Op 1 januari stond in Balkbrug plotseling de grote truck van de Postcodeloterij geparkeerd voor de pas geopende kringloopwinkel. Die was net stroopwafels aan het bakken en draaiden onverwacht een super omzet. De truck kwam aangereden omdat de PostcodeKanjer 2025 van 59,7 miljoen Euro op postcode 7707 was gevallen. Laat dat nou net heel ons dorp + omgeving zijn! Bijna 30 miljoen viel op de even nummers van één straat. De andere 30 miljoen mogen de overige gelukkigen met een winnend lot verdelen.
Verschillende mensen vroegen mij: ‘Zijn jullie nu ook miljonair?’ En: ‘Mag je als christen meedoen aan zoiets als de Postcodeloterij?’

Op die eerste vraag geef ik steevast als antwoord: ‘Nee, wij hebben nog nooit meegedaan. Maar dat geeft niet. Andermans voordeel is niet ons nadeel. We gunnen de mensen in onze straat het mooie bedrag dat ze binnenkort ontvangen.’
De tweede vraag vind ik lastiger te beantwoorden. Vanouds wordt in protestants-gereformeerde kring een loterij beschouwd als gokken. Het past niet bij een christelijke levensstijl om daaraan mee te doen. Het bevordert de hebzucht. Dat is volgens de Bijbel de wortel van alle kwaad. Jezus zei een: “Je kunt niet én God én de geldgod Mammon tegelijk dienen.”
Maar er zijn wel wat nuanceringen aan te brengen als het om zoiets als de Postcodeloterij gaat. Allereerst is het een goede-doelen-loterij. Minstens 40% van de inleg wordt uitgekeerd aan organisaties als Artsen zonder Grenzen, Natuurmonumenten, Vluchtelingenwerk Nederland en het Wereld Natuur Fonds. Veel mensen vinden dat een sympathieke gedachte en spelen daarom mee, want de kans om de PostcodeKanjer is minimaal. Verder is de Postcodeloterij een soort nationale bingo geworden. Er doen 3,5 miljoen Nederlanders aan mee. Bijna niemand rekent erop om ooit de hoofdprijs te winnen.
Nu zijn er altijd christenen geweest die om principiële redenen zelfs niet meedoen met de bingo op de camping of van de senioren, die nooit lootjes kopen als kinderen voor hun sport- of muziekvereniging aan de deur komen en die ook de decemberactie van de middenstand aan zich voorbij laten gaan. Toen ooit in een behoorlijk gereformeerd dorp op 31 december de vrouw van de vrijgemaakte dominee het winnende lot met als hoofdprijs een Fiat Panda bleek te hebben, vonden sommigen dat ze die prijs niet moest komen afhalen. Maar doorgaans zien veel christenen zulke kleinere kansspelen niet als bezwaarlijk.
Maar is zoiets groots als de Postcodeloterij wel te vergelijken met die gezellige bingo van de buurtvereniging? Ik twijfel. Er zijn 14 trekkingen per jaar en daarvoor moet je iedere keer een lot van € 15,50 kopen. Dat is € 217 per jaar. Doordat wij al ruim 34 jaar niet meespelen, hebben we als inwoner van Balkbrug toch het mooie bedrag van € 7.400 ‘gewonnen’.
Je kunt ook terecht de vraag stellen of men echt vanwege al die goede doelen aan de Postcodeloterij meedoen. Zit er bij de meeste deelnemers misschien toch niet een kiemetje van hebzucht achter, zo van: je weet maar nooit? Een aantal jaren geleden claimde een vrouw bij de rechter dat ze ‘psychische schade’ had opgelopen doordat de straatprijs op haar postcode was gevallen terwijl zij niet meespeelde. Doordat die grote truck ongevraagd haar straat binnenreed, was ze tegen haar wil bij deze happening betrokken, vond ze. De rechter ging daar niet in mee, maar gaf toe dat hierdoor wel een tegenstelling gecreëerd kan worden binnen kleine gemeenschappen. De hebzucht zit namelijk ook bij de ‘verliezers’ die het maar slecht kunnen hebben dat zij een enorm geldbedrag zijn misgelopen.
‘Mag je als christen meedoen aan zoiets als de Postcodeloterij?’ was dus de vraag die ik in de eerste twee dagen van 2025 het meest te horen kreeg. Als kerkleden uit mijn gemeente me dat vragen, keer ik het om en vraag hun: ‘Doe je mee aan de Postcodeloterij? Zo ja, waarom wel? Zo nee, waarom niet?’
Zelf doe ik niet mee, want volgens mij wijzen Jezus en Paulus mij op iets anders. Jezus zei ooit: “Geven maakt gelukkiger dan ontvangen.” En Paulus schreef in één van zijn brieven: “Stel je hoop niet op zoiets onzekers als rijkdom, maar op God, die ons rijkelijk van alles voorziet om ervan te genieten. En draag hen op om goed te doen, rijk te zijn aan goede daden, vrijgevig, en bereid om te delen.”
Als ik die woorden op me laat inwerken, denk ik maar zo: als iemand in Balkbrug meedeed aan de Postcodeloterij om daarmee al die goede doelen te steunen, heeft hij nu de kans om dat echt heel royaal te doen!
Ook verschenen als opiniebijdrage in het Nederlands Dagblad