Toch vooral dankbaar voor pro-life besluit in Amerika

In het magistrale nummer “Magnificent” zingt Bono, de leadzanger van U2, over de bedoeling van het leven dat al in de moederschoot begonnen is:

I was born, I was born to sing for You,

I didn’t have a choice but to lift You up

and sing whatever song You wanted me to.

I give you back my voice from the womb,

my first cry, it was a joyful noise.

‘Ik ben geboren om voor U te zingen, ik heb geen andere keus.’ In Amerika had het ongeboren leven in de eerste zes maanden van de zwangerschap ook geen keus. In 1973 sprak het Hooggerechtshof in de zaak ‘Roe vs. Wade’ uit dat het recht op zelfbeschikking voor elke vrouw zo belangrijk was, dat in alle staten abortus moest worden toegestaan tot en met week 24 van de zwangerschap.

Vorige week, op 24 juni 2022, draaide het Hooggerechtshof het besluit uit 1973 terug en sprak uit dat er op federaal niveau geen grondwettelijk recht op abortus bestaat. De individuele staten mogen nu zelf wetgeving m.b.t. abortus maken.

Het zal niemand verbazen dat vooral veel christenen in Amerika blij waren met dit besluit. Volgens Psalm 139 heeft God ieder van ons in de moederschoot op kunstige wijze gemaakt en is ieder mens kostbaar in zijn ogen. Er is daarom in veel kerken gedankt voor dit besluit, omdat in minstens de helft van de Amerikaanse staten het aantal kinderen dat na negen maanden het daglicht mag zien, zal toenemen.

Ik vind dit onthutsend. Het laat volgens mij zien hoe diep het individualistische zelfbeschikkings-denken ook in christelijke kringen is doorgedrongen. En hoe bang men is dat pro-life standpunten automatisch leiden tot inperking van vrouwenrechten.

Ik besef heel goed dat iemands keus vóór abortus altijd een achterliggende reden heeft. Dus ben ik heel voorzichtig met mijn oordeel in persoonlijke situaties. Als je als christen alleen maar hard roept dat je tegen abortus bent en verder niets doet aan zwangerschapspreventie of hulp aan ongewenst zwangere vrouwen, ben je bezig met Prinzipenreiterei.

In Nederland merkte ik onder christenen maar weinig dankbaarheid voor dit besluit dat een betere balans aanbrengt tussen vrouwenrechten en het recht om geboren te worden. Meteen werden allerlei bezwaren opgenoemd. Het was een politiek besluit, genomen door de conservatieve opperrechters die Trump had aangesteld. Het trof vooral de arme, meestal zwarte of hispanic vrouwen in achterstandsgebieden die nu hun toevlucht moesten nemen tot illegale abortussen, terwijl rijkere, meestal witte vrouwen naar California of New York konden reizen om daar wel een legale abortus te ondergaan. Het is een schijnheilig besluit, want alle pro-life-aanhangers in Amerika zijn nog fanatieker pro-wapenbezit. En dit besluit om het recht op abortus in te perken zal tot verdere onderdrukking van vrouwen en het terugdraaien van homorechten leiden. Dus nee, mainstream christelijk Nederland was überhaupt niet blij met deze uitspraak.

Maar wat is er op tegen om daarnaast uit te spreken dat het ongeboren leven meer bescherming verdient dan het nu krijgt? En dat je daarom vanuit christelijk én humaan gezichtspunt voor strengere regelgeving rondom abortus bent, omdat het ongeboren kind in de eerste zes maanden van haar of zijn bestaan met deze liberale wetgeving geen enkele keus heeft wanneer de ongewenst zwangere moeder in alle vrijheid (mag je hopen) voor een abortus kiest? En dat je daarnaast echt werk wilt maken van het voorkomen van ongewenste zwangerschappen in plaats van het te “genezen”. Want “genezen” kan nooit de eerste oplossing zijn, ook als lijkt het op dat moment vaak wel de enige te zijn. Ik heb nog bijna nooit iemand horen zeggen, ook niet in achterstandssituaties: ‘Ik had liever gehad dat mijn moeder mij 30 jaar geleden had laten weghalen’.

Dus verbaast het mij dat zo weinig christenen in Nederland niet als eerste uitspreken dat ze blij zijn dat het leven in de moederschoot in Amerika zich nu iets veiliger kan voelen. Ik ben er wel blij mee. In Amerika was de balans tussen vrouwenrechten en het recht om geboren te worden 100 tegen 0. Daar komt nu in veel staten God zij dank verandering in.

Het voelt alleen wel als een ‘holle overwinning’, zoals de Amerikaanse voorganger Chris Davis op zijn Twitter-account @RevChrisDavis verwoordde. Want hij ziet bij zijn conservatieve  landgenoten maar weinig bereidheid om op andere gebieden óók werk te maken van de beschermwaardigheid van kwetsbare groepen mensen. Dat herken ik. Te gemakkelijk wordt na deze historische uitspraak een punt gezet.  

Maar voor ieder leven extra dat geboren mag worden geldt: ‘Vanuit de buik van mijn moeder geef ik U mijn stem. Mijn eerste schreeuw is een vrolijk geluid.’

Foto’s: Pixabay

De synode werkt niet achter de rug van kerkleden om

Onder deze titel plaatste ds. Dinand Krol, de tweede voorzitter van de Generale Synode van de GKV, op 1 mei 2020 een kort ingezonden in het Nederlands Dagblad. Het is een reaktie op een vijf pagina’s lang artikel van Pieter Pel in het blad Nader Bekeken van april 2020. Daarin beschuldigt hij de synode er opnieuw van achter gesloten deuren de revisieverzoeken behandelt van kerken die bezwaren hebben tegen de vrouw in het ambt.

Hieronder volgt de tekst van het artikel.

Het vergaderwerk van de vrijgemaakte synode staat momenteel op een laag pitje en speelt zich grotendeels achter schermen af. Doordat er weinig tot niets plenair gebeurt, onttrekt het zich veelal aan de waarneming. Het Nederlands Dagblad van 27 april gaf in een samenvatting de kritiek in het blad Nader Bekeken door, dat de openheid ook vóór de coronacrisis al te wensen overliet. Die kritiek is niet terecht.
Dat niet iedereen bij alle zittingen aanwezig mag zijn en niet meteen over alle stukken beschikt, wil niet zeggen dat de synode achter de rug van kerkleden om haar eigen gang gaat.

