Kerstbrief van Jezus

Hallo jij!

Zoals je wel weet komt mijn verjaardag dichterbij. Elk jaar wordt dat uitgebreid gevierd. Ik denk dat dat dit jaar ook wel weer zo zal zijn. Veel mensen zijn alweer druk bezig met het kopen van kado’s. Ja, je merkt echt dat dat mijn verjaardag dichterbij komt. Langzaamaan komt iedereen in de feeststemming.

Ik vind het echt mooi om te weten dat tenminste één keer per jaar zoveel mensen aan mij denken. Zoals je weet begon de viering van mijn verjaardag lang geleden. In het begin waren de mensen blij met mij en dankbaar voor alles wat ik voor hen gedaan had. Maar tegenwoordig lijkt het of niemand nog de reden van het feest weet.

Ik weet nog dat er vorig jaar ergens een groot feestmaal werd georganiseerd ter ere van mij. De tafel was gedekt, vol met heerlijke gerechten, toetjes, fruit, noten, chocola en wijn. De versieringen waren super-de-luxe, met veel engeltjes. En er waren veel, heel veel ingepakte kadootjes.

Maar weet je, niemand had eraan gedacht om mij uit te nodigen. Het feest was voor mij, maar toen de grote dag kwam, lieten ze me buiten staan. Ze deden de deur voor m’n neus dicht. En ik wilde nog wel zo graag bij hen aan tafel zitten. Maar eigenlijk was ik helemaal niet verbaasd, want de jaren ervoor ging dat bijna overal ook al zo.

Omdat ik niet uitgenodigd was, besloot ik stilletjes via de achterdeur naar naar binnen te gaan. Zonder een geluid te maken, onopvallend, bleef ik in een hoekje staan toekijken. Het feest was in volle gang en ze hadden het erg gezellig met elkaar. Op een gegeven moment kwam er ook nog een grote dikke man met een witte baard binnen. Hij had rode kleren aan en riep aldoor ‘Ho! Ho! Ho!’ Het leek wel of hij dronken was. Hij ging op de bank zitten en alle kinderen renden naar hem toe en riepen: “Kerstman, Kerstman”. Alsof het feest ter ere van hem was! Daarna gingen ze de kadootjes uitdelen. Vol verwachting openden ze één voor één de pakjes. Ik keek of er misschien ook eentje voor de jarige bij zat – voor mij dus. Niet  dus.

Hoe zou jij je voelen als op jouw verjaardag iedereen kadootjes aan elkaar geeft, behalve aan jou? Ik begreep toen dat mijn aanwezigheid op het feest niet op prijs werd gesteld, dus verliet ik stilletjes de zaal. En ieder jaar wordt het erger. Mensen denken alleen aan gezelligheid en harmonie. Aan eten en drinken. Aan kadootjes onder een versierde kerstboom. Maar bijna niemand staat stil bij mij. Bij mijn verjaardag.

Weet je wat ik mooi zou vinden? Als jij MIJ bij het komende Kerstfeest uitnodigt. Zodat ik echt in jouw leven kom. Ja, ik zou het zo gaaf vinden als jij er blij mee bent dat nu alweer 2000 jaar geleden ik naar deze wereld kwam om mijn leven te geven voor alle mensen. Aan het kruis. Ook voor jou! Om jou te redden. En ik hoef echt geen kadootjes op mijn verjaardag wil. Ik heb alles al. Het enige wat heel graag wil is, dat jij dit echt gelooft, met je hart.

Ik wil nog iets met je delen. Omdat niemand mij meer uitnodigt, ga ik zelf een feest geven. Een huge feest, zo geweldig dat niemand het zich echt kan voorstellen. Een spectaculaire party. Ik ben nog bezig om de laatste dingen te regelen.

Maar ik heb de uitnodigingen al klaar. Er is er ook een voor jou bij. Je plaats is gereserveerd! Wat denk je, wil je er graag bij zijn? Laat het me even weten. Dan schrijf ik jouw naam met gouden letters in het gastenboek. Dan laat ik je binnen , wanneer het zover is. Ik zie er naar uit om je te ontvangen! Ja, ik hoop echt dat jij er bij zult zijn!

Tot gauw!

Liefs, Jezus

Ook hier te beluisteren (minuut 52:15 t/m 56:16)

ADVENT – van wie ben jij er eentje?

Eén van mijn leraren van de middelbare school had een achternaam die niet zo heel veel voorkwam. Hij hield zich ook bezig met genealogie. Zonder de digitale mogelijkheden van vandaag had hij zijn stamboom al tot ongeveer het jaar 900 na Christus weten terug te herleiden. Op een dag kwam hij iemand tegen met dezelfde achternaam. Hij vroeg: “Uit welke familie kom jij? Wie waren je grootvader en overgrootvader?” Zijn naamgenoot antwoordde hem: “Mijn grootvader is in een kindertehuis opgevoed omdat mijn overgrootvader als bankovervaller jaren in de gevangenis gezeten heeft.” Waarop mijn leraar antwoordde: “Dan zijn wij geen familie, want in onze stamboom komen geen bankovervallers voor.”

Van wie is Jezus er eentje?

Op weg naar Kerst denken christenen tijdens de vier Adventsweken aan de komst van Jezus Christus (en ook aan zijn terugkomst, maar dat terzijde). Naar zijn geboorte, ruim 2000 jaar geleden, werd door veel mensen uitgekeken. Zijn komst was ook al lang van te voren aangekondigd. Hij is de beloofde Immanuel, Zoon van de Allerhoogste, die God als reddende kracht zal geven om tot in eeuwigheid op de troon van zijn vader David te zitten en koning te zijn over het volk van Jakob. Dat klinkt goed! Met Jezus Zelf is niets mis.

Maar als je vervolgens zijn stamboom eens wat beter bekijkt, denk je al snel: je moet er maar eentje willen zijn van zo’n familie! De eerste biografie van Jezus Christus, het Evangelie van Matteüs, begint met een ‘Overzicht van de afstamming van Jezus Christus, zoon van David, zoon van Abraham’ (Mat. 1:1). In die stamboom worden vijf vrouwen genoemd, Tamar, Rachab, Ruth, Batseba en Maria. Vaak worden die vijf vrouwen met ere genoemd. En terecht. Ze worden in de Bijbel geprezen om hun geloof. Ze komen op voor hun recht. Ze doen een beroep op Gods beloften. Ze laten zich inschakelen in Gods plan.

Iedereen rotzooit maar wat aan

Er zit ook een andere kant aan de vermelding van deze vijf vrouwen. Namelijk: zou jij er eentje van zo’n familie willen zijn? Bij minstens twee van hen ontkom je niet aan de gedachte: wat maken Gods kinderen er toch altijd weer een puinhoop van. Ze rotzooien maar wat aan. 

