D66 heeft geen christenen in beide fracties, dus daarvoor is een partijlid geïnterviewd.

Met_god_naar_de_stembus_1_0Karin de Geest laat eerst zien, dat er goede redenen zijn om je juist als christen met politiek bezig te houden. Namelijk: 1. De politiek bemoeit zich ook met jou (dat spreekt voor zich J); 2. God is politiek actief (Jozef in Egypte, Esther en Daniël in Babel/Perzië, Johannes de Doper, Jezus en Paulus spreken zich uit over politiek); 3. De politiek is een cadeautje van God (‘de overheid is ingesteld door God’ – Romeinen 13:1); 4. Voor naastenliefde heb je politiek nodig (‘Moge de koning recht doen aan de zwakken, redding bieden aan de armen, maar de onderdrukker neerslaan’ – Psalm 72:4); 5. Licht van de wereld (die opdracht uit Matteüs 5:14 geldt ook in de politiek); 6. Politiek heeft nut (God gebruikt in de Bijbel vaak kleine, invloedloze personen voor grote veranderingen).

In het tweede hoofdstuk laat ze zien dat christelijke politiek niet betekent dat je elk politiek standpunt rechtstreeks op de Bijbel kunt baseren. Daarom zijn christenen het niet altijd met elkaar eens en zijn ze zelfs niet allemaal lid van een christelijke partij. Want politiek gaat niet alleen over abortus, zondagsrust en homohuwelijk. De Bijbel spreekt over veel meer onderwerpen: armoede, vreemdelingen, oorlog, veiligheid, zorg voor de schepping en nog veel meer. Christelijke politiek is veel breder dan mensen vaak denken. Daarom zijn christenen die actief zijn in de politiek ook niet in te delen in ‘links’ of ‘rechts’.

Hoofdstuk drie is gewijd aan de vraag of je als christen het beste met je persoonlijke overtuiging in de politiek actief kunt gaan of dat je dat beter samen met andere christenen in een christelijke partij kunt doen.

In de volgende vijf hoofdstukken komen de volgende thema’s aan de orde: * abortus, euthaniasie en voltooid leven; * armoede en de verzorgingsstaat; * vreemdelingen en asielzoekers; * milieu en klimaat; * de christelijke identiteit van Nederland. Elke keer geeft de schrijfster de standpunten van de christenpolitici van CDA, ChristenUnie, D66, GroenLinks, PvdA, Partij voor de Dieren, PVV, SGP, SP en VVD weer en geeft zelf hele goede samenvattingen.

ChristenUnie SegersIn haar laatste hoofdstuk komt ze tot de conclusie dat onder christenen die politiek aktief zijn, drie onderwerpen vaker terugkeren, namelijk: A) mag je vanuit de Bijbel dingen verbieden of moet je burgers zoveel mogelijk vrij laten in hun keuzes? B) Zijn de bijbelse principes over hoe we om moeten gaan met onze naasten alleen bedoeld voor onze persoonlijke contacten of gelden die ook voor de overheid? C) Roept de Bijbel ons op om vooral goed voor je eigen bevolking te zorgen of ook voor mensen en problemen in de rest van de wereld?

Wat mij opvalt in het boekje is, dat Karin de Geest heel eerlijk alle christelijke politici aan het woord laat komen, maar dat ze zelf tussen de regels door het meeste sympathie heeft voor de mening, dat je als christen het beste tot je recht komt in een christelijke partij. “Want in een christelijke partij gaat het om je diepste drijfveren” citeert ze Gert-Jan Seger van de ChristenUnie. Er zijn namelijk wel degelijk onderwerpern waar een groot deel van de christenen hetzelfde over denkt: de bescherming van het leven van vóór de geboorte, in de diepste dalen en tot in de aftakeling van de ouderdom; het belang van godsdienstvrijheid voor alle Nederlanders en minderheden wereldwijd; de waarde van het gezin en de gelijkwaardigheid van alle mensen. Met die christelijke waarden kun je op onderdelen goed samenwerken met niet-christelijke partijen.

Karin de Geest laat ook zien dat de drie christelijke partijen ook een prima alternatief vormen voor de andere partijen. De ChristenUnie ligt qua standpunten vaak wat dichter tegen de linkse, meer sociale partijen als SP, GroenLinks en PvdA aan, het CDA neemt een positie in rechts van het midden en is daarmee een goed alternatief voor D66, terwijl de SGP een goed rechts-christelijk alternatief is voor de rechts-liberale VVD en de rechts-nationalistische PVV.

Je kunt dus heel bewust en openlijk christelijk stemmen of meer verborgen op een niet-christelijke partij. Ik denk dat het beter is om het eerste te doen. Want op onderdelen kun je de bijbelse normen en waarden niet hoog houden bij de niet-christelijke partijen. Dus zou je als juist als overtuigde christen niet strategisch moeten stemmen, maar op grond van je principes (zoals Arjen Lubach op zondag 5 maart weer eens heel goed duidelijk maakte). Qua politieke ligging heb je keus uit drie christelijke partijen, twee expliciet Bijbels (ChristenUnie en SGP) en één wat meer vanuit algemeen christelijke principes (CDA). Oftewel, om af te sluiten met een duidelijke stelling:

Als je als christen niet op een christelijke partij stemt, moet je ook niet klagen dat Nederland steeds minder christelijk wordt.

Vol gas in het Lagerhuis!

In de derde ronde van het Lagerhuis ging het er stevig aan toe. Alleen stond ik zelf niet zo stevig, viel mij op. De opstelling was een beetje veranderd, dus was ik nu als vijfde en laatste op de eerste rij geplaatst. Ik kon daar aldoor lekker op de leuning van de bank hangen, ook als ik weer eens stond. Alleen was al dat gewiebel geen gezicht van achteren. Genoeg daarover. Het ging uiteraard om de diskussie. En die was er! Met dank aan Sybrand Buma van het CDA en Jesse Klaver van GroenLinks. Wat dat laatste betreft: gek eigenlijk dat de lijsttrekker van een partij met maar drie zetels in de Tweede Kamer opeens weer zoveel aanhang en dus aandacht krijgt! Wat doet Gertjan Segers van de ChristenUnie dan verkeerd, vraag ik mij af? Maar goed, daar gaat het hier niet over. Snel naar de stellingen.

