Met Kerst komt alles dichterbij dan ooit

Vandaag is jullie Redder geboren: Christus, de Heer. Hij is geboren in Betlehem, de stad van David.

Kerstoverdenking Kerstnachtdienst Sporthal Peelo 2014 (voor een indruk van  de sfeer zie hier – opname Henk Bosscher)

Met Kerst komt alles ‘dichterbij dan ooit’. Vooral de wens naar ‘vrede op aarde’. Zowel de wereldvrede als de vrede in je eigen leven.

De wereldvrede. Precies 100 jaar geleden lagen de Duitsers en de Engelsen in Frankrijk en België pal tegenover elkaar. De Eerste Wereldoorlog was net begonnen. Ze waren nog niet echt in een uitzichtloze loopgravenoorlog verzand en stonden fanatiek tegenover elkaar. Vlak onder Ieper, precies tussen Mesen en Ploegsteert, lag de frontlinie. En toen gebeurde het. Op de Kerstavond zongen de Duitse soldaten kerstliederen. Aan de overkant konden de Engelsen het gezang horen. En terwijl op andere plekken de gevechten doorgingen, zwaaiden de Duitsers bij Mesen met een witte vlag. Ja, ze kwamen zelfs de loopgraven uit en liepen, al zingend, in de richting van de Engelsen. Die wilden eerst gaan schieten, maar toen ze zagen dat de Duitsers ongewapend waren, kwamen ze ook zelf naar voren. Midden op de akker, ten noorden van het bos van Ploegsteert, wisselden ze eten en drinken uit, vierden Kerstfeest en sloten af met een potje voetbal.

Op dat moment hadden de beide partijen elkaar ‘dichterbij dan ooit’ genaderd. Je moet maar durven! Midden in de fanatieke eerste maanden van de oorlog als eerste de loopgraaf uitstappen! Kerst verbroedert. In die wrede oorlog was het even vrede op aarde.

Vandaag leven we in een andere tijd. Hoewel, zou dat echt zo zijn? Ook nu is er oorlog. Is er angst. Is er lijden. Wat voor jaar hebben we achter de rug! Met het neerhalen van vlucht MH17 werden bijna 300 onschuldige burgers uit de lucht geschoten door pro-Russische rebellen. In Syrië en Irak joeg ISIS honderdduizenden moslims, christenen, jezidi’s uit hun dorpen en steden en duizenden van hen werden óf vermoord óf als seksslavin verkocht. En in Nigeria doet Boko Haram hetzelfde. Ondertussen jaagt het Ebola-virus heel veel mensen schrik aan: wordt het een wereldepidemie? De ellende kwam dit jaar dichterbij dan ooit. Hoezo vrede op aarde?

Misschien is het ook in jouw persoonlijke leven helemaal geen vrede.

In november was ‘Een vlucht regenwulpen’ van Maarten ’t Hart het campagneboek voor ‘Nederland Leest’. In dat boek uit 1978 krijgt de moeder van Maarten keelkanker en overlijdt. Daardoor neemt Maarten afscheid van het geloof in God. Het zou autobiografisch zijn. En het glazen huis van Serious Request zamelt, na goede doelen als drinkwater, vluchtelingen en kindersterfte door diarree, dit jaar geld in voor meisjes en vrouwen die het slachtoffer zijn geworden van seksueel geweld.

Kanker en seksueel misbruik. Dat is persoonlijk leed. Omdat het persoonlijk is, hakt dat er minstens net zo diep in als het wereldleed. Als dat allemaal ‘dichterbij dan ooit’ komt, kun je daar erg mee zitten. Ja, zelfs heel erg boos om worden. Ook en juist op God.

Ergens kwam ik het volgende verhaal tegen.

Op een vlakte staat een grote massa mensen. In groepjes staan ze druk te diskussiëren. Het gaat er heftig toe. Al deze mensen houden zich bezig met de vraag: “Waar haalt God het recht vandaan om over de mens te oordelen?”

Een meisje met zwart haar trekt haar mouw omhoog en laat een getatoeëerd nummer van een nazi-concentratiekamp zien. “Wij hebben verschrikkelijke dingen doorgemaakt: we zijn verraden, gemarteld, vergast! Wat weet God nou van ons lijden af?”

In een andere groep trekt een negerjongen zijn kraag naar beneden. “En dit dan?” vraagt hij, terwijl hij de lelijke afdruk van een touw in zijn hals laat zien. “Ze hebben me gelyncht … alleen maar omdat ik zwart was!”

Even verder staan mensen om een zwanger tienermeisje heen. Met boze ogen roept ze: “Waarom moesten ze mij hebben? Eerst de drugs, toen de loverboy, toen een kind? Ik was nog maar 12 toen het begon!”

Overal op die vlakte stonden honderden van zulke groepen. Ze beklaagden zich allemaal over God – waarom laat Hij al dat kwaad en lijden in de wereld toe? En dat terwijl Hij Zelf lekker in de hemel woont, waar alles perfekt is, waar geen tranen zijn, geen angst heerst, geen honger of haat. Wat weet zo’n God nou van alles wat de mensen in deze wereld moesten meemaken? Hij zou ook maar eens …!!