Tamar die met haar schoonvader Juda het bed in duikt omdat die haar geen recht doet (Gen. 38). Batseba, die in de stamboom van Jezus half-anoniem ‘de vrouw van Uria’ genoemd wordt, omdat David de verleiding niet kon weerstaan om haar eerst zwanger te maken en daarna zijn buurman liet vermoorden om de sporen van overspel uit te wissen (2 Sam. 11). En als derde is daar ook nog Maria, van onbesproken gedrag, maar wel zwanger ‘door de Heilige Geest’ (Mat. 1:18+20, Luk. 35). Dat gelooft niemand als je er niet van overtuigd bent dat God wonderen kan doen. Ook Jozef komt er niet achter of ze in de drie maanden dat ze bij haar oom en tante in Judea was, vreemdgegaan of door iemand verkracht is. En de andere twee namen, die van Rachab en Ruth, zijn vanwege hun afkomst ook nogal omstreden. Rachab was een hoer uit Jericho die twee Israëlitische spionnen onderdak bood en zo haar eigen leven redde (Joz. 2:1). Ruth was een gelukzoekster uit het gehate Moab, het volk dat uit een incestrelatie ontstaan was (de dochters van Lot gingen allebei met hun vader naar bed, Gen. 19:30-38) en waarvan God gezegd had: ‘Ammonieten en Moabieten zullen nooit ofte nimmer tot de dienst van de HEER worden toegelaten’ (Deut. 23:3).

It’s all about people

Goeiedag hé, denk ik dan, je moet er maar eentje willen zijn van zo’n familie! Precies! Dat is wat Jezus wil! Iemand van hetzelfde soort als jij en ik. Wij rommelen allemaal maar wat aan in het leven en maken er regelmatig een puinhoop van. En toch gebruikt God dat allemaal om stug door te werken aan zijn eigen plan om via Jezus Christus iedereen die in Hem gelooft, niet verloren te laten gaan, maar te redden en uitzicht te geven op een eeuwig leven in vrede met God en met elkaar. Dat is Gods grote verlangen. Zoals Bill Hybels een keer zei: It’s all about people!Het gaat God om ons! Jezus voelt zich niet te goed om Zelf mens te worden. En het is Hem ook niet te min om een stamboom te hebben waar ieder ander zich voor zou schamen. Hij poetst niets van al die onvolkomenheden weg. Integendeel, je zou haast kunnen zeggen: Jezus is er trots op dat al zijn voorouders van die paupers waren. Daarvoor wilde Hij komen en is Hij gekomen met Kerst. Ja, daarom moest en zou Hij Jezus heten, om zijn volk te bevrijden van hun zonden (Mat. 1:21). Daarvoor gaf Hij zijn leven en liet Hij zijn bloed vloeien op Goede Vrijdag. Daarom is Hij opgestaan met Pasen en laat Hij vanaf Pinksteren zijn Geest royaal over heel de wereld uitwaaieren. Dankzij Hem weet ik mij weer kind van God (Rom. 8:16). En weet ik dat Jezus mijn grote Broer is (Rom. 8:29). Dus hoef ik niet langer naar mezelf te kijken en vol schaamte en schuld te denken: ‘Ben ik er zo eentje?’ Ik mag juist dankbaar omhoog kijken en blij zeggen: ‘U bent me er eentje, Heer Jezus! En ik ben er eentje van U!’

Ds. Ernst Leeftink

(Voor wie het interessant vindt: op www.cbgfamilienamen.nl kun je vinden hoe vaak jouw en in welke regio jouw familienaam in 1947 en in 2007 voorkwam).

Een Kind verbindt

Een kind stapt de grote-mensen-wereld binnen. Meteen verandert de sfeer. Discussies verstommen en maken plaats voor vertederende blikken en woorden. Een kind verbindt.

In Nederland lijkt de verbinding ver te zoeken. De verkiezingsuitslag laat zien dat ons land tot op het bot verdeeld is. Hoe geloofwaardig zijn de verzoenende woorden van iemand ter rechterzijde die groot geworden is door extreme uitspraken? Hoeveel waarde hechten demonstranten ter linkerzijde aan de demokratie als ze oproepen om massaal te gaan protesteren tegen de uitkomst van eerlijk tot stand gekomen verkiezingen?

Met Kerst vieren we de geboorte van het kind Jezus Christus. Hij zorgt wel voor verbinding. Hij verbindt mensen met elkaar. Hij verbindt mensen met God. Dat doet Hij zonder onderscheid. Hij voelde Zich voor niemand te goed, maar werd één van ons. 

Het Kind van Kerst verbindt. In deze donkere tijd verspreidt Hij het licht van Gods liefde voor mensen. Hij brengt vrede op aarde en vrede in het hart. Wie Hem vindt, doet hetzelfde als de herders en de wijzen. Die knielden in aanbidding voor Hem neer.

Een geloofsgesprek aan de keukentafel (de engel Gabriël op bezoek bij Maria)

De beste gesprekken vinden meestal plaats aan de keukentafel. Zo stel ik me ook het gesprek tussen Gabriël en Maria voor. Bij mij zit het plaatje in het hoofd van Gabriël die plotseling in de deuropening staat en Maria, die net aan haar rondje huis begonnen is, aanspreekt. Niet persé zoals in dit plaatje, maar wel in die trant. Na de begroeting zijn Gabriël en Maria ergens gaan zitten, stel ik me zo voor. Misschien wel aan de keukentafel. Want ja, daar vinden meestal de beste gesprekken plaats.

Nu was dit wel een heel bijzonder gesprek. Maria krijgt van Gabriël te horen dat zij ‘bij God in de gunst staat’ (NBV), genade gevonden heeft bij God’ (HSV), ‘door God is uitgekozen voor iets moois’ (BGT). Want Maria zal de moeder worden van de lang verwachte Verlosser van Israel, de grote Zoon van God , die voor altijd als Koning op de troon van David zal regeren over al Gods kinderen.

