Tim Keller over de risico’s van megakerken

Megakerken hebben een grote aantrekkingskracht op christenen. Maar ze kennen ook vaak veel problemen. In de afgelopen maanden kwamen Hillsong (Australië – Sydney met Brian Houston) en Vineyard (Amerika – Anaheim met Alan Scott) negatief in het nieuws. De jaren ervoor andere megakerken, zoals Willow Creek – Chicago met Bill Hybels). En zaterdag 30 april 2022 meldde het Nederlands Dagblad dat er bij de VEZ, een Nederlandse mega-kerk in Zwolle, een leiderschapscrisis is ontstaan.

Begin april 2022 schreef Tim Keller op Twitter (6 april) en op Facebook (7 april) waarom de Redeemer Presbyterian Church in New York er bewust voor gekozen heeft om in 2017 de mega-kerk die onstaan was op te splitsen in drie (en inmiddels vijf) zelfstandige kerkelijke gemeentes. In dat jaar 2017 ging Tim Keller met pensioen. In de tweede helft van de jaren ’80 was hij de dominee van ‘Redeemer’ geworden. In de dertig jaar dat hij de gemeente leidde, groeide het aantal leden van 50 naar 5.000. Hondervoudige vrucht, om het met de gelijkenis van de zaaier uit Lukas 8 te zeggen.

Naar aanleiding van alle schandalen rondom Hillsong gaf Tim Keller acht argumenten waarom men in New York besloten heeft om de grote Redeemer-kerk na zijn emeritaat op te splitsen in uiteindelijk vijf kleinere gemeentes in plaats van over te dragen aan één opvolger.

1/ Megakerken hebben een aantal tekortkoming en gebreken als het om hun struktuur gaat. In z’n algemeenheid funktioneren ze zeer matig (het zijn ‘poor places’) als het gaat om vorming en pastorale zorg, zeker in vergelijking met hun omvang. In onze huidige cultuur is dat een dodelijk probleem, omdat christenen meer gevormd en beïnvloed worden door de sociale media dan door de plaatselijke christelijke gemeenschap. We hebben krachtige gemeentes nodig (‘thick communities’) nodig en de grootte van onze kerken is daarbij een belangrijke, bepalende factor.

2/ De meeste megakerken zijn groot geworden dankzij hun stichter. Maar vaak komt het hun opbouw niet ten goede als één opvolger de leiding overneemt. Die wordt altijd tot in het extreme vergeleken met zijn voorganger, de oprichter. Dat doet zowel hem als de beweging geen goed. Het kent alleen maar verliezers.

3/ Megakerken hebben de neiging om heel snel te groeien dankzij de gaven en de persoonlijkheid van hun oprichter. Gewoonlijk leunen ze veel te veel op zijn charisma. Hoe sneller die verslavende afhankelijkheid (‘addictive dependency’) wordt doorbroken, hoe beter het is voor zo’n kerk.

4/ De stichters van megakerken zien de gemeente vaak als hun persoonlijk bezit en als een verlengstuk van hun persoonlijkheid en zelfbeeld. Ze willen vaak niet uit zichzelf terugtreden. Ze weten ook niet goed hoe ze dat moeten doen. Maar het is een blijk van geestelijke discipline om eerder te vroeg dan te laat te vertrekken.

5/ Ik kon ‘Redeemer’ overdragen aan een breed-samengesteld leiderschapsteam in plaats van aan één blanke Amerikaan. Daardoor wordt ‘Redeemer’ nu geleid door voorgangers met een Chinese, Koreaanse, Britse, Indiase en Libanese achtergrond. Lebanese. Ze staan allemaal op de solide basis van gereformeerde theologie, maar ieder breng. Dat is een verrijking.

6/ Kleinere kerken maken gebruik van de gaven en talenten van een groter aantal leden. Ze zijn minder afhankelijk van de professionals die de megakerk in dienst heeft. Ze hebben een kleiner aantal toeschouwers die alleen maar de activiteiten bijwonen en niet aktief meedoen

7/ In New York hebben we nooit een megakerk willen bouwen. Onze focus en visie is om onze stad een geweldige plaats te laten zijn voor alle mensen door middel van christenen die het Evangelie verspreiden (‘to help build a great city for all people through a movement of the gospel’). Dit verlangen kan alleen maar gevoed worden door meerdere geestelijke leiders en wanneer er steeds meer ‘uitnodigende kerken’ ontstaan (bij ‘Redeemer’ spreekt men over ‘generative churches’: kerken waarvan de leden graag de mensen om hen heen willen laten delen in “de hoop die in u leeft” – 1 Pe. 4:15).  

8/ Megakerken trekken bezoekers uit de wijde regio aan. Die hebben daardoor minder binding met de omgeving waarin ze wonen en hebben dus minder motivatie om zich in te zetten voor de plaatselijke gemeenschap en voor relatie-evangelisatie in eigen wijk of  dorp of stad rondom de lokale kerk. Het is moeilijker voor hen om zich in te zetten voor anderen in hun eigen woonplaats. Steden en provincies kunnen weliswaar profiteren van de sterke punten van megakerken (zoals bv. pastorale en theologische programma’s, cursussen en opleidingen), maar over het algemeen heeft een regio –en ook christenen zelf – meer profijt van 10 kerken met elk 400 leden verspreid over heel het gebied, dan aan één kerk met 4.000 leden op een centraal gelegen locatie.