De kritiek betreft met name het vermeende gebrek aan openheid rond de behandeling van revisieverzoeken. De synode van Meppel (2017) besloot de kerken ruimte te geven om vrouwen tot de ambten toe te laten; een aantal kerken vraagt aan de huidige synode om op dat besluit te herzien.
Op twee momenten hebben die revisieverzoeken tot nu toe tijdens zittingen van deze synode op de agenda gestaan. De eerste keer was in november, tijdens toerustingsdagen voor nieuw aangetreden synodeleden. Het is gebruikelijk die in een informele, besloten setting te houden.

tussentijdse polsing

In januari heeft de synode om tafel gezeten met de commissie die de behandeling van de
revisieverzoeken voorbereidt. Deze commissie had haar eerste bevindingen aan de leden
van de synode voorgelegd, om te vragen of ze op de juiste weg zit. Deze vergaderingen,
waarin tussentijdse rapportage plaatsvond, waren wel toegankelijk voor pers en
belangstellenden. In eerdere synodes vond zo’n tussentijdse polsing door een commissie
vaak plaats buiten de publieke zittingen. Het moderamen koos in dit geval voor een
openbare bespreking, juist om zo transparant mogelijk te zijn. Dat het moderamen het
werkdocument dat tijdens deze vergaderingen besproken werd, niet publiek hebben
gemaakt, was om te voorkomen dat er voortijdig conclusies aan verbonden werden.

De kritiek bepaalt het moderamen er bij hoe belangrijk het is om helder te communiceren en openheid van zaken te geven. Die boodschap neemt het moderamen ter harte! Terugkijkend beseft het we dat dat soms te wensen overliet. Er is echter geen sprake van dat bewust de publiciteit wordt gemeden.

ruimte geven

Het moderamen ziet uit naar het moment waarop het mogelijk is om in alle openheid de
revisieverzoeken met betrekking tot het besluit de kerken ruimte te geven om vrouwen tot de ambten toe te laten, inhoudelijk te bespreken, in aanwezigheid van belangstellenden en pers.

Wie nog eens wil nalezen hoe de synode in alle openheid vergadert, kan terecht op mijn blog van 5 maart 2020. Ook op die weergave levert Pieter Pel in het genoemde artikel van Nader Bekeken stevige, maar in mijn ogen ongefundeerde kritiek.

In alle openheid – over hoe de GKV-synode vergadert

In het plaatselijk kerkblad schrijf ik regelmatig een stukje over de Generale Synode 2020 waar ik naar afgevaardigd ben. Dit artikel gaat over wat er in februari besproken is over de de besluiten die de vorige synode nam over de vrouw in het ambt.

Waarover spraken zij daar op de synode in februari 2020? Over de NGK en over MVEA. Dat klinkt lekker geheimzinnig. Maar dat is het niet. In dit stukje ga ik op het tweede in – MVEA.

Vrouwelijke ambtsdragers – handhaven of herzien?

MVEA staat voor Man-Vrouw-en-Ambt. De synode van 2017 sprak uit dat er twee lijnen zijn in de Bijbel als het om de plaats van vrouwen in de kerk gaat. Volgens de ene lijn mogen vrouwen geen predikant of ouderling worden. Volgens de andere lijn wel. Omdat de plaatselijk kerk volgens het gereformeerd kerkrecht belangrijker is dan een classis of synode, sprak de synode ook uit dat plaatselijke kerken zelf mochten kiezen of ze wel of geen vrouwen toelaten in het ambt. Tegen dat besluit hebben 23 kerken bezwaar gemaakt. Sommigen vonden de tweede lijn onbijbels. Anderen vonden de onderbouwing vóór de vrouw in het ambt te onduidelijk. Nog eens 24 andere kerken hebben ook gevraagd om een betere onderbouwing. Daar moet deze synode serieus mee aan de slag. En dat gebeurt ook. Een commissie van zes synodeleden is er fulltime mee bezig.

Helaas stond er op 28 februari een paginagroot artikel in het Nederlands Dagblad waarin Dick Slump en Pieter Pel als woordvoerders van acht “SRV-kerken” (zoals ze zichzelf noemen: Samenwerkende Revisie Verzoekende kerken) beweerden, dat de synode achter gesloten deuren over dit onderwerp vergaderde en dat de bezwaarde kerken een geheim dokument niet mochten inzien. Dus zou deze synode het wantrouwen alleen maar voeden, dat alles al voorgekookt is en dat ‘de vrouw in het ambt’ gewoon doorgaat.

Wat deze broeders beweren, is volledig onjuist. Alle inhoudelijke besprekingen van de bezwaren tegen de vrouw in het ambt zijn in alle openheid gevoerd. Dat gold voor de zware kritiek van de buitenlandse kerken. Daar heeft het ND uitvoerig verslag van gedaan. Ook de eerste behandeling van de 23 kerken die om revisie vragen en de 24 kerken die om verduidelijking vragen was openbaar, met meer dan 30 belangstellenden uit het hele land op de publieke tribune. Ook de volgende zittingen zullen toegankelijk zijn voor iedereen die de behandeling bij wil wonen.

 Geheime vergaderingen?

Maar er is toch ook achter gesloten deuren over MVEA gesproken? Ja, inderdaad. Eén keer. Dat was op de allereerste officiële vergaderdag van de synode op 22 november. Toen hebben de 32 synodeleden met elkaar doorgepraat over de twee belangrijkste zaken van deze synode: de fusie met de NGK en de besluiten over MVEA. Niet inhoudelijk, maar over de vraag: hoe gaan we deze twee best wel gevoelige onderwerpen behandelen? Als je voor het eerst als 32 vreemden bij elkaar komt, is het best belangrijk om daar heel zorgvuldig over na te denken. En dat gebeurde inderdaad ‘in comité’ – dus zonder dat daar belangstellende kerkleden of journalisten bij waren.

Maar inhoudelijk zijn de synodebesluiten over de NGK en over MVEA + de brieven van 4 kerken over de naderende fusie met de NGK en 47 kerken over MVEA daar niet besproken. Het is dus bijzonder flauw van de woordvoerders van de acht SRV-kerken om paginagroot te beweren dat de synode “te veel achter gesloten deuren” en in “achterkamertjes” vergadert als het om de inhoudelijke bespreking van de MVEA-besluiten gaat.

Geheime dokumenten?

Hoe zit het dan met de klacht dat er een geheim dokument is dat zelfs de bezwaarde kerken niet in mogen zien? Ook die bewering is volledig onjuist. Er is namelijk geen geheim dokument. Er is wel een ‘raamdokument’ dat door de synodecommissie is opgesteld. Daar hebben ze vanaf december heel hard aan gewerkt. Eerst heeft de commissie met alle 23 bezwaarde kerken een gesprek gevoerd. Toen bleek dat acht kerken alleen maar als groep het gesprek wilden aangaan. Ze hebben ook geen gesprek gevoerd, maar een aanvullende nota ingediend, waarin acht woordvoerders de bezwaren die eerst per kerk, en dan ook nog niet eens gelijkluidend, waren ingediend, nog weer in acht punten uitwerkten. Met daarin o.a. de beschuldiging dat het “foute boel” is dat de synode achter gesloten deuren SRV-wagenover MVEA vergadert. Daarna heeft de redactie van het blad Nader Bekeken (waartoe ook sommige woordvoerders behoren) besloten om als SRV-wagen de complete nota bij alle abonnees thuis te bezorgen. Wat moet je van zo’n huis-aan-huis-actie zeggen?