MARIA

Drie keer reageert Maria hierop. Drie keer heel gelovig. Eerst denkt ze lang  na over deze mededeling. Dat is gelovige reaktie 1. En als ze het allemaal verwerkt heeft stelt ze maar één vraag. Dat is gelovige reaktie 2. Ze neemt,  lijkt het haast, zonder meer aan dat zij de moeder van de beloofde Messias mag worden. Ze vraagt zich alleen af: ‘Hoe zal ik zwanger worden? Want om een kind te krijgen heb je ook een man nodig en zo ver zijn Jozef en ik nog niet gegaan.’ Ook op die vraag geeft Gabriël een antwoord. En hij geeft er een hint bij:  ‘Wist je dat tante Elisabeth op haar 65e ook nog een kind krijgt?’ Maria begrijpt wat Gabriël daarmee zeggen wil, want ze reist meteen af van Nazareth naar de heuvels van Judea. Want dit nieuws is te groot om met iemand anders over te praten. Ze kan als dochter van 16 toch niet thuiskomen met: ‘Mama! Je zult het niet geloven, maar vanmorgen stond er een engel in de deuropening. Het was Gabriël. En aan de keukentafel hadden we toch een bijzonder gesprek!’ Nee, inderdaad … dat zou Maria’s moeder niet geloven. Laat staan dat ze ’s avonds aan Jozef voorstelt om een wandelingetje te maken en hem dan bij het meer van Galilea vertelt: ‘Zeg Josh,  je zult het wel een apart verhaal vinden, maar binnenkort krijgen we een kindje. Nee, ’t is niet van iemand anders, maar van God. Zullen we er even bij gaan zitten? Dan leg ik het je wel even uit.’ Nou, dat is inderdaad zo apart, Maria weet niet eens hoe ze het geloofwaardig aan Jozef kan vertellen. Dus wijst Gabriël haar op Elisabeth, die geen kinderen kon krijgen, maar nu ook zo wonderlijk, tegen alle verwachting in, al dik zes maanden zwanger is.

Maar eerst zegt Maria nog: ‘De Heer wil ik dienen. Laat er met mij gebeuren wat u gezegd hebt.’ Deze gelovige reaktie 3 is helemaal in lijn met de eerste twee. Ze gelooft wat Gabriël net gezegd heeft: ‘Want niets is voor God onmogelijk.’ Ze zet een stap in het geloof waarvan ze de gevolgen totaal niet kan overzien.

EEN STAP IN GELOOF

Een stap in het geloof zetten. Omdat God het van je vraagt. Wanneer gebeurt dat? Wanneer kun je dat? Als de Heilige Geest over je komt en de kracht van God je overschaduwt. Dat zal bij Maria op een bijzondere manier gebeuren, zegt de engel Gabriël. Zo werd zij de moeder van Jezus, haar Heer.

Maar de Heilige Geest was al op een gewone manier over Maria gekomen. Ze had de kracht van God al in zich. Want ze geloofde. Dat is ook een wonder trouwens, want het geloof ontstaat volgens Jezus op de manier van een geboorte. Je wordt opnieuw geboren als de Heilige Geest in jou het geloof verwekt.

En als dát gebeurt … sta je versteld van wat dat uitwerkt. Bij Maria – 16 jaar oud en bijna zwanger. Bij anderen. Maar ook bij jezelf: ‘Wat U in uw Woord tegen mij zegt, Heer, ik ben bereid om dat te doen.’

Wat wil God vandaag van jou? Stel je die vraag en denk daarbij aan Maria. Die reageerde drie keer vanuit een gelovige houding. Als God iets tegen je zegt – hoe luister je dan? Als God iets van je wil – hoe reageer je dan? Als God iets van je vraagt – wat doe je dan?

Denk bij deze vraag ook aan Jezus onze Heer. Toen God tegen Jezus zei: ‘Leg je glorie af’ – zei Jezus: ‘Ik ben bereid om te gaan, Vader.’  Toen God tegen Jezus zei: ‘Nu wil Ik dat je gaat’– zei Jezus: ‘Hier ben Ik om uw wil te doen.’ Toen God tegen Jezus zei: ‘Drink de beker tot  de laatste druppel leeg’ – zei Jezus: ‘Laat uw plan doorgaan.’

DE HEER IS MET JE

En vergeet tenslotte het meest onbekende zinnetje dat Gabriël tegen Maria sprak niet: ‘Maria, de Heer is met je.’ Dat is God altijd. Maar Hij zegt het nog eens extra duidelijk als er iets bijzonders van je gevraagd wordt. Ja, Jezus heeft het gezegd toen Hij naar de hemel ging. Want Hij wist toen al, dat  gelovigen vandaag zich zo vaak afvragen: ‘Hoe hou ik het vol als christen? Waarom sta ik er voor mijn gevoel zo vaak alleen voor? Ik twijfel zo vaak en m’n geloof wordt zo gemakkelijk onderuit gehaald.’  Herinner je je dan de famous last words van onze Heer: ‘Ik ben bij jullie, van dag tot dag, tot aan de voltooiing van de wereld.’

Je hoeft geen Maria te zijn om daar op te vertrouwen. Vraag de Heilige Geest alleen wel om hetzelfde geloof als Maria. ‘Heer, hier ben ik om uw wil te doen.’ En hoor dan de Heilige Geest fluisteren: ‘Ga maar, want de Heer is met je.’

Kerst en Oud & Nieuw – zingend de lockdown door

Opnieuw zitten we met Kerst en rond de jaarwisseling thuis. Voor het tweede jaar achter elkaar een lockdown. Het is niet anders … maar het is wel om moedeloos van te worden.

Het betekent dat we opnieuw niet samen in de kerk de geboorte van onze Jezus Christus, onze Heer, kunnen vieren. En dat we ook niet samen in de kerk het jaar 2021 kunnen afsluiten.

Misschien moeten we ons maar vastklampen aan de gedachte dat er op de dag van de geboorte van Jezus en in de weken erna op het oog niet zoveel veranderde aan de situatie. Maar voor wie geloofde dat God op deze manier zijn verlossingsplan realiseert, maakt de komst van Jezus een wereld van verschil. Geen wonder dat én Zacharias én de engelen én Simeon vlak voor en tijdens en vlak ná de geboorte van Jezus hun blijdschap uitzingen, en dat zowel de herders als de oude Anna het blijde nieuws van Gods verlossing en vertroosting door het kindje Jezus dat ze gezien hadden.

De band Faith speelt vanuit ‘Het Noorderlicht tijdens de Kerstwandeling Peelo 2021

Gelukkig is er overal veel creativiteit. Dus net als vorig jaar worden er door kerken en christenen rond en met Kerst mooie activiteiten georganiseerd en online Kerstdiensten gehouden. Zo kunnen we toch nog samen het Kerstfeest vieren.