Als ‘Redeemer’ hebben we dit denkproces doorlopen. We hebben nog steeds de middelen van een megakerk, maar doordat we voor dit model van meerdere kleinere kerken hebben gekozen, kunnen ze vanwege hun grootte beter inspelen op de behoeften van de mensen die onze kerkdiensten bezoeken en op wat de omgeving nodig heeft. Kijk maar op: Redeemer Downtown, Redeemer Lincoln Square, Redeemer West Side, Redeemer East Harlem, Redeemer East Side.

Een kerk die kan: Boven – Binnen – Buiten en Bewegen rond de Bron

We leven alweer bijna een maand in twintig-twintig. Alles gaat weer zo z’n gangetje. De politiek maakt zich druk over een algeheel of beperkt vuurwerkverbod aan het eind van dit jaar. Drie kleine gereformeerde houden hun landelijke vergaderingen (CGK, GKV, NGK). Maar waar houden plaatselijke kerken zich mee bezig? En hoe doen ze dat?

Een kerk die kanIk kwam afgelopen week opnieuw de twee bekende uitdrukkingen uit de titel van deze blog tegen. Dat was in het boek ‘Een kerk die kan’. Daarin  beschrijven Rudolf Setz en Marten van der Meulen hoe Assen Zoekt is ontstaan en vanuit welke visie ze werken.  Assen Zoekt is bij ons in Assen het missionaire zusje dat officieel bij de Christelijke Gereformeerde  Kerk hoort en waarvan Gert van den Bos de parttime-voorganger is. In hun boek gebruiken ze ook deze uitdrukkingen  Boven – Binnen – Buiten en Bewegen rond de Bron.

Boven – Binnen – Buiten

Daarover schrijven ze: “De kerk komt in balans als er aandacht is voor de liefde naar God (boven-dimensie), de liefde voor elkaar (binnen-dimensie) en de liefde voor de ander (buiten-dimensie).” Voor Assen Zoekt is dit één van de belangrijkste richtlijnen in hun denken over missionair kerk zijn. Boven – Binnen – Buiten is namelijk een uitwerking van de twee geboden die volgens Jezus de belangrijkste zijn, nl. God liefhebben met heel je hart, heel je ziel, heel je verstand en al je krachten, en je naaste liefhebben als jezelf. “De boven-dimensie is duidelijk: dat is de liefde voor God. De liefde voor de naaste uit dit gebod heeft betrekking op zowel de volgelingen van Jezus (binnen) als op mensen in de hele wereld (buiten).”  Daarbij is liefde het kernwoord, net als in alle relaties. “Ook voor de kerk geldt dat liefde voor God, voor je medegelovigen en voor de wereld zich telkens weer nestelt in mensen in in de gemeenschap.” Belangrijk is ook, dat Boven – Binnen – Buiten met elkaar in balans zijn. “Wij denken dat het verlangen naar God in de aard van de mens is gelegd. Ook dat verlangen naar gemeenschap, en het verlangen naar een leven dat zin heeft en bijdraagt aan een betere wereld is niet iets wat we van een vreemde hebben, maar wat in ons hart is gelegd door God.” (blz. 16-20).

Bewegen rond de Bron

Wat verderop in hun boek beschrijven Rudolf en Marten hoe je op twee manieren kerk kunt zijn, nl. een ‘bounded’ kerk en een ‘centered’ kerk.

Met ‘bounded’ bedoelen ze een kerk die een aantal normen en waarden deelt, waaraan de gelovigen moeten voldoen. Vergelijk het met de manier waarop we in Nederland schapen houden: je neemt een stuk land en zet er een hek om. Zo zien veel traditionele kerken eruit. Om lid te kunnen worden moet je voldoen aan sommige officiële eisen en om er echt bij te horen moet je voldoen aan veel onuitgesproken verwachtingen.

Schapen waterMet ‘centrered’ bedoelen ze een kerk die weinig grenzen stelt, maar wel heel duidelijk de bron van het christelijk geloof centraal stelt: Jezus Zelf en de waarden die Hij o.a. in de Bergrede noemt. Vergelijk het met de manier waarop men in Australië schapen houdt: je laat ze vrij rondlopen, maar zorgt voor een bron met schoon water waar het vee uit kan drinken. Zo zien veel missionaire kerken eruit.  Men vertrouwt erop dat het evangelie zo kostbaar is dat mensen daar wel in de buurt willen blijven. Zolang ze zich bewegen naar de bron, hoef je je minder zorgen te maken over de grenzen. En als je echt aandacht blijft besteden aan de bron, blijf je ook scherp op wat niet past bij de christelijke kerk en het Koninkrijk zoals Jezus dat voor ogen heeft. (blz 128-131).

