Een geloofsgesprek aan de keukentafel (de engel Gabriël op bezoek bij Maria)

De beste gesprekken vinden meestal plaats aan de keukentafel. Zo stel ik me ook het gesprek tussen Gabriël en Maria voor. Bij mij zit het plaatje in het hoofd van Gabriël die plotseling in de deuropening staat en Maria, die net aan haar rondje huis begonnen is, aanspreekt. Niet persé zoals in dit plaatje, maar wel in die trant. Na de begroeting zijn Gabriël en Maria ergens gaan zitten, stel ik me zo voor. Misschien wel aan de keukentafel. Want ja, daar vinden meestal de beste gesprekken plaats.

Nu was dit wel een heel bijzonder gesprek. Maria krijgt van Gabriël te horen dat zij ‘bij God in de gunst staat’ (NBV), genade gevonden heeft bij God’ (HSV), ‘door God is uitgekozen voor iets moois’ (BGT). Want Maria zal de moeder worden van de lang verwachte Verlosser van Israel, de grote Zoon van God , die voor altijd als Koning op de troon van David zal regeren over al Gods kinderen.

MARIA

Drie keer reageert Maria hierop. Drie keer heel gelovig. Eerst denkt ze lang  na over deze mededeling. Dat is gelovige reaktie 1. En als ze het allemaal verwerkt heeft stelt ze maar één vraag. Dat is gelovige reaktie 2. Ze neemt,  lijkt het haast, zonder meer aan dat zij de moeder van de beloofde Messias mag worden. Ze vraagt zich alleen af: ‘Hoe zal ik zwanger worden? Want om een kind te krijgen heb je ook een man nodig en zo ver zijn Jozef en ik nog niet gegaan.’ Ook op die vraag geeft Gabriël een antwoord. En hij geeft er een hint bij:  ‘Wist je dat tante Elisabeth op haar 65e ook nog een kind krijgt?’ Maria begrijpt wat Gabriël daarmee zeggen wil, want ze reist meteen af van Nazareth naar de heuvels van Judea. Want dit nieuws is te groot om met iemand anders over te praten. Ze kan als dochter van 16 toch niet thuiskomen met: ‘Mama! Je zult het niet geloven, maar vanmorgen stond er een engel in de deuropening. Het was Gabriël. En aan de keukentafel hadden we toch een bijzonder gesprek!’ Nee, inderdaad … dat zou Maria’s moeder niet geloven. Laat staan dat ze ’s avonds aan Jozef voorstelt om een wandelingetje te maken en hem dan bij het meer van Galilea vertelt: ‘Zeg Josh,  je zult het wel een apart verhaal vinden, maar binnenkort krijgen we een kindje. Nee, ’t is niet van iemand anders, maar van God. Zullen we er even bij gaan zitten? Dan leg ik het je wel even uit.’ Nou, dat is inderdaad zo apart, Maria weet niet eens hoe ze het geloofwaardig aan Jozef kan vertellen. Dus wijst Gabriël haar op Elisabeth, die geen kinderen kon krijgen, maar nu ook zo wonderlijk, tegen alle verwachting in, al dik zes maanden zwanger is.

Maar eerst zegt Maria nog: ‘De Heer wil ik dienen. Laat er met mij gebeuren wat u gezegd hebt.’ Deze gelovige reaktie 3 is helemaal in lijn met de eerste twee. Ze gelooft wat Gabriël net gezegd heeft: ‘Want niets is voor God onmogelijk.’ Ze zet een stap in het geloof waarvan ze de gevolgen totaal niet kan overzien.

EEN STAP IN GELOOF

Een stap in het geloof zetten. Omdat God het van je vraagt. Wanneer gebeurt dat? Wanneer kun je dat? Als de Heilige Geest over je komt en de kracht van God je overschaduwt. Dat zal bij Maria op een bijzondere manier gebeuren, zegt de engel Gabriël. Zo werd zij de moeder van Jezus, haar Heer.