En als het om de jaarwisseling gaat, moeten we ons maar troosten met de gedachte dat Gods molens trager malen dan ons eigen ongeduld. Gelukkig weten we, dat uitstel bij God geen afstel is, maar juist een teken van zijn geduld. Hij wil graag dat zoveel mogelijk mensen zich weer tot Hem als hun hemelse Vader wenden en Jezus erkennen als hun Redder en Heer. Zo komen we, om het met Elly & Rikkert te zeggen: “Elke dag een stapje dichter bij die dag, elke dag een stapje dichterbij. Stapje voor stapje, ’t is niet veel, maar snap je, wij zijn elke keer een stapje dichter bij de Heer.”

Zo mogen we toch hoopvol het nieuwe jaar in. We tellen ze op vanaf de eerste komst van onze Heer: binnenkort is het alweer Anno Domini 2022. En we tellen ze af op weg naar de terugkomst van onze Heer. Alleen is die dag niet vast te zetten op onze kalender. Maar eenmaal zal Hij komen! Ondanks de omstandigheden mag je daar als christen nu al blij naar uitzien. Soms lukt dat ook, net zoals Paulus en Silas – zij zongen psalmen in de gevangenis. Soms lukt het minder, net zoals David en Jezus klaagden – maar ook dan zal de HERE je niet loslaten, maar in de moeiten bij je zijn.

We vieren Kerst. We gaan een nieuw jaar tegemoet. Ga met God, want Hij zal met je zijn!

ADVENTSKAARSEN en ADVENTSKRANSEN

In veel kerken worden in de weken voor Kerst op zondagmorgen de Adventskaarsen aangestoken. Dat zijn er meestal vier. Soms kom je er ook vijf tegen, omdat op Eerste Kerstdag nog een kaars aangestoken wordt. In sommige kerken hebben de kaarsen verschillende kleuren. Dat heeft te maken met het kerkelijk jaar. In de wat meer hoog-liturgische kerken heeft elke periode van het kerkelijk jaar een eigen kleur. De kleuren voor de adventsperiode zijn paars en roze. Paars is de kleur van de bezinning. Roze is de kleur paars waar het licht doorheen schijnt. En met Kerst zelf is de kleur wit (of soms goudkleurig): Jezus Christus is geboren, Hij is het licht voor de wereld, zuiver en rein.

Adventskaarsen

In de engelstalige traditie heeft elke Adventskaars ook een naam met een betekenis.

1e Adventskaars (paars) De profetie-kaars / de kaars van hoop

Als christenen kunnen we in een  wereld toch hoop hebben op een goede afloop, omdat God betrouwbaar is. Hij houdt zich altijd aan zijn beloften, ook die Hij aan ons gedaan heeft. Bij de eerste Adventskaars vestigen wij onze hoop op God. Zo zegt Paulus in Romeinen 15:12-13: En verder zegt Jesaja: ‘Isaï zal een telg voortbrengen: Hij die komt om over alle volken te heersen; op Hem zullen zij hun hoop vestigen.’ Moge God, die ons hoop geeft, u in het geloof geheel en al vervullen met vreugde en vrede, zodat uw hoop steeds blijft toenemen door de kracht van de heilige Geest.

2e Adventskaars (paars) De Bethlehem-kaars / de kaars van voorbereiding

God houdt zich aan zijn belofte dat de Redder van de wereld komen zal. Als het zover is, wordt Jezus geboren in Bethlehem. God zelf zorgt ervoor, dat alle voorbereidingen getroffen worden. Tegelijk worden mensen voorbereid om Jezus te ontmoeten. Bij de tweede Adventskaars vragen we aan de Heilige Geest: ‘Help ons om er klaar voor te zijn om  U, Jezus, te verwelkomen als onze reddende God.’ Zo staat het beschreven bij de profeet Jesaja, zegt Lukas 3:4-6: Een stem roept in de woestijn: “Maak de weg van de Heer gereed, maak recht zijn paden! Iedere kloof zal worden gedicht, elke berg en heuvel geslecht, kromme wegen recht gemaakt, hobbelige wegen geëffend; en al wat leeft zal zien hoe God redding brengt.”

3e Adventskaars (roze) De herders-kaars / de kaars van vreugde

Als de engel Gabriël het goede nieuws van de geboorte aan de herders gebracht heeft, daalt vanuit de hemel een compleet engelenkoor naar de aarde af. Hier had heel Gods schepping met reikhalzend verlangen eeuwenlang op gewacht! Vandaar dat op de derde Adventszondag de kleur paars even oplicht naar roze, passend bij de vreugde van de verwachting die werkelijkheid wordt. Bij de derde Adventskaars delen we met de herders en met heel Gods volk in de vreugde over de eerste komst van Jezus en kijken we met even groot reikhalzend verlangen uit naar zijn terugkomst. Lees Lukas 2:10, 13, 14, 20 maar: De engel zei tegen hen: ‘Wees niet bang, want ik kom jullie goed nieuws brengen, dat grote vreugde betekent voor heel het volk. En plotseling voegde zich bij de engel een groot hemels leger dat God prees met de woorden: ‘Eer aan God in de hoogste hemel en vrede op aarde voor de mensen die Hij liefheeft.’ De herders gingen terug, terwijl ze God loofden en prezen om alles wat ze gehoord en gezien hadden, precies zoals het hun was gezegd.

4e Adventskaars (paars) De engelen-kaars / de kaars van liefde

De engel Gabriël maakt het goede nieuws bekend van de Redder die in de stad van David geboren is. Hij heeft het over jullie Redder. God stuurde zijn Zoon uit liefde naar deze aarde. Bij de vierde Adventskaars verwonderen we ons erover, dat Gods liefde zo groot was voor kleine, zondige mensen zoals wij. We horen het Jezus Zelf tegen Nikodemus zeggen in Johannes 3:16+17: Want God had de wereld zo lief dat Hij zijn enige Zoon gegeven heeft, opdat iedereen die in Hem gelooft niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft. God heeft zijn Zoon niet naar de wereld gestuurd om een oordeel over haar te vellen, maar om de wereld door Hem te redden.

5e Adventskaars (wit)  De Christus-kaars

De witte kaars herinnert ons eraan dat Jezus het perfekte lam van God is, zonder enig gebrek. Hij is door God gegeven om onze zonden weg te wassen. Zijn geboorte stond in het teken van zijn dood. Zijn dood staat in het teken van onze geboorte! Bij de 5e Adventskaars op Eerste Kerstdag beseffen we, dat het Kind van Kerst ook de Man van Pasen is die op Pinksteren met zijn Geest het nieuwe leven wereldwijd uitdeelt. Zo zegt Johannes de Doper het in Johannes 1:29-30: De volgende dag zag hij Jezus naar zich toe komen, en hij zei: ‘Daar is het lam van God, dat de zonde van de wereld wegneemt.  Hij is het over wie ik zei: “Na mij komt iemand die meer is dan ik, want hij was er vóór mij.” Zo zegt Jezus het tegen Nikodemus in Johannes 3:3-7: ‘Werkelijk, Ik verzeker u: alleen wie opnieuw wordt geboren, kan het koninkrijk van God zien.’ ‘Hoe kan iemand geboren worden als hij al oud is?’ vroeg Nikodemus. ‘Hij kan toch niet voor de tweede keer de moederschoot ingaan en weer geboren worden?’ Jezus antwoordde: ‘Werkelijk, Ik verzeker u: niemand kan het koninkrijk van God binnengaan, tenzij hij geboren wordt uit water en Geest. Wat geboren is uit een mens is menselijk, en wat geboren is uit de Geest is geestelijk.  Wees niet verbaasd dat Ik zei dat jullie allemaal opnieuw geboren moeten worden.

