Slapen in de kerk – over Heilige Nachten, Eutychus en Calvijn

“Holy moly – je gaat slapen in een kerk!” Met die slogan probeert ‘Heilige Nachten’ mensen te verleiden een overnachting te boeken in een prachtig oud kerkgebouw, zoals in het Friese Oosterwolde, op nog geen 300 meter lopen van onze vrijgemaakte kerk aan de Hooge Esch. In de ene kerk kun je elke zondag om 10 uur naar de kerk. In de andere kerk kun je slapen als toeristische attractie: een creatief idee om een stukje cultureel erfgoed een nieuwe bestemming te geven.

Bekend is het verhaal in Handelingen 20 vers 7 – 12 van de tiener Eutychus die tijdens een lange preek Paulus in de vensterbank zat te luisteren, in slaap viel en door het open raam vanaf de derde verdieping naar beneden viel en daarbij om het leven kwam. Paulus stopte meteen met preken, ging naar beneden, wekte de jongen weer tot leven en ging daarna gewoon verder met zijn preek.

Aan de hand van dit verhaal kun je prachtig tegen slapen in de kerk fulmineren. En met evenveel recht kritiek hebben op te lange preken. Maar Lukas, de schrijver van Handelingen, geeft voor deze twee toepassingen geen aanleiding.

Dat vindt ook Calvijn in zijn bijbelcommentaar op Handelingen. Grappig genoeg kan Calvijn het tegelijkertijd niet laten om toch even fel van leer te trekken tegen het slapen in de kerk. Hier volgt, iets vrijer vertaald dan in de vertaling uit 1900 die in mijn boekenkast staat, Calvijns opmerkingen n.a.v. de tragische val uit het raam van Eutychus.      

Handelingen 20 vers 9

Een jongeman die Eutychus heette, zat in het venster en werd door slaap overmand toen Paulus maar doorging met zijn toespraak. Diep in slaap verzonken viel hij van de derde verdieping naar beneden; toen men hem optilde bleek hij dood te zijn.

Calvijn zegt hierover: “Ik zie geen enkele reden, waarom sommige bijbeluitleggers zo heftig uitvaren tegen de slaperigheid van deze jongen en durven te zeggen dat zijn dood de straf was voor dit onbehoorlijke gedrag. Men moet zich er eerder over verwonderen dat hij zo lang heeft weten te strijden tegen de slaap die zich tijdens de nacht krachtig aan hem opdrong  en waardoor hij uiteindelijk overwonnen werd. Dat de slaap hem zonder dat hij het wilde bekropen en overmand heeft, kan men hier wel uit opmaken, dat hij niet in de vensterbank is gaan zitten om eens lekker uit te rusten. Omdat er zoveel personen in de bovenzaal aanwezig waren, moest Eutychus wel in het venster gaan zitten. Want het zou een schandelijke losbandigheid zijn waarmee iemand het hemelse evangelie veracht, wanneer men in het venster gaat zitten, terwijl er elders in de zaal ruimte was. Het is een teken van luiheid wanneer men een plaats uitzoekt die gelegenheid biedt om te slapen. Maar dat Eutychus door de slaap overmand werd terwijl hij in het venster zat, bewijst niets anders dan dat hij buiten zijn schuld door de zwakheid van zijn natuur bezweken is, evenals wanneer iemand een flauwte krijgt door honger of vermoeid raakt door al te grote inspanning.

Maar terecht valt de slaperigheid te berispen van iedereen die vol aardse zorgen onnadenkend naar de kerk komt of die vol van eten en wijn daardoor slaperig wordt; en die, hoewel ze in andere zaken waakzaam genoeg zijn, toch slaperig naar Gods Woord en de preek luisteren. Van al deze dingen kunnen we Eutychus niet beschuldigen,  want Lukas zegt duidelijk dat hij pas na middernacht door een diepe slaap werd overvallen en drie verdiepingen naar beneden viel.”