Na de eerste hoorzitting stelde de commissie haar raamdokument op. Dat was een allereerste ruwe versie. Het moderamen besloot om die versie nog niet in de openbaarheid te brengen. Want dan zou iedereen daar wat van vinden, terwijl het op de synode nog niet besproken was. Die keus kun je van wijsheid vinden getuigen, zoals de meerderheid van de synodeleden. Die keus kun je betitelen als ‘koudwatervrees’, zoals de minderheid waar ik ook toe behoorde.

Maar het punt is: dit raamdokument zou aan alle bezwaarde kerken toegestuurd worden in het kader van een tweede hoorzitting met de commissie. Alleen: de woordvoerders van de acht SRV-kerken wilden zelf de agenda bepalen van de tweede hoorzitting. Ze zeiden namelijk: ‘Beste synodecommissie, we willen niet met u spreken over het raamdokument, maar u moet met ons het gesprek aangaan over de inhoud van onze bezwaren.’

Het is dus volstrekt onjuist om te beweren, dat de acht SRV-kerken “een nog geheim dokument” nooit heeft gezien. Men heeft er zelf voor gekozen het dokument niet te wíllen ontvangen. En waarom? Omdat van de 23 kerken die werden uitgenodigd voor een tweede hoorzitting er acht waren, die zeiden: ‘We komen alleen als collectief én we willen zelf bepalen wat er ter sprake moet komen.’ Wat moet je hiervan vinden? Blokvorming binnen het kerkverband? Minachting van een synode die de moeite neemt om met jou in gesprek te blijven?

Volledige openheid!

Hoe dan ook: de twee woordvoerders van de acht SRV-kerken zitten er behoorlijk naast als ze zeggen dat de synode te veel achter gesloten deuren bespreekt en bepaalde dokumenten achterhoudt als het om de behandeling van de bezwaren en vragen van 47 GKV-kerken gaat. Vanaf de eerste vergadering waarin deze brieven behandeld zijn, gebeurde dat in alle openheid. En dat zal zo blijven ook. Dus iedereen is op 23+24 april welkom op de publieke tribune als er verder gesproken wordt over de bezwaren tegen de besluiten over de vrouw in het ambt.

Een handdruk van een vrouwelijke ouderling

Meestal preek ik zondags één keer thuis en één keer uit. ‘Thuis’ is uiteraard altijd in ‘Het Noorderlicht’ in Assen-Peelo. ‘Uit’ hangt af van de collega met wie ik ruil. Begin mei mocht ik naar een gemeente waar de ouderling van dienst me voor de dienst vertelde: ‘Deze  maand worden bij ons de eerste drie vrouwelijke ouderlingen bevestigd.’ Toen ik deze maand daar weer moest preken, kreeg ik van te voren van de preekvoorziener het gebruikelijke lijstje met afspraken over de plaatselijke gewoontes toegemaild. Deze keer stond er, in het rood, een extra zinnetje tussen:  “We maken u er op attent dat we in onze gemeente naast mannelijke ook vrouwelijke ouderlingen hebben. Dat kan dus betekenen dat een vrouw ouderling van dienst is in de dienst waarin u hoopt te voor te gaan.”

Dit vind ik een voorbeeld van zorgvuldigheid. Immers: als ik als dominee ergens anders voorga, ben ik in die gemeente te gast. Als gastpredikant hou ik me aan de afspraken en gewoontes van die gemeente. Dat is ook de betekenis van de handdruk vóór en ná de kerkdienst. Dat komt misschien wat formeel over, maar er zit echt een mooie gedachte achter: het is de plaatselijke kerk die voorgangers vraagt om Gods Woord te verkondigen in de kerkdiensten. Dat doet een gemeente onder leiding van de raad van oudsten. Die heeft men gekozen in het besef dat Christus Zelf op die manier geschikte mensen roept tot deze taak. Het is niet de predikant die op eigen gezag het Woord van God brengt. Het is de kerkenraad die de verantwoordelijkheid draagt voor gezonde, bijbelse prediking. Aan het begin van de dienst krijgt de voorganger het vertrouwen door middel van die handdruk en aan het eind van de dienst geeft de handdruk aan dat de kerkenraad dankbaar is voor het door de predikant gebrachte Woord van God. Want de eigen predikant is niet de enige die de plaatselijke kerk bestuurt en de gastpredikant komt slechts op uitnodiging in een zusterkerk Gods Woord brengen. Dat vraagt een bescheiden opstelling van een dominee. Het kan volgens mij niet zo zijn, zoals wel eens gebeurd is een flink aantal jaren geleden, dat een gastpredikant weigerde de Apostolische Geloofsbelijdenis in beurtzang te laten zingen omdat hij daar zelf op tegen was.

Maar goed, in deze gastgemeente wordt aan gastpredikanten van te voren meegedeeld, dat de ouderling van dienst vanaf juni 2018 ook een vrouw kan zijn. Dat is fijn om te horen. Het is vooral fijngevoelig. Want eigenlijk zou deze gemeente dit helemaal niet hoeven te melden. “Predikanten die op verzoek van een kerkenraad ergens voorgaan, dragen geen verantwoordelijkheid voor de wijze waarop een kerkenraad ter plaatse de ambtelijke dienst heeft ingericht. Zij schikken zich naar het beleid in de zusterkerk zonder daarover te willen heersen.” (Pieter Niemeijer, Over zwijgteksten, scheppingsorde en Geesteswerk, blz. 79 van de eerste druk). Toch stelt deze gemeente mij en mijn collega’s van te voren op de hoogte van de mogelijkheid dat er tijdens een ruildienst een zuster op het rooster kan staan als ouderling van dienst. Ik vind dat een voorbeeld van hoe we in deze discussie met elkaar om horen te gaan. Deze gemeente zet gastpredikanten niet voor het blok, maar houdt op voorhand rekening met mogelijke gevoeligheden.