1. Turkse politici mogen hier geen campagne voeren

Dit was, zoals gebruikelijk, de eerste stelling, gebaseerd op de actualiteit. De minister van buitenlandse zaken van Turkije wil in Nederland en Duitsland campagne voeren voor een referendum die aan premier Erdogan bijna absolute macht geeft. Het viel mij op dat bijna iedereen hier op tegen was en het dus met de stelling eens was. De Turkse moslima hing nog even de andere kant op, maar gaf ook aan dat ze niet ging stemmen voor een Turks referendum, omdat ze meer Nederlands was. Twee andere panelleden vonden dat we de Turkse minister maar moesten laten komen en dan stevig in debat moesten gaan (zoals ook het hoofdcommentaar van het Nederlands Dagblad van dinsdag 7/3 voorstelt). Ik ben DWDD met Harmendaar niet voor. Daar zijn twee redenen voor. De eerste werd heel goed door Buma van het CDA verwoord: Turkijke moet niet doen alsof de Turken die hier in Nederland wonen, nog Turken zijn. Het zijn Nederlanders met een Turkse achtergrond en vaak nog een Turkse nationaliteit. En als Turkse Nederlander moet je het ook niet willen, dat het land van je verleden nog invloed op je wil uitoefenen. Verder vind ik zelf dat een ander land best z’n eigen burgers in het buitenland actief mag benaderen als er verkiezingen zijn. Niemand had het een probleem gevonden als Hillary Clinton en Donald Trump naar Nederland waren gekomen om de Amerikaanse expats toe te spreken. Maar hier gaat het over iets anders, namelijk een staatsoffensief van een enge man die de absolute macht naar zich toe probeert te trekken. Een enge man die ontkent dat in Turkije 100 jaar geleden  20% van de bevolking (namelijk alle Armeense, Assyrische en Griekse christenen) met geweld zijn verdreven en vermoord d.m.v. een echte genocide; een enge man die permanent oorlog voert met de 10% van zijn eigen bevolking die tot de Koerden behoren; een enge man die bezig is de seculiere Turken al hun vrijheden te ontnemen; en een enge man die alle religieuze Turken die het niet met hem eens zijn als terroristische Gülen-aanhangers uit hun functies ontslaat en zonder vorm van proces in de gevangenis gooit. Zo’n persoon moeten we in Europa niet de gelegenheid geven om door middel van een staatsoffensief op buitenlandse bodem nog meer macht naar zich toe te trekken. Zeker niet als hij het in z’n hoofd haalt om het huidige Duitsland van nazi-praktijken te beschuldigen. Ik zie eerder parallelen tussen het huidige Turkije en nazi-Duitsland: via verkiezingen komt er iemand aan de macht die het land totaal verdeelt en in een enorm gewelddadige crisis stort. Daarom vind ik Erdogan een enge man, om wie je soms maar beter lachen kan:  ‘Erdowie, Erdowo, Erdowan’.

2. Er moet een maatschappelijke dienstplicht ingevoerd worden

Deze stelling kwam van het CDA. Paul Witteman ging eerst nog even in op het voorstel van Sybrand Buma om op de basisschool weer het Wilhelmus uit het hoofd te leren. Witteman probeerde Buma nog even te verleiden tot het opzeggen van het zesde couplet, maar daar trapte Sybrand niet in. Terecht, denk ik, want dat zou weer een sneer richting het christelijk geloof opgeleverd hebben, ben ik bang. Overigens vind ik het een goed voorstel, vooral omdat Buma er duidelijk bij zei, dat het niet elke week met gehesen vlag en de hand op het hart gezongen moest worden (zoals de PVV afgelopen najaar voorstelde), maar gewoon regelmatig geoefend. Dat laatste is meer dan terecht: als je echt blij bent met Nederland, hoor je het volkslied ook uit je hoofd te kennen – vooral couplet 1 en als christen ook couplet. Maar goed, de stelling ging dus over de maatschappelijke dienstplicht voor jongeren. Daar ben ik in principe voor. Maar dan niet met de reden die Buma net even te vaak noemde: randjongeren een beetje normen en waarden bijbrengen. Ook niet om de reden die in het debat vaak genoemd werd: wat terugdoen voor de maatschappij. Nee, wat mij betreft is de reden vooral, dat je meer ziet van de maatschappij en met andere mensen leert samenwerken dan uit jouw eigen kringetje. Dat was ook de motivatie achter de maatschappelijke stage van 2011 – 2015. En zo heb ik het zelf ook ervaren als jongere: christelijke basisschool, gereformeerd lyceum (zo heette het Gomarus toen) en theologie studeren in Kampen was een redelijk eenzijdig circuit waarin ik me als gereformeerde jongeling bewoog. De zeven jaren waarin ik in de zomer- en kerstvakanties onder in het Rooms Katholieke Ziekenuis werkte, afdeling schoonmaak & transport, lieten me een heel andere kant van de samenleving zien: dikke rooien en dikke nationalisten die toen zeker SP en PVV gestemd hadden als die toen al hadden bestaan.  Natuurlijk zitten er wel wat haken en ogen aan zo’n maatschappelijke dienstplicht. Toch vind ik het een goed idee om als jongere tegen minimumloon een half jaar in de samenleving actief te zijn. Zeker als, zoals de ChristenUnie voorstelt, je daarmee een deel van je studieschuld kunt afbetalen. Overigens: als het vooral om ‘iets terugdoen voor de samenleving’ gaat, is het ook nog wel een idee om de maatschappelijke dienstverlening van een half jaar pas te vervullen in de eerste twee jaar dat iemand met pensioen gaat.

3. In de komende kabinetsperiode moeten alle kolencentrales dicht

Veel panelleden waren blij dat GroenLinks met deze stelling kwam. Eindelijk kwam het milieu op de agenda! Op zich ben ik het daarmee eens. Maar we hebben in Nederland nog maar vijf kolencentrales en er is al afgesproken dat de laatste in 2035 dicht gaat. Dus ik vind het vooral symboolpolitiek van Jesse Klaver om andere groene partijen zoals de ChristenUnie op links te passeren. Bovendien, en dat heb ik, als je het vergelijkt met hoe het er een paar uur later bij Pauw&Jinek aan toe ging, heel netjes  onder woorden gebracht: Jesse Klaver komt met een totaal verkeerde stelling als het over energie gaat. Wat nu, in 2017, absolute prioriteit heeft is dit: HET GAS MOET ERAF IN GRONINGEN! Hoewel de Groningers bij Pauw&Jinek zich tegenover Mark Rutte niet heel erg netjes gedroegen, hadden ze groot gelijk dat de landelijke politiek de toestand en de gevoelens in Groningen totaal negeert. De VVD wil in haar verkiezingsprogramma de gaskraan pas dichtdraaien als uit onafhankelijk onderzoek blijkt dat dat echt nodig is. Dat is toch een schandalig standpunt! Volgens mij onderstreept dat pas goed, dat minister Kamp totaal niet heeft begrepen wat er in Groningen leeft en beeft. Het CDA wil de Groningers vooral royaler laten delen in de aardgasopbrengsten. Alsof dat het grootste punt is bij ons in het Noorden! En de rest van de partijen laat zich niet uit over hoe ver de gaskraan moet worden dichtgedraaid, op GroenLinks, PvdD, SP en ChristenUnie na. GroenLinks wil van ruim 45 miljard kuub naar maximaal 21 miljard. Op mijn kritische vraag zei hij zelfs naar 12 miljard te willen, maar dat staat niet zwart op wit in het verkiezingsprogramma van GroenLinks. Alleen de PvdD, SP en de ChristenUnie zeggen hardop dat ze terug willen naar 12 miljard kuub. SP en ChristenUnie  waren dan ook de enige twee partijen waarvan de lijsttrekker wél aanwezig was op dinsdag 7 februari in Groningen. En, toegegeven, Liesbeth van Tongeren van GroenLinks heeft ook veel voor Groningen gedaan en werd daarvoor in eerste instantie door haar partijbestuur beloond met een onverkiesbare plaats op de lijst. Voor Groningers is de keus op 15 maart dus niet moeilijk: SP, Liesbeth of ChristenUnie. Zie hier voor de visies van alle politieke partijen over de gaswinning in Groningen.

4. Bedrijven moeten meer belasting gaan betalen

Tsja, wat dit was nou echt zo’n stelling waarin Buma en Klaver heerlijk langs elkaar heen praatten. Klaver wilde de multinationals harder aanpakken. Buma wilde juist minder lasten voor het midden- en kleinbedrijf. Met beiden was ik het eens. Maar om nou in je eentje als Nederland alle multionationals aan te pakken? Daarmee win je niets, want dan gaan naar een ander land toe. Zoiets moet je dus Europees aanpakken, lijkt mij. En tot zolang ben ik blij dat mijn favoriete band U2 in Nederland gevestigd is. Misschien is het alleen maar een postbusadres, maar met een beetje geluk levert het toch nog wat aan belastinggelden en werkgelegenheid op.