De Adventskrans

In de periode voor Kerst worden er vaak kerstkransen gemaakt. Die gewoonte is, net als die van de Adventskaarsen, ontstaan na de Reformatie in Duitsland. Waarschijnlijk stak men oorspronkelijk thuis eerst alleen maar vier kaarsen aan tijdens de Adventsweken, maar al vrij snel werden die kaarsen in een prachtig groen-versierde krans gezet. En nog weer later kwamen de kleuren paars en rose in beeld en werd midden in de krans een grotere Kerstkaars geplaatst. Wanneer in christelijke gezinnen aan het begin van elke week een nieuwe kaars werd aangestoken, werd daarbij een bijbelgedeelte gelezen, een lied gezongen en een gebed uitgesproken. Zelf hebben we het als gezin zo nooit gedaan. Als gereformeerden liepen we altijd wat achter als het om symboliek in de kerk en in het gezin ging. Maar een mooi idee vind ik het wel. In de kerk steken we Adventskaarsen aan. Thuis kun je dan persoonlijk of als gezin werk maken van de innerlijke Voorbereiding door met Hoop, Vreugde en Liefde vooruit te kijken naar het Kerst – om het feest te vieren van de geboorte van onze Heer en Redder Jezus Christus.

‘Stille nacht, heilige nacht’ in een nieuw jasje

Een van de meest bekende liederen die met Kerst gezongen wordt is ‘Stille nacht, heilige nacht’. Het heeft, om in de stijl van de Nederlandse tekst te blijven, miljoenen mensen een zalige Kerst bezorgd. Toch is de tekst van dit prachtige kerstlied wat aan de ouderwetse kant. Volgens een onderzoek vinden veel mensen dat niet erg. Het gaat hen om de bekende klanken. Maar het is ook belangrijk om te begrijpen wat je zingt. Dus daarom een nieuwe, eigentijdse versie van ‘Stille nacht’ die net zo concreet de betekenis van de geboorte van Jezus Christus bezingt.

Stille nacht. Wie had gedacht
dat een kind, onverwacht,
vrede brengt voor wie leeft onder druk
en voor ouders een dieper geluk.
Vrede brengt ons het kind.
Vrede brengt ons het kind.

Stille nacht. Wie had gedacht
dat Gods plan, eens bedacht,
nu door engelen juichend in koor
wordt bezongen – zij geven het door:
Jezus, Redder en Heer.
Jezus, Redder en Heer.

Stille nacht. Wie had gedacht
dat Gods Zoon, vol van pracht,
zo eenvoudig het leven begint,
maar straks duivel en dood o
verwint.
Prijs nu Christus als Heer.
Prijs nu Christus als Heer.

LEVEN MET VRAAGTEKENS -Zacharias en de engel Gabriël

Wat merk je in het dagelijkse leven van Gods aanwezigheid? Hoezo is Hij een God die gebeden verhoort?

Neem nu Zacharias en Elisabeth. Zij leefden in de tijd van koning Herodes, die weer onder het gezag van keizer Augustus stond. Het was een tijd van vrede en welvaart. Maar ook een tijd waarin de Edomiet Herodes, een afstammeling van Ezau, een schrikbewind onder de Joden voerde en iedereen die een bedreiging voor zijn macht vormde, uit de weg ruimde. De kindermoord in Bethlehem is het gruwelijke bewijs van zijn goddeloosheid.

En is het in onze tijd anders? We leven al meer dan 70 jaar in vrede. De welvaart is alleen maar toegenomen. Maar de kerk krimpt in Nederland. Steeds minder mensen geloven oprecht in God. Steeds meer mensen leggen Gods geboden en regels naast zich neer. Geloven doe je achter de voordeur, daar mag je anderen niet mee lastig vallen. Zeker niet in het publieke domein. Hoezo regeert God? Hoezo merk je zijn aanwezigheid?

Voor Zacharias en Elisabeth kwam daar nog een tweede heel persoonlijke moeite bij. Ze konden geen kinderen krijgen. Wat voor een groot verdriet geeft dat! Ook vandaag nog. Je loopt er niet mee te koop. Maar het is een groot gemis. Dus bid je. En hoop je. En ga je ervoor naar het ziekenhuis. Want er kan gelukkig veel tegenwoordig. Maar dan kan er nog niet altijd iets aan gedaan worden. Soms is het vanwege de eigen gezondheid onverantwoord om kinderen te krijgen. Vaker is één van de twee, net zoals Elisabeth, onvruchtbaar. Hoe ga je daar als christen mee om? Wat doet dat met je geloof? Leven met vraagtekens. Leven met zo’n grote teleurstelling. Wat heb je dan aan je geloof? Wat bereik je dan met bidden?

Zacharias en Elisabeth hebben in deze hopeloze situatie (politiek, kerkelijk en persoonlijk) God vaarwel hebben gezegd. Integendeel. Ze blijven God opzoeken en zich heel precies aan zijn regels houden. Niet omdat het moet, maar omdat ze op God vertrouwen, juist ín hun moeiten, zorgen en verdriet.

Je mag blijven bidden. Want God luistert wel. Gebeden blijven bij Hem lang staan. De vraag is alleen: blijven wij wel bidden? Voor onze persoonlijke dingen. En voor de grote zaak van God?

Zacharias en Elizabeth deden beide. Hun kinderwens brachten ze jarenlang bij God. En daarna vertelden ze God over hun verdriet omdat Hij hun gebed niet verhoord had. En ze baden om de komst van de Messias. Of er geloof gevonden mocht worden bij de mensen, bij iedereen die uitzag naar de bevrijding van Jeruzalem. Niet uit de macht van de Romeinen, maar uit de greep van het ongeloof dat de samenleving teisterde.