Tegelijk, en dat vind ik ook wijs, volgt er geen tweede zinnetje in de trant van: ‘Als u hier ernstige moeite mee hebt, zullen wij proberen voor een mannelijke ouderling van dienst te zorgen.’ Nee, deze gemeente laat het bij de gastpredikant zelf liggen wat hij met deze informatie doet. Dat lijkt me terecht. Als je ergens een probleem mee hebt, moet je zelf beslissen hoe je daarmee om gaat. Pas als een gastpredikant zelf aangeeft principiële moeiten te hebben met een vrouwelijke ouderling van dienst, kan er naar een oplossing gezocht worden. Misschien heeft deze gemeente die al achter de hand, maar waarop zou ze daarop vooruitlopen? Ze heeft melding gedaan van hoe het op zondag rondom de eredienst geregeld is. Nu ligt de bal bij de voorganger die a.s. zondag langs komt.

Terug in Assen vertelde ik aan een paar mensen dat ik afgelopen zondag voor het eerst de handdruk ontvangen had van een vrouwelijke ouderling. “Kreeg je er ook een zoen bij?” reageerde iemand voor de grap. Maar volgens mij is de ‘heilige kus’ geen bindend voorschrift in onze kerken, dus wat mij betreft laten we het elke kerkdienst bij twee hartelijke handdrukken (M/M of V/M).

Eén jaar na de GKV-besluiten over de vrouw in het ambt (deel 2 – standpunten)

Man-Vrouw in de kerkHet is alweer een jaar geleden dat de generale synode van de Gereformeerde Kerken (vrijgemaakt) uitsprak dat er bijbelse argumenten zijn om niet alleen gelovige mannen, maar ook gelovige vrouwen toe te laten tot het ambt van predikant, ouderling of diaken. De plaatselijke kerken mochten vervolgens zelf weten of en hoe zij hieraan invulling geven. In deel 1 van dit tweeluik gaf ik aan wat na één jaar de stand van zaken is. In deze blog wil ik een poging wagen de verschillende standpunten weer te geven. Met op voorhand m’n excuses voor het feit dat het een lange blog is geworden.

Voorstanders

Bij de voorstanders van de vrouw in het ambt valt mij op dat de argumentatie per persoon een beetje verschilt. In de afgelopen jaren ben ik de volgende argumenten tegengekomen:

A] Op grond van Gods Woord is het duidelijk dat vrouwen toegelaten mogen worden tot het ambt van predikant en ouderling. In de afgelopen eeuwen heeft de kerk de Bijbel verkeerd gelezen onder invloed van de gangbare cultuur en door een te letterlijk lezen van de Bijbel. Door voortschrijdend inzicht kunnen we nu open en eerlijk zeggen, net als vroeger bij de slavernij: we hebben het altijd verkeerd gezien.

B] Op grond van Gods Woord is het goed te verdedigen dat vrouwen toegelaten mogen worden tot het ambt van predikant en ouderling. Onder invloed van de traditie zijn er nog (veel?) gelovigen en kerken die van mening zijn dat vrouwen geen predikant of ouderling mogen worden. Daarin moeten we rekening houden met elkaar, want Paulus roept in Romeinen 14 de sterken op om niet neer te kijken op het standpunt van de zwakken. Beiden baseren hun mening op Gods Woord en doen dat tot eer van de Heer.

C] Gods Woord is geschreven in een bepaalde tijd, waarin de culturele omstandigheden een belangrijke rol spelen. Onze tijd en cultuur is heel anders. Als in de patriarchale culturen van het Oude en Nieuwe Testament soms, bij uitzondering, vrouwen door God Zelf geroepen kunnen worden om geestelijk leiding te geven aan Gods volk en aan de christelijke gemeente, is het binnen onze egalitaire cultuur geoorloofd om op alle niveaus vrouwen met hun gaven in de gemeente in te zetten. Die keus is niet in strijd met Schrift en belijdenis, maar valt   onder de categorie ‘kerkinrichting’.

D] Gods Woord is als het om het vraagstuk of vrouwen dominee of ouderling mogen worden niet duidelijk. Er lijken bijbelgedeeltes vóór en bijbelteksten tégen te zijn. Wanneer je dat volledig wilt honoreren, moet je elkaar als kerken op dit punt de christelijke vrijheid gunnen om een eigen besluit te nemen, gelovig biddend om wijsheid en leiding van de Heilige Geest en vanuit het verlangen om de eenheid in de gemeente te bewaren.

Ik denk zelf dat de synode van 2017 met haar besluiten vooral op lijn D) zit en daarom de toelating van vrouwen tot de ambten aan de plaatselijke kerken overlaat. Ik heb meteen na die besluiten vorig jaar juni geschreven, dat ik dat een verstandig besluit vindt. Want als het echt zo is dat we elkaar aanvaarden als christenen die hun geloofszekerheid volledig funderen op het verlossingswerk van Christus, geldt bij andere zaken dat je elkaar veel ruimte moet durven geven. ‘Bij twijfel niet inhalen’ uit angst voor het hellend vlak heeft in de kerkgeschiedenis bijna altijd geleid tot een opeenstapeling van geboden en verboden. Die valkuil van wetticisme is alle eeuwen door onder bijbelgetrouwe christenen veel groter geweest dan de valkuil van wetteloosheid.

Tegelijk blijft het wat onbevredigend om alleen maar te zeggen: we komen er op grond van de Bijbel niet uit, dus doe plaatselijk wat wijs is en de vrede dient. Vandaar ook de andere drie lijnen die ik signaleer. Persoonlijk vind ik lijn A) nogal exclusief. Alsof de tegenstanders van vrouwen in de ambten het eeuwenlang verkeerd gelezen en begrepen hebben. Dat geldt ook voor lijn B): volgens mij gaat het niet aan om christenen die oprecht menen dat de Bijbel geen ruimte laat voor vrouwelijke predikanten en ouderlingen, als de zwakke broeders en zusters in het geloof te typeren. Uiteindelijk geloof ik meer in lijn C): met de Bijbel als bron is het de Heilige Geest die in de waarheid leidt en Gods wegen in de tijd schrijft (hier schreef ik daar al eerder over). Ik vind het best spannend om daar konkrete standpunten aan te koppelen, zoals het toelaten van vrouwen in de ambten. Maar ik denk wel dat dit de weg is die God alle eeuwen door met zijn volk en zijn kerk gegaan is: je staat als kerk en als christen midden in de wereld, maar wordt wel opgeroepen om anders te zijn dan de wereld om je heen, zonder je door allerlei niet-heilsnoodzakelijke gewoontes en standpunten van diezelfde wereld te vervreemden. Laat het vooral Jezus Christus Zelf zijn, waar de niet-gelovigen zich aan ergeren.

