Groene preek: Wees zuinig op Gods spullen!

“Helaas is uw preek niet de winnende.” Dat kregen 62 theologen en 75 lekenpredikers te horen van de jury die moest kiezen welke twee ingezonden preken het meest aansprekend groen waren. Johan Lock en ds. Willem Maarten Dekker waren de terechte winnaar. Er zijn geen nrs. 2, 3 enz. bekend gemaakt. Geen idee dus wat de jury van mijn ingezonden groene preek vond. Hieronder de tekst, de preek en de plaatjes.

Deuteronomium 22:6-7

Stel dat je onderweg bent en in een boom of op het land een nest ontdekt waarin een vogel op haar jongen of haar eieren zit. Dan mag je het nest uithalen, maar het moederdier moet je laten vliegen. Het is verboden én de jongen én het moederdier te pakken. Wie zich hieraan houdt, zal lang en gelukkig leven.

Voor mij is het elk jaar weer een fascinerend gevoel, wanneer je in het voorjaar de eerste kieviten weer mag begroeten. Als je deze weken ergens door de groene velden fietst, hoor je al gauw die heel eigen roep van de kievit. Je kijkt eens, en ja hoor, daar buitelt hij al over de akkers, met zijn karakteristieke zwart-witte verenpakje, en je hoort hem alsmaar roepen: kie-oe-wiet-wiet-wiet, kie-oe-wiet. Als je stopt om wat meer aandacht aan hem te schenken, zie je misschien wel, dat hij elke meeuw of kraai die te dicht in de buurt komt, aanvalt, door er in scheervlucht op af te duiken. Zo jaagt hij ze met ongekende felheid weg. Dan weet je: hier in de buurt zit een vrouwtje op haar nest met vier eieren. En het is de kunst, om dan zo’n nestje te vinden. Dat valt nog niet mee, want een kievit op het nest is bijna niet te zien, en de eieren al helemaal niet vanwege hun groene schaal met bruine en zwarte vlekken.

Wat hebben kievitseieren nu met het geloof te maken? Voor mij dit, dat je in de natuur ziet, hoe mooi God de wereld gemaakt heeft. De levende natuur, dat is Gods eigen schep­ping! Hij wil dat we met zijn wereld zorgvuldig omgaan. Het mag geen wanbeheer worden.

Maar we weten allemaal, wat voor puinhoop we als mensheid er in de afgelopen 100 jaar van gemaakt hebben. Olierampen, luchtvervuiling, opwarming van de aarde, illegale houtkap, giftig water dat stiekem geloosd wordt. Enzovoort enzovoorts. En hoe doen jij en ik het zelf, in het klein? Jongeren (maar zij niet alleen!) smijten lege verpakkingen en frisdrankblikjes achteloos langs de kant van de weg, volwassenen nemen voor elk kleinigheidje de auto. Dat het slecht is voor het milieu? Boeie! Maar óók daardoor wordt het leven in de natuur bedreigd. Liefde voor de natuur moet je leren. Daarom gaat het vanavond over de vraag: hoe ben jij en hoe zijn wij met de schepping bezig? Hoe verantwoord en bewust? Want:

God ziet graag dat je zuinig bent op zijn spullen

Hoe ga je om met de natuur en milieu? In de bijbel staan daar geen direkte uitspraken over. Want die tijd was de natuur, met de wilde dieren voorop, voor het grootste deel nog een bedreiging voor de mensen. Wilde dieren moest je dus verjagen. Het probleem van uitstervende dieren en planten is ver van het bijbelse toneel verwijderd.

Verder is het ook best wel belangrijk om te beseffen: de natuur is door God geschápen en mag door de mensen ge­bruikt worden. Er is dus geen eigen zelfstandige plaats voor ‘Moeder Natuur’ of ‘Moeder Aarde’. En waarom niet? Dat hangt samen met het geloof in God: er mag niet iets of iemand voor God in de plaats komen. Ook de natuur of het milieu mag niet vergoddelijkt worden.

Waarom staat zo’n voorschrift over eieren zoeken dan in de Bijbel? Om twee redenen, denk ik.