Heel kort gaan Rudolf en Marten ook in op de combinatie Boven-Binnen-Buiten en Bewegen rond de Bron. Ze schrijven namelijk: “Naar de bron van het evangelie kun je je op verschillende manieren toe bewegen. Alle manieren hebben hun eigen waarde.” (blz. 130) Sommige mensen zijn erg op ‘boven’ gericht, anderen meer op ‘binnen’, terwijl  weer anderen een hart voor ‘buiten’ hebben. Maar je kunt niet zeggen, dat iemand die zich veel met bijbelstudie bezighoudt en elke zondag twee keer naar de kerk gaat (‘boven’) dichter bij de bron staat dan iemand die praktische taken in de kerk op zich neemt of gewoon even aandacht besteed aan een ander kerklid  (‘binnen’), of dan iemand die vooral op z’n werk of de sportclub of in de wijk bekend staat als een betrouwbaar, eerlijk, vriendelijk iemand omdat hij of zij zonder al te veel woorden door gedrag en houding iets van Jezus uitstraalt (‘buiten’).

Wat kunnen we hier mee?

Alles wat ik hierboven nu geschreven heb, zette me aan het denken. Hoe functioneren deze dingen in onze gemeente? En wat kunnen we hier verder nog mee doen?

Als het om Boven – Binnen – Buiten gaat lijkt het mij belangrijk dat we het bij elkaar waarderen wanneer iemand zich inzet op één van die drie gebieden. We hoeven niet allemaal hetzelfde te doen uit liefde voor God en onze naaste. Ik denk altijd maar zo: in de eerste gemeente van Jeruzalem was men vooral op ‘boven’ en op ‘binnen’ gericht, maar dat bleef ‘buiten’ niet onopgemerkt, dus met woord en daad gingen ze ook getuigend de eigen omgeving en daarna de wijde wereld in. Maar niet iedereen deed hetzelfde. Maar iedereen deed wel iets, vooral passend bij de eigen gaven en soms ook omdat men zich geroepen wist door Jezus, de grote Opdrachtgever.

Net zo belangrijk lijkt het mij dat we met elkaar wel steeds weer blijven Bewegen rond de Bron. Dan hoeven God en Jezus niet altijd met zoveel woorden ter sprake te komen – als iedereen zich steeds maar weer laat motiveren en inspireren door Vader in de hemel en Jezus, onze  Redder, Heer en Vriend. En dat laatste, dat vraagt wel om goede voornemens, die we samen uitspreken en waar we ook samen voor willen gaan. Niet 1x per jaar, maar telkens weer.

En nu concreet!

Daar mag ieder zelf over nadenken.

  • In welke richting beweeg ik mij? Hoe vaak verlang ik naar Jezus en is Hij mijn Bron?
  • Op welk gebied van ‘boven – binnen – buiten’ wil ik graag als christen actief zijn? Waar roept God mij toe op?

Een paar vraagtekens bij het boek

Als eerste: het schema ‘Boven-Binnen-Buiten’ wordt door de schrijvers volgens mij wel wat eenzijdig ingevuld. ‘Boven’ lijkt beperkt te worden tot zingen en bidden en bijbellezen (blz. 21 + blz. 130)). ‘Binnen’ komt maar weinig aan bod en beperkt zich, zo kun je de indruk krijgen, uit de ontmoeting en het samen eten (blz. 21) en wordt soms zelfs helemaal overgeslagen (blz. 130). Alle accent lijkt te liggen op ‘Buiten’: als bijbelstudiegroep moet je je ook inzetten voor mensen in de buurt (blz. 21) en je kunt ook zonder dat je in de Bijbel lees of naar de kerk gaat of dagelijks bidt naar buiten toe een herkenbare christen in de praktijk zijn (blz. 130). Het is niet voor niets dat de ondertitel van dit boek ‘Zoek de bloei van je buurt’ is.

Als tweede: het voorbeeld van een afgebakend terrein met hekken erom heen in Nederland voor de schapen als oude en minder goede vorm van kerk-zijn en het voorbeeld van de bron waar schapen in Australië altijd weer naar terug gaan vind ik best een aantal goede elementen hebben. Maar het is volgens mij op één, belangrijk punt, geen goed voorbeeld. Schapen hebben altijd dorst naar water, dus ze komen altijd vanzelf weer terug naar de bron. Mensen hebben uit zichzelf geen dorst naar God en Jezus, dus komen ze niet uit zichzelf naar telkens weer naar de bron van levend water toe. Ooit zei een vrijgemaakte dominee: ‘Diep van binnen is ieder mens een verloren God-zoeker.’ Dat geloof ik niet. Diep van binnen zijn we zo erg van God vervreemd, dat Jezus door zijn Heilige Geest mensen moet laten ontdekken dat ze voor hun innerlijke dorst echt Hem nodig hebben.