Volgende week komen Emiel Roemer en Alexander Pechtold langs. Dat zal ook wel weer pittig debat worden, verwacht ik. Als het aan mij ligt, wordt met name Pechtold aan de tand gevoeld over de druk die D66 legt op burgers die vóór het leven zijn, ook als dat geen volmaakt of gemakkelijk leven is. En inderdaad, Harmen was er ook bij zoals iedereen overduidelijk heeft kunnen zien!

Meedoen in Nederland – Lagerhuis avond 2

Soms zit het mee, soms zit het tegen. Dat geldt ook voor de debatten in het Lagerhuis. Afgelopen maandag ging het er volgens mij wat roeriger aan toe  dan de eerste keer. Zelf kwam ik ook een paar keer aan het word. Iets minder scherp dan de vorige keer, vond ik zelf. Maar ik kreeg wel meer gelegenheid om een christelijk geluid te laten horen. Leuk is ook, dat het Dagblad van het Noorden anderhalve week geleden Ewout Klok als eerste Noorderling introduceerde en vandaag mij als tweede Noorderling uitgebreid interviewde: Dominee van Peelo roert zich in Lagerhuis

Als politici waren deze keer Sylvana Simons van Artikel1 en Thierry Baudet van Forum voor Democratie aanwezig. Persoonlijk vond ik dat ze allebei niet overtuigend overkwamen. Sylvana Simons herhaalde alleen maar eigen standpunten en schoof in het één-op-één debat Thierry Baudet voortdurend dingen in de schoenen die hij niet gezegd had. Thierry Baudet vond ik erg met zichzelf zelfingenomen en niet bereid om naar anderen te luisteren. Als Paul Witteman hem het woord ontnam, bleef hij steeds maar gewoon verder praten. Maar goed, tot zover over de beide politici. Nu over naar de stellingen.

1. De Nederlandse identiteit bestaat niet

Deze stelling maakte vel discussie los. Ik was het er niet mee eens. De Nederlandse identiteit is volgens mij gevormd door de christelijke culturele traditie. In Nederland is iedereen gelijkwaardig. We waarderen, gunnen en geven elkaar de vrijheid. Iedereen mag zichzelf zijn. En we proberen elkaar vast te houden en mensen bij elkaar te brengen. Ik zei er nog bij, dat dit voor iedereen geldt, of je nu gelooft of niet. Het gaat er niet om of je christen bént, maar  dat we samen in deze traditie staan. Je zag meteen dat een moslima en een feministe zich hier niet in herkende of buitengesloten voelden. Maar iemand anders zei heel terecht, dat moslims zich in Nederland zich prima thuis kunnen voelen en er echt bij horen, maar dat de islamitische cultuur en traditie toch nog echt niet goed aansluiten bij de Nederlandse identiteit. Misschien dat dat over 100 jaar anders is, maar dan moet er nog wel wat gebeuren.lagerhuis-karine

2. De tegenprestatie in de bijstand moet afgeschaft worden

Deze stelling kwam van Sylvana Simons. De meeste panelleden waren het hier niet mee eens. Want het is belangrijk dat mensen die in de bijstand zitten, niet vereenzamen en toch, waar het kan, zich zinvol kunnen inzetten in de maatschappij. Misschien juist wel als het om mensen gaat die niet helemaal mee kunnen komen en nu toch een stukje eigenwaarde en waardering ontvangen. Maar telkens als het om die tegenprestatie ging, riep Sylvana Simons: ‘Maar iedereen heeft toch recht op een menswaardig bestaan?’ Alsof een aantal uren per week actief bezig zijn mensonterend is! Zelf noemde ik het voorbeeld van plaatsen waar de ChristenUnie in het bestuur zit. Daar wordt heel zorgvuldig omgegaan met het eisen van tegenprestaties. Bv. als iemand 100% arbeidsongeschikt is, als iemand al veel vrijwilligerswerk of mantelzorg doet of als een alleenstaande moeder jongere kinderen heeft. Daarnaast wordt er gekeken naar wat iemand kan. Iemand met twee linkerhanden moet je niet in het buurthuis laten klussen, maar het papierwerk laten doen of de catering. Wat ik niet heb kunnen zeggen is, dat er wel een risico aan een verplichte tegenprestatie zit, namelijk dat er bepaalde banen door kunnen verdwijnen. Dat mag nooit de bedoeling zijn.

3. Nederland moet een bindend referendum invoeren

Dit was de stelling van Thierry Baudet. Hij deelde zelfs gratis zijn boek ‘Breek het partijkartel – de noodzaak van referenda’ uit. Gelukkig waren de meeste panelleden het niet eens met deze stelling. Helaas kwam ik er niet tussen, want ik vind het echt een belachelijk idee om bindende referenda in te voeren. Ik had graag in staccato mijun drie argumenten willen noemen. A) We hebben de meest direkte demokratie van de hele wereld. Er is geen kiesdrempel zoals in Duitsland (5%) en Turkije (10%). We hebben geen kiesdistricten zoals in Engeland en Amerika. Samen kiezen wij één keer in de vier jaar een Tweede Kamer en een gemeenteraad. Dat is een hele eerlijke afspiegeling van wat wij als Nederlanders samen vinden. Op grond daarvan komt er een regering of een college va B&W. Daarmee moeten we het in principe vier jaar doen. Als ze het in Den Haag of in onze woonplaats goed doen, belonen we hen bij de volgende verkiezingen. Als we ontevreden zijn, stemmen we hen weg. Die verkiezingen, eens in de vier jaar, zijn een bindend referendum. B) Als je over allerlei onderwerpen een referendum gaat houden, wordt het land onbestuurbaar. Want dan gaan one-issue-partijen zich helemaal op één los item richten. Vaak nog met een dubbele agenda, zoals Thierry Baudet, die eerst zei dat het laatste referendum echt over het Oekraïne-verdrag ging, maar al snel zei, dat het een stem vóór of tégen de Europese Unie was. Of puur om onrust te stoken, zoals Jan Roos, die in z’n matrozenpak gewoon even de landelijke politiek wou treiteren. Als wij als bevolking over elk onderwerp apart een mening moeten hebben, kan een regering of een gemeentebestuur nooit meer dingen tegen elkaar afwegen of keuzes maken die soms pijn doen. C) Het houden van referenda holt het vertrouwen in de politiek nog verder uit, denk ik. Neem bijvoorbeeld hoe D66 al 3x plaatselijk op de uitkomst van een referendum over winkelopenstelling op zondag reageert. Als groot voorstander van een referendum wist D66 niet hoe snel ze de bevolking moest adviseren om thuis te blijven, of elk jaar opnieuw in de gemeenteraad toch met een nieuw voorstel te komen om de winkels op zondag open te krijgen, of de uitkomst zo te manipuleren dat in de  grote kernen de winkels wel open gingen en in de kleine dorpen niet.  En met het Oekraïne-referendum net zo: ook al was maar 20% tegen (precies net zoveel als SP en PVV aan zetels hebben) en heeft Mark Rutte volgens een ruime meerderheid van de Tweede Kamer én de bevolking het allemaal goed uitonderhandeld , de suggestie wordt nu gewekt dat de politiek slecht naar de kiezer luistert.

