Megakerken hebben een grote aantrekkingskracht op christenen. Maar ze kennen ook vaak veel problemen. In de afgelopen maanden kwamen Hillsong (Australië – Sydney met Brian Houston) en Vineyard (Amerika – Anaheim met Alan Scott) negatief in het nieuws. De jaren ervoor andere megakerken, zoals Willow Creek – Chicago met Bill Hybels). En zaterdag 30 april 2022 meldde het Nederlands Dagblad dat er bij de VEZ, een Nederlandse mega-kerk in Zwolle, een leiderschapscrisis is ontstaan.
Begin april 2022 schreef Tim Keller op Twitter (6 april) en op Facebook (7 april) waarom de Redeemer Presbyterian Church in New York er bewust voor gekozen heeft om in 2017 de mega-kerk die onstaan was op te splitsen in drie (en inmiddels vijf) zelfstandige kerkelijke gemeentes. In dat jaar 2017 ging Tim Keller met pensioen. In de tweede helft van de jaren ’80 was hij de dominee van ‘Redeemer’ geworden. In de dertig jaar dat hij de gemeente leidde, groeide het aantal leden van 50 naar 5.000. Hondervoudige vrucht, om het met de gelijkenis van de zaaier uit Lukas 8 te zeggen.
Naar aanleiding van alle schandalen rondom Hillsong gaf Tim Keller acht argumenten waarom men in New York besloten heeft om de grote Redeemer-kerk na zijn emeritaat op te splitsen in uiteindelijk vijf kleinere gemeentes in plaats van over te dragen aan één opvolger.
1/ Megakerken hebben een aantal tekortkoming en gebreken als het om hun struktuur gaat. In z’n algemeenheid funktioneren ze zeer matig (het zijn ‘poor places’) als het gaat om vorming en pastorale zorg, zeker in vergelijking met hun omvang. In onze huidige cultuur is dat een dodelijk probleem, omdat christenen meer gevormd en beïnvloed worden door de sociale media dan door de plaatselijke christelijke gemeenschap. We hebben krachtige gemeentes nodig (‘thick communities’) nodig en de grootte van onze kerken is daarbij een belangrijke, bepalende factor.
2/ De meeste megakerken zijn groot geworden dankzij hun stichter. Maar vaak komt het hun opbouw niet ten goede als één opvolger de leiding overneemt. Die wordt altijd tot in het extreme vergeleken met zijn voorganger, de oprichter. Dat doet zowel hem als de beweging geen goed. Het kent alleen maar verliezers.
3/ Megakerken hebben de neiging om heel snel te groeien dankzij de gaven en de persoonlijkheid van hun oprichter. Gewoonlijk leunen ze veel te veel op zijn charisma. Hoe sneller die verslavende afhankelijkheid (‘addictive dependency’) wordt doorbroken, hoe beter het is voor zo’n kerk.
4/ De stichters van megakerken zien de gemeente vaak als hun persoonlijk bezit en als een verlengstuk van hun persoonlijkheid en zelfbeeld. Ze willen vaak niet uit zichzelf terugtreden. Ze weten ook niet goed hoe ze dat moeten doen. Maar het is een blijk van geestelijke discipline om eerder te vroeg dan te laat te vertrekken.
5/ Ik kon ‘Redeemer’ overdragen aan een breed-samengesteld leiderschapsteam in plaats van aan één blanke Amerikaan. Daardoor wordt ‘Redeemer’ nu geleid door voorgangers met een Chinese, Koreaanse, Britse, Indiase en Libanese achtergrond. Lebanese. Ze staan allemaal op de solide basis van gereformeerde theologie, maar ieder breng. Dat is een verrijking.