Allereerst: Israel is een vogelrijk land. Er komen zo’n 350 verschillende soorten voor. Mozes geeft de Israelieten niet voor niets een lange en gedetailleerde lijst van reine en onreine vogels. Die eerste mag je eten, en dus werd er jacht op gemaakt met pijl en boog of met het klapnet. Psalm 124 verwijst ernaar en in Amos 3:5 staat: ‘Duikt ooit een vogel in een klapnet neer als het aas ontbreekt? Slaat ooit een klapnet dicht zonder dat er iets te vangen is?’ De HERE vergelijkt zijn volk zelfs één keer met vogels die met een klapnet gevangen worden. Als de Israelieten van het Tienstammenrijk de HERE in crisistijd niet om hulp vragen, maar hun toevlucht ergens anders zoeken, bij Egypte of bij Assyrië, staat er in Hosea 7:12 + 13a dat God over zijn ongelovige volk zegt: “Als zij nog eens op weg gaan, zal Ik mijn net over hen uitspreiden. Ik haal ze neer als vogels uit de lucht. Zodra Ik hun zwerm hoor, neem Ik ze gevangen. Onheil kome over hen, omdat zij van Mij zijn weggevlogen.” Oftewel: wie God verlaat, heeft smart op smart te vrezen, net zoals een jonge vogel die zich te ver van z’n moeder verwijderd. Denk maar aan de jonge eendjes in de sloten die door snoeken of reigers of ratten worden gepakt als ze net even te ver uit de buurt van de moedereend zijn.

Vogels zijn dus belangrijk voor de Israelieten. Ze zorgen voor voldoende voedsel. Dat is de eerste reden, waarom deze bepaling door Mozes in Deuteronomium wordt opgenomen. Het is een kwestie van gezond verstand om, als je een vogelnest vindt, de moeder te sparen. Dezelfde overweging kom je tegen bij de wet ter bescherming van bomen in hoofdstuk 20:19-20 van Deuteronomium: “Als u een stad langdurig moet belegeren, mag u haar boomgaarden niet vernietigen. Laat de bijl rusten en laat de bomen staan, want u moet er zelf van eten, en bovendien: is een boom soms een mens, dat u tegen hem moet strijden? Alleen de bomen waarvan u weet dat ze geen vruchten geven, mag u vernietigen of omhakken om ze te gebruiken voor de belegering van de stad waarmee u in oorlog bent.” De Israelieten mogen níet de taktiek van de verschroeide aarde toepassen, want én voor hezelf én voor de vijanden moet de mogelijk­heid blijven bestaan, om in leven te blijven. Daarom mogen vruchtbo­men niet zomaar gerooid worden, en daarom mogen vogelsoorten niet uitgeroeid worden. Zo hebben de Israelieten zélf baat bij een verant­woord omgaan met de natuur.

Toch is er nog een tweede reden voor dit voorschrift over een ­nest met een broedende vogel. Die is minstens zo belangrijk. Namelijk: God wil dat je eerbied hebt voor ál het leven dat Hij geschapen heeft. Als je een vogel mét haar jongen of eieren meeneemt, verstoor je het evenwicht in de natuur. Zo mag je niet omgaan met Gods schepping. God wil ons juist eerbied bijbrengen voor zijn schepping. En dus ook voor alles wat er in de natuur leeft. In Genesis 1 kun je lezen hoe God de wereld in zes dagen gemaakt heeft en er Zelf het stempel ‘zeer goed’ opzette. Adam en Eva kregen van God de opdracht de opdracht mee om het paradijs te bewerken en te bewaren en te heersen over alle dieren. Er is dus geen gelijkheid tussen mens en dier. Maar mens en natuur waren wel met elkaar in harmonie. De dieren trekken vredig bij Adam langs om van hem allemaal een naam te krijgen. Stel je eens voor, wat een prachtgezicht dat geweest moet zijn. Daarin laat Adam zien, dat hij beeld van God is. Pas na de zondeval is alles anders geworden. Dan lukt het niet meer om de natuur volledig in bedwang te houden. Dán pas wordt het mooie kruid ónkruid en begint het te woekeren. Dán pas worden de dieren wild en gevaar­lijk. Dán pas beginnen mensen ook mísbruik van de natuur te maken.