4. Er moeten quota voor vrouwen en allochtonen komen voor bewindspersonen en overheidspersoneel.

Ook hier was de meerderheid van de panelleden het niet mee eens. Ik ook niet. Het is een omgekeerde vorm van discriminatie. Bovendien: waar begin je aan? Moet er  dan in Friesland een quotum voor Fries-sprekende mensen komen? En krijgen wij in het Noorden dan minder allochtonen in overheidsdienst, omdat er procentueel veel minder allochtonen in het Noorden wonen dan in de Randstad? Belangrijker vind ik, dat we in Nederland wél gelijkwaardig zijn, maar níet gelijk. Dus moet je selecteren op kwaliteit. Ik noemde het voorbeeld van de politiek en de kraamzorg. Waarom willen sommige partijen (GroenLinks bv.) dat er evenveel vrouwen als mannen in de politiek en in de regering moeten zitten, maar pleit niemand voor een verdeling van 50/50 in de kraamhulp, vroeg ik me af. Misschien was dat laatste een beetje een slecht voorbeeld en had ik beter het voorbeeld van vrachtwagenchauffeur of garagemonteur kunnen noemen. Waar het me om gaat is, dat je niemand mag buitensluiten. Maar dat je ook niets moet forceren. Zeker niet als het om vrouwenquota gaat. En als het om allochtonen gaat, moet je vooral discriminatie en achterstelling aanpakken. Maar ook, zoals mijn mede-noorderling denk ik terecht zei, de mentaliteit van sommige allochtonen die bij elke afwijzing meteen roepen: ‘Het is vanwege mijn afkomst!’ Toen ik ’s avonds terug naar huis reed en nog even bij Hoogeveen een klokje benzine in de auto goot, werd ik vriendelijk geholpen door een medewerkster met een Molukse achternaam.

Wordt vervolgd op maandag 6 maart met Sybrand Buma van het CDA en Jesse Klaver van GroenLinks. Die laatste staat in de peilingen wel hoger dan de ChristenUnie, maar heeft in de Tweede Kamer toch echt maar drie zetels.

 

Verwende pensionado’s in het Lagerhuis

Kom er maar eens tussen in de discussies in het Lagerhuis! Op het laatste moment vroeg DWDD mij als ‘orthodox christen’ of ik één van de 20 debaters wou worden. Nou, vooruit dan maar.  Al was het alleen maar om te laten horen dat een orthodox-christelijke dominee geen zwartrok is, maar best een redelijk geluid kan laten horen. Maar daar krijg je dus niet altijd de tijd voor. Dus hier volgen nog een keer de stellingen en wat ik nog meer had willen zeggen als 19 anderen wat langer stil waren gebleven :-).

Op vrijdag 17 februari was de live-voorstelling van het 20-koppig panel in DWDD. Dit zijn we: https://twitter.com/dwdd/status/833631442026512384. Er was ook een stelling:

0. Straatintimidatie moet verboden worden

Dit was n.a.v. het verbaal lastig vallen van vrouwen door middel van sissen, belediging en bedreiging. Wat mij betreft een goede zaak, ook al is het moeilijk te handhaven. Maar dan nog gaat van strafbaarstelling een positief signaal uit. Volgens sommigen moeten vooral vrouwen weerbaarder gemaakt worden. Dat vind ik ook, maar voor je het weet krijgen vrouwen de schuld dat ze te weinig weerbaar zijn. Overigens zou de overheid wel meer dingen strafbaar mogen stellen, zoals vrouwonvriendelijke reklame. En ook meer dingen moeten handhaven, zoals het verbod op het roken van joints en het drinken van alcohol op straat.

Op maandag 20 februari was de eerste echte Lagerhuis-avond met als gasten Lodewijk Asscher van de PvdA en Henk Krol van 50Plus. Asscher was een zeer beleefde gesprekspartner en Henk Krol een zeer ongenuanceerde schreeuwlelijk. Gelukkig greep Paul Witteman in toen Krol tegen Asscher zei: ‘U liegt dat u barst!’ (over de 12 miljard Euro die het terugdraaien van de AOW-leeftijd naar 65 jaar zou kosten – objectief doorgerekend door het Centraal Planbureau waar alleen PVV, PvdD en 50Plus hun verkiezingsprogramma’s niet wilden laten doorrekenen). Die stellingen van de avond waren de volgende:

1. Leren carnaval vieren is het toppunt van integratie in Nederland

Omdat de dag ervoor in ‘Zondag met Lubach’ het over Geert Wilders ging, heb ik gezegd dat volgens mij als noorderling niet het carnaval , maar een bezoek van nieuwe Nederlanders samen met Geert Wilders aan De Efteling volgens mij de beste manier van integreren is. Anderen gingen erg serieus op de stelling in en vonden het helemaal niet nodig om dit soort dingen aan nieuwe Nederlanders te leren. Dat vind ik niet. Om te integreren moet je ook plaatselijke / regionale culturele gewoontes leren kennen en meemaken, zoals het bloemencorso in Eelde, de TT in Assen en de Elfstedentocht in Friesland. Maar goed, de gelegenheid om dat te zeggen kreeg ik niet.

2. ‘Gepensioneerden zijn fors in koopkracht achter gebleven en dat moet snel gerepareerd worden’

Deze stelling had Henk Krol van 50Plus ingediend. Een waardeloze stelling volgens mij,  want in 2015 zijn de gepensioneerden er gemiddeld 0,1% in koopkracht op achteruit gegaan. De rest van Nederland ging er weliswaar gemiddeld 0,4% tot 2,6% op vooruit, maar de stelling van Krol klopte dus echt niet. Zijn schema liet dat ook zien: een rode, stijgende lijn voor de rest van Nederland en een zwarte lijn voor de ouderen die vlak was – geen forse daling dus! Toen Krol alleen maar bozer werd omdat bijna het hele panel hem ‘de rattenvanger van de ouderen’ vond, haalde ik een echtpaar van in de 80 aan die vond dat hun generatie er alleen maar op vooruit gegaan was en dat ze niet meer gewend waren om er ook op achteruit te gaan. Dus zei ik, dat er veel verwende pensionado’s zijn die meer aan hun eigen portemonnee denken dan aan kleinkinderen die een grote studieschuld moeten opbouwen of maar steeds geen vaste baan krijgen. Wat ik nog had willen zeggen is, dat het christelijk uitgangspunt is om solidair met elkaar te zijn in plaats van voor jezelf te gaan. En ook, dat veel jongeren het helemaal zat zijn dat het in de verkiezingen steeds over ouderen gaat, terwijl voor ouderen de levensstandaard en de zorg in Nederland tot de hoogste ter wereld behoort.  Dat vinden ouderen zelf ook, want ze geven zichzelf een 8 als het om de kwaliteit van leven gaat.

3. ‘Elke werknemer heeft er recht op buiten werktijd onbereikbaar te zijn’

Met deze stelling kwam Lodewijk Asscher van de PvdA. Ik kwam er niet tussen, omdat veel ondernemers vonden dat ieder bedrijf hier zelf afspraken over moest maken. Ik had willen inbrengen dat dit afhangt van de baan die je hebt. Maar het is wel belangrijk om hier meer over vast te leggen, want werknemers hebben recht op een privé-leven. Als je met je kids op zaterdag iets doet, moet je niet door je baas gestoord worden. Maar het probleem ligt dieper: er is veel onzekerheid en stress bij mensen omdat ze steeds maar geen vaste baan krijgen en omdat ze altijd en overal bereikbaar of open moeten zijn. Volgens mij is het veel beter om daarom weer af te spreken dat we samen één dag per week rusten van ons werk. Dan kan wie sporten wil, sporten en wie naar de kerk wil gaan , naar de kerk. En gaat iedereen op maandag weer relaxed naar zijn of haar werk.