Iedere groep koos daarom iemand uit die het meest geleden had. Een Jood, een neger, iemand uit Hiroshima, een aidsslachtoffer uit Congo, iemand die door reuma helemaal krom gegroeid was, iemand die door een automobilist met drank op voor de rest van het leven in een rolstoel terecht gekomen was. Midden op de grote vlakte kwamen ze bij elkaar om met elkaar te overleggen. Ten slotte waren ze klaar om hun zaak aan God voor te leggen.

Voordat God in aanmerking kon komen om hen te oordelen, moest Hij eerst meemaken wat zij meegemaakt hadden. Ze besloten dat God tot een leven op aarde veroordeeld zou worden – Hij zou mens moeten worden!

‘Laat Hem in een kansloos, armoedig gezin geboren worden. Zonder dat zijn vader bekend is. Laat Hij opgroeien in een vijandige omgeving. Dat iedereen Hem met de nek aankijkt. Dat zelfs zijn eigen familie Hem niet meer hoeft. Laat Hij door zijn beste vrienden in de steek gelaten worden. En dat Hij door corrupte ambtenaren wordt aangeklaagd. Door een laffe rechter ten onrechte veroordeeld wordt. Laat Hem ook eens voelen hoe het is om gemarteld te worden. Om er helemaal alleen voor te staan. Geen mens meer die om Hem geeft. Ja, laat God dat ook maar eens allemaal meemaken. Laat Hem in volstrekte eenzaamheid een gruwelijke dood sterven. Misschien dat Hij dan weet wat wij hier op aarde allemaal moeten meemaken aan zorgen en ellende.

Zo maakten de woordvoerders van elke groep samen hun vonnis bekend. En toen werd het stil. Want plotseling stond er Iemand op. Met gaten in zijn handen. Met ogen vol ontferming. En iedereen besefte: wat wij zonet bedachten hebben om God mee te straffen, heeft die Man al ondergaan.

Met Kerst vieren we, dat God in het Kind Jezus dichterbij dan ooit gekomen is. In het Kind Jezus is God Zelf al mens geworden. De engel zegt het zelf: ‘In de stal van Bethlehem ligt de Zoon van God, jullie Redder en Heer. Ga maar kijken!’ De herders geloofden die engel op zijn woord. Ze gingen meteen op kraambezoek.

Wat de herders geloofden, geloof ik ook. In de persoon van Jezus is God naar deze aarde gekomen. Hij heeft alles meegemaakt, wat wij ook meemaken. Hij kent het leed door en door. De pijn en de eenzaamheid. De teleurstelling en de frustratie. De moeite en het verdriet. De uitsluiting en de minachting. Afschreven door mensen en ingeruild voor een ander. Jezus heeft het allemaal meegemaakt. Hij heeft het allemaal gevoeld. Hij leek er volledig aan onderdoor te gaan. En toch heeft Hij het gered. Heeft Hij jou en mij gered.

Met Kerst komt alles dichterbij dan ooit. De zorgen en de ellende – zeker in 2014. Je kunt het God verwijten. Je kunt ook komen kijken naar Gods oplossing – in het Kind van Kerst komt Hij elk jaar dichterbij dan ooit. Dat Kerstkind brengt vrede op aarde, vrede in je hart en vrede met God. God blijven verwijten of naar het Kerstkind dat God geeft komen kijken. Waar kies je voor? Ik nodig ieder van jullie uit voor dat laatste.

Sluit je aan in de lange stoet van mensen die het Kerstkind komen begroeten!

Kerst – Jozef gepasseerd én ingeschakeld bij geboorte Jezus

De geboorte van Jezus is het grootste kado dat mensen van God krijgen. Maar zelfs voor mij als christen blijft het onbegrijpelijk. Ik snap best wel dat Jezus geboren. Maar hoe Hij geboren is, namelijk uit de maagd Maria, dat kan voor mijn gevoel helemaal niet. Toch is de Bijbel er heel duidelijk over. Twee bijbelschrijvers laten het onafhankelijk van elkaar weten. “Maria bleek zwanger te zijn door de Heilige Geest” vertelt Matteüs  (Mat. 1:18). “De Heilige Geest zal over je komen”, zegt de engel Gabriël tegen Maria, als die vraagt hoe zij zwanger kan worden omdat ze nog nooit gemeenschap met een man gehad heeft, vertelt Lukas (Luk. 1:35).

Jozef Maria JezusMARIA EN JOZEF KUNNEN ER NIET BIJ

Dat is zo onvoorstelbaar – Maria kan er zelf amper bij. Daarom zwijgt ze erover tegen Jozef. Hij zal haar toch niet kunnen geloven. Waar God nu mee bezig is, dat gaat alle mensen boven het verstand. Zoals Maria moeder wordt, zo is nog nooit een vrouw moeder geworden. Dat kan alleen God zelf aan Jozef duide­lijk maken. En inderdaad: Jozef kan er niet bij. Langzaam en mar­­telend dringt na een paar maanden de verschrik­kelijke werke­lijkheid tot hem door: zijn Maria is in verwachting en krijgt een kind waarvan hij de vader niet is. En Maria is zo zwijgzaam, het geheim blijft voor Jozef onop­losbaar. Dat maakt de situatie voor hem zo moeilijk. Omdat Jozef een gelovige jongen is, wil hij zijn stil­le Maria niet in opspraak brengen. Hij kan of wil nu niet meer met Maria trouwen, maar wil haar ook niet in opspraak brengen. Daarom denkt hij er serieus over na om de verloving in het geheim te verbreken.