Maar God blijft van ons vragen dat we zorgvuldig met heel de natuur omgaan. Het is zíjn schepping! Dat blijkt wel heel duidelijk uit de geschiedenis van Noach. Als de zondvloed voorbij is, wat belooft God dan? Dan belooft God, dat Hij nóóit weer alle mensen en dieren zal uitroeien door ze te laten verdrinken. Hij geeft er zelfs een prachtig teken bij: de regenboog. Maar aan wíe belooft God dat allemaal? Aan Noach natuurlijk. En aan Sem, Cham en Jafeth. Ja, maar óók aan de dieren. God zegt tegen Noach: Dit is het teken van het verbond dat Ik met alle levende wezens op aarde gesloten heb. God is dus niet alleen vriendelijk voor de mensen, maar ook voor de dieren. En dáárom moeten wij het ook zijn. God vraagt respekt voor héél zijn schepping. Planten en dieren mag je gebruiken voor eten en kleding en noem maar op. Maar de opdracht om te heersen over de schepping betekent niet, dat we als mensen dieren mogen mishandelen, komplete bossen mogen vernielen, zeeën mogen vervuilen en ijskappen laten smelten. Dat is geen góed beheer, maar wanbeheer.

Hoe breng je dat konkreet in de praktijk? Ik zou zeggen: laat iedereen dat maar voor zichzelf bepalen. Als je de woorden van Spreuken 12 maar ter harte neemt: ‘Een rechtvaar­dige zorgt goed voor zijn vee, een goddeloze is alleen maar wreed.’ Dat geldt uiteraard voor boeren, want het gaat over vee, en dan ben je als christen wel verplicht om over intensieve veehouderij en bio-industrie na te denken. Tot hoever mag dat gaan?

Maar ook: hoe ga jij zelf met dieren om? Trek je een kat aan z’n staart, of leg je er in de laatste dagen voor oud en nieuw een strijker onder? Bind je de hond maar aan een boom, als je in de zomer op vakantie gaat? Heb je wel eens nagedacht over scharreleieren en plofkippen?

Liefde voor de natuur en respect voor Gods schepping blijkt in de kleine dingen. Bijvoorbeeld hoe de Israelieten omgaan moeten met een vogel die op haar eieren zit. De eieren meenemen én tegelijk de moeder doden mag niet. Iets dergelijks staat in Leviti­kus 22:28: ‘Een rund, schaap of geit mag je niet tegelijk met z’n eigen jong op dezelfde dag slachten.’ Twee generaties tegelijk doden is een aanslag op het voortbestaan van de soort. Dan ben je bezig het leven in de schepping egoïstisch voor jezelf op te gebruiken. De HERE ziet het graag anders. Ja, Hij ziet graag dat je zuinig bent op zijn spullen.

Verloste mensen – als je door de Heilige Geest christen bent geworden, dan bekommer je je om meer dan alleen je eigen zieleheil. Dan begin je weer een paradijsmens te worden. Iemand die beseft: God heeft mij als rentmeester over zijn goede schepping aangesteld. Onthoud steeds: de aarde is, met al wat leeft, met al wat zij aan schatten heeft, het wettig eigendom des HEREN! Het is Góds schepping! Laten we dat niet vergeten. Want al die aandacht voor het milieu in onze tijd, tot en met een Partij voor de Dieren in de Tweede Kamer – al die aandacht kun je bij veel mensen ook verklaren uit het feit, dat ze niet meer in God geloven, en in een leven na dit leven. Dan ga je óf oppervlakkig leven: leve de vrolijkheid en de lol – YOLO!!; óf je zoekt een nieuwe vulling in je leven, en heel vaak wordt dat het milieu. Want deze aarde die we hebben, is de enige werkelijkheid die er is. Maar als christen weet je toch beter! Déze aarde is van God, en voor Hém leven we. Vergeet tegelijk niet, dat de wereld zoals wij die nu kennen, eens ten onder gaat. Er komt dus een keer een eind aan onze aarde. Maar juist omdát je dat weet, mag je van alle dingen in het leven wél ge­bruik maken, zegt Paulus in 1 Korintiërs 7. Want wie het kleine (deze oude, door de zonde aangetaste aarde) niet eert, is het grote (de nieuwe aarde, waar gerechtigheid woont en waar de leeuw en het lammetje met elkaar spelen) niet weerd.