Maar de Heilige Geest was al op een gewone manier over Maria gekomen. Ze had de kracht van God al in zich. Want ze geloofde. Dat is ook een wonder trouwens, want het geloof ontstaat volgens Jezus op de manier van een geboorte. Je wordt opnieuw geboren als de Heilige Geest in jou het geloof verwekt.

En als dát gebeurt … sta je versteld van wat dat uitwerkt. Bij Maria – 16 jaar oud en bijna zwanger. Bij anderen. Maar ook bij jezelf: ‘Wat U in uw Woord tegen mij zegt, Heer, ik ben bereid om dat te doen.’

Wat wil God vandaag van jou? Stel je die vraag en denk daarbij aan Maria. Die reageerde drie keer vanuit een gelovige houding. Als God iets tegen je zegt – hoe luister je dan? Als God iets van je wil – hoe reageer je dan? Als God iets van je vraagt – wat doe je dan?

Denk bij deze vraag ook aan Jezus onze Heer. Toen God tegen Jezus zei: ‘Leg je glorie af’ – zei Jezus: ‘Ik ben bereid om te gaan, Vader.’  Toen God tegen Jezus zei: ‘Nu wil Ik dat je gaat’– zei Jezus: ‘Hier ben Ik om uw wil te doen.’ Toen God tegen Jezus zei: ‘Drink de beker tot  de laatste druppel leeg’ – zei Jezus: ‘Laat uw plan doorgaan.’

DE HEER IS MET JE

En vergeet tenslotte het meest onbekende zinnetje dat Gabriël tegen Maria sprak niet: ‘Maria, de Heer is met je.’ Dat is God altijd. Maar Hij zegt het nog eens extra duidelijk als er iets bijzonders van je gevraagd wordt. Ja, Jezus heeft het gezegd toen Hij naar de hemel ging. Want Hij wist toen al, dat  gelovigen vandaag zich zo vaak afvragen: ‘Hoe hou ik het vol als christen? Waarom sta ik er voor mijn gevoel zo vaak alleen voor? Ik twijfel zo vaak en m’n geloof wordt zo gemakkelijk onderuit gehaald.’  Herinner je je dan de famous last words van onze Heer: ‘Ik ben bij jullie, van dag tot dag, tot aan de voltooiing van de wereld.’

Je hoeft geen Maria te zijn om daar op te vertrouwen. Vraag de Heilige Geest alleen wel om hetzelfde geloof als Maria. ‘Heer, hier ben ik om uw wil te doen.’ En hoor dan de Heilige Geest fluisteren: ‘Ga maar, want de Heer is met je.’

Goede Vrijdag – balsem voor mijn ziel

Zeven keer heeft Jezus aan het kruis gesproken. Johannes heeft zijn derde, vijfde en zevende kruiswoord voor ons opgeschreven. Met alle drie wil Jezus ons vandaag ook iets zeggen, als onze Verlosser aan het kruis. Ze staan geschreven in Johannes 19:16b-30

Moeder en zoon

Bij het kruis staat zijn lieve moeder Maria. En Johannes, de apostel van wie Jezus heel veel hield, staat naast haar. Jezus zegt ten hen: ‘Kijk, hij is nu je zoon’ en ‘Kijk, zij is nu je moeder’.

Dat zegt Jezus volgens mij om twee redenen. Allereerst wil Jezus hiermee zeggen: Ik sterf aan het kruis voor iedereen. Dus ook u, lieve moeder, en jij, beste Johannes – jullie allebei hebben net zo goed verlossing van jullie zonden nodig. Jullie hebben geen streepje voor op al die andere mensen voor wie Ik hier ook aan het kruis hang.

Vandaag zegt Jezus daarmee tegen jou en mij: ‘Bekijk Mij niet als een bijzonder mens of als een goede vriend of als een indrukwekkend voorbeeld. Nee, geloof dat Ik in de eerste plaats jouw Verlosser wil zijn! Daarvoor heb Ik jouw zonden het kruishout opgedragen.’ Geloof dat vooral!