Maria kan er amper bij. Jozef kan er helemaal niet bij. En als God zelf niet aan Jozef de waarheid bekend gemaakt had, waren twee gelovige kinderen van God die voor elkaar bestemd waren, zelfs definitief uit elkaar te gaan. Alleen God kan duidelijk maken dat Hij verlossing, redding en uitkomst komt brengen op een manier zoals niemand het had kunnen bedenken.

VEEL MENSEN WILLEN ER NIET AAN

Vandaag geloven nog steeds heel veel mensen niet dat Jezus de Zoon van God is, geboren uit de maagd Maria. Dat het Kerstkind een bijzonder kind is, wil er bij veel mensen nog wel in. Maar dat Jezus Gods kind is? Nee, daarmee wordt Jezus door zijn fanclub toch net even te hoog ingeschaald. En dan krijg je van die sagen en legenden als de maagdelijke geboorte. Wat dat betreft zit er tussen toen en nu niet zoveel verschil. Toen zal iedereen gedacht hebben: daar heb je weer een stel dat moet trouwen. Tegen de stroom in werd van Jozef en Maria, eerst van ieder afzonderlijk en daarna van hun samen, veel geloof gevraagd. Durven ze echt God op zijn woord te geloven, dat hun zoon Jezus de beloofde Immanuel is die de mensen zal bevrijden van hun zonden?

IK BEN NET ZO

Voor mij als gelovige op de grens van 2023/2024 geldt eigenlijk precies hetzelfde. Ook ik kan God alleen maar op zijn woord geloven, als Hij vandaag nog precies hetzelfde zegt: ‘In Betlehem is jullie redder geboren. Het is Christus, de Heer. Hij zal de mensen bevrijden van hun zonden.’ Die aktie komt helemaal van Gods kant. Dat begint al bij de geboorte. Daar kwam geen man aan te pas. Jezus kwam ter wereld, zoals het ook met het geloof zelf gaat: het is een geschenk van God. Dat zegt een derde bijbelschrijver, Johannes, in zijn Evangelie: “Wie in zijn naam geloven, zijn niet op natuurlijke wijze geboren, niet uit lichamelijk verlangen of uit de wil van een man, maar uit God.” (Joh. 1:12)

Daar kan ik niet bij. En, laat ik eerlijk zijn, ik wil er vaak ook niet aan. Want dan moet ik toegeven, dat ik het zelf niet kan. Dan moet ik erkennen, dat alleen God Zelf ook vandaag nog de oplossing kan brengen: een nieuw begin in mijn leven en een ultiem vredesplan voor heel de wereld. Maar ook al kan ik er niet bij en wil ik er vaak niet aan, toch geloof ik in Jezus als het Kind van Kerst. Hij is “het ware licht, dat ieder mens verlicht en naar de wereld kwam.” (Joh. 1:9) En ik ben blij dat we dat elk jaar weer samen vieren. Zo houden we het geloof levend in Jezus Christus als de enige Zoon van de Vader, die Zelf God is en mens werd zoals wij. Door Hem kunnen we er weer bij – bij God als onze hemelse Vader.

WAAROM WILDE JOZEF ER IN HET GEHEIM VANDOOR?

Niet iedereen denkt dat Jozef Maria wilde verlaten omdat Maria hem verteld had wat haar overkomen was. Iemand als prof. Jakob van Brug­gen heeft een andere opvatting. Hij is van mening (je kunt dat nalezen in zijn commentaar op Mat­teüs) dat de verschijning van Gabriël en de lofzangen van Elisa­bet, Maria en Zacharias binnen de familie bekend geworden zijn en ook gelovig geaccepteerd. Ook Jozef zou Maria op haar woord geloofd hebben dat ze door toedoen van de Heilige Geest een kind verwacht die de lang beloofde Messias zal zijn. Alleen vroeg hij zich wel af, wat dit betekende voor zijn aanstaande huwelijk met Maria. Dus overweegt hij, dat God Maria blijkbaar voor een unieke taak geroepen heeft. Daarin ziet Jozef geen plaats voor zichzelf. Dus wil hij in het geheim de verloving verbreken. Prof. van Bruggen beroept zich voor deze uitleg vooral op Mat. 1:18. Daar wordt van Maria gezegd: “ze bleek zwanger te zijn door de hei­li­ge Geest.” Dat zou je dan zo moeten uitleggen, dat de gelovige familieleden niet alleen gecon­stateerd hebben dat Maria in verwach­ting was, maar ook, dat dat ‘door de heilige Geest’ gebeurd is.