Wees dus zuinig op Gods spullen! Op zijn Woord, op zijn kerk, op zijn kinderen, maar ook op zijn schepping, want zie, die was zeer goed.

Vol gas in het Lagerhuis!

In de derde ronde van het Lagerhuis ging het er stevig aan toe. Alleen stond ik zelf niet zo stevig, viel mij op. De opstelling was een beetje veranderd, dus was ik nu als vijfde en laatste op de eerste rij geplaatst. Ik kon daar aldoor lekker op de leuning van de bank hangen, ook als ik weer eens stond. Alleen was al dat gewiebel geen gezicht van achteren. Genoeg daarover. Het ging uiteraard om de diskussie. En die was er! Met dank aan Sybrand Buma van het CDA en Jesse Klaver van GroenLinks. Wat dat laatste betreft: gek eigenlijk dat de lijsttrekker van een partij met maar drie zetels in de Tweede Kamer opeens weer zoveel aanhang en dus aandacht krijgt! Wat doet Gertjan Segers van de ChristenUnie dan verkeerd, vraag ik mij af? Maar goed, daar gaat het hier niet over. Snel naar de stellingen.

1. Turkse politici mogen hier geen campagne voeren

Dit was, zoals gebruikelijk, de eerste stelling, gebaseerd op de actualiteit. De minister van buitenlandse zaken van Turkije wil in Nederland en Duitsland campagne voeren voor een referendum die aan premier Erdogan bijna absolute macht geeft. Het viel mij op dat bijna iedereen hier op tegen was en het dus met de stelling eens was. De Turkse moslima hing nog even de andere kant op, maar gaf ook aan dat ze niet ging stemmen voor een Turks referendum, omdat ze meer Nederlands was. Twee andere panelleden vonden dat we de Turkse minister maar moesten laten komen en dan stevig in debat moesten gaan (zoals ook het hoofdcommentaar van het Nederlands Dagblad van dinsdag 7/3 voorstelt). Ik ben DWDD met Harmendaar niet voor. Daar zijn twee redenen voor. De eerste werd heel goed door Buma van het CDA verwoord: Turkijke moet niet doen alsof de Turken die hier in Nederland wonen, nog Turken zijn. Het zijn Nederlanders met een Turkse achtergrond en vaak nog een Turkse nationaliteit. En als Turkse Nederlander moet je het ook niet willen, dat het land van je verleden nog invloed op je wil uitoefenen. Verder vind ik zelf dat een ander land best z’n eigen burgers in het buitenland actief mag benaderen als er verkiezingen zijn. Niemand had het een probleem gevonden als Hillary Clinton en Donald Trump naar Nederland waren gekomen om de Amerikaanse expats toe te spreken. Maar hier gaat het over iets anders, namelijk een staatsoffensief van een enge man die de absolute macht naar zich toe probeert te trekken. Een enge man die ontkent dat in Turkije 100 jaar geleden  20% van de bevolking (namelijk alle Armeense, Assyrische en Griekse christenen) met geweld zijn verdreven en vermoord d.m.v. een echte genocide; een enge man die permanent oorlog voert met de 10% van zijn eigen bevolking die tot de Koerden behoren; een enge man die bezig is de seculiere Turken al hun vrijheden te ontnemen; en een enge man die alle religieuze Turken die het niet met hem eens zijn als terroristische Gülen-aanhangers uit hun functies ontslaat en zonder vorm van proces in de gevangenis gooit. Zo’n persoon moeten we in Europa niet de gelegenheid geven om door middel van een staatsoffensief op buitenlandse bodem nog meer macht naar zich toe te trekken. Zeker niet als hij het in z’n hoofd haalt om het huidige Duitsland van nazi-praktijken te beschuldigen. Ik zie eerder parallelen tussen het huidige Turkije en nazi-Duitsland: via verkiezingen komt er iemand aan de macht die het land totaal verdeelt en in een enorm gewelddadige crisis stort. Daarom vind ik Erdogan een enge man, om wie je soms maar beter lachen kan:  ‘Erdowie, Erdowo, Erdowan’.