Die twee gebeden vallen samen. Want bij God valt het grote plaatje en de persoonlijke situatie altijd samen. God voert zijn grote verlossingsplan uit zoals Hij wil. En tegelijk schakelt Hij jou en mij daarbij in, jij in jouw klein hoekje en ik in ’t mijn.

Op een dag mag Zacharias in het heilige gedeelte van de tempel, vlak voor het heilige der heiligen, het dagelijkse reukoffer brengen. Daar, in de tempel, bidt hij als priester namens het volk.Zulke gebeden stijgen op als het reukwerk van de tempel naar boven toe en komen dan bij God aan. Daar blijven ze staan. Zo bidt David dat in Psalm 141: Laat mijn gebed als reukoffer voor uw aangezicht staan. En in Openbaring 8 staat, dat de rook van de wierook met de gebeden van de heiligen opstijgt naar God.

Uitgesproken gebeden verwaaien niet en verdampen niet in de lucht, maar staan en blijven staan pal voor het gezicht van God! De gebeden om Gods koninkrijk en zijn gerechtigheid. En de persoonlijke gebeden van ieder van ons.

En dan, in de tempel, is daar plotseling Gabriël. Hij zegt: ‘God heeft je gebed verhoord, Zacharias!’ En meteen zie je, dat die twee soorten gebeden niet van elkaar te scheiden zijn. Zacharias, jullie zullen alsnog een zoon krijgen – net als Abraham en Sara. Maar hij zal er niet alleen voor jullie zijn, want jullie hebben niet alleen maar voor jezelf om kinderen gebeden  … nee, jullie wilden graag kinderen om ze gelovig op te voeden, zodat ook zij dicht bij God gaan leven en tot een zegen voor anderen zijn. En nu zullen jullie zo’n zoon krijgen. Op een hele bijzondere manier. Want jullie zoon zal de tweede Elia zijn, die Maleachi al heeft aangekondigd. Hij zal heel veel mensen blij maken, omdat hij mag vertellen dat de echte Messias eindelijk komen zal. Hij zal generaties verbinden en mensen hun zonden laten inzien, en zo zal hij de mensen er klaar voor maken om de Messias, de grote Koning, te ontvangen.

Dat is dus Gods bedoeling! Dat je blij bent met Jezus Christus. Zoals Gabriël later tegen de herders zegt, als Jezus geboren is: ‘Ik verkondig jullie grote blijdschap die voor alle mensen bestemd is: vandaag is jullie Redder geboren, Christus de Heer!’

Hoe blij ben jij met Hem? Laat het dan zien door Hem elke keer weer op te zoeken.

Maar God opzoeken gaat niet vanzelf. Dat merk je bij Zacharias. Hij kent de Bijbel op z’n duimpje. Hij weet dat eens de tweede Elia komen zal. Maar dat het zíjn zoon zal zijn? Dat kan niet waar zijn! Ons persoonlijke gebed is immers tot ons grote verdriet niet verhoord? En nu zijn we te oud.

Het goede nieuws ontmoet ongeloof. Niet bij een hardcore heiden. Maar bij een vrome, oprechte, gelovige priester. Zacharias kan het niet geloven. Maar hij verpakt zijn twijfel in een vrome vraag: ‘Hoe kan ik zeker weten dat het zal gebeuren?’

Persoonlijke moeiten kunnen je vertrouwen in God heel gemakkelijk aan het wankelen brengen. Hoe intenser je wensen, hoe groter de teleurstelling wanneer God gebeden niet verhoord.Of anders verhoord.

Je kunt er begrip voor hebben. Want wie zijn wij? En als het goed is, heb je er zeker begrip voor de worsteling van je mede-broer of zus als hun moeiten zo groot zijn. Of het nu om kinderloosheid gaat. Of een ernstige ziekte. Of een gebroken huwelijk. Of een beperking waar je mee moet leren leven.

Maar Gabriël heeft geen begrip voor de tegenwerpingen van Zacharias. Hij legt, voor straf, Zacharias negen maanden het zwijgen op. Dat lijkt hard. Maar weet je … ongeloof heeft geen recht van spreken.

Je hoort wel eens iemand zeggen: ‘Kreeg ik maar een teken of zag ik maar een engel uit de hemel, dán zou ik wel geloven.’ Maar dat gaat niet op. Zelfs als iemand uit de dood zou terugkeren, laten mensen zich niet overtuigen, zegt Jezus later, in de gelijkenis van de rijke man en de arme Lazarus.

En dus moet Zacharias zwijgen. Negen maanden lang. Ongeloof heeft geen recht van spreken.

De mensen op het tempelplein denken dat wat Zacharias gezien heeft, hem doofstom gemaakt heeft. Maar dat was het niet! Wat hij in zijn ongeloof gezegd heeft, is de oorzaak van zijn tijdelijke handicap. En dat terwijl hij als vrome priester dienst deed in de tempel! Dat detail is veelbetekenend: niemand kan ‘priester zonder zonde’ zijn!  De zwakheid van Zacharias is zwakheid van ons allemaal.

Meteen in het begin van Lukas zie je al hoe nodig de komst van Jezus Christus is! De grote blijdschap voor heel veel mensen wordt pas echt veilig gesteld door Hem.

In Lukas 1 moet een machteloze priester op de trappen van het heiligdom de mensen ongezegend naar huis laten gaan. Maar Lukas eindigt zijn evangelie met de unieke Hogepriester Jezus die zijn volgelingen een volle zegen meegeeft op het moment dat Hij naar het hemelse heiligdom gaat.

En hoe reageren zijn volgelingen dan? Met grote blijdschap! Het zijn dezelfde woorden als de engel Gabriël gebruikte toen hij de herders vertelde over de geboorte van Jezus Christus.

Grote blijdschap! Diepe vreugde!

Hoe blij ben jij vandaag met je geloof in God? In een wereld die Hem niet lijkt te kennen. In je persoonlijke leven waarin je misschien veel strijd ervaart. Durf je dan nog op God te vertrouwen? Als het leven vol vraagtekens is? Durf je dan je gebeden nog op te laten stijgen naar de hemel? Doe het maar. Ze blijven lang staan voor de troon van God. Lang genoeg voor God om er echt iets mee te doen.