Toch volgen veel andere bijbeluitleggers deze verklaring niet. De meesten denken, dat Matteüs aan de lezers laat weten, dat het geen gewone zwangerschap was, maar dat die tot stand gekomen is door tussenkomst van de heilige Geest. De re­ak­tie van Jozef pleit er meer voor om aan te nemen, dat Jozef vol vragen zit over hoe het nu kan dat Maria zwanger is. Als hij voor zichzelf geen plaats ziet in Gods verlossingsplan zou hij dat met Maria hebben kunnen overleg­gen. Maar volgens Matteüs zit Jozef te dubben en te aarzelen wat hij zal doen. En als hij dan eindelijk de knoop wil doorhakken, verschijnt op dat moment een engel van de Heer aan hem. Het lijkt er op, dat Maria niet zelf gepro­beerd heeft Jozef van de goddelijke oorsprong van haar kind te overtui­gen, maar dat God dat zelf op het meest kritieke moment doet.

JOZEF 100% AKTIEF INGEZET

Overigens vraagt prof. van Bruggen er wel terecht de aandacht voor, dat het de en­gel er niet alleen om te doen is, het wantrouwen van Jozef weg te nemen, maar dat Jozef zelf ook aktief een plaats krijgt aangewezen bij de geboorte van de Verlos­ser. God scha­kelt Jozef in als de vader op aarde voor de Chris­tus. Hij krijgt bijvoorbeeld (net als Maria in Lukas) de opdracht het kind de naam Jezus te geven. En na de geboorte is het Jozef die een droom krijgt om met Maria en Jezus naar Egypte te vluchten vanwege de dreiging van Herodes. Wat dat betreft lijken alle gelovigen op Jozef. Het geloof zelf is 100% Gods werk in jou en mij. Maar daarna schakelt de HERE ieder van ons wel voor de volle 100% in om het geloof ook uit te dragen en voor te leven.

EN OOK ROND PINKSTEREN BEDERFT HOOGLITURGISCH DENKEN MIJN VREUGDE

Meer dan 750 personen bekeken de afgelopen 48 uur mijn blog over het schrappen van ‘Ere zij God’ en ‘Daar juicht een toon, daar klinkt een stem’. Ik heb ze op het verkeerde been gezet door te suggereren dat ‘Samen in de naam van Jezus’ wel in de nieuwe editie van het Gereformeerde Kerkboek blijft staan. Helaas, niets is minder waar. Zunder woord, zunder wies is dit lied ook door de synode geschrapt op voorstel van de Deputaten Liturgie en Kerkmuziek. Het kan dus nog erger!

Ik kreeg de vraag gesteld: ‘Waarom maak jij je hier zo druk over? We zingen toch al alles wat we zingen willen, of het nu wel of niet in het Kerkboek staat. Dus het wordt er echt niet minder om gezongen.’ Maar daar gaat het mij niet om. Het gaat mij erom, dat een flink aantal geliefde liederen, die veel en graag gezongen worden door christenen binnen en buiten onze kerken, vanuit een hoogliturgisch gedachtengoed in de ban gedaan worden. We mógen ze nog wel zingen in de kerkdienst, maar ze zijn zo onder niveau qua melodie of taalgebruik, dat ze niet meer de moeite waard zijn om in het nieuwe Gereformeerde Kerkboek opgenomen te worden. Door ze doelbewust te skippen, geven deputaten en synode daarmee een signaal af. Namelijk: als jullie, gemeenteleden, het ‘Ere zij God’ en ‘Daar juicht een toon, daar klinkt een stem’ en ‘Samen in de naam van Jezus’ blijven zingen, zing je eigenlijk abracadabra qua tekst en een soort hoempapa qua muziek.

In de bijbel lees ik: Laat de Geest u vullen en zing met elkaar psalmen, lofzangen en geestelijke liederen die de Geest u ingeeft. Zing en jubel met heel uw hart voor de Heer.

Ik wil de drie liederen eens vanuit deze woorden van Paulus bekijken. Ere zij God: het is een lofzang, het heeft een geestelijke inhoud (Kerst – de geboorte van Christus onze Heer) en het wordt door velen enthousiast met heel het hart voor de Heer gezongen. Daar juicht een toon, daar klinkt een stem: het is een lofzang, het heeft een geestelijk inhoud (Pasen – de opstanding van Christus onze Heer) en het wordt door velen enthousiast met heel het hart voor de Heer gezongen. Samen in de naam van Jezus: het is een lofzang, het heeft een geestelijke inhoud (Pinksteren – de Geest doorbreekt de grenzen die door mensen zijn gemaakt) en het wordt door velen enthousiast met heel het hart voor de Heer gezongen. Muzikaal rammelt het ‘Ere zij God’ volgens hoog-liturgisch-geschoolde kerkleden onder ons. Met de tekst is verder weinig mis, we zingen nog veel meer andere psalmen en gezangen met woorden uit de bijbelvertaling van 1951. Met het Paaslied ‘Daar juicht een toon, daar klinkt een stem’ is noch muzikaal noch qua tekst veel mis, lijkt me. En de tekst van ‘Samen in de Naam van Jezus’ kan op geen enkele manier ouderwets genoemd worden, dus blijkbaar vonden deputaten de muziekstijl hoempapa. Nu vind ik zelf het ‘Ere zij God’ ook niet het summum van muzikaliteit. En toen ‘Samen in de naam van Jezus’ in 2002 vrijgegeven werd, werd het zo vaak gezongen, dat ik er bij tijden helemaal zat van was. Gelukkig is dat nu weer redelijk in evenwicht.