2. Er moet een maatschappelijke dienstplicht ingevoerd worden

Deze stelling kwam van het CDA. Paul Witteman ging eerst nog even in op het voorstel van Sybrand Buma om op de basisschool weer het Wilhelmus uit het hoofd te leren. Witteman probeerde Buma nog even te verleiden tot het opzeggen van het zesde couplet, maar daar trapte Sybrand niet in. Terecht, denk ik, want dat zou weer een sneer richting het christelijk geloof opgeleverd hebben, ben ik bang. Overigens vind ik het een goed voorstel, vooral omdat Buma er duidelijk bij zei, dat het niet elke week met gehesen vlag en de hand op het hart gezongen moest worden (zoals de PVV afgelopen najaar voorstelde), maar gewoon regelmatig geoefend. Dat laatste is meer dan terecht: als je echt blij bent met Nederland, hoor je het volkslied ook uit je hoofd te kennen – vooral couplet 1 en als christen ook couplet. Maar goed, de stelling ging dus over de maatschappelijke dienstplicht voor jongeren. Daar ben ik in principe voor. Maar dan niet met de reden die Buma net even te vaak noemde: randjongeren een beetje normen en waarden bijbrengen. Ook niet om de reden die in het debat vaak genoemd werd: wat terugdoen voor de maatschappij. Nee, wat mij betreft is de reden vooral, dat je meer ziet van de maatschappij en met andere mensen leert samenwerken dan uit jouw eigen kringetje. Dat was ook de motivatie achter de maatschappelijke stage van 2011 – 2015. En zo heb ik het zelf ook ervaren als jongere: christelijke basisschool, gereformeerd lyceum (zo heette het Gomarus toen) en theologie studeren in Kampen was een redelijk eenzijdig circuit waarin ik me als gereformeerde jongeling bewoog. De zeven jaren waarin ik in de zomer- en kerstvakanties onder in het Rooms Katholieke Ziekenuis werkte, afdeling schoonmaak & transport, lieten me een heel andere kant van de samenleving zien: dikke rooien en dikke nationalisten die toen zeker SP en PVV gestemd hadden als die toen al hadden bestaan.  Natuurlijk zitten er wel wat haken en ogen aan zo’n maatschappelijke dienstplicht. Toch vind ik het een goed idee om als jongere tegen minimumloon een half jaar in de samenleving actief te zijn. Zeker als, zoals de ChristenUnie voorstelt, je daarmee een deel van je studieschuld kunt afbetalen. Overigens: als het vooral om ‘iets terugdoen voor de samenleving’ gaat, is het ook nog wel een idee om de maatschappelijke dienstverlening van een half jaar pas te vervullen in de eerste twee jaar dat iemand met pensioen gaat.