Tegenstanders

Bij de tegenstanders van de vrouw in het ambt kom ik de volgende drie redeneringen tegen:

1] De Bijbel is niet meer de norm voor ons leven als christenen vandaag, want door de nieuwe hermeneutiek krijgen de huidige cultuur en het moderne levensgevoel veel meer invloed. Dus wordt de rol van de Bijbel beperkt tot ‘bron’ en hoef je de toepassing niet meer rechtstreeks uit de Bijbel af te leiden. Dat wordt goedgepraat met een beroep op de leiding van de Heilige Geest. Maar daardoor laat je steeds meer bindende richtlijnen van de Bijbel los en geeft er een eigen invulling aan die aansluit bij wat de maatschappij normaal vindt (de huidige cultuur) en waar veel kerkleden zonder problemen intuïtief mee akkoord gaan (het moderne levensgevoel).

2] In de Bijbel staan veel regels die je niet één op één in onze tijd kunt toepassen. Dus moet je onderscheid maken tussen het voorschrift zelf en de bedoeling ervan. ‘Drink wat wijn voor je maagproblemen’, zegt Paulus tegen Timoteüs. En aan de christenen in Korinte schrijft hij: ‘Groet elkaar met de heilige kus.’ Wij zouden vandaag zeggen: ‘Neem meer rust en eet wat gezonder.’ En we begroeten elkaar met een handdruk, schouderklop of een ‘hug’. Dat is prima. Maar als er een direkt beroep op de Bijbel gedaan wordt, vallen voorschrift en toepassing samen. En dat is zo bij het verbod van Paulus voor vrouwen om onderwijs te geven en gezag uit te oefenen, want dat wordt door hem gefundeerd op de schepping (Adam eerst) en de zondeval (Eva eerst). Als je aan dit voorschrift gaat tornen, haal je het gezag van de Bijbel onderuit. Dan wordt uiteindelijk alles relatief. Zo kom je uiteindelijk uit bij het ontkennen van het verzoenend lijden en sterven van Christus.

3] In de Bijbel leert God ons dat iedereen voor Hem gelijkwaardig is. Na de zondeval is dat niet meer het geval. Dankzij Christus vindt het herstel plaats. Hij neemt kinderen net zo serieus als volwassenen en zet vanaf Pinksteren de deuren van het heil wagenwijd open voor Samaritanen, Ethiopiërs, Romeinen, Grieken, mannen, vrouwen, bazen, slaven – ja, voor iedereen die gelooft dat de naam van Jezus de enige is op aarde door wie we vergeving van onze zonden en eeuwig leven ontvangen. Maar die gelijkwaardigheid betekent nog niet dat alle christenen een gelijke verantwoordelijkheid hebben. Integendeel: in de Bijbel worden alleen mannen structureel geroepen tot het ambt. In het Oude Testament waren er in Israel alleen mannelijke priesters die het Woord van God onderwezen en uitlegden, in het Nieuwe Testament stelt Jezus onze Heer alleen mannen aan als apostel. En in de nieuwe christelijke gemeentes stellen de apostelen, mede op grond van het Oude Testament, alleen mannen aan als oudsten die onderricht geven en de verkondiging beoordelen. Veel Amerikaanse theologen, waaronder Tim & Kathy Keller (presbyteriaans) en Albert Mohler (baptist) nemen hun uitgangspunt in het zogenaamde ‘complementarisme’. Zij vinden dat man en vrouw gelijk zijn geschapen als beeld van God, maar dat man en vrouw ook zijn geschapen om elkaar aan te vullen. Daarbij hebben ze elk hun eigen taken en rollen. ‘Leiderschap’ is in deze visie een opdracht die God aan mannen toevertrouwt, zowel in huis als in de kerk, en dus is er bijbelse gezien geen ruimte voor vrouwelijke predikanten en ouderlingen.

Ik deel de laatste twee redeneringen niet. Voor mijn gevoel zijn het constructies om het eigen standpunt te onderbouwen. Bij reden 3) vind ik het bijvoorbeeld erg zwak dat het ambt van predikant en ouderling nu opeens met dat van priester vergeleken wordt. Als dat terecht is, heeft het ons inderdaad misschien iets te zeggen dat in het Oude Testament alleen mannen priester mochten worden. Maar ik heb altijd op catechisatie geleerd, dat alle gelovigen sinds Pinksteren profeet én priester én koning zijn. Met daarbij vaak de opmerking, dat je het niet één op één op de ambten kunt plakken, maar dat er wel raakvlakken zijn: de predikant lijkt op een profeet de Gods Woord brengt, de ouderling lijkt op een koning die geestelijke leiding geeft en regeert, en de diaken lijkt op de priester die dienend bezig is zelf en anderen op te roepen tot een dankbaar leven. Maar nu zou het leer- en regeer-ambt in onze kerken plotseling helemaal geënt zijn op de functie van priester in het Oude Testament? Het lijkt mij wat ver gezocht.

Ook reden 2) vind ik niet sterk. Het scheert voor mij alles teveel over één kam. Dat doet volgens mij geen recht aan achterliggende redenen van al die verschillende voorschriften en adviezen in de Bijbel. Belangrijke besluiten uit Handelingen over het eten van offervlees en concrete voorschriften zoals het zalven van zieken door Jakobus passen we vandaag ook niet één op één toe. Belangrijk bij elk voorschrift dat je aan elkaar oplegt is de bedoeling ervan: Brengt het je dichter bij Christus? Bouwt het je geloof op? Bevordert het een christelijke levensstijl? Als je op zulk soort vragen ‘ja’ kunt zeggen, is de manier waarop je die doelen bereikt, niet meer bindend, maar moet je elkaar christelijke vrijheid gunnen. Dat werd in 1568 al uitvoerig betoogd door Marnix van St. Aldegonde, toen er in de Gereformeerde Kerk in Londen een enorm konflikt uitbrak over de macht die de kerkenraad daar naar zich toe trok (lees hier mijn blog over Marnix’ pleidooi voor christelijke vrijheid).