Wat ik belangrijk vind is, dat we bij het zingen tot Gods eer vooral moeten kijken naar het hart. Zeker als smaken erg verschillen. Daar gaat het Paulus namelijk om: Zing en jubel met heel uw hart voor de Heer. Dan is het, zoals iemand op FB schreef, echt onbegrijpelijk !!!!! dat een synode een in heel veel kerken gedeelde traditie wegneemt. Dat gaat dan over het ‘Ere zij God’. Zelf vind ik het even ongelooflijk, dat de twee andere liederen door deputaten zelf in 2002 uitvoerig gemotiveerd zijn ingediend en aangenomen, maar nu met hetzelfde gemak doodleuk en zonder duidelijk motivatie weer verwijderd worden. Daar is maar één woord voor: jojo-beleid. En de synode laat dat allemaal maar passeren omdat er nu eenmaal is afgesproken dat minstens 75% het met deputaten oneens moet zijn voordat het anders kan. In het bedrijfsleven zou men zeggen: de managers regeren de zaak en de raad van bestuur knikt ja en amen. Ondertussen hebben beide lagen van bestuur en management het kontakt met de werkvloer verloren. Zo verliest ook de synode haar moreel gezag door deze onbegrijpelijke besluiten (en het nieuwe gereformeerde kerkboek op voorhand haar aantrekkelijkheid, verwacht ik).

Meer dan 750 ‘hits’ binnen twee dagen vind ik zo opmerkelijk veel, dat het iedereen tot nadenken zou moeten stemmen. Ook op de synode. Gelukkig is er nog hoop. Ordevoorstellen kunnen ten allen tijde door synodeleden ingediend worden. Dus via zo’n ordevoorstel kan uitgesproken worden dat het een vergissing was om een drempel van 75% op te leggen voor het behoud van geliefde kerkliederen die deputaten willen schrappen, en dat dus, net als bij elk voorstel van elk deputaatschap, 50% genoeg is om iets aan te nemen of af te wijzen. Nadat dit ordevoorstel is aangenomen, worden ‘Ere zij God’, ‘Daar juicht een toon, daar klinkt een stem’ en ‘Samen in de naam van Jezus’ gewoon door de reeds aanwezige meerderheid van 50% behouden voor het kerkboek. En is het gewoon je goed recht om het als gemeente te zingen in plaats van: ach … we tolereMozes vissenren het maar, maar het hoort in een gereformeerde liturgie eigenlijk niet meer thuis. Zo’n gang van zaken … het zou nog kunnen gebeuren! ‘Nooit kan ’t geloof teveel verwachten’ – om het met nog zo’n geliefd afgeschreven lied te zeggen.

Tot zover. Ik ga niets meer schrijven over dit onderwerp. Anders begint het op bijgaande cartoon te lijken, die ik een keer met de volgende Groningse tekst tegen kwam: Nou most toch ophollen, Mozes!

HOOGLITURGISCH DENKEN BEDERFT MIJN VREUGDE MET KERST EN PASEN

Met Kerst hoeven we binnenkort geen ‘Ere zij God’ meer te zingen en juicht er met Pasen ook geen toon en klinkt er geen stem meer als het aan het Gereformeerde Kerkboek ligt. Want die staan er niet meer in, in de nieuwe editie waartoe de Generale Synode van 2014 besloten heeft. Ze worden weinig meer gezongen of er was sprake van een verouderd taalkleed volgens Deputaten Liturgie en Kerkmuziek. Ze passen qua melodie en toonzetting minder bij de 21e eeuw, aldus de voorzitter van de synode.