Als derde: ik snap de insteek van Assen Zoekt en dus ook van het boek ‘Een kerk die kan’. Sterker nog: de kracht ligt in de open houding naar ieder mens die op zoek is naar persoonlijke aandacht en antwoorden op levensvragen en in de open houding naar het zoeken van welke vorm dan ook om belangstellenden te bereiken en te betrekken bij de kerk als ‘alternatieve familie’, zoals de schrijvers het zelf noemen. Volgens mij levert dat twee grote uitdagingen op. A) Pas op voor de valkuil om je vooral te richten op de randen van maatschappij, want dat is een relatief makkelijke doelgroep. Probeer ook de ‘gewone’ burger van een stad of dorp te bereiken, ook al is dat veel moeilijker en vaak een kwestie van lange adem. B) Heb je als nieuwe missionaire gemeente ook nagedacht over de vraag hoe je over 20 jaar samen kerk bent? De kans is groot dat je dan een gevestigde gemeente bent met grotendeels dezelfde vragen en uitdagingen als traditionele kerken nu. Niet alleen voor gevestigde kerken, maar ook voor vernieuwende kerken zoals Assen Zoekt geldt, dat je jezelf telkens weer moet vernieuwen. En ook geldt voor beiden, dat dat, als je wat langer bestaat, best lastig is. Maar met het missionaire in de genen zal het wel lukken, denk ik. Als Assen Zoekt in 2055 haar gouden jubileum viert en haar manier van kerk-zijn wat voorspelbare geworden is, heeft ze vast en zeker al op meerdere plekken een ‘Assen Zoekt Verder’-gemeenschap  gestart, die allemaal weer op een eigentijdse manier kerk in de buurt willen zijn.

Ook in Graz en Innsbruck horen mensen het Evangelie!

Christus is koningDat is de mooie naam van de kerk in Graz waar ds. Peter Drost op D.V. 20 oktober 2019 bevestigd zal worden. Afgelopen zomer vertrok het gezin Drost naar Oostenrijk. Daar ging een jaar aan voorbereiding aan vooraf. Ook voor de kinderen ging Oostenrijk steeds meer leven, zoals blijkt uit de tekening van een van de dochters van Peter en Francien. Drost Graz tekeningOp wonderlijke wijze voorzag de HERE in een prachtige woning in Übelbach, een dorp dat vlak boven Graz ligt. De start was wat anders dan ze zich hadden voorgesteld: één van de kinderen kreeg begin augustus een blindedarmontsteking. Inmiddels voelt het in Oostenrijk voor de familie Drost redelijk vertrouwd. Dus kan er uitgekeken worden naar zondag 20 oktober. In de Christkönigskirche in Graz-Wetzelsdorf zal ds. Henk Drost, de vader van Peter, de bevestigingspreek houden, wordt de bevestiging zelf verricht door ds. Reinhard Mayer uit Rankweil en volgt daarna de intredepreek van de nieuwe missionaire predikant van Graz.

De eerste maanden zal ds. Drost zich vooral richten op de ontmoeting met medechristenen en vooral de vele niet-christenen in deze grote stad met bijna 300.000 inwoners. Het overgrote deel van hen kent Jezus Christus niet als de Verlosser die God in zijn liefde voor ons naar deze wereld gezonden heeft. Toch wil Christus ook in Graz Koning zijn!

Wat hebben jullie (2)

Dat vroeg een professor van de universiteit van Innsbruck aan ds. Klaas Rozema toen hij deze zomer in de binnenstad een aantal jongeren tegenkwam tijdens de evangelisatieactie Impact the Alps. “Ik observeer veel mensen op straat. Heel wat jongeren kijken wat nors of gelaten of zijn gestressed met hun mobiel bezig. Jullie lachen voortdurend en stralen zoveel vreugde uit. Waarom?” Klaas werd zo blij van deze waarneming en vraag! Het enige antwoord dat hij kon geven was: “Jezus Christus!”

Contacten leggen, gesprekken voeren en getuigen van Jezus als Redder en Heer, dat is het belangrijkste werk van ds. Klaas Rozema in het eerste jaar als missionair predikant in Innsbruck. SSRO Innsbruck NL-dienstenDaarnaast belegde hij op 14 en 28 juli en op 11 augustus drie Nederlandstalige kerkdiensten voor vakantiegangers  in het magazijn van een sportgroothandel onder zijn woning. De opkomst was verrassend hoog: 40, 75 en 85 christenen uit de hele breedte van kerkelijk Nederland. Klaas had dus niet voor niks 64 stoelen klaar gezet. Gelukkig stonden er nog een aantal inpaktafels, een magazijnkar en zelfs nog ergens een leren bank, die meteen in bezit genomen werd door een paar kinderen. Tijdens de kerkdienst volgde Klaas de liturgie van de ERKWB van Rankweil. Zo konden de gasten ervaren hoe een ‘Oostenrijkse’ kerkdienst er uit ziet.

SSRO logo rood grootBeide predikanten zijn beroepen door de ERKWB van Rankweil. Deze kleine gereformeerde kerk kan de financiële lasten hiervoor niet dragen en heeft daarvoor een beroep gedaan op de SSRO in Nederland. In vertrouwen op Christus als Heer van zijn kerk heeft de SSRO toegezegd om, samen met de thuisfrontcommissies van ds. Rozema en de fam. Drost, de komende vier jaar in het levensonderhoud van beide predikanten te voorzien. Jaarlijks heeft de SSRO daar een bedrag van € 50.000 voor nodig. De SSRO is dankbaar dat in 2019 al veel broeders en zusters speciaal voor Innsbruck en Graz een gift gegeven hebben, zodat er dit jaar nog maar € 25.000 nodig is. Wilt u overwegen om dit mooie werk in de Alpenlanden mede mogelijk te maken? Een gift aan de SSRO is fiscaal aftrekbaar. Wilt u op de hoogte blijven van de voortgang van het Evangelie in Oostenrijk en Zwitserland? Dan kunt u het kwartaalblad van de SSRO, het Oostenrijk-Bulletin, aanvragen via info@ssro.nl.