Ik snap wel de bezorgdheid die uit reden 1 spreekt. Maar ik ben het er niet mee eens. We hebben als christenen namelijk geen boek-geloof. We geloven in God als onze Drie-Enige Heer. Hij regeert over ons met zijn Woord en Geest (Zondag 12 H.C.) en vergadert, beschermt en onderhoudt zijn gemeente door zijn Geest en Woord (Zondag 21 H.C.). Volgens mij moeten we die twee niet tegen elkaar uitspelen. Dat kan op twee manieren: door alles dicht te timmeren met een beroep op bijbelteksten óf door alles goed te praten omdat, vaak na gebed, de Heilige Geest iemand rust en een goed gevoel geeft. Het eerste is vaak de makkelijkste weg; de weg van de traditie. Je hoeft niet al te veel zelf na te denken als christen. Het tweede is de meer riskante weg; de weg van het moderne levensgevoel. Het is de weg van het individualisme. Elke christen mag z’n eigen keuzes maken – het maakt niet uit wat de rest er van vindt en wat God er in de Bijbel over zegt. Ik herken het gevaar dat we vandaag, zeker binnen de GKV, vooral die tweede weg willen bewandelen. Maar de oplossing ligt volgens mij niet in het nadrukkelijk vasthouden aan de eerste weg. In de Bijbel zie je dat de breuk met de voorschriften van de besnijdenis en het houden van heel de Mozaïsche wet onderbouwd wordt met deze woorden: “In overeenstemming met de Heilige Geest hebben wij besloten u geen andere verplichtingen op te leggen dan wat strikt noodzakelijk is.” (Hand. 15:8). En in Hebreeën 6:3 staat een zinnetje waar ik altijd overheen gelezen heb: “Wij maken deze keuze in het vertrouwen dat God het ons toestaat.” In beide teksten proef ik de zorgvuldigheid om in nieuwe tijden en wisselende situaties zo goed mogelijk te luisteren naar wat God Zelf oip grond van zijn Woord en door de leiding van zijn Heilige Geest vandaag concreet aan ons wil laten weten. Als we samen respectvol naar willen luisteren, is het verwijt niet terecht dat we ons verwijderen van de Bijbel en de kerkelijke traditie.

NIemeijer boekje 1Niemeijer

‘Wat vind je van het boekje van Pieter Niemeijer?’ Nou, daar vind ik inderdaad wel wat van, ook al heb ik alleen de eerste druk gelezen: Over zwijgteksten, scheppingswerk en Geesteswerk is een goed boekje. Heel evenwichtig laat Niemeijer zien dat je als christen zorgvuldig de Bijbel kunt lezen en toch tot verschillende conclusies kunt komen als het om het onderwerp ‘vrouwen in de ambten’ gaat.

Sterk vind ik met name het accent dat Niemeijer legt op de positie van man en vrouw in het huwelijk. Het wederzijds respekt voor elkaar breng je in gevaar door allebei je eigen gang te gaan. “Honoreer in de kerk en in heel je leven het huwelijk waarin je als man en vrouw één bent, en waarbij de man het hoofd is.” Dus past het christelijke vrouwen niet om in het openbaar hun eigen man te passeren of te bekritiseren en mogen mannelijke ambtsdragers niet volkomen los van hun vrouw hun werk doen. [blz. 40] Ook benadrukt hij voortdurend dat bij de besluiten over de vrouw in het ambt niet het evangelie zelf in geding is, maar dat het om de inrichting van het kerkelijk leven gaat. Het is dus geen kernzaak van het geloof waarvoor je de kerk verlaten moet. [blz. 73]

Fors vind ik twee passages in hoofdstuk 1 en hoofdstuk 2. In hoofdstuk 1 merkt Niemeijer op, dat de Gereformeerde Kerken er zes jaar voor nodig hadden (van 1936-1942) om de ‘nieuwe’ meningen van prof. K. Schilder en anderen over verbond, doop, genade en wedergeboorte’ af te wijzen als in strijd met de Bijbel, de belijdenis, zonder dat de ‘gangbare’ leringen van prof. Kuyper en zijn volgelingen getoetst werden. In 2017 werden de vrijgemaakte kerken door het internationale verband van gereformeerde kerken (de ICRC) binnen een maand geschorst omdat ze afweken van de klassieke uitleg van de zwijgteksten, zonder dat de ICRC tijd nam voor nadere studie van zowel de gangbare mening als de nieuwe visie op de vrouw in het ambt. “Een opstelling die vergelijkbaar is met en misschien nog wel rigoureuzer is dan de ‘synodale’ opstelling van indertijd”, zegt Niemeijer op het oog voorzichtigjes op blz. 15/16. In hoofdstuk 2 haalt Niemeijer Maarten Luther aan. Die maakte nadrukkelijk onderscheid tussen zaken die het heil raken (‘ik ben alleen door Christus gered’) en persoonlijke principes en keuzes. En dan knalt Niemeijer er deze passage in (blz. 34): “Ook de vraag van vrouw en ambt beslist niet over mijn heil. Wie dat zegt, zou zich volgens Luther bezondigen aan afgoderij en aan respectloosheid jegens Christus, onze enige Verlosser.”

Niemeijer boekje 2e drukOngelijk heeft Niemeijer volgens mij op twee puntjes. Hij stelt op blz. 44 terecht dat ‘onderwijzen en gezag oefenen’ in 1 Tim. 2:12 gelezen moet worden als ‘met gezag onderwijzen’. Voor het woord ‘gezag oefenen’ gebruikt Paulus een Grieks woord dat in de Bijbel nergens voorkomt en ook verder bijna nooit gebruikt wordt. Dus sluit Niemeijer zich aan bij Myriam Klinker en Rob van Houwelingen, die allebei dat Griekse woord uitleggen als: ‘(hun man) de les lezen’. Dat mogen vrouwen niet doen in de samenkomsten van de gemeente. Het klopt dat dit de mening van Rob van Houwelingen is. Maar Myriam Klinker is juist van mening, dat het Griekse woord een neutrale betekenis heeft en dat het in de Grieks-Romeinse cultuur per definitie niet gebruikelijk was dat vrouwen het woord voerden in openbare samenkomsten. Zij is van mening dat Paulus met deze opmerking geen onnodige weerstanden wil opwekken bij mensen die voor het eerst in de kerk komen en het evangelie horen. Een tweede puntje waar Niemeijer volgens mij geen gelijk in heeft is de “relativerende opmerking” op blz. 73, dat de Nederlandse versie van de Nederlandse Geloofsbelijdenis het in de artikelen 30+31 niet over mannelijke ambtsdragers heeft, in tegenstelling tot de Engelstalige versie. Inderdaad staat in de oudste en in de meest recente Nederlands vertaling dat er ‘personen die (ge)trouw zijn’ moeten worden verkozen [slot art. 30] en staat er in het Engels “when faithfull men are chosen”, maar in art. 31 gaat het erover dat ‘hij’ moet wachten tot ‘hij’ door God geroepen wordt en daardoor zeker weet dat ‘zijn’ roeping van de Here komt. Gezien de tijd waarin de NGB ontstaan is (1563) lijkt het me minder juist om te veronderstellen dat ‘personen’ bewust neutraal geformuleerd is en dat ‘hij’ / ‘zijn’ alleen maar gebruikt is omdat dat meestal in de hij-vorm gebeurt wanneer het over ‘een iegelijk’ / ‘iedereen’ gaat.

niemeijer pieter fotoLeuk is tenslotte de afsluiting van hoofdstuk 9. In 2005 besloot de synode voor het eerst om onderzoek te doen naar de zaak van man, vrouw en ambt. Toen dat besluit viel, ging de voorzitter in zijn slottoespraak ook op dit besluit in. Niemeijer citeert daar een aantal zinnen uit [blz. 80], maar vermeldt er niet bij dat ene Pieter Niemeijer voorzitter van die synode was :-).