Advent: met Zacharias jubelen over het Kind van Kerst

‘Op jullie oude dag zullen Elisabet en jij nog een zoon krijgen, en je moet hem Johannes noemen.’ Dat kreeg de priester Zacharias van de engel Gabriël te horen toen hij dienst had in de tempel. Meer dan negen maanden was Zacharias er sprakeloos van. Maar toen Johannes geboren was en na een week zijn naam ontvangen moest, jubelde vader Zacharias het uit: ‘Geprezen zij de Heer, de God van Israel!’ Zacharias dankt in zijn Zacharias lofzanglofzang (Lukas 1:68-79) God niet alleen voor hun persoonlijk geluk. Hij plaatst, geïnspireerd door de Heilige Geest, de geboorte van Johannes in het kader van Gods verlossingsplan. En dus zingt hij over Johannes die als profeet van de Allerhoogste voor de Heer zal uitgaan om de weg voor Hem gereed te maken. Maar meer nog zingt Zacharias over Gods goedheid en betrouwbaarheid: God doet wat Hij beloofd heeft op grond van zijn heilig verbond. En de reddende kracht die Hij geven zal is Jezus Christus. Die is ‘het stralende licht uit de hemel’ dat naar ons zal omzien zoals God Zelf naar ons heeft omgezien (de NV51 vertaalt in vs. 68b en in vs. 78b twee keer hetzelfde Griekse woord met ‘omzien‘).

Zacharias typeert Jezus Christus met een bekende uitdrukking uit het Oude Testament. Hij is nl ‘het stralende licht uit de hemel’. Dat is niet de letterlijke weergave van het Grieks. Een aantal andere vertalingen (SV, NV51, HSV) zeggen allemaal dat de Christus ‘de Opgang uit de hoogte’ is. In het Grieks staat hier het woord ‘anatolè’. Wie een beetje aardrijkskunde kent, weet, dat één van de provincies in Turkije ‘Anatolië’ genoemd wordt. Dat is vanuit het Grieks de naam voor het land dat ze aan de ander kant van de Egeïsche Zee lagen liggen in het oosten: het land van de opkomende zon. Zo betekent het woord ‘anatolè’ in het Grieks zowel ‘opkomst’ als ‘zonsopgang’ en werd het uiteindelijk ook het gewone woord voor ‘het oosten’.

Gelovige Joden die goed thuis waren in de Griekse vertaling van het Oude Testament hoorden in deze jubelende woorden van Zacharias een verwijzing naar maar liefst drie profeten.

Zacharias lofzang 2De bekendste is Maleachi 4:2. Daar wordt aangekondigd hoe mooi de komst van de Messias voor de gelovigen zal zijn: ‘Maar voor jullie, die ontzag hebben voor mijn naam, zal de zon stralend opgaan, de zon die gerechtigheid brengt en genezing in haar vleugels draagt.’ In het Grieks staat hier het werkwoord ‘anatolein’. Dit slaat op de Persoon van Jezus Chris­tus, zingt Zacharias, die mensen zal beschijnen / op mensen zal schijnen (NV51, BGT – een iets beter vertaling dan ‘verschijnen’ in de SV, NBV, HSV), zodat ze hun voeten weer kunnen zetten op de weg van de vrede met God.

Maar er zijn nog twee profetische teksten uit het Oude Testament waar in de griekse vertaling het woord ‘anatolè’ voorkomt. Namelijk in Jeremia 23:5 en in Zacharia 6:12. In die twee passages wordt de beloofde Messias die eens zal komen aangeduid met ‘de rechtvaardige Spruit / Telg (Anatolè) die uit de bodem /zal uitspruiten / opschieten (anatolein) en als rechtvaardig koning en priester op zijn troon zal zitten.

Met dat ene woord ‘anatolè’ ‘verwijst Zacharias dus naar twéé verschillen­de Messiaanse profetieën. De komende Messias is de beloofde Telg van David en is de opkomende Zon der gerechtigheid. Zo gebruikt Zacharias a.h.w. een dubbel adventsbeeld.

Alle vertalingen waarin Zacharias Christus bezingt als ‘de Opgang uit de hoogte’ gebruiken bij ‘Opgang’ een hoofdletter. Dat doen ze waarschijnlijk, omdat bij Jeremia en Zacharia het woord ‘Anatolè’ als titel voor de Messias gebruikt wordt, terwijl bij Maleachi alleen het werkwoord ‘anatolein’ staat en de komende Messias aangeduid wordt als ‘de Zon die gerechtigheid en genezing brengt’. Zo zie je ook in de vertaling (die terecht voor ‘Opgang’ kiest en niet voor ‘Spruit/Telg’) toch nog iets van die titel doorklinken.

Tegelijk zegt Zacharias er nog iets opmerkelijks bij. Christus komt als ‘de Opgang uit de hoogte’. Dat is een aparte manier van zeggen. De zon komt altijd op vanaf de horizon en gewassen komen op vanuit de grond. Maar hier zegt Zacharias: ‘De Opgang komt uit de hoogte’. Oftewel: onze redding komt van bovenaf God begint. Híj neemt het initiatief. Van de goede bedoelingen van mensen hoef en mag je het niet verwachten.

In de tijd van Zachari­as keken veel mensen alleen maar om zich heen. Zo zijn er nog steeds veel mensen die blijven staan bij wat ze hier beneden zien. Maar dan krijg je nooit goed zicht op Jezus. Dan is Hij alleen maar vertederend omdat Hij met Kerst het Kindje in de kribbe is.

Als je omhoog kijkt, dan zie je meer in Hem. Dan zie je waar Hij vandaan gekomen is om ons te redden. Dan zie je, waar Hij nu is, dicht bij God om het voor ons op te nemen en alvast een plekje voor ons te reserveren in de hemel. onze plaatsen. Dan geloof je, dat Hij straks definitief terugkomt als het stralende licht uit de hemel. Dat geeft tegelijk moed en uitzicht voor wie nu een donkere periode in het leven doormaakt of zelfs de schaduw van de dood op zich voelt afkomen. Kijk dan omhoog en richt je op Jezus. In Hem zie je Gods liefdevolle barmhartig­heid. Alleen Hij brengt vrede, is onze Vrede en zet je voeten weer op het pad van de vrede.

Hoe donkerder de nacht, hoe helderder de ster!

wijzen-oosten-sterKerst is het feest van de ster. Want de dagen van Kerst, dat zijn voor de meeste Nederlanders feestdagen. Of je nou gelooft in het Kerstkind of in de Kerstman. Of je nu naar een Kerstdienst, een Kerstconcert of een Kerstmarkt gaat. En het wemelt in deze dagen van de sterren. Kerststerren. In prachtige variaties zie je ze op heel veel voordeuren; in eetbare vormen kom je ze tegen als besneeuwde koekjes bij de koffie -o nee, warme chocolademelk natuurlijk- en  als nagerecht tijdens het kerstdiner.

In de Bijbel heeft de ster van Kerst niet zoveel met gezelligheid te maken. Maar meer met een zoektocht. ‘De wijzen, de wijzen, die gingen samen reizen, vertrouwend op een koningsster, zij wisten niet hoe ver.’ Op zoek. Met een ster als TomTom. Op zoek naar de pasgeboren koning van de Joden. Want die brengt vrede. Vrede op aarde voor alle mensen.