3. In de komende kabinetsperiode moeten alle kolencentrales dicht

Veel panelleden waren blij dat GroenLinks met deze stelling kwam. Eindelijk kwam het milieu op de agenda! Op zich ben ik het daarmee eens. Maar we hebben in Nederland nog maar vijf kolencentrales en er is al afgesproken dat de laatste in 2035 dicht gaat. Dus ik vind het vooral symboolpolitiek van Jesse Klaver om andere groene partijen zoals de ChristenUnie op links te passeren. Bovendien, en dat heb ik, als je het vergelijkt met hoe het er een paar uur later bij Pauw&Jinek aan toe ging, heel netjes  onder woorden gebracht: Jesse Klaver komt met een totaal verkeerde stelling als het over energie gaat. Wat nu, in 2017, absolute prioriteit heeft is dit: HET GAS MOET ERAF IN GRONINGEN! Hoewel de Groningers bij Pauw&Jinek zich tegenover Mark Rutte niet heel erg netjes gedroegen, hadden ze groot gelijk dat de landelijke politiek de toestand en de gevoelens in Groningen totaal negeert. De VVD wil in haar verkiezingsprogramma de gaskraan pas dichtdraaien als uit onafhankelijk onderzoek blijkt dat dat echt nodig is. Dat is toch een schandalig standpunt! Volgens mij onderstreept dat pas goed, dat minister Kamp totaal niet heeft begrepen wat er in Groningen leeft en beeft. Het CDA wil de Groningers vooral royaler laten delen in de aardgasopbrengsten. Alsof dat het grootste punt is bij ons in het Noorden! En de rest van de partijen laat zich niet uit over hoe ver de gaskraan moet worden dichtgedraaid, op GroenLinks, PvdD, SP en ChristenUnie na. GroenLinks wil van ruim 45 miljard kuub naar maximaal 21 miljard. Op mijn kritische vraag zei hij zelfs naar 12 miljard te willen, maar dat staat niet zwart op wit in het verkiezingsprogramma van GroenLinks. Alleen de PvdD, SP en de ChristenUnie zeggen hardop dat ze terug willen naar 12 miljard kuub. SP en ChristenUnie  waren dan ook de enige twee partijen waarvan de lijsttrekker wél aanwezig was op dinsdag 7 februari in Groningen. En, toegegeven, Liesbeth van Tongeren van GroenLinks heeft ook veel voor Groningen gedaan en werd daarvoor in eerste instantie door haar partijbestuur beloond met een onverkiesbare plaats op de lijst. Voor Groningers is de keus op 15 maart dus niet moeilijk: SP, Liesbeth of ChristenUnie. Zie hier voor de visies van alle politieke partijen over de gaswinning in Groningen.

4. Bedrijven moeten meer belasting gaan betalen

Tsja, wat dit was nou echt zo’n stelling waarin Buma en Klaver heerlijk langs elkaar heen praatten. Klaver wilde de multinationals harder aanpakken. Buma wilde juist minder lasten voor het midden- en kleinbedrijf. Met beiden was ik het eens. Maar om nou in je eentje als Nederland alle multionationals aan te pakken? Daarmee win je niets, want dan gaan naar een ander land toe. Zoiets moet je dus Europees aanpakken, lijkt mij. En tot zolang ben ik blij dat mijn favoriete band U2 in Nederland gevestigd is. Misschien is het alleen maar een postbusadres, maar met een beetje geluk levert het toch nog wat aan belastinggelden en werkgelegenheid op.

Volgende week komen Emiel Roemer en Alexander Pechtold langs. Dat zal ook wel weer pittig debat worden, verwacht ik. Als het aan mij ligt, wordt met name Pechtold aan de tand gevoeld over de druk die D66 legt op burgers die vóór het leven zijn, ook als dat geen volmaakt of gemakkelijk leven is. En inderdaad, Harmen was er ook bij zoals iedereen overduidelijk heeft kunnen zien!

CRISIS! WERELD ZONDER OLIE – WERELD ONDER WATER

Wat zou er gebeuren als …

De vakantie is een tijd om je lekker te ontspannen. Dat kan ook, door je gedachten eens te laten over allerlei onderwerpen. Gewoon een beetje voor je uit denken en dagdromen.  Wat zou er gebeuren als … is dan een leuke invuloefening voor de ontspannen geest. Een paar jaar geleden las ik in mijn vakantie twee boeken die ook gaan over wat er zou gebeuren als  de bestaande wereld opeens met een hele grote crisis te maken krijgt.