4. Als de PVV de AOW terug wil brengen naar 65, dan is dat een prima coalitiepartner

Deze stelling bracht Paul Witteman in, omdat Henk Krol dit in de pers gezegd had. Meteen begon Henk Krol te draaien (‘alleen als de PVV haar migratiestandpunt verandert’) en tegen Asscher voor leugenaar uit te maken. Mijn eerste gedachte bij deze stelling was, dat dit precies de reden is om tegen one-issue-partijen als 50Plus te zijn. Ze hebben maar één stokpaardje en als het nodig is willen ze zelf wel een bondje met de duivel sluiten en hun schoonmoeder verkopen om hun doel te bereiken. Maar ik dacht ook: PVV en 50Plus passen heel goed bij elkaar. Ze sluiten delen van de bevolking uit – de PVV minderheden en 50Plus jongeren en studenten. En ik had willen zeggen, dat je daarom volgens mij veel beter bij je eigen overtuiging kunt blijven dan strategisch te gaan stemmen op een one-issue-partij of om te voorkomen dat een andere partij de grootste wordt. Als minder mensen vier jaar geleden strategisch gestemd hadden, was er een derde partij nodig geweest voor een regering. Dan had ook een kleinere partij meer invloed gehad, zoals vroeger D66 of de ChristenUnie toch deel uit maakten van het kabinet.

Terugkijkend op de eerste avond: leuk om te doen, moeilijk om elke keer je punt te maken, iets te weinig een vrolijk-orthodox-christelijk geluid te laten horen en nog meer respect voor de persoon van Lodewijk Asscher, terwijl Henk Krol voor mij nu echt door de mand gevallen is. En nu óp naar ronde twee!

Registratie Orgaandonatie in de lift

orgaandonatie-teletekstOp 13 september nam de Tweede Kamer een nieuwe orgaandonatiewet aan. Wie de moeite niet wil nemen om zich te laten registreren, wordt onder deze nieuwe wet genoteerd als iemand die ´geen bezwaar´ heeft tegen het doneren van zijn of haar organen na overlijden. Vandaag meldden het dagblad Trouw  en het NOS-journaal dat in de drie-en-halve week na dit besluit al zo’n 100.000 Nederlanders zich hebben laten registreren in donorregister.
De meesten hebben ‘nee’ laten noteren, ruim 90.000. En iets minder dan 10.000 mensen hebben ‘ja’ ingevuld. Daarnaast zijn waren er in de eerste dagen na het besluit bijna 4.500 Nederlanders die zich hebben laten uitschrijven, maar waren er ook zo’n 2.650 personen die van ‘nee’ naar ‘ja’ zijn geswitcht. Volgens dagblad Trouw en het NOS-journaal zijn er inmiddels 22.000 Nederlanders die zich hebben laten uitschrijven.

Hoe je het ook wendt of keert, alleen al het feit dat het voorstel om tot een Aktief Donor-Registratie Systeem over te gaan, het met 75-74 gehaald heeft in de Tweede Kamer, heeft tot beduidend  meer registraties geleid.En dat alleen al vind ik winst.

Orgaandonatie OverheidEven voor de duidelijkheid wat cijfertjes.

In januari 2014 waren zo’n 5,7 miljoen Nederlanders geregistreerd als donor. Daarvan zeiden bijna 3,5 miljoen ‘ja’ met of zonder beperkingen, zeiden zo’n 1,6 miljoen ‘nee’ en lieten 0,6 miljoen de keus aan de familie. In december 2015 waren ruim 5,8 miljoen Nederlanders geregistreerd als donor. Het ‘ja’-aantal steeg licht (+ 53.000), het ‘nee’-aantal daalde licht (- 8.000) en het aantal dat de familie liet beslissen steeg het hardst (+ 92.000).

En nu naar 2016. Volgens http://www.donorregister.nl stonden op 31 augustus 2016 precies 5.910.425 Nederlanders geregistreerd, waarvan bijna 3,65 miljoen ‘ja’ hadden ingevuld, ruim 1,55 miljoen ‘nee’ en de overige 0,7 miljoen liet het aan de familie over. Wat is er na 13 september veranderd? Nou, er hebben zich bijna 73.000 Nederlanders meer laten registreren. Wel daalde het ‘ja’-aantal’ naar 3,64 miljoen en steeg het ‘nee’-aantal naar 1,64. Het aantal dat voor ‘de familie beslist’ koos, bleef nagenoeg gelijk met iets meer dan 0,7 miljoen.

Orgaandonatie ja of neeZonder de 22.000 Nederlanders die in mijn optiek allemaal Dik heten en samen de familie Ego vormen, en die als Dikke Ego’s allemaal hun eigen autonome keus belangrijker vinden dan de lange wachtlijsten die er nog steeds zijn, zou het aantal registraties net boven de 6 miljoen zijn uitgekomen.

Ik ben blij met deze cijfers. Het gaat er mij namelijk niet om of mensen voor of tegen orgaandonatie zijn. Ook al vind ik het voor mijzelf een christenplicht om na mijn leven mijn naaste te mogen dienen met mijn organen als dat kan. Maar de afweging van iemand anders dat het lichaam door God aan iemand persoonlijk gegeven is en dat je daar na je dood niet in wilt laten snijden vind ik ook een begrijpelijk standpunt. Het is echt geen gebrek aan naastenliefde als iemand ‘nee’ zegt. Maar geef het in elk geval aan. Of laat weten dat je die keus t.z.t. aan je familie over laat. Met dit nieuwe registratiesysteem word je door de overheid nergens toe verplicht. Behalve dat de overheid wil dat je aangeeft wat je zelf wil. Niet willen kiezen is namelijk een vorm van egoïsme of laksheid. Dat stoort mij vooral omdat 90% van de Nederlanders wél graag een orgaan ontvangen wil als de nood aan de man/vrouw komt. Terwijl het aantal Nederlanders dat nu vrijwillig zijn keus kenbaar maakt, al jaren op 40% zit. Dus van elke 100 Nederlanders vertikken 60 personen het om zich te laten registeren, maar van die 60 willen er 50 wel graag een orgaan ontvangen als de nood aan de man of vrouw komt. Dat vind ik, even scherp gezegd, hypokriet. Orgaandonatie - hartjeDus ben ik blij met dit besluit van de Tweede Kamer. Wie niks laat weten, geeft aan ‘geen bezwaar’ te hebben. Dat is wat anders dan ‘ja’, maar het is voor de nabestaanden een teken dat iemand tijdens zijn leven geen grote moeite met orgaandonatie had, anders had hij/zij wel ‘nee’ laten registreren. Dat hebben binnen een maand na 13 september al bijna 100.000 Nederlanders gedaan. Dat vind ik dus een goede zaak. Beter eerlijk ‘NEE’ dan de zaak op z’n beloop laten.

En nu maar hopen dat de ChristenUnie in de Eerste Kamer niet gaat zeggen: zie je wel, het aantal registraties neemt de laatste maanden heel erg toe. Het is al erg genoeg dat christenen de naam hebben in ethische zaken overal tegen te zijn. Terwijl het stimuleren van orgaandonatie toch echt heel iets anders is dan het legaliseren van abortus of euthanasie.
 
 
 

ORGAANDONATIE – zet de politiek na 20 jaar eindelijk een stap voorwaarts?  