De Stichting Steun Reformatie Oostenrijk (www.ssro.nl) ondersteunt al bijna 35 jaar de kleine gereformeerde ERWKB-kerken in Basel en Winterthur (Zwitserland) en Neuhofen en Rankweil (Oostenrijk). Ook maakt de SSRO de uitzending van de predikanten Rozema en Drost naar Innsbruck  en Graz mogelijk.Uw eenmalige of vaste gift kunt u  onder vermelding van Innsbruck – Graz overmaken op    Rekeningnummer NL34 RABO 0312 8935 07    ten name van    SSRO te Hendrik-Ido-Ambacht

Klaas Rozema: missionair predikant in Innsbruck – Oostenrijk

“Oostenrijk heeft prachtige natuur, maar lege kerken!”

Op zondag 14 oktober 2018 kreeg de Evangelisch Reformierte Kirche van Rankweil een tweede predikant. Klaas Rozema (31), net afgestudeerd aan de Theologische Universiteit in Kampen, had een paar maand eerder het beroep om missionair predikant in Innsbruck te worden aangenomen.

Klaas RozemaKlaas vertelt graag iets over zijn motivatie: “Toen ik twaalf jaar oud was, vroeg  ik mij al af: ‘Kennen Oostenrijkers God niet!?’ Ik was voor het eerst in Oostenrijk op vakantie en verwonderde me over de prachtige natuur en de rijke cultuur. Tegelijk was ik verbaasd over het feit dat al die mooie kerken op zondag leeg waren. Veel Oostenrijkers geloven wel in een ‘god’ en in het land hangen veel beelden van Jezus Christus. Maar velen kennen God en Jezus niet en dat raakt mij! Nu ben ik 31 en afgestudeerd aan de Theologische Universiteit in Kampen. Half september vertrek ik definitief naar Oostenrijk om als missionair predikant in Innsbruck te gaan werken. Ik heb daar veel vertrouwen in. Tijdens mijn studie zei een vrouw in Oostenrijk tegen mij: ‘Als jij dominee wilt worden, kom dan naar Oostenrijk. Wij hebben dominees nodig!’ Nu is voor mij de tijd gekomen om in Oostenrijk van Christus te getuigen.”

Op zondag 14 oktober 2018 werd Klaas door de kerk van Rankweil aangesteld als missionair predikant voor Innsbruck. Klaas ziet daar duidelijk Gods leiding in: “Christus heeft deuren voor mij geopend om naar Oostenrijk te gaan. Ik voel mij geroepen er als dominee te werken.” In Nederland is de hervormde Morgenster-gemeente in Zoetermeer partnergemeente van het kerkplantingsproject in Innsbruck. Deze gemeente wil de kosten voor de kerkzaal e.d. dragen.

Klaas wordt door de ERKWB van Rankweil beroepen. Maar deze kerk is klein en heeft al een eigen predikant in dienst, dus kan zelf het traktement voor Klaas niet opbrengen. Daarom staat de SSRO de komende vier jaren garant voor 2/3 van het traktement voor een missionair predikant in Innsbruck. Klaas wil de andere 33% van dat bedrag, zo’n € 1.500 per maand, via een vriendenkring / thuisfrontcommissie bij elkaar brengen.

Klaas Rozema fotoDe SSRO komt op dit moment € 30.000 per jaar tekort, maar vertrouwt erop dat ze met extra bijdragen door meelevende christenen in Nederland de toezegging aan de kerk van Rankweil kan nakomen.

Vindt u / vind jij het ook een prachtige ontwikkeling dat in Tirol, in het hart van de Alpen, het Evangelie van Jezus Christus onder de aandacht van de Oostenrijkers gebracht wordt? Dan doet de SSRO met vrijmoedigheid een beroep op u en jou. Maak eenmalig of met vaste regelmaat speciaal voor dit werk een gift over op de tweede SSRO-rekening die vanaf heden speciaal voor de gemeentestichting in Innsbruck bestemd is:

NL34 RABO 0312 8935 07 t.n.v. SSRO Hendrik-Ido-Ambacht o.v.m. ‘ERKWB Innsbruck’

De SSRO (Stichting Steun Reformatie Oostenrijk) ondersteunt al meer dan 30 jaar een aantal kleine gereformeerde kerken in Oostenrijk en Zwitserland die samen de ERKWB vormen. In Neuhofen a/d Krems, Rankweil, Wenen, Basel en Winterthur klinkt elke zondag het Evangelie in een sterk geseculariseerde omgeving. Door de week getuigen de leden met woord en daad van hun geloof in Christus. Meer informatie, ook over de gemeentestichting in Innsbruck, is te vinden op www.ssro.nl en op Facebook (SSRO.NL) of Twitter (SSROnl).
SSRO logo rood groot

OOK IN OOSTENRIJK KLINKT HET EVANGELIE!