… heel de aarde onder water komt te staanHemelteken

Het eerste boek gaat over de tijd vlak voor de zondvloed. Erg lang geleden dus. In het boek wordt het verhaal verteld van Anna. Na de gewelddadige moord op haar vader weet ze te ontsnappen uit haar dorp en leefwereld, waar iedereen vol haat en geweld en egoïsme met elkaar omgaat.  Want ‘alle mensen op aarde waren slecht; alles wat ze uitdachten was steeds even slecht.’ (Gen. 6:5). Ze wordt de vrouw van Sem, Noachs oudste zoon, en wordt zo als eerste dochter opgenomen in de enige familie op aarde, die nog wel in de Allerhoogste gelooft en in vrede en liefde met elkaar leven.  En die als familie met z’n vijven (vader Noach, moeder Naomi –als naam door de schrijfster bedacht-  en de drie bekende zonen) zich voorbereiden op de grote watervloed die komen gaat nadat de oude opa Metuselach zal zijn gestorven. Om die reden heeft het hele dorp de familie Noach uitgekotst. Ze horen er niet meer bij. Wat wie gelooft nog in de dwaze praatjes over een paradijs waaruit zo’n 1500 jaar geleden de eerste twee mensen door de Allerhoogste waren weggestuurd? Maar de dag van de grote watervloed komt – en met de twee andere nieuwe dochters (Gina voor Jafeth en Tirza voor Cham) weten acht mensen deze catastrofe te overleven.

… heel de wereld zonder olie komt te zitten

Rijkdom saoedHet tweede boek gaat over onze eigen tijd, van 2010 tot pak weg 2050. Plotseling komen de grote olie in Saoedi-Arabië helemaal droog te liggen. Wereldwijd breekt een grote oliecrisis uit. Vlak voordat dat gebeurde, heeft de jonge Markus Westermann de oude Karl Walter Block leren kennen, die zegt de methode te kennen om overal op aarde nieuwe olie boven de grond te kunnen halen. Markus wordt een snelle jongen die veel geld verdient én uitgeeft, maar aan het begin van de oliecrisis door een auto-ongeluk in de V.S. in coma raakt. Als hij in Duitsland bijkomt , begint de oliecrisis grote vormen aan te nemen. De Verenigde Staten van Amerika vallen helemaal uit elkaar, het vliegverkeer over heel de wereld komt volledig stil te liggen, Europa valt terug naar een beschavingsniveau van honderd jaar geleden: leven van de landbouw en de veeteelt en de groentetuin met mondjesmaat wat luxe zoals een krant en een radio. Ondertussen werkt Markus in Amerika de plannen van zijn vader uit om uit alcohol nieuwe energie te kunnen opwekken. Tot hij na 30 jaar met de boot terugkeert naar zijn vaderland Duitsland – net in de periode dat vliegtuigen voor het eerst na 25 jaar weer intercontinentaal van Amerika naar Europa vliegen.

Een echte crisis verandert de wereld

Beide boeken hebben indruk op mij gemaakt. Omdat ze allebei laten zien, hoeveel gevolgen een echt grote ramp kan hebben op onze beschaving. Het boek over de zondvloed heeft mij bij een aantal dingen bepaald, waar ik eigenlijk nooit zo diep over nagedacht heb. Bijvoorbeeld:

*1* Het klimaat van de aarde was voor de zondvloed erg gelijkmatig en zodanig, dat er altijd geoogst kon worden en dat voedsel langdurig houdbaar was.  Vandaar dat alle mensen alleen plantaardig voedsel aten. Ook de atmosfeer was anders dan na de zondvloed: mens en dier leefden langer. Na de zondvloed wordt de aarde ruiger en het klimaat ruwer. De seizoen komen en de mensen hebben aanvullend vlees nodig om te kunnen overleven.  Alles is aan bederf onderhevig (brood verschimmelt en ijzer gaat roesten) en ook de gemiddelde leeftijd van mens en dier neemt snel af.

*2* Voor de zondvloed zucht de schepping  mee onder de slechtheid van de mensen. Er komen steeds meer aardbevingen en de dieren worden steeds agressiever, ook richting de mensen.  Noach waarschuwt 120 jaren dat dit signalen zijn voor de watervloed die komt.

*3* Wat mij vooral opviel was de voortdurende opmerking van Anna (en ook van Noach en de zijnen), dat ze na de zondvloed bijna helemaal opnieuw zouden moeten beginnen.  ‘Er is zoveel kennis verloren gegaan’ zegt Anna als na de ark het leven op aarde weer opbouwen. Zelf kon ze goud bewerken, maar miste ze de technische middelen. Haar schoonzus kon goed weven en naaien, maar miste ook het verfijnde gereedschap. De zonen van Noach leefden van de landbouw en veeteelt, dus veel kennis over bouwtechniek ging ook verloren.