Die zoektocht ging niet vanzelf. ’t Was wel even zoeken voor die wijzen. Eerst in hun studieboeken. Want wat betekende die wonderlijke samenstelling van een aantal sterren en een paar planeten precies? ‘Aha! De koningsster van Juda!’ En dan, óp naar Jeruzalem! Maar daar was geen prinsje geboren. De joodse geleerden zeiden tegen hen: ‘Je zou het es in Betlehem kunnen proberen. Misschien vind je Hem daar.’ Maar, zeiden ze er niet bij, we geven jullie weinig kans; onze God zal toch niet via heidenen als jullie aan ons vertellen dat de beloofde Messias die vrede brengt gekomen is?

Misschien ken je het verhaal van de vierde wijze. Artaban zou met die andere drie, met Balthasar, Melchior en Caspar meereizen. Zij met hun goud, wierook en mirre, hij met drie kostbare edelstenen. Maar hij werd opgehouden door iemand die beroofd was. Doordat hij die man verzorgde, miste Artaban als barmhartige samaritaan de karavaan. Dus ging hij later, want hij moest en zou die koning der Joden ontmoeten. Maar toen hij in Betlehem kwam, waren Jozef en Maria net naar Egypte gevlucht. En toen hij naar Egypte reisde, kon hij ze daar niet vinden. Zo liep hij aldoor achter de feiten aan. Maar hij bleef zoeken. Op zoek naar die koning, van wie hij de ster aan de hemel had zien staan, de koning die licht en vrede zou brengen over heel de aarde. En zo komt hij jaren laten op dag voor de zoveelste keer in Jeruzalem aan en daar hoort hij dat er een man gekruisigd zal worden, Jezus van Nazareth, de Koning der Joden. Pas dan, op het moment dat Jezus aan het kruis sterft, vindt Artaban, de vierde wijze, zijn koning. Pas dan, op dat moment, ervaart hij dezelfde diepe vreugde die de andere drie wijzen vervulde toen ze de ster boven het huis in Bethlehem zagen staan.

Ik vind dat verhaal van die vierde wijze een mooie legende. Het is zo herkenbaar, vind je ook niet? Voor jezelf. Voor de tijd waarin we leven. Er zijn zoveel mensen die hun hele leven door op zoek zijn. Die achter het geluk aanjagen. Maar wanneer ervaar je nou echt diepe vreugde van binnen? Wanneer hebt je echt vrede met jezelf, met je leven, met de mensen die je lief zijn en zal er vrede in de wereld zijn?

Het verhaal van de wijzen kun je op veel manieren uitleggen. De ster die zij zien, komt plotseling hun leven binnenvallen. Ze worden erdoor gegrepen. En dus volgen ze het licht. Voor ons betekent dat: waar ben jij door gegrepen? Welke lichtpuntjes in deze donkere tijd zie jij en wil jij volgen? Want het is een donkere tijd. Veel mensen met vaak psychische problemen die in onze samenleving zich maar moeten zien te redden. Veel angst voor wat de toekomst brengt met al die vluchtelingen uit Afrika, baantjes-inpikkende Oost-Europeanen en al die moslims uit het Midden-Oosten waaronder extremisten die aanslagen plegen. Veel onvrede over de politiek en dus slaan Henk en Ingrid ook op de vlucht naar de meer extremere partijen links en rechts.

Morgenster kerk.pngMaar weet je, hoe donkerder de nacht, hoe helderder de ster! Als je de ster volgt, kom je altijd uit bij het licht! Als je de ster van Kerst volgt, kom je altijd uit bij het Kind. Ja, die ster ís het Kind. Jezus noemt Zichzelf ergens in de Bijbel ‘de Morgenster’. En als je uitkomt bij het Kind, dan begint de verandering bij jezelf. Van binnenuit. Dan gaat de Morgenster op in je hart, staat ergens anders in de Bijbel. Dat is het effekt als je de ster van Kerst volgt. Als je reuze blij met het Kind van Kerst bent. Dat Kind van Kerst is Jezus Christus.

De één ziet hem vooral als voorbeeld. Hij laat namelijk zien dat het in dit leven om liefde en vrede en barmhartigheid gaat. Hij is, zegt Job van Schaik in het Dagblad van het Noorden van 24-12-2016, de ontsnappingsroute uit de prestatiemaatschappij en uit de gapende leegte van het moderne leven. Dat klinkt mooi. Maar Hem echt volgen in zijn levensstijl is razend moeilijk. Want ik en jij en wij – we lijden aan de ernstigste kwaal van deze tijd: de zelf-ziekte. Terwijl Jezus juist laat zien, dat het leven pas zin heeft als je het deelt met anderen – niet uit eigenbelang maar als houding. Een houding waarin je elkaar niet de oren, maar de voeten wast. Die houding omschreef Jezus Zelf eens als: ‘Ik ben gekomen om anderen te dienen. Volg mijn voorbeeld na.’ En het gekke is: die softe karaktereigenschappen winnen het altijd van het recht van de sterkste. En ergens voelen we dat allemaal wel aan. Zeker in deze tijd van Kerst. Vrede op aarde. Mensen die elkaar het licht in de ogen weer gunnen.

Anderen, en zo denk ik er ook over, geloven dat Jezus niet alleen maar het ideale voorbeeld is voor alle mensen. Hij is meer dan dat. Hij is ook de Koning die stierf aan het kruis. Want er viel ook nog wat goed te maken tussen God en mensen. Daarin is Jezus dé Ander die voor mij en jou en ons – ja voor de hele mensheid in de plaats het offer van zijn leven bracht. Zo wordt het ook weer goed in deze (verticale) lijn. Als dat geen diepe vreugde geeft! Ook en vooral daarom knielden de wijzen, net als de herders, voor het kindje Jezus neer. Hij geeft je de vrede met God weer terug.

ster vallendKerst is, zou je kunnen zeggen, het feest van de ster. Want feest vieren doe je samen. Samen met elkaar. Samen in deze wereld. Samen tot eer van God. En die ster, waar schijnt die vandaag? Nou, ik hoop in en door ons allemaal. Want Kerst is het feest van ‘vrede op aarde’. Daar zorgt God voor. Door Jezus. Want Hij is de stralende Morgenster. Maar daar gebruikt God mensen voor. Mensen die de ster volgen. Mensen die uit liefde leven. Mensen die het licht doorgeven. Zulke mensen vallen op, staat er in de Bijbel, als sterren die schitteren in de nacht.