6/ Kleinere kerken maken gebruik van de gaven en talenten van een groter aantal leden. Ze zijn minder afhankelijk van de professionals die de megakerk in dienst heeft. Ze hebben een kleiner aantal toeschouwers die alleen maar de activiteiten bijwonen en niet aktief meedoen
7/ In New York hebben we nooit een megakerk willen bouwen. Onze focus en visie is om onze stad een geweldige plaats te laten zijn voor alle mensen door middel van christenen die het Evangelie verspreiden (‘to help build a great city for all people through a movement of the gospel’). Dit verlangen kan alleen maar gevoed worden door meerdere geestelijke leiders en wanneer er steeds meer ‘uitnodigende kerken’ ontstaan (bij ‘Redeemer’ spreekt men over ‘generative churches’: kerken waarvan de leden graag de mensen om hen heen willen laten delen in “de hoop die in u leeft” – 1 Pe. 4:15).
8/ Megakerken trekken bezoekers uit de wijde regio aan. Die hebben daardoor minder binding met de omgeving waarin ze wonen en hebben dus minder motivatie om zich in te zetten voor de plaatselijke gemeenschap en voor relatie-evangelisatie in eigen wijk of dorp of stad rondom de lokale kerk. Het is moeilijker voor hen om zich in te zetten voor anderen in hun eigen woonplaats. Steden en provincies kunnen weliswaar profiteren van de sterke punten van megakerken (zoals bv. pastorale en theologische programma’s, cursussen en opleidingen), maar over het algemeen heeft een regio –en ook christenen zelf – meer profijt van 10 kerken met elk 400 leden verspreid over heel het gebied, dan aan één kerk met 4.000 leden op een centraal gelegen locatie.
Als ‘Redeemer’ hebben we dit denkproces doorlopen. We hebben nog steeds de middelen van een megakerk, maar doordat we voor dit model van meerdere kleinere kerken hebben gekozen, kunnen ze vanwege hun grootte beter inspelen op de behoeften van de mensen die onze kerkdiensten bezoeken en op wat de omgeving nodig heeft. Kijk maar op: Redeemer Downtown, Redeemer Lincoln Square, Redeemer West Side, Redeemer East Harlem, Redeemer East Side.

Ik kwam afgelopen week opnieuw de twee bekende uitdrukkingen uit de titel van deze blog tegen. Dat was in het boek ‘Een kerk die kan’. Daarin beschrijven Rudolf Setz en Marten van der Meulen hoe Assen Zoekt is ontstaan en vanuit welke visie ze werken. Assen Zoekt is bij ons in Assen het missionaire zusje dat officieel bij de Christelijke Gereformeerde Kerk hoort en waarvan Gert van den Bos de parttime-voorganger is. In hun boek gebruiken ze ook deze uitdrukkingen Boven – Binnen – Buiten en Bewegen rond de Bron.
Met ‘centrered’ bedoelen ze een kerk die weinig grenzen stelt, maar wel heel duidelijk de bron van het christelijk geloof centraal stelt: Jezus Zelf en de waarden die Hij o.a. in de Bergrede noemt. Vergelijk het met de manier waarop men in Australië schapen houdt: je laat ze vrij rondlopen, maar zorgt voor een bron met schoon water waar het vee uit kan drinken. Zo zien veel missionaire kerken eruit. Men vertrouwt erop dat het evangelie zo kostbaar is dat mensen daar wel in de buurt willen blijven. Zolang ze zich bewegen naar de bron, hoef je je minder zorgen te maken over de grenzen. En als je echt aandacht blijft besteden aan de bron, blijf je ook scherp op wat niet past bij de christelijke kerk en het Koninkrijk zoals Jezus dat voor ogen heeft. (blz 128-131).
Dat is de mooie naam van de kerk in Graz waar ds. Peter Drost op D.V. 20 oktober 2019 bevestigd zal worden. Afgelopen zomer vertrok het gezin Drost naar Oostenrijk. Daar ging een jaar aan voorbereiding aan vooraf. Ook voor de kinderen ging Oostenrijk steeds meer leven, zoals blijkt uit de tekening van een van de dochters van Peter en Francien.