“Wij allen horen hen in onze eigen taal spreken over Gods grote daden.” – Hand. 2:11b

Neuhofen - kerkgebouw 1

Kerkgebouw Evangelisch Reformierte Kirche Neuhofen (alleen de begane grond)

Het is juli. Heel Nederland gaat weer massaal op vakantie. Waar je ook naar toe gaat, in elk land van Europa zijn er gelovigen te vinden. Ik hoop dat veel christenen uit Nederland tijdens hun vakantie de plaatselijke kerk bezoeken. Ze zijn vaak maar klein en voelen zich enorm bemoedigd door de komst van vakantiegangers. Van beide kanten merk je dan: sinds Pinksteren is de Heilige Geest wereldwijd gegaan. Zo vlak voor de vakantie preek ik nu over  Handelingen 2:11b en Psalm 87 (zie onder Preken – NT: Hand 2 vs 11b Pinksteren preek en liturgie ) en dan maak ik van de gelegenheid gebruik om iets te vertellen over twee van de vijf kleine ‘Evangelisch Reformierte Kirchen’ in Oostenrijk en Zwitserland, namelijk de kerk van Neuhofen en de kerk van Rankweil.

Neuhofen - gemeenteledenIn Neuhofen a/d Krems is zo’n 30 jaar de eerste Reformierte Kirche in Oostenrijk gesticht. Met een enthousiaste dominee. En een gemeente die groeide. Totdat de predikant eind jaren ’90 zomaar weg ging en een gemeente met 10 leden achterliet. Die gingen in geloof verder. Ook al hadden ze tegenslag op tegenslag. Eerst kregen ze een kandidaat dominee, maar voor hem bleek het predikantschap  toch te zwaar. Met zijn gezin is hij gelukkig nog steeds aktief lid. En daarna kwam een Nederlandse dominee met een Oostenrijkse achtergrond. Helaas zag die het na 1½ jaar niet meer zitten en is teruggegaan naar Nederland. Toch blijft die maar moed houden! De beide mannen lezen bijna elke zondag een preek vanNeuhofen - kerstmarkt de andere vier dominees uit Zwitserland en Oostenrijk en een paar keer per jaar gaan die dominees daar voor. Of er komt, heel af en toe, een dominee uit Nederland die daar in het Duits preekt. En ze staan vrijmoedig op bv. de Kerstmarkt, ook al vindt iedereen in Oostenrijk die ‘Reformierten’ maar een sekte, ongeveer net zo erg als Jehova’s-Getuigen.Neuhofen - doop Karintie Van de nu bijna 20 leden is er één familie, die in Karintïe woont, zo’n 200 kilometer verderop. Die komen 1x per maand, heb ik begrepen, naar Neuhofen afgereisd op zondag.  Toen daar de jongste geboren werd, is de hele gemeente naar hen toe afgereisd, en ook ds. Mayer reisde vanuit Rankweil meer dan 500 km. naar Karintië. Daar, op de bovenverdieping van het huis, werd de jongste zoon gedoopt.

De tweede gereformeerde kerk in Oostenrijk staat in Rankweil, tegen de Zwitserse grens. Die gemeente ruim 15 jaar geleden ontstaan omdat één van de leden van Neuhofen daar woonde – afstand 450 km. Toen bleek dat ds. Reinhard Mayer met zijn vrouw Bernadette graag zendeling in zijn eigen land wilde worden, is hij daar heen gegaan. Nu is er een gemeente met meer dan 50 leden, die soms een onverwachte groei doormaakt, en soms ook weer plotseling leden verliest.   De gemeente komt nu samen in een kantorencomplex vlak bij afslag van de snelweg in Rankweil en Feldkirch, en zomers zijn er regelmatig Nederlandse gasten. De foto van de Rankweil - zomerdienst met gastenzondagse samenkomst geeft dus een wat vertekend beeld, want achterin ziten wat Nederlandse vakantiegasten. Maar de gemeente is vol goede moed. Er wordt elk jaar een bijbelcursus gegeven én er is tijdens iedere kerkdienst zondagschool voor de kinderen.Onder de deelnemers van de bijbelcursus van vorig jaar onder andere een echtpaar dat nu de kerkdiensten als gast bezoekt, en naast de beide accordionisten ook de liederen meebegeleid met twee violen. En voor de zondagschool is men bezig bijbelgetrouw Nederlands en Engels kindermateriaal in het Duits te vertalen.

