Op weg naar de hemel – met Christus de dood onder ogen zien (Mark Ashton – 3)

Onvermijdelijke zorgen

Ashton Mark fotoEr zijn onvermijdelijke zorgen. De financiële vooruitzichten voor mijn vrouw als predikantsweduwe zijn slecht (en dat is grotendeels mijn eigen fout). Ondanks mijn vele gebreken als echtgenoot en vader vrees ik dat mijn naaste familie me erg zal missen. Toch, al deze dingen in overweging nemende, is het geen slechte tijd om te sterven. En ik was gewaarschuwd.

Als iemand je vertelt dat je zult sterven, zijn de maanden die volgen geestelijk gezien een erg goede periode. Het nieuws is een geestversterkend medicijn. ‘De lange gewoonte om te leven maakt ons ongeschikt om te sterven’ schreef Sir Thomas Browne. Voor mij als christen was dat zeker waar. Als het er op aan komt was ik meer bereid om te sterven op 8 februari 1968, de dag nadat ik op 20-jarige leeftijd tot geloof kwam, dan in 2008 – 40 jaar later.

De maanden die volgen zijn geestelijk gezien een erg goede periode.

Maar de waarschuwing die ik nu gekregen had, veranderde dat. Ik zie nu dat veel van wat ik nagestreefd en waar ik mijn leven die 40 jaar mee gevuld heb, van twijfelachtige waarde geweest is. Ik doe nu niet meer mijn best om mijn reputatie te verbeteren of van meer betekenis te zijn. Ik realiseer me hoe onbelangrijk dat is. Nu ik bezig ben mijn bezittingen op te ruimen, erken ik hoe ik er mijn leven behoorlijk mee volgestopt heb en hoe weinig ik er eigenlijk van nodig had. Ik had, achteraf gezien, de financiële zaken voor mijn vrouw graag beter hebben willen regelen, maar ik weet dat ‘zonder zorgen achterlaten’ haar in de komende jaren geestelijk niet zal helpen.

Bijbel lezenTerwijl het lichaam aangetast wordt en achteruit gaat, worden geestelijke dingen helderder en duidelijker. Ik zie nu erg duidelijk hoe zondig ik ben en hoeveel invloed dat nog steeds op mijn leven heeft. Ik besef hoe weinig tijd ik over heb om tegen mijn trots, mijn lichtgeraaktheid, mijn gemopper en mijn egoïsme te vechten. Ik moet nadenken over wat ik zeg, want ik heb misschien geen tijd meer om het goed te maken of me te verontschuldigen. Wat de Bijbel hier allemaal over zegt heeft voor mij nog meer gezag en relevantie. Elke dag als ik zijn Woord opensla, spreekt God rechtstreeks tot mijn hart. Daarin vertelt Hij mij wat er achter dit leven ligt. Ik kan het eind van dit leven zien. Het doemt op aan de horizon en het bemoedigt mij als ik bedenk, dat het niet lang meer zal duren voor ik daar ben.

Gods Woord vertelt mij wat er achter dit leven ligt.

Nu de afstand steeds korter wordt, bemoedigt het mij om te des sterker te geloven dat ik de finish zal halen. Ik weet dat dat Gods werk is en niet mijn prestatie. Het is ook een geruststelling om te weten dat het nog een korte tijd zal duren en dat de kans om in grote zonde te vallen afneemt. Ik loop steeds minder risiko mijn roeping te verloochenen en die gedachte geeft mij troost. Ik ben mij er altijd van bewust geweest hoe ontzettend diep de verdorvenheid in mijn hart zit en de gevaren die dat elke dag met zich meebrengt. Nu zijn er veel minder dagen waarin ik die dreiging onder ogen hoef te zien dan ik gedacht had.

Hoop met de dood voor ogen

Gelegenheden om anderen te vertellen over Jezus worden nu belangrijker en urgenter. Onze tijd is zo verstoken van hoop als men de dood onder ogen moet zien, dat er een groot taboe op dit onderwerp rust. Maar als je, zoals ik, dit nieuws te horen gekregen hebt, houdt het je telkens weer bezig, of je het nu wilt of niet. Ik heb geleerd er voorzichtig over te praten nadat ik bij mijn kapper in Eastbourne was geweest. Het meisje dat mijn haar knipte vroeg me hoe het met me ging. Ik antwoordde dat ik net te horen gekregen had dat ik nog maar een paar maanden te leven had. Ik kon geen woord meer uit haar krijgen tijdens de rest van de knipbeurt!