Toch denk ik dat Jezus met deze woorden ook nog iets anders wil zeggen. Straks is Hij er niet meer. Dat is een gemis. Iedereen weet hoe moeilijk het is om dat te accepteren. Dus geeft Jezus Maria en Johannes aan elkaar. Ze moeten allebei leren om Jezus als zoon en vriend los te laten en vooral van Hem te blijven houden als hun Verlosser. Aan het kruis geeft Jezus al weten aan zijn volgelingen: er komt een nieuw gezin, de ‘familie van God’.

Ik hoop dat je in de afgelopen 12½ maand corona als christen op twee manieren extra steun ontvangen hebt. Vertikaal:als God voor ons is, wie zal dan tegen ons zijn? En horizontaal: door de steun en bemoediging, praktisch én geestelijk, van de mensen om je heen, zowel van christenen als van niet-christenen.

Dorst

“Ik heb dorst!” is het tweede wat we Jezus horen uitroepen in het Evangelie van Johannes. In het Grieks is het maar één woord, een rauwe kreet: “DORST!!” Het verwijst naar Psalm 69 en Psalm 22. David wordt in beide psalmen getroffen door fysieke pijn: nog even en zijn lichaam houdt er mee op. Hij dreigt te sterven van de dorst – dat is één van de ergste kwellingen die een mens kan meemaken.

Ook dat lijden, lichamelijk en wat dat vervolgens psychich en geestelijk met je doet, heeft Jezus voor ons gedragen. Niet alleen onze zonden en overtredingen. Ook onze ziektes en onze pijn. Op Goede Vrijdag staan we meestal vooral stil bij het eerste: Christus stierf aan het kruis voor onze zonden. Maar ik hoop, dat deze uitroep van Jezus je bemoedigt. Hij heeft ook onze ziektes, jouw stress en mijn spanning op Zich genomen. Hij ging ermee naar God toe. Doe jij dat vandaag ook, in al je angst en zorgen?

Volbracht

En dan is daar het laatste woord van Jezus: “Het is volbracht!” In het Grieks gebruikt Jezus opnieuw één woord: “VOLBRACHT!” Niet als zucht van verlichting, maar als bewuste uitroep: mijn reddingswerk is voltooid. Daarna buigt Hij het hoofd en, staat er letterlijk, geeft de geest.

Wil je dat op Goede Vrijdag tot je laten doordringen? Jezus vol­brengt zijn levenstaak in onze plaats. Want onze levensopdracht is mislukt. Door de zonde missen we ons doel. Wij verdwalen bij God vandaan. Als gevolg van de zonde is heel de wereld vastgelopen in het corona-moeras. In het afgelopen jaar zijn er zo’n twee miljoen corona-doden te betreuren. En geestelijk gezien liggen wij midden in de dood.

Maar kijk dan naar het kruis van Golgota! Wie hangt daar? Jouw Heiland! Mijn Redder! Jezus, onze Heer! Hij hangt daar in plaats van Barabbas. En Barabbas – tegenover de hemelse Rechter ben jij dat – ben ik dat – ja, in Gods ogen zijn wij allemaal van het type Barabbas! Maar wie hangt daar? Jezus. Hij is vrijwillig onze Plaatsvervanger. En voor iedereen die in Hem gelooft, klinkt nog steeds de uitroep: “Het is volbracht!” Dat heeft Hij met luide stem ook voor jou geroepen, mijn broer en zus! Dat geeft houvast in dit zo onvoorspelbare leven. Balsem voor je ziel. En perspektief op het eeuwige, volmaakte leven. Ongekende geluk. Allemaal op grond van zijn volbrachte werk.

Geloof het! Geloof in Jezus Christus en die gekruisigd!!

Deze overdenking heb ik gehouden in de kerkdienst op Goede Vrijdag 2020 en is terug te beluisteren via