Rankweil - bibelkurs

Deelnemers aan de bijbelcursus in Rankweil

Kleine kerkjes in een enorm vaag christelijk land. Stel je voor: in een regio met net zoveel inwoners als Assen (60.000) wonen maar hooguit 10 christelijke gezinnen (in plaats van 10% van de bevolking, zoals in Assen).  Reken maar dat die broeders en zusters ons gebed en onze financiële steun hard nodig hebben!  En reken maar dat zij ons veel kunnen vertellen over hun geloofsblijheid en de kracht van Heilige Geest waardoor ze het volhouden. Vanuit Nederland worden deze gemeentes gesteund door de Stichting Steun Reformatie Oostenrijk. Die geven per kwartaal een Oostenrijkbulletin uit. In het laatste nummer schreef de ouderling van Neuhofen, Günter Dreer, over het Pinksterfeest. Voor de meeste Oostenrijkers eindelijk een extra lang weekend. Maar, zei hij, voor ons betekent Pinksteren dit: zonder Pinksteren zouden wij, kerk in Neuhofen, er helemaal niet zijn. Zonder Pinksteren geen christenen en zonder christenen geen kerk. Daarom is Pinksteren voor ons veel maar dan alleen een lang weekend. Pinksteren maakt ons er bewust van het feit dat onze kerk er is. Omdat God, door zijn genade, het beste met ons voor heeft. Pinksteren herinnert ons eraan, dat God vandaag nog steeds door zijn Geest werkt. Pinksteren staat voor ons kind-zijn van God!ssro-logo

Dus als je dit leest en naar Oostenrijk of Zwitserland op vakantie gaat: kijk even of je in de buurt van Wenen, Linz (=Neuhofen), Vorarlberg (=Rankweil), Winter of Basel zit – kijk even op www.ssro.nl of www.reformiert.at en bezoek daar onze kleine zusterkerken.

Ds. Reinhard Mayer en zijn vrouw Bernadette

Ze zijn zo blij om gasten uit Nederland te ontmoeten! En zelf besef je weer, dat we in Nederland niet de enige christenen zijn. Het is Pinksteren geweest en de Heilige Geest spreekt alle talen. Dus: : Zing met ons mee, laat dit lied voortdurend horen. Zeg het alle mensen op de aarde. Zing met ons mee, zing het meer dan ooit tevoren. Jezus Christus geeft het leven waarde.  Ja, laat het klinken overal, op bergen en in dal, tot iedereen het horen zal. (E&R 182)

Saul en David – Jongerendag en Landelijke Dag GKB/NB

“Saul versloeg ze bij duizenden, David bij tienduizenden” lees ik in 1 Samuel 18 vers 7.

Zou dat nu ook het verschil zijn op zaterdag 1 juni? Dan komen er tienduizenden jonge christenen bij elkaar in Arnhem op de EO-jongerendag. Een eindje verderop, in Bunschoten, verwachten ze misschien wel een paar duizend vrijgemaakte gereformeerden op de tweede ‘Landelijke Dag’ die door www.gereformeerdekerkblijven.nl (verder afgekort als GKB) en het blad Nader Bekeken (officieel: de Stichting Woord en Wereld) georganiseerd wordt.

De link tussen deze twee events wordt gevormd door Rikko Voorberg. Hij is spreker op de EO-jongerendag en werd op de eerste Landelijk Dag op 29 september 2012 aangehaald om de zorgelijke ontwikkelingen in de GKV te typeren: “Wat vanuit de Schrift wordt aangedragen wordt even geparkeerd omdat eigen drijfveren eerst lijken te komen.” (citaat site GKB).

Tegelijk is Rikko als kerkplanter en pastor betrokken bij het gemeentestichtingsproject Stroom in Amsterdam. Die gemeenschap bestaat uit ‘creatieve lichtanarchistische, open minded, überkritische Amsterdammers’ die soms ‘verrassend geïnteresserd in het verhaal van de Bijbel’ zijn, maar weinig tot niets hebben met de bestaande kerk. Over hoe je dan toch mensen bereikt met ‘het verhaal van Jezus’ en of een kerkdienst met preek daarvoor ook in de totaal andere setting van Stroom een geschikt instrument voor is – daarover voeren vader en zoon Voorberg een publieke maildiskussie in het combinummer van de Reformatie / Opbouw van 26-10-2012.

Persoonlijk moet ik zeggen, dat ik onder de indruk ben van hoe er gewerkt wordt en wat er bereikt wordt in Stroom. Als je ziet hoe het deze pioniers lukt om openingen voor het Evangelie van Jezus Christus te creëren waar het ons als gevestigde kerken niet lukt, ben ik de Geest meer dan dankbaar voor de diversiteit waarmee Hij werkt. Ik weet wel dat er veel kritiek op Stroom is. De website GKB staat er vol van. De verontrusting over de ongereformeerde manier waarop men in Amsterdam met onze kerkelijke quota omging was zo groot, dat er zelfs een handtekeningenaktie op gang kwam tegen toelating van Stroom als bijzondere zendingsgemeente binnen de GKV. Want ze hebben daar vrouwen in het leiderschapsteam en kiezen niet exclusief voor de kinderdoop. En daarmee is de toon voor het hele kerkverband gezet, tenminste volgens de medewerkers aan de website GKB en de organisatoren van de Landelijke Dagen.

Ik denk daar totaal anders over. Missionaire projekten zoals Stroom verdienen alle credits en vooral heel veel gebed. Je moet je maar geroepen voelen en durven om het Evangelie van Jezus Christus in zo’n totaal ont-christelijkte stedelijke omgeving te brengen! Mag de manier waarop het evangelie daar gebracht wordt dan ook vooral aansluiten op de eigen omgeving en niet een slap aftreksel zijn van hoe wij het hier in Assen in de gevestigde kerken al jaren lang doen? Bekijk eens het fantastische filmpje uit de serie

City to City Europe Churchplanting  over Stroom-Amsterdam via http://www.youtube.com/watch?v=qaGl6VgTUsU&list=PL99FE082350F6D44E&index=5 (ook na te kijken via de gemiste uitzendingen van de ZvK).