Op wonderlijke wijze voorzag de HERE in een prachtige woning in Übelbach, een dorp dat vlak boven Graz ligt. De start was wat anders dan ze zich hadden voorgesteld: één van de kinderen kreeg begin augustus een blindedarmontsteking. Inmiddels voelt het in Oostenrijk voor de familie Drost redelijk vertrouwd. Dus kan er uitgekeken worden naar zondag 20 oktober. In de Christkönigskirche in Graz-Wetzelsdorf zal ds. Henk Drost, de vader van Peter, de bevestigingspreek houden, wordt de bevestiging zelf verricht door ds. Reinhard Mayer uit Rankweil en volgt daarna de intredepreek van de nieuwe missionaire predikant van Graz.
Daarnaast belegde hij op 14 en 28 juli en op 11 augustus drie Nederlandstalige kerkdiensten voor vakantiegangers in het magazijn van een sportgroothandel onder zijn woning. De opkomst was verrassend hoog: 40, 75 en 85 christenen uit de hele breedte van kerkelijk Nederland. Klaas had dus niet voor niks 64 stoelen klaar gezet. Gelukkig stonden er nog een aantal inpaktafels, een magazijnkar en zelfs nog ergens een leren bank, die meteen in bezit genomen werd door een paar kinderen. Tijdens de kerkdienst volgde Klaas de liturgie van de ERKWB van Rankweil. Zo konden de gasten ervaren hoe een ‘Oostenrijkse’ kerkdienst er uit ziet.
Beide predikanten zijn beroepen door de ERKWB van Rankweil. Deze kleine gereformeerde kerk kan de financiële lasten hiervoor niet dragen en heeft daarvoor een beroep gedaan op de SSRO in Nederland. In vertrouwen op Christus als Heer van zijn kerk heeft de SSRO toegezegd om, samen met de thuisfrontcommissies van ds. Rozema en de fam. Drost, de komende vier jaar in het levensonderhoud van beide predikanten te voorzien. Jaarlijks heeft de SSRO daar een bedrag van € 50.000 voor nodig. De SSRO is dankbaar dat in 2019 al veel broeders en zusters speciaal voor Innsbruck en Graz een gift gegeven hebben, zodat er dit jaar nog maar € 25.000 nodig is. Wilt u overwegen om dit mooie werk in de Alpenlanden mede mogelijk te maken? Een gift aan de SSRO is fiscaal aftrekbaar. Wilt u op de hoogte blijven van de voortgang van het Evangelie in Oostenrijk en Zwitserland? Dan kunt u het kwartaalblad van de SSRO, het Oostenrijk-Bulletin, aanvragen via
Klaas vertelt graag iets over zijn motivatie: “Toen ik twaalf jaar oud was, vroeg ik mij al af: ‘Kennen Oostenrijkers God niet!?’ Ik was voor het eerst in Oostenrijk op vakantie en verwonderde me over de prachtige natuur en de rijke cultuur. Tegelijk was ik verbaasd over het feit dat al die mooie kerken op zondag leeg waren. Veel Oostenrijkers geloven wel in een ‘god’ en in het land hangen veel beelden van Jezus Christus. Maar velen kennen God en Jezus niet en dat raakt mij! Nu ben ik 31 en afgestudeerd aan de Theologische Universiteit in Kampen. Half september vertrek ik definitief naar Oostenrijk om als missionair predikant in Innsbruck te gaan werken. Ik heb daar veel vertrouwen in. Tijdens mijn studie zei een vrouw in Oostenrijk tegen mij: ‘Als jij dominee wilt worden, kom dan naar Oostenrijk. Wij hebben dominees nodig!’ Nu is voor mij de tijd gekomen om in Oostenrijk van Christus te getuigen.”
De SSRO komt op dit moment € 30.000 per jaar tekort, maar vertrouwt erop dat ze met extra bijdragen door meelevende christenen in Nederland de toezegging aan de kerk van Rankweil kan nakomen.