 

 

Eén jaar na de GKV-besluiten over de vrouw in het ambt (deel 1 – stand van zaken)

Het is alweer een jaar geleden dat de generale synode van de Gereformeerde Kerken (vrijgemaakt) uitsprak dat er bijbelse argumenten zijn om niet alleen gelovige mannen, maar ook gelovige vrouwen toe te laten tot het ambt van predikant, ouderling of diaken. De plaatselijke kerken mochten vervolgens zelf weten of en hoe zij hieraan invulling geven. Wat is, na één jaar, de stand van zaken?

Vrijwel meteen na de synodebesluiten schreven de predikant A.H. Driest en J. Haveman alle kerken van de noordelijke drie provincies aan met de oproep om de synodebesluiten niet uit te voeren, maar omwille van de rust en eenheid in de kerken de revisieverzoeken aan de synode van 2020 af te wachten. Een soortgelijke oproep deden de predikanten A.N. Hendriks en P. Schelling aan de kerken in de rest van het land. Een stap die kerkrechtelijk nogal vreemd overkwam bij veel mensen: waarom wenden willekeurige kerkleden zich tot alle kerkenraden in Nederland? En hoe wisten ze toen al zo zeker dat er revisie zou worden aangevraagd?

Ook werd er al snel door een groep predikanten en gemeenteleden een nieuwe website gelanceerd: www.bezinningmvea.nl. Daarop verzamelen zich vooral de tegenstanders van de synodebesluiten. Kerkenraden kunnen zelfs een 11-pagina’s tellend kant-en-klaar revisieverzoek downloaden en hoeven alleen maar de laatste drie regels in te vullen (‘Kerkenraad’ + ‘Plaats’ + ‘Datum’). De stichting Woord & Wereld promoot en ondersteunt de activiteiten van deze groep verontruste kerkleden. Via het blad ‘Nader Bekeken’ worden met haast maandelijkse regelmaat artikelen gepubliceerd waarin vooral benadrukt wordt hoe ver de GKV zich met deze besluiten verwijderen van de gereformeerde bijbeluitleg. Opmerkelijk genoeg verscheen onder verantwoordelijkheid van Woord & Wereld in mei 2018 ook cahier 116 van de hand van ds. P. Niemeijer met als titel ‘Over zwijgteksten, scheppingsorde en Geesteswerk’. De inhoud van dit boekje vind ik persoonlijk evenwichtig en genuanceerd. Het was binnen de kortste keren uitverkocht. Toch besloot de redactie van Woord & Wereld af te zien van een tweede druk zonder hierover publiek verantwoording af te leggen. Dat eerste is hun goed recht. Dat laatste vind ik jammer.

Aan de andere kant van het spectrum ruimt de al langer bestaande Werkgroep Man vrouw & kerk (bekend van het boek ‘Zonen & Dochters profeteren’ op de site www.manvrouwkerk.wordpress.com extra ruimte in voor nieuwe artikelen en andere materialen om dit onderwerp om het gesprek in de gemeente en op de kerkenraad te bevorderen. Ook de preses van de synode van 2017, ds. Melle Oosterhuis, heeft zich verdiept in de bijbelse argumenten die worden aangedragen tegen de vrouw in het ambt.  Hij stemt in zijn studie ‘Over zwijgteksten gesproken’ van harte in met de konklusie, dat de zogenaamde zwijgteksten “in zichzelf geen onbetwistbare grond kunnen zijn om in onze tijd en omstandigheden vrouwen categorisch uit te sluiten van het leer- en het regeerambt.” 

Binnen de GKV is er een deputaatschap Man/Vrouw in de kerk actief om de synodebesluiten toe te lichten en het bezinningsproces binnen de plaatselijke gemeente te bevorderen. Daarvoor is een handreiking opgesteld die te vinden is op https://www.gkv.nl/organisatie/deputaatschappen/mvindekerk/ (MVIK).

Wat mij opvalt is, dat er gesproken wordt van ‘het bezinningsproces’ en dat de handreiking vooral focust op hoe je binnen de plaatselijke gemeente met elkaar het gesprek aangaat . Dat is, als je het goed bekijkt, in feite een herhaling van zetten. Ook de deputaten M/V en ambt hebben in de periode 2014-2017 zo’n soort handreiking aan de kerken opgesteld. Blijkbaar hebben veel kerken zich tot aan de synode niet willen branden aan dit onderwerp, ondanks de oproepen van de synodes van 2011 en 2014 om dit onderwerp bespreekbaar te maken. Dat betekent in de praktijk dat bij veel kerken het bezinningsproces nog moet beginnen. Terecht faciliteren deputaten MVIK nu vooral dit proces. Maar het nadeel is wel dat kerken die wel tot besluitvorming willen overgaan, niet echt geholpen worden met concreet materiaal. Dus worden er her en der in het land andere deskundigen ingevlogen voor gemeente-avonden en bespreken gemeenten de synodebesluiten aan de hand van zelf ontworpen gespreksmateriaal (zoals in mijn eigen gemeente van Assen-Peelo – klik hier).

In het buitenland zijn de besluiten over de vrouw in het ambt, zoals te verwachten viel, niet positief ontvangen. De ICRC (het internationale verband van gereformeerde en presbyteriaanse kerken) schorste exact één maand later (17 juli) de GKV als lid. Toch is er wel verschil in de manier waarop de verontrusting verwoord wordt. De FRCA (de vrijgemaakte emigrantenkerken in Australië) besloot de zusterkerkrelatie meteen te verbreken en richt zich nu op de twee kleine nieuw-vrijgemaakte kerkverbandjes. Ook de ERKWB (het kleine gereformeerde kerkverband in Oostenrijk en Zwitserland) vindt dat het besluit van de GKV in strijd is met wat de Bijbel leert over geestelijk leiding geven. Toch wil de ERKWB de zusterbanden niet verbreken en zelfs niet opschorten, omdat de GKV hen in de aflopen dertig jaar tot voorbeeld en hulp geweest is. Wel verzoeken ze de GKV om deze besluiten in 2020 ongedaan te maken en terug te keren tot de bijbelse weg die geen vrouwen in het ambt van predikant en ouderling toelaat. Persoonlijk ben ik blij met deze laatste benadering. Die doet mij denken aan wat Paulus in Kolossenzen 4:6 schrijft: en als u wilt weten hoe u op de mensen moet reageren: vriendelijk, maar beslist.