Het is een wonderlijk voorrecht om de hoop op het eeuwige leven met anderen te mogen delen

Maar de angst die mensen voor de dood hebben betekent niet dat ze er niet over na hoeven te denken of dat zich niet bewust zijn dat elk leven daar eindigt. Het is een wonderlijk voorrecht om de hoop op het eeuwige leven met anderen te mogen delen, vooral als het voor de niet-gelovige duidelijk is dat het eeuwige leven voor jou als gelovige een realiteit is. Ik ben er niet zo goed in geweest deze hoop te delen, maar ik ben er dankbaar voor dat ik het een beetje meer durf nu mijn eigen dood nadert, want ik heb geen excuses om erover te zwijgen.

Ashton Mark On my way to heaven

Dit is de derde aflevering van mijn Nederlandse weergave van het boekje On my way to Heaven Facing death with Christ, geschreven door Mark Ashton, predikant van St. Andrews the Great in Cambridge, nadat hij op zijn 60e te horen gekregen had dat hij een ongeneeslijke vorm van kanker had.

Lees ook Aflevering 1 en Aflevering 2.

Op weg naar de hemel – met Christus de dood onder ogen zien (Mark Ashton – 2)

 

“Gedenk Hem – voordat het zilverkoor wordt weggenomen, de gouden lamp gebroken, de waterkruik in stukken valt en het scheprad bij de put stukgebroken wordt. Wanneer het stof terugkeert naar de aarde, weer wordt zoals het was en de adem van het leven weer naar God gaat, die het leven gegeven heeft.” (Prediker 12:6-7)

Ashton Mark fotoIn 2001 bezocht mijn moeder ons in Cambridge. Terwijl zij op een zondag op weg was naar de kerk, viel ze en brak haar heup. Vanaf toen stierf ze een langzame en pijnlijke dood, totdat ze 4½ jaar overleed. Omdat ze stapje voor stapje al haar vrijheid verloor heeft ze vooral psychisch geleden. Aan haar sterfbed bad ik dat ik niet net zo’n lange en (ook al kon ze er niets aan doen) in toenemend mate machteloze ouderdom als haar zou bereiken, waarin ik mijn vrouw en familie tot last zou zijn en mijn vrienden in verlegen zou brengen ‘zonder tanden, zonder ogen, zonder smaak, zonder alles’ (William Shakespeare). Ik zei eens tegen de kerkvoogden van St. Andrew the Great, dat ik tijdens mijn leven niet een probleem wilde zijn voor degenen die voor mij zorgen: een slecht gehumeurde, prikkelbare, snauwerige man voor mijn vrouw, Fiona, terwijl ze me voortduwt in een rolstoel. Eén van de kerkvoogden antwoordde dat de enige verandering in vergelijking met nu de rolstoel was!

Kanker

In het voorjaar van 2007, toen ik een sabbatical had in Nieuw Zeeland, kreeg ik pijn in de buurt van de galblaas. Dat bracht mij in december 2008 uiteindelijk in het Addenbrooke’s Hospital waar een chirurg de galblaas verwijderde. Maar terwijl hij dat deed, vond hij een vorm van kanker die vanuit de galblaas de lever aangetast had. Het was al te laat voor een chirurgische ingreep of voor bestraling en er bleek geen effektieve behandeling met chemotherapie mogelijk te zijn voor galblaaskanker. De oncoloog gaf aan dat ik misschien nog zes tot negen maanden te leven had. Mijn gebed toen mijn moeder stierf was beantwoord. Ik zei tegen de chirurg die mij het nieuws bracht: “Wat u mij zonet verteld hebt is voor een gelovige christen geen slecht nieuws, maar goed nieuws; dit is niet het eind van het verhaal, maar het begin.” (Ik zag in mijn gedachten ook een stripwolkje boven het hoofd van de chirurg verschijnen met de tekst: ‘Deze man zit overduidelijk in de ontkenningsfase’).

Dit is niet het eind van het verhaal, maar het begin.

Maar ik heb 62 jaar een erg gelukkig leven op aarde gehad en Jezus is al meer dan 40 jaar mijn Heer en Redder. Dus ik voelde geen spijt. Mijn voornaamste reaktie daarna was, en is nog steeds, één van dankbaarheid. God heeft alles goed laten verlopen en ik geloof dat Hij dat nog steeds doet. Hij is bezig mij terug te halen bij Hemzelf terwijl ik mij nog helemaal gezond voel, terwijl ik nog aktief ben als predikant, terwijl mijn kinderen inmiddels het huis uit zijn en met hun eigen gezin en carrière bezig zijn, en terwijl mijn vrouw nog steeds de energie en vitaliteit heeft om een nieuwe levensfase in te gaan.

Ashton Mark On my way to heavenDit is de tweede aflevering van mijn Nederlandse weergave van het boekje On my way to Heaven Facing death with Christ, geschreven door Mark Ashton, predikant van St. Andrews the Great in Cambridge, nadat hij op zijn 60e te horen gekregen had dat hij een ongeneeslijke vorm van kanker had. Aflevering 1 kun je hier nalezen.