Ongelooflijk, kortzichtig en elitair

Dat was  mijn eerste reactie. En dat vind ik er nog steeds van. In hun eerste rapport gaven de deputaten nog aan, dat het uitgangspunt zou zijn, dat alle gezangen uit het oude kerkboek een plaats zouden krijgen in het nieuwe kerkboek, tenzij ze in het Liedboek 2013 zijn opgenomen, eventueel in een andere berijming of vertaling. In hun aanvullende rapport geven deputaten aan, dat ze ruim 80 van de 180 gezangen uit het oude kerkboek willen opnemen in het nieuwe kerkboek. Er vallen 100 gezangen af. Een aantal staat nu in het nieuwe Liedboek 2013. En voor de rest hebben de deputaten “er vooral op gelet of ze uit de gereformeerd traditie stammen” en “zijn enkele oude gereformeerde gezangen weggelaten omdat ze weinig meer gezongen worden. Soms was ook het verouderde taalkleed een reden ze niet meer voor te stellen.”  Dit is dus de argumentatie waarom het Kerstlied Ere zij God en het Paaslied Daar juicht een toon, daar klinkt een stem niet meer in het nieuwe Gereformeerd Kerkboek zijn opgenomen! En vervolgens stellen deputaten doodleuk voor om een paar nieuwe gezangen op te nemen in het Gereformeerd Kerkboek die “ondanks hun herkomst goed aansluiten bij de gereformeerde spiritualiteit en daardoor geliefd geworden zijn.” Hier breekt me de klomp! Het Ere zij God is bij uitstek een lied uit de gereformeerde traditie en het valt niet te ontkennen dat het bij een groot deel van de kerkgangers uitermate geliefd is. En sinds jaar en dag zingen jong en oud in gereformeerde kringen meerstemmig ‘het mooiste Paaslied’, zoals mijn oud-leraar Latijn Ph. Roorda Bzn 35 jaar gelden ‘Daar juicht een toon’ noemde. Geen wonder dat het Ere zij God sinds we gezangen zingen in de kerkdiensten in alle bundels opgenomen is. En dat in 2002 op unaniem voorstel van Deputaten Kerkmuziek (!) door de Synode van Zuidhorn met slechts 3 (!) stemmen tegen Daar juicht een toon, daar klinkt een stem is opgenomen in het nieuwe kerkboek.

Nu zijn ze allebei geskipt uit het nieuwe Gereformeerde Kerkboek. En waarom? Omdat deze synode blijkbaar op een ondoordacht moment besloten heeft, dat bij het schrappen van liederen uit het bestaande Gereformeerde Kerkboek dezelfde criteria gelden als in het verleden voor het toevoegen van liederen. Namelijk: als 25% het niet eens is met het voorstel van deputaten, komt een gezang niet in de bundel. En dus was, volgens het Nederlands Dagblad, voor bijna elk van de nu geschrapte gezangen wel een meerderheid, maar vond meer dan 25% het terecht om deze liederen te skippen. En dat, terwijl in de beide deputatenrapporten die op internet te vinden zijn, met geen enkel argument aangegeven is, waarom deze twee liederen  niet meer acceptabel zijn om opgenomen te worden in het nieuwe Gereformeerde Kerkboek.

(Net als ‘Zoek eerst het Koninkrijk van God’, ‘Jezus, leven van mijn leven’, ‘Halleluja, eeuwig dank en ere’ en ‘Nooit kan ’t geloof teveel verwachten’;  waarbij het dan weer opmerkelijk is dat ‘Samen in de naam van Jezus’ het blijkbaar wel gehaald heeft op de synode, want die wilden de deputaten in hun rapport ook laten vallen)

Ik vind dit dus ongelooflijk, kortzichtig en elitair.

Ongelooflijk: hoe haal je het in je hoofd om “een heel rijtje vrijgemaakte klassiekers”, zoals het ND het verwoordde, zonder inhoudelijke argumentatie via de achterdeur af te voeren uit het Gereformeerd Kerkboek. Vooral, omdat vorige synodes nadrukkelijk hebben uitgesproken, dat bij het nieuwe Gereformeerde Kerkboek de 41 gezangen uit het Kerkboek van 1984 zouden worden overgenomen.

Kortzichtig: er wordt al te pas en te onpas buiten de vrijgegeven liederen om gezongen, tot ergernis van het meer verontruste deel van ons kerkvolk. En dan gaan we als kerken nu ook nog eens een aantal zeer geliefde gezangen wegparkeren! Het effekt daarvan is, dat nu ook onze rechterflank buiten het kerkboek om gaat zingen. En, belangrijker nog, we krijgen een kerkboek waar straks geen enkele belangstelling meer voor is. Geliefde gezangen eruit, een nieuwe kerkorde erin, nieuwe liturgische formulieren die we al zes jaar hebben en door veel plaatselijke kerken al in een eigen brochure zijn afgedrukt – welke uitgever zal, in de wetenschap dat er in de GKV tegenwoordig uit allerlei bundels gezongen wordt en dat 75% van de kerken daarbij de beamer gebruikt, nog het risiko willen lopen om een 3e, geheel herziene editie van het Gereformeerd Kerkboek uit te  geven?

Elitair: een handvol deputaten en 10 synodeleden die meer de stijl van de hoogkerkelijke liturgie aanhangen besluit dat het eigenlijk niet kan om met Kerst Ere zij God en met Pasen Daar juicht een toon, daar klinkt een stem te zingen in een officiële eredienst. Het mág nog wel, volgens het verslag van het Nederlands Dagblad, maar qua melodie, toonzetting en taalkleed is het te erbarmelijk om nog in het nieuwe Gereformeerde Kerkboek te worden opgenomen. Dat vind ik elitair denken. En het getuigt van weinig inlevingsvermogen. Het bederft mijn Kerst- en Paasstemming. De hoge heren beslissen over de hoofden van het gereformeerde kerkvolk heen wat ze mogen zingen. Ik denk dat een besluit als dit nog meer het gezag van een synode ondermijnt als bv. de besluitvorming over de vrouw in het ambt. Terugdraaien dus door middel van een ordevoorstel, zou ik zeggen tegen de voorstanders van deze twee zo niet prachtige, dan toch zeer geliefde kerkliederen. Want voor een ordevoorstel is een eenvoudige meerderheid van 50% genoeg J!