Als ik zo om me heen kijkt zie ik nog een tendens: de grote meerderheid van de kerkleden vindt dit helemaal niet of niet zo’n belangrijk onderwerp. Volgens sommigen is dat een kwestie van desinteresse. Maar ik heb de indruk dat ook veel betrokken kerkleden van mening zijn dat we als kerken ons beter druk kunnen maken over zaken als geloofsgroei, geloofsoverdracht, geloofsopbouw en geloofsverlating, dan veel tijd en energie te besteden aan een onderwerp dat volgens hen dan alleen maar tot hete hoofden en koude harten leidt. Omgekeerd zien veel kerkleden die tegen de vrouw in het ambt van predikant en ouderling een duidelijke link tussen deze besluiten en veel andere ontwikkelingen in een verschuivende kerkelijke context die ze zorgelijk vinden.

Hoe is nu de praktische stand van zaken binnen de GKV? Zijn er al kerken die besloten hebben of en hoe ze gevolg geven aan de mogelijkheid om ook vrouwen te roepen als ambtsdrager? Mijn indruk is dat veel kerken er ruim de tijd voor nemen. Dat kan een teken van zorgvuldigheid zijn, maar ook van besluiteloosheid. Er zijn kerken die van 2014-2017 het hele voortraject binnen de gemeente gelopen hebben, maar nu besloten hebben om geen enkel besluit te nemen, ook geen revisie aan te vragen, maar alleen aan de volgende synode te vragen om een betere onderbouwing. Ik snap dat wel: men wil waarschijnlijk de interne eenheid in de gemeente bewaren. Maar volgens mij los je er weinig mee op. Want zelfs als de onderbouwing van de synodebesluiten nogal summier is (die kritiek deel ik wel), zijn de beide argumentatielijnen duidelijk. Dus moet je kiezen: we aanvaarden die beide lijnen als gereformeerd en we kiezen in onze situatie voor A of B of C. Dat hebben zelfs de Christelijke Gereformeerde Kerken zo’n twintig jaar geleden al uitgesproken, want niemand van de voorstanders van de vrouw in het ambt in de CGK is toen onder ambtelijke tucht gezet. Ze hebben er alleen voor gekozen om op dit punt één landelijke lijn te trekken, nl. geen vrouwen als predikant, ouderling en diaken. Of je bent het niet met de synodebesluiten eens. Dan moet je kiezen: je erbij neerleggen (en zelf de nul-optie handhaven), de weg van revisie inslaan of breken met het kerkverband. Het lijkt me in elk geval weinig vruchtbaar om nog eens drie jaar alles voor je uit te schuiven in de hoop dat de volgende synode het ei van Columbus uit de hoge hoed weet te toveren. Een eerlijk besluit na een goede bespreking binnen de gemeente en een heldere communicatie dient de vrede in de gemeente meer – ongeacht de uitkomst ervan. Ik hoop de kerkenraden de moed ontvangen en om wijsheid vragen om zo’n besluit te nemen.

In deel 2 van deze blog wil ik ingaan op inhoudelijke aspecten van voor- en tegenstanders.

Mannen en vrouwen rond Goede Vrijdag en Pasen

Soms schaam ik mij voor mijn man-zijn. Bijvoorbeeld als ik kijk naar de posities die mannen en vrouwen innemen rond het lijden en sterven en de opstanding van onze Heer Jezus Christus.

In heel de lijdensgeschiedenis van Jezus spelen mannen een negatieve rol.

De haat van de Farizeeën; het verraad van Judas; de grootspraak en de val van Petrus; de kromme rechtspraak van Pilatus; de manipulatie van de gewone man; de wreedheid van Romeinse soldaten; de angst en het ongeloof van de apostelen.

Vrouwen daarentegen tonen keer op keer hun menselijk gevoel voor Jezus.

Pasen open graf vrouwenDe vrouw van Pilatus, Claudia, neemt het voor Jezus op; langs de Via Dolorosa zijn het vrouwen die om het lot van Jezus huilen; bij de kruisiging kijken veel vrouwen van een afstand toe; op de vroege Paasmorgen gaan de beide Maria’s, Johanna, Salome en nog een paar andere vrouwen naar het graf toe om Jezus de laatste eer te bewijzen; de allereerste persoon aan wie Jezus Zich na zijn opstanding levend en wel vertoond is Maria van Magdala.

Uit alles blijkt, hoeveel liefde en compassie die vele vrouwen hadden voor Jezus. Kunnen vrouwen dat beter opbrengen dan mannen? Schamen zij zich er minder voor om dat openlijk te tonen? Durven vrouwen eerder voor hun geloof in Jezus uit te komen?

Waarom hebben mannen dat niet? Waarom moeten mannen altijd stoer zijn? Waarom spreken mannen altijd van die grote woorden? Waarom denken mannen dat zij zich altijd zo nodig moeten bewijzen? Waarom willen mannen altijd een bepaald beeld in stand houden? Waarom durven mannen nooit hun kwetsbaarheid te tonen? Waarom kunnen mannen zo moeilijk hun gevoelens laten zien?

Rond Goede Vrijdag en Pasen hoeven vrouwen zich niet te schamen. Mannen wel. Ja, ik schaam mij in deze week voor mijn man-zijn. Als het om geloven gaat, kan ik nog veel van vrouwen leren.

 

In het Gereformeerd Kerkboek staat het lied ‘Buiten de poort heeft Jezus geleden’ van Anka Brands (tekst) en Luit Doornbos (melodie). Het is oorspronkelijk verscheen in de bundel ‘Een lied voor Jeruzalem’.

Refrein
Buiten de poort heeft Jezus geleden, buiten de poort de kruisweg betreden.
Buiten de poort komt Gods toorn op Hem af; maakt Hij zijn kinderen vrij van de straf.
Vers 1
Hoor! Kind’ren zingen in hun spel: Gezegend Davids grote Zoon,
die nu op weg is naar zijn troon. Hij is de Vorst van Israël!
Vers 2
Maar boze mannen schreeuwen luid: Zo’n koning is ons niet veel waard.
Wat is een koning zonder zwaard! Kruis hem, stuur hem de poort maar uit.
Vers 3
En vrouwen klagen luid en lang. Maar Jezus weert die schrale troost:
Ween om u zelf en om uw kroost. Hij draagt zijn kruis en gaat zijn gang.
Vers 4
Uit kindermond bereidt God eer. Zelfs Jezus haters staan verstomd,
wanneer de lof van kind’ren komt. Hoe heerlijk is uw naam, o Heer.