Komt er een nieuw donorregistratiesysteem? Het zal erom spannen deze week in de Den Haag. Vóór de zomervakantie diende D66 een voorstel in een ‘actief donorregistratiesysteem’ in te voeren. Dat betekent in de praktijk, dat iedereen vanaf 18 jaar nadrukkelijk gevraagd wordt om een keus te maken: ‘Ik wil wel of geen donor worden.’ Wie ondanks herhaalde oproepen geen keus wil maken, wordt automatisch geregistreerd als donor. In juni 2016 lieten o.a. CDA en ChristenUnie en VVD weten dit voorstel niet te zullen steunen. Volgens mij ten onrechte, zoals ik in mijn blog van 7 juni 2016 onderbouwde (klik hier), want al meer dan 20 jaar geeft maar 40% van de Nederlanders, alle overheidscampagnes ten spijt laat, aan of men wel of geen donor wil zijn. Tegelijk wil 90% van de Nederlanders wel graag een orgaan te willen ontvangen als de nood aan de man (of de vrouw) komt. Er moet dus echt wat veranderen. Vandaar het voorstel van D66. Begin deze maand liet D66 weten, het voorstel nog verder te hebben aangepast om aan de bezwaren van o.a. de christelijke partijen tegemoet te komen. Of het helpt, valt nog te bezien. Maar het zou mij zwaar tegenvallen van het CDA en van de ChristenUnie als ze op 8 september nog steeds blijven vasthouden aan een vrijblijvend systeem waardoor 60% van de Nederlanders gewoon z’n verantwoordelijkheid niet neemt.

 Wat zijn de aanpassingen?

In Nederland geldt nu een toestemmingssysteem. De overheid roept alle burgers nadrukkelijk op om zich te laten registeren en te kiezen uit de volgende opties: 1 = JA / 2 = NEE / 3 = ik laat mijn nabestaanden of één specifieke persoon beslissen. D66 stelde in juni 2016 voor om alle Nederlanders vanaf hun 18e actief te benaderen met deze vraag én er heel erg duidelijk bij te zeggen: als je na herhaalde herinneringen niet reageert, word je automatisch geregistreerd als donor.

Toch bleven er een aantal bezwaren bestaan. Vooral over het feit dat wie zich bewust als donor laat registreren en wie de moeite niet neemt om te reageren, allebei als ‘JA – ik ben donor’ worden geregistreerd. Verder was er kritiek op het feit dat mensen vanaf hun 18e een aantal keren opgeroepen worden om een keus te maken, maar daar dan voor de rest van hun leven aan vast zitten. En de vraag kwam naar voren hoe het zit met laaggeletterden en wilsonbekwamen: worden die zonder het te weten opeens tot donor verklaard? Op de site van de Nierpatiënten Vereniging Nederland wordt duidelijk vermeld hoe D66 aan deze bewaren is tegemoetgekomen.

Allereerst is ervoor gekozen om duidelijk onderscheid te maken tussen wie zich wel heeft laten registeren als donor en wie domweg niet gereageerd heeft. Voor deze tweede groep (de lakse Nederlanders) worden niet meer geregistreerd onder de categorie ‘JA’, maar onder een nieuwe categorie ‘GEEN BEZWAAR’.

Ook wordt nu zwart op wit vastgelegd dat alle Nederlanders vanaf hun 18e elke 10 jaar opnieuw een persoonlijke herinnering krijgen m.b.t. hun registratie. Men kan die dan ook wijzigen. Zo is de actuele wens van iedere Nederlander  bekend.

Verder zijn er extra waarborgen opgenomen voor ‘wilsonbekwamen’. In elke acute situatie moet een arts zich ervan vergewissen dat de persoon in kwestie wilsbekwaam was toen hij toestemming verleende voor orgaandonatie. Als blijkt dat een persoon wilsonbekwaam was, kan alleen met instemming van de wettelijk vertegenwoordiger of van de nabestaanden besloten worden tot orgaandonatie. Kunnen zij niet op tijd bereikt worden, dan is zo’n wilsonbekwaam géén donor.

Tenslotte wordt de nieuwe manier van registreren pas ingevoerd nadat er eerst een periode van goede voorlichting is gegeven aan alle Nederlanders, zodat iedereen er van op de hoogte is dat als je je keus niet wilt laten vastleggen, de overheid er van uit gaat dat je geen bezwaar hebt tegen orgaandonatie.

Durven CDA en ChristenUnie nu wel een stap te zetten?

Wat het CDA betreft ben ik bang dat men ondanks deze aanpassingen vast blijft houden aan de bezwaren tegen een actieve donorregistratie. Want er is nog één onderliggend argument waarom het CDA (en de VVD) niet verder willen gaan dan een vrijblijvende registratie op www.donorregister.nl. Dat standpunt werd op zaterdag 5 september op Radio 1 verwoord door de voorzitter van het CDJA, Julius Terpstra. Hij is tegen het voorstel van D66 omdat het een aantasting is van de integriteit van iemands lichaam. Dus heeft een overheid geen recht op de organen van wie dan ook als iemand zich daar niet zelf over uitgesproken heeft. Het voorstel van D66 zou zelfs tegen de grondwet ingaan volgens het CDJA. Ik vind de argumentatie uitermate zwak. En dat het tegen de grondwet ingaat, is echt onzin. Want er is een groot verschil tussen ‘je niet kunnen uitspreken’ en ‘je niet willen uitspreken’. Wie zich niet kan uitspreken, wordt geen donor. Wie gewoon geen zin heeft om zich te laten registreren, heeft er ook geen principiële bezwaren tegen om donor te zijn. Dus tast de overheid niemands integriteit aan, maar respecteert juist volledig ieders keus en beschermt de wilsonbekwame burgers tegen de aantasting van hun lichaam.

Wat betreft de ChristenUnie heb ik meer hoop dat deze aanpassingen wel voldoende zijn om de fractie over de streep te trekken. In 2005 wilde de ChristenUnie namelijk graag als extra optie bij donorregistratie opnemen: “Ik maak nog geen keuze, stel mij de vraag later opnieuw”.  Dat is nu expliciet in dit voorstel opgenomen, want elke Nederlander krijgt elke 10 jaar een herinnering en kan dan opnieuw de afweging maken om wel of geen donor te willen blijven of alsnog te worden. En in juni 2016 liet Carola Schouten nog weten tegen de vermenging van een ‘aktief JA’ en een ‘passief JA’ te zijn. Ook dat bezwaar geldt nu niet meer. Maar of de ChristenUnie echt een stap voorwaarts durft te zetten? Tijdens de eerste bespreking van dit wetsvoorstel op 27 maart 2014 vond de ChristenUnie nog, dat de keus om wel of geen donor te willen zijn, “een zaak is van mensen zelf. Mensen zijn geen eigendom van de staat.” Daarom was het voor de fractie “de vraag of een dwingende keuze, opgelegd van overheidswege, wel wenselijk is.” Ik hoop dat bij de ChristenUnie er inmiddels van overtuigd is, dat de overheid in het aangepaste voorstel van D66 niets dwingend oplegt, maar alle burgers indringend op ieders verantwoordelijkheid wijst en daarbij duidelijk aangeeft welke conclusies we als samenleving trekken als iemand laksheid en ongeïnteresseerdheid niet wil reageren, namelijk:

‘Wie bewust blijft zwijgen, stemt toe.’ 