In het boek over de olie die plotseling opraakt, laat de schrijver ook zien, hoe totaal afhankelijk onze samenleving geworden is van de olie. Als die bron opdroogt en wegvalt, stort heel de ekonomie in elkaar. Eerst ontstaat er chaos vanwege de oplopende olieprijzen (tot ver boven de € 10 de liter), daarna raken de oliereserves op en valt heel de infrastruktuur uit elkaar.  Wereldwijd ontstaan er oorlogen, epidemieën en hongersnoden. Met als gevolg dat vooral het rijke Westen met al z’n technische hoogstandjes terug bij af is – dus terug bij 1900, toen de olie nog geen massaprodukt was waar de hele ekonomie op draaide. Met als gevolg, dat de steden in Amerika uitsterven, want men haalde altijd zijn boodschappen in super-grote benzine-slurpers 30 Mijl verder op in de big-bigger-biggest supermarkten. Op de uitgestrekte graanvelden verbouwen verarmde stedelingen (ambtenaren, docenten en al dat soort mensen) de levensmiddelen die ze nodig hebben om te overleven. In Europa verdwijnen de grote supermarkten aan de randen van de steden eveneens. Men wordt teruggeworpen op de kleine dorpssamenleving waar iedereen elkaar nodig heeft. Alle werkers in de ICT worden op slag werkeloos en de generatie van 2050 vraagt zich af wat een memri stik is. Gelukkig zijn er nog een paar bedrijven die zich erin gespecialiseerd hebben, zulke apparaatjes te kunnen lezen.

Psalm 8 en Psalm 104

Twee boeken met twee horror-scenario’s.  Allebeid fictie, maar geen science-fiction. De grootste natuurramp aller tijden heeft echt plaatsgevonden en is waarheidsgetrouw in Genesis 6 t/m 9 beschreven.  En in het boek over de grote oliecrisis noemt de schrijver allerlei feiten op over de olievoorraad en de prognoses, zodat je je ook van zijn indringende verhaal niet zomaar af kunt maken. Veel wetenschappers schilderen ons het zwarte scenario voor dat binnen afzienbare tijd de wereld te maken krijgt met langdurige olieschaarste en met een sterk stijgende zeespiegel door de opwarming van de aarde.

Beide boeken hebben mij weer bepaald bij wie we werkelijk zijn als mens. Aan de ene kant zijn wij bijna goddelijk (Psalm 8).  De HERE heeft aan ons het beheer van zijn schepping toevertrouwd en ons veel prachtig materiaal gegeven en een goed verstand om dat allemaal uit de schepping te halen. Aan de andere kant  zijn wij afhankelijke en kwetsbare schepselen (Psalm 104). Als de HERE in de natuur zijn hand niet opent en zijn adem en Geest niet over de aarde laat gaan, komen we om van de honger. En als Hij zijn gelaat verbergt en ons de adem ontneemt, is het met ons gedaan en keren we terug tot stof.

Maar voordat de mensheid dat beseft, moeten we soms eerst keihard met de werkelijkheid gekonfronteerd worden.  Dat gebeurt met Anna in boek 1 en met Markus in boek 2. Allebei vragen ze zich af, of de mensen er gelukkiger van zullen worden, als ze weer net zo’n hoog nivo van welvaart zullen bereiken, als in de tijd voor de grote watervloed en de grote oliecrisis. Markus voelt zich in het niet-christelijke boek minder egoïstisch en Anna voelt zich in het christelijke boek diHemeltekenchter bij God, de Allerhoogste. Ondanks, of misschien juist wel dankzij het gebrek aan alle luxe en welvaart in de periode voor de grote ramp.

De beide boeken zijn: Het hemelteken van Kacy Barnett-Gramckow, uitgegeven bij Uitgeverij Barnabas, nu als vervolgverhaal in het Nederlands Dagblad; en  De Rijkdom van Saoed van Andreas Eschbach, uitgegeven bij Karakter Uitgeverij BV; voor zover ik weet allebei  alleen nog tweedehands verkrijgbaar.