DE PRUISISCHE MARS

Ik kreeg van een college de volgende reaktie. Daar wil ik mee afsluiten.

De ‘Pruisische mars’ (zoals het ‘Ere zij God’ neerbuigend is genoemd) is zolang als ik mij kan herinneren al mikpunt van kritiek geweest. Maar het lied zit nog altijd in de ziel van het kerkvolk. Waarom zouden we het daaruit willen slopen? Uit een bundel schrappen is zó makkelijk. En of het het gewenste effect zal hebben?! Natuurlijk niet. Pas wanneer nieuwe Kerstliederen zich in de ziel van het kerkvolk (en daartoe reken ik mijzelf!) nestelen, zal het een keer een stille dood sterven. Maar wat zich nestelt in de ziel van het kerkvolk, dat laat zich niet eenvoudig sturen. De tijd zal het leren!

En dan nog twee toegiften:
A/ Beluister het ‘Ere zij God’ in een bijzondere uitvoering! https://t.co/n89qqoOMRJ
B/ Een synodelid vertelde mij dat Gezang 95 geskipt is omdat de inhoud niet klopt met de paasochtend en vanwege oud taalgebruik. Dat eerste is geen argument, want al afgewezen  in 2002 toen een tegenstemmend synodelid aanvoerde dat het juist stil was in Jeruzalem op die eerste paasochtend. En het tweede – dan ken ik er nog wel een paar. En wat te denken van het alternatief in het nieuwe Liedboek 2013? Lied 637 is een moderne bewerking van ‘Daar juicht een toon daar klinkt een stem’. Taalkundig elitair en inhoudelijk toch echt niet acceptabel als vervanging van Gezang 95 uit het huidige Gereformeerde Kerkboek:
1) O vlam van Pasen, steek ons aan, de Heer is waarlijk opgestaan! De Zoon, voor wie het duister zwicht, de Zoon is als de zon, zo licht!
2) De Vader laat niet in het graf zijn kind dat zoveel vreugde gaf, Hij tilt het uit de kille grond – het loopt als vuur de wereld rond.
3) De oude nacht voorgoed gedood, de toekomst kleurt de morgen rood; ziehier hoe God vergevend is en hoe zijn liefde levend is.
4) Ziehier het licht van lange duur, ziehier de Zoon, de zon, het vuur; o vlam van Pasen, steek ons aan – de Heer is waarlijk opgestaan!
Gelukkig hebben we ook nog een Groningse versie – in 2014 op Tweede Paasdag voor het eerst gezongen in een Grunneger Dainst die belegd werd door de Gereformeerde Kerk (vrijgemaakt) van Uithuizen.
1/ Doar klinkt een toon joechaait een stem, dij gaalmt deur hail Jeruzalem. Doar gloort het nije mörgenrood.  De Zeun van God ston op oet dood!
2/ Gain graf huil Doavids Zeun omkneld, Hai overwon dei staarke held. Hai steeg oet ‘t graf deur aigen kracht, joa Hai is God, omkled mit macht!
3/ De angel is tou dood oethoald, want alles is veur ons betoald. Wèl in geleuf mit Jezus gaait, dij vreest veur dood en duvel nait.
4/ Want nou Heer Jezus opstoan is, begunt ons nije leven wis; een leven deur zien dood beraaid, een leven in zien heerlekhaid!

KIJK NOU TOCH EENS!

‘Kijk nou toch eens, wie daar voor de deur staan! Wat een verrassing!’
‘Kijk nou toch eens, wat er allemaal in dit kerstpakket zit! Daar had ik niet op gerekend!’ 
‘Kijk nou toch eens, hoeveel mensen ons gefeliciteerd hebben met ons 50-jarig huwelijk! De kaartjes waren niet te tellen.’

Als ik eerlijk ben, is Kerst voor mij niet echt meer het feest van de verbazing en de verrassing. Het is meer een feest van de geboorte van Jezus Christus en van sfeer en gezelligheid. Een mix waar ik blij mee ben en me goed bij voel. Maar als ik nadenk over het begin van Kerst, dan zie ik dat allerlei verschillende mensen toen, rondom de geboorte van Jezus, van de ene verbazing in de andere vielen. Ik heb het eens opgezocht in de Bijbel. In de geboorteverhalen van Jezus kom je maar liefst 15 keer het woordje ‘Zie’ tegen. Daarmee willen Lukas en Matteüs zeggen: let op, nu gebeurt er iets bijzonders.

KIJK NOU TOCH EENS!