Wat zie je dan? Hoe een baby in een oude zinken wasteil door de mannelijke voorganger  gedoopt wordt in een samenkomst op, lijkt het, de tweede verdieping van zo’n oud Amsterdams grachtenhuis. Prachtig, denk ik dan. En zo gaat het in kerkelijk Assen niet gebeuren, weet ik meteen ook. Maar dat geeft niet. In twee werelden werkt de Geest van Jezus Christus op twee manieren aan het ene doel: het behoud van mensen door de enige naam op aarde die mensen redding biedt.

Toen ik deze maand weer over Stroom las, vielen mij twee dingen op. Allereerst: ook daar weten mensen heel goed (en misschien nog wel beter) wat zonde is. In het ND van 4 mei 2013 vertelde Rikko Voorberg dat men in Stroom op een avond het Onze Vader mocht herschrijven. Alles werd veranderd, behalve het zinnetje ‘vergeef ons onze schulden’. Tot verbazing der beschouwers. Het geeft aan, dat ieder mens beseft, dat hij zondig is, en dat we allemaal het evangelie nodig hebben. Het tweede wat mij opviel was, dat men ook in Stroom heel goed beseft dat het christelijk geloof niet vrijblijvend is. Rikko Voorberg zegt in EO-Visie 22, dat Stroom in een overgangsjaar zit.  Vanaf september beginnen ze met een kerkje. En hij roept ook de jongeren op de EO-jongerendag op om niet te wachten tot volgend jaar om God ervaren, maar daar ook werk van te maken in de dagen en weken en maanden ná zo’n fantastisch evenement.

Hetzelfde stond ook in het hoofdcommentaar ‘Massaal en eenvoudig’ van Sjirk Kuijper in het Nederlands Dagblad van 18 mei, de zaterdag voor Pinksteren. Fijn dat er zulke massa-evenementen zijn als de EO-jongerendag, stond daar. Dat is goed voor je geloof. Daarmee maak je samen de naam van God en Jezus groot. Maar na Pinksteren bouwden de 3.000 nieuwe gelovigen geen megakerk. Nee, ze ontmoeten elkaar thuis als broers en zussen in de Heer. Conclusie, aldus het ND:  “Wie met Pinksteren viert hoe royaal de Geest is uitgegoten, klaagt daarna niet over de eenvoud thuis.”  Inderdaad, want in de eigen, vaak kleine kring van christenen, met al hun vaak kleine eigenaardigheden, vindt wel de strukturele persoonlijke geloofsversterking plaats.

Tenslotte nog even over de EO Jongerendag en Landelijke Dag.

In Bunschoten zie je op 1 juni toch wel vooral bezorgde, vrijgemaakte broeders en zusters. Ik snap die zorgen wel, maar deel ze niet. Ik vind één van de kopjes in het hoofdreferaat van de eerste Landelijke Dag typerend: Altijd strijd, altijd vreugde. Ik zou het beslist omgekeerd formuleren. Er is bij mij veel vreugde en dankbaarheid voor wat ik aan geloof in onze kerken en daarbuiten zie. Dat daar ook veel vrijblijvendheid bij zit, geeft mij soms reden tot zorg.

Maar ik wil die zorg niet organiseren, zoals nu wel gebeurt. Wat dat betreft spijt het mij geducht, dat Nader Bekeken nu mede-organisator van deze Landelijke Dagen is geworden. Een kerkelijk blad vertegenwoordigt volgens mij namelijk een bepaalde stroming binnen de kerken. Maar nu maakt Nader Bekeken zich tot spreekbuis van een bepaalde stroming binnen onze kerken. Daarmee hebben we er een partijblad bij. Dát vind ik nu zorgelijk.

In Arnhem zie je vooral blije jongeren in een blije christelijke sfeer. Of ze allemaal voor de geloofsinhoud komen waag ik te betwijfelen. In de EO-visie 20 kon je de ‘jongerendag-test’ doen. Bij de vraag: ‘Wat ga je doen als de hoofdspreker Rikko Voorberg op het podium komt?’  kreeg je 1 punt voor het antwoord: ‘M’n pen en notitieboekje erbij pakken’ en 4 punten voor het antwoord: ‘Tijd om even ergens met vriendinnen te gaan pauzeren’. Maar dit laat onverlet, dat de EO-jongerendag voor veel jongeren wel hetzelfde effekt heeft als de jeugdmeetings en schooldagen voor GKV-leden in de jaren ’70 en ’80 van de vorige eeuw.

En wat Saul en David hier nu mee te maken hebben? Niet meer dan dat Bunschoten waarschijnlijk de 1000 niet haalt en Arnhem met gemak de 10.000. Verder gaat elke vergelijking mank, want de kracht van het geloof zit ‘m niet in de aantallen, toch?