Eens zien we elkaar weer – de dood is het einde niet

NIKS NA DE DOOD is wat veel mensen geloven. Jongeren noemen het tegenwoordig YOLO. In mijn jaren als jongere (de jaren ’80) zong Toontje Lager een goddeloos nummer met de titel “Niks na de dood” en troostte Klein Orkest iedereen  met de gedachte “Over 100 jaar zijn jullie allemaal dood – en wij ook”.

Die gedachte, dat het met de dood afgelopen is, zal iedereen wel eens bekruipen. Ook als christen. Je kunt er op zondag nog zo mooi samen van zingen, maar is het ook echt zo, dat het geloof in God als je Vader en in Jezus als je Verlosser je echt troost wanneer iemand uit je meest nabije omgeving plotseling of na een lang ziekbed komt te overlijden?

UITRUSTEN

In de Bijbel wil onze Heer Jezus ons die troost wel geven. In Openbaring 14 vers 13 horen we Hem zeggen: ‘Gelukkig zijn zij die in verbondenheid met de Heer sterven. Zij mogen uitrusten van hun inspanningen, want hun daden vergezellen hen.’ Het sterven van de gelovigen die ons zijn voorgegaan wordt hier dus uitgelegd als ‘uitrusten van hun inspanningen’. Dat vind ik zelf een mooie omschrijving. Als iemand in Jezus geloofde als zijn of haar Heer, mag je ervan overtuigd zijn, dat hij of zij het nu beter heeft. Want na je sterven ben je bij Hem, Jezus, je Heer! En dus is het een waar woord wat Paulus schrijft in 1 Tessalonicenzen 4 vers 13, dat je als christen niet op dezelfde manier ‘bedroefd bent, zoals de andere mensen, die geen hoop hebben.’ In de oude bijbelvertaling kon je lezen, dat Paulus het 2x heeft over ‘hen, die ontslapen zijn’ (in vers 13 en in vers 14).  Daarmee bedoelt hij de gelovigen ‘die in Christus gestorven zijn’ (vers 16).  

ONTSLAPEN

In de bijbelvertaling die we in onze kerk gebruiken,  de NBV van 2004, is dat woord ‘ontslapen’ vervangen met het veel algemenere woord ‘de doden’. Dat vind ik jammer. Want het gaat om de vraag die de christenen toen in Tessalonika heel erg bezig hield: zal mijn gestorven man en zullen onze twee gestorven kindertjes er wel bij zullen zijn als Jezus terugkomt? Dan gebruikt Paulus volgens mij expres het woord ‘ontslapen’ om aan te geven, dat het sterven van een christen geen straf op de zonde meer is, maar een wachttijd tot het moment dat Jezus terugkomt. Na slapen word je eens weer wakker, en daarom kon Jezus van het dochtertje van Jairus en van Lazarus ook zeggen, dat ze sliepen.

Ik heb dit een tijd terug aan het Nederlands Bijbelgenootschap geschreven, maar zij gaven als antwoord, dat het woord ‘ontslapen’ (dat twaalf keer voorkomt in het N.T.)  een synoniem is voor ‘sterven’. ‘Ontslapen’ klinkt daarbij als een eufemisme en verzacht het hardere ‘sterven’ of ‘dood gaan’ iets. Maar dat laatste was voor de vertalers in 2004 geen doorslaggevend argument om het woord ‘ontslapen’  te handhaven. Zij vonden vooral,  dat ‘ontslapen’ een te ouderwets woord geworden was.

Ik denk daar toch anders over. Paulus maakt juist bewust van deze fijne nuancering gebruik, omdat er verschil zit in het sterven van Jezus en het sterven van wie in Hem geloven. Hij heeft het immers in vers 16 over ‘zij die in Christus sterven’ (NV’51) / ‘de doden die Christus toebehoren’. Als je dat gelooft, is ‘ontslapen’ een fijngevoelige omschrijving die aangeeft, dat de dood niet meer het laatste woord.

Wat dat betreft vind ik het jammer, dat deze nuance is verdwenen uit de NBV.

DE DOOD PROEVEN

Dat geldt ook van de uitdrukking ‘de dood proeven / smaken’. Die wordt in het N.T. 5x gebruikt. Drie keer in hetzelfde verband door de Here Jezus (Mat. 16:28 = Mark. 9:1 = Luk. 9:27) en verder nog een keer door de Here Jezus in Joh. 8:52 en tenslotte in Hebr. 2:9. In de NBV staat nu alleen nog in Joh. 8:52, dat Jezus zegt: ‘Wie mijn woord bewaart zal de dood nooit proeven.’ Op de andere vier plaatsen staat nu ‘sterven’ of ‘de dood’. Ook dat vind ik erg jammer. Want volgens mij gebruiken de Here Jezus