  • Kerst geboortegrotKijk nou toch eens, Zacharias, op je oude dag krijgen Elisabet en jij nog een zoon.
  • Kijk nou toch eens, Maria, je krijgt een kindje en je moet Hem Jezus noemen, want je krijgt Hem van God Zelf.
  • Kijk nou toch eens, roept Elisabet verrast uit, wat kom jij hier doen, Maria? Jij, de moeder van mijn Heer!
  • Kijk nou toch eens, zingt Maria uit, wat ben ik bevoorrecht, dat de machtige God zulke bijzondere plannen met mij heeft.
  • Kijk nou toch eens wat er gebeurt als Jozef stilletjes Maria wil verlaten omdat ze een kind krijgt dat niet van hem is. Kijk toch eens aan, dan brengt een engel van de Heer hem op andere gedachten, want het is echt waar, Jozef: de maagd is zwanger en zal een zoon baren met de naam Immanuel – God met ons; en met de naam Jezus – Redder van de zonden.
  • Kijk nou toch eens wat er een half jaartje later gebeurt, als Jezus geboren heel armetierig in een stal geboren wordt. Dan wordt daar vlakbij in het veld opeens een aantal herders  omstraald door het licht van een engel! En wat zegt die engel? ‘Kijk nou toch eens, wie er in Betlehem geboren voor jullie geboren is: je redder, Christus, de Heer!’
  • Kijk nou toch eens wie er 40 dagen later in de tempel op Jozef en Maria met hun kindje Jezus afstapt: een onbekende oude man die zich voorstelt als Simeon. Hij neemt het kind in zijn armen en begint te zingen over een groot licht dat redding geeft aan iedereen.
  • Kijk nou toch eens wat Simeon nog meer tegen Maria zegt: jouw kind zal het niet makkelijk krijgen, want veel mensen zullen zich aan Hem ergeren, maar anderen zullen Hem juist aanbidden.
  • Kijk nou toch eens wie daar in Jeruzalem aankomen! Wijzen uit het Oosten! Wat komen die hier doen in de stad? Zijn ze op zoek naar de pasgeboren koning van de Joden?
  • Kijk nou toch eens, roepen de wijzen vol blijdschap uit, nadat ze in Jeruzalem nul op rekest gekregen hadden, met het goedbedoelde advies erbij om hun geluk maar eens in Betlehem te beproeven, daar heb je die ster weer die we ook in ons thuisland hebben zien opkomen!
  • En kijk nou toch eens, hoe blij die wijzen zijn als ze eindelijk het huis vinden waar Jozef en Maria en het kindje Jezus wonen.  Ze stappen van hun kamelen af, gaan het huis binnen en geven Hem kostbare geschenken: goud, wierook en mirre! En dat niet alleen, ze buigen eerbiedig voor Hem neer. Ja, ze aanbidden Hem. Waarom? Omdat ze geloven dat Hij, Jezus, het is! De pasgeboren Koning van de Joden, de Immanuel, het kind dat de mensen zal redden van hun zonden.

DE VERBAZING VAN KERST

Al die verhalen uit de Bijbel over de geboorte van Jezus doen mij weer beseffen hoe verbazingwekkend bijzonder het kind van Kerst wel niet is. Zo klein als Hij is, is Jezus voor heel veel mensen het grootste kerstkado. Al die mensen, zelfs de wijzen uit het oosten, ze geven niet alleen kostbare geschenken. Nee, ze geven Jezus vooral hun dank, hun eer en hun aanbidding.

Met Kerst  geven veel mensen elkaar geschenken onder de kerstboom. En bijna iedereen komt bij elkaar voor het familiediner. Maar daar gaat het natuurlijk niet om. Gelukkig viert bijna niemand Kerst met de gedachte: als ik maar dikke kado’s krijg en me lekker vol kan eten. Welnee, het gaat om de ware kerstgedachte: vrede op aarde, in het groot, maar vooral in je eigen leven. Die goede sfeer, vrede op aarde, vrede met God, vrede met andere mensen, vrede in je eigen hart – ik geloof, dat daar maar één persoon voor kan zorgen. Dat is Jezus. Hij is een Godsgeschenk!

Overgenomen uit NAAST dec. 2012

Wat mij opvalt bij al die mensen rond de geboorte van Jezus is dit: ze krijgen meer terug dan ze gegeven hebben! Ze hebben allemaal de echte vrede gevonden. Het kindje Jezus is de echte Vredemaker. Dat is toch wel het meest kostbare wat je je wensen kunt!

Dat is de verbazing van Kerst. Jezus wordt geboren. Zoals een prachtig kerstlied het bezingt: Kom, verwonder u hier, mensen! Zie, hoe dat God u bemint! Zie dit nieuwgeboren kind! Hij is het mooiste kerstkado. Want God verzoent der mensen schuld – zoals een ander kerstlied zegt. Kijk nou toch eens, hoeveel God van deze wereld houdt! Hoeveel Hij houdt van ieder van ons! Verbazingwekkend veel.

Ik schreef hierboven al, dat die verbazing er bij mij niet zo in zit als het om Kerst gaat. Daarom is het goed voor mijn geloof om elk jaar weer echt bij de geboorte van Jezus bepaald te worden. Als ik dit wonder vatten wil, dan wordt mijn geest van eerbied stil. Aanbid het maar doorgrond het niet, dat zo de liefde Gods geschiedt.