ORGAANDONATIE – wie niet reageert wordt donor

Je bent ernstig nierpatiënt. Je staat al een tijdlang op de wachtlijst voor een nieuwe nier. Maar er zijn  te weinig mensen die zich als orgaandonor hebben geregistreerd. Ondanks alle campagnes in de afgelopen jaren. De hoogste tijd om het ‘toestemmingssysteem’ te vervangen door een ‘geen-bezwaar-systeem’.  Tenminste, dat vindt bijna de helft van de Tweede Kamer. Deze week stemt Den Haag over een voorstel van D66 om een ‘actief donorregistratiesysteem’ in te voeren. Het is 50/50. De fractie van het CDA gaat de doorslag geven.

Orgaandonatie ja of neeIk hoop van harte dat het voorstel van D66 het haalt. Het haalt de vrijblijvendheid eruit om je wel of niet te laten registreren als orgaandonor. Dat is het grote bezwaar tegen het huidige systeem namelijk. Nu roepen overheid en organisaties zoals de artsenvereniging KNMG alle Nederlanders op zich te registreren als donor. Maar in de praktijk heeft maar iets meer dan 40% dat tot nu toe gedaan. Dat percentage stijgt de laatste jaren wel iets, maar, schrijft de KNMG in maart 2016, “toch blijft het tekort aan donororganen groot en overlijden jaarlijks mensen terwijl zij wachten op een orgaan. Een van de problemen die artsen zien, is dat nabestaanden van een overledene die niet weten wat de overledene wilde, twijfelen en er dan vaak voor kiezen om donatie af te wijzen, terwijl de overledene mogelijk wel zijn organen had willen afstaan.” (lees hier meer)

Vrijwillige registratie te vrijblijvend

Als je je nu laat registreren als donor, kun je kiezen uit vier opties. 1 = JA / 2 = NEE / 3 = mijn nabestaanden beslissen / 4 = een specifieke persoon beslist. Als je voor ‘JA’ kiest, kun je ook nog aangeven welke organen je wel of niet beschikbaar stelt voor transplantatie. D66 stelt nu voor over te gaan tot een systeem van actieve donorregistratie. Dat houdt in dat alle Nederlanders vanaf hun 18e actief benaderd worden met de vraag of ze donor willen worden. Ze krijgen precies dezelfde vier vragen gesteld als bij de vrijwillige donorregistratie. Maar in de brief wordt er ook bij gezegd: als je na herhaalde herinneringen niet reageert, word je automatisch geregistreerd als donor.

Actieve registratie : niet automatisch donor

Orgaandonatie PasDit voorstel is een gulden middenweg tussen ons huidige, vrijblijvende systeem en het ‘geen-bezwaar-systeem’ zoals dat in bv. België en Spanje geldt. Daar ben je automatisch donor, tenzij je een ‘ik-wil-geen-donor-zijn-verklaring’ invult. Volgens mij moeten we in Nederland echt een stap vooruit zetten. We zijn er, ondanks  alle promotie in de afgelopen 30 (!) jaren, niet in geslaagd om voldoende orgaandonoren te krijgen. Dus sterven er jaarlijks tientallen tot honderden mensen terwijl ze op de wachtlijst staan, omdat 60% van de Nederlandse bevolking niet de moeite wil nemen om z’n mening kenbaar te maken over orgaandonatie. Die laksheid vind ik onchristelijk. Want uit onderzoeken blijkt dat bijna 100% van de Nederlanders wel zelf graag een nier of long of hart wil ontvangen als dat akuut nodig blijkt te zijn. Dus waarom zou je dan niet zelf na je leven iemand anders daarmee willen helpen? Volgens mij moeten christenen in deze diskussie de woorden van Jezus onze Heer uit Matteüs 7:12 en Lukas 6:31 zwaar laten wegen: Behandel anderen steeds zoals je wilt dat ze jullie behandelen (NBV) / Alles nu wat gij wilt, dat u de mensen doen, doet gij hun evenzo (NV’51).

Orgaandonatie HartjeChristenUnie tegen actieve registratie

Helaas wil de ChristenUnie het systeem niet veranderen. In 2008 (klik hier) schreef de ChristenUnie in een notitie, dat orgaandonatie een zaak is en moet blijven van burgers onderling. De overheid mag die keus niet dwingend opleggen. Wel moet er meer aan voorlichting gedaan worden om burgers te doordringen van het belang van orgaandonatie. Oftewel: “Orgaandonatie, een zaak van mensen onderling. Geen keuzedwang, wel keuzedrang.” En zelfs als iemand zich wel heeft laten registreren als orgaandonor, is het volgens de ChristenUnie ondenkbaar om de mening van de nabestaanden te negeren. Als zij alsnog geen toestemming willen geven, gaat de orgaandonatie niet door. Er is nog een belangrijke reden waarom de ChristenUnie tegen het systeem van actieve donorregistratie is. Het sluit de mogelijkheid niet uit, dat iemand tegen zijn wil in als Orgaandonatie Wachtlijstdonor behandeld zou worden. Daarom diende de ChristenUnie in 2005 samen met o.a. de SP een motie in om alle Nederlanders vanaf hun 18e actief te registreren met dezelfde vier vragen als hierboven en met een vijfde keuzemogelijkheid. 5 = ik maak nog geen keuze, stel mij de vraag later opnieuw. Wie deze vijfde mogelijkheid invulde, zou later, bij een nieuw paspoort bv., opnieuw de vraag voorgelegd krijgen of hij/zij wel of niet donor zou willen worden. Die motie haalde het niet en dus stemde een krappe meerderheid van de Tweede Kamer in 2005 tegen het actieve donorregistratie-systeem en bleef het ‘toestemmingssysteem’ van kracht. Met de unanieme wens van heel de Tweede Kamer aan de regering om alle Nederlanders te stimuleren zich te laten registreren in het donorregister. Dat laatste heeft de overheid ter harte genomen. Op www.donorregister.nl kan iedereen invullen of men wel of geen orgaandonor wil zijn. Maar het heeft onvoldoende geholpen. Na tien jaar neemt bijna 60% van de Nederlanders nog steeds niet z’n verantwoordelijkheid. Dus komt D66 nu opnieuw met een voorstel om over te gaan tot actieve registratie van alle Nederlanders boven de 18 jaar. En wie dan na herhaaldelijke herinneringen niet reageert, wordt automatisch donor. Dat laatste is winst en wordt zelfs door ChristenUnie genoemd tijdens de allereerste bespreking van dit voorstel in 2014 (lees hier meer).

Durf een stap te zetten!

Orgaandonatie LoesjeDus waarom blijft de ChristenUnie dan vasthouden aan haar oude standpunt? Daarmee stimuleert ze laksheid en ongeïnteresseerdheid. En bevordert ze gebrek aan naastenliefde. Volgens mij is er geen sprake van keuzedwang als iemand een aantal keren nadrukkelijk gevraagd wordt om duidelijk aan te geven of men wel of geen donor wil worden. Want in die keus is iedereen volkomen vrij. Maar als iemand gewoon de moeite niet neemt om na herhaalde oproepen het donorregistratieformulier in te vullen, is het een hele logische stap om te zeggen: ‘Wie zwijgt, stemt toe’.

 

De CHRISTENUNIE en de DOMINEE

Wie ken dat liedje over ‘de dominee van Amersfoort’? Boudewijn de Groot bezong hem in 1977. Het was niet zo’n beste man, want hij versleet vier vrouwen. En na zijn dood ging nummer vier van tierelierelier met de voorzitter van het kerkbestier.

Dominee wil in gemeenteraad

Tegenwoordig heeft Amersfoort een dominee die beter bekend staat, namelijk Ron van der Spoel. Hij is predikant van de protestants-gereformeerde Kruispuntgemeente (PKN-CGK-NGK) in de wijk Vathorst en staat als nummer twee op de lijst van ChristenUnie in Amersfoort. Het Nederlands Dagblad van vrijdag 14 maart 2014 interviewde hem daarover.

Ook in Assen heeft de ChristenUnie twee predikanten op de lijst staan: mijn collega Sieds de Jong van de GKV Assen-Kloosterveen en ikzelf – als nr. 15 van de 15.

Sommige mensen vragen zich af: is dat wel verstandig om jezelf als predikant in de politiek te begeven door op de kieslijst van een politieke partij te gaan staan?

Ron van der Spoel geeft in het artikel een paar argumenten waarom hij graag als dominee de politiek in wil. Hij wil graag door de week in de praktijk brengen wat hij op zondag preekt. In de Bijbel staat immers dat je als christen niet alleen het goede voor je eigen kerk moet zoeken, maar voor de hele samenleving. Die opdracht kregen de joden in ballingschap al toen Jeremia hen namens God  de opdracht gaf: “Bid tot de HEER voor de stad en zet je in voor haar bloei, want de bloei van de stad is ook jullie bloei.”

Christen ben je altijd en overal

Voor mij is dat ook een belangrijke reden om als laatste man de lijst van de ChristenUnie in Assen een duwtje te geven. In 2010 was ik dat ook al. Toen heb ik de volgende motivatie gegeven:

Ik draag de christelijke politiek een warm hart toe en wil me daar op eigen plaats en manier graag voor inzetten. Een symbolische plaats op de lijst van de ChristenUnie past daar wel goed bij. Iemand noemde mij de ‘hekkensluiter’ van de lijst, maar met die typering ben ik niet zo blij. Als pastor hoop ik juist dat door het openstaande hek van het Evangelie van Jezus Christus veel mensen de grazige weiden van Gods verlossende liefde binnen zullen lopen. Zo hoop ik ook dat mijn laatste plaats op de ChristenUnie-lijst niet voor mensen de deur dicht doet om op de ChristenUnie te stemmen, maar juist een laatste stimulans kan zijn om straks toch maar op de ChristenUnie te stemmen.

En ik schreef erbij:

De dominee wordt dus niet politiek aktief en blijft zich voor de volle 100% op zijn roeping als predikant concentreren. De gemeente is voor mij niet de stad Assen, maar de kerk van Assen-Peelo. Maar ik wil wel graag medechristenen erop attenderen dat van ons allemaal gevraagd wordt om zout te zijn en licht te verspreiden en, als kerk en christenen samen, een stad op een berg te zijn. Ook in de politiek. Persoonlijk steek ik daarbij mijn voorkeur niet onder stoelen of banken – of, om het bijbels te zeggen: als je een lamp aansteekt, zet je die niet onder een bed neer, maar op een standaard zodat hij licht geeft voor iedereen in het huis. Dus laat maar schijnen, die lamp van het geloof – ook in het huis van  de samenleving; ook door naar eer en geweten je stem uit te brengen bij de gemeenteraadsverkiezingen. Als dominee geef ik geen stemadvies. Als christen laat ik iedereen wel mijn voorkeur weten. Als dominee zeg ik wel: wie niet stemt verbergt zichzelf als christen en laat zijn licht niet schijnen in de samenleving.  

Politieke dominee?

Vier jaar geleden reageerde mijn PKN-collega Bert Altena daar via zijn weblog op (http://www.bertaltena.com/dominee-in-de-politiek). Het lijkt hem “niet juist om je als predikant met één bepaalde partij te afficheren buiten het stemhokje. Dat levert altijd misverstanden op. (…) Wie als predikant zich met één partij identificeert, werpt een onnodige barrière op voor anderen om jou als predikant in vrijheid en vrijmoedigheid te benaderen. (…) Natuurlijk wordt zijn lijstduwerschap als een stemadvies opgevat en dat gegeven kun je niet wegdenken als je zondag bij hem in de kerk zit of hem maandag als pastor ontvangt.”

Ik snap Bert wel. Twee dagen later ging hij nog een keer op dit onderwerp in (http://www.bertaltena.com/dominee-in-de-politiek-2). Deze keer omdat er in het Assen-brede PKN-kerkblad een interview stond met de lijsttrekker van het CDA in Assen. Toen kwam ook een ander argument naar voren waarom hij als PKN-predikant zo terughoudend is om zijn politieke overtuiging aan iedereen kenbaar te maken: “Dit doet geen recht aan de politieke verscheidenheid onder ons lezerspubliek.”
Binnen de Gereformeerde Kerken (vrijgemaakt) is die verscheidenheid minder groot, vermoed ik. Dat komt ook, omdat de bandbreedte binnen onze kerken minder groot is. We geloven allemaal in Jezus Christus als onze Verlosser én als ons voorbeeld voor ons christen-zijn. Ik denk ook dat kerkleden heel goed onderscheid kunnen maken tussen wat een predikant zondags vanaf de preekstoel zegt en hoe een predikant door de week zijn christen-zijn invult.  Daarom heb ik me dit jaar weer met vrijmoedigheid op de lijst voor de ChristenUnie laten zetten. Dit keer met de volgende motivatie:

Graag wil ik de positie als lijstduwer innemen, omdat ik van mening ben dat ook in onze stad Assen het geluid van de ChristenUnie niet gemist kan worden. Ik ben predikant van de Gereformeerde Kerk van Assen-Peelo en sta in de wijk bij velen bekend als ‘de dominee van Peelo’. Dat laatste komt o.a. door een aktieve betrokkenheid op de wijk waarin ik woon. Dat doe ik omdat ik geloof dat we als christenen het goede voor de stad moeten zoeken. Daar wil ik vanuit mijn positie graag aan bijdragen. Ik denk dat de aanwezigheid van één of meer predikanten op de lijst van de ChristenUnie aangeeft, dat kerk en samenleving geen twee gescheiden circuits zijn. Misschien dat ik daarmee sommige kiezers het laatste duwtje kan geven om bij de gemeenteraadsverkiezingen in 2014 op de ChristenUnie te stemmen.

Geen stemadvies vanaf de kansel …

En of ik dan zondags in de kerk voor de ChristenUnie bidt?  Nee, dat doe ik niet. Op de preekstoel is partijpolitiek uit de boze. Wel bid ik in de weken voor deze verkiezingen voor christenen die als een Daniël in de plaatselijke politiek aktief zijn. En ik durf ook wel te zeggen, dat christenen door het uitbrengen van hun stem op mede-christenen. Want als  dat niet meer gebeurt, waar wordt dan in de politiek nog gehoord en getoond dat Gods adviezen goed zijn voor alle mensen en dat Godd Woord voor heel de samenleving een licht op het pad is?

Dus vanaf de preekstoel roep ik iedereen op: breng als christen je stem uit!

… maar wel vanaf hier!

ChristenUnie ErnstVanaf deze plek zeg ik er uit volle overtuiging bij: doe dat door in Assen op de ChristenUnie te stemmen. Dat is een partij die er openlijk voor uitkomt, in Assen te geloven. Hoe je het ook opvat. Daar geef ik op 19 maart graag mijn stem aan. In de hoop dat velen dat met wij doen en de ChristenUnie straks met een handvol heel geschikte én gelovige mensen in de gemeenteraad van onze prachtige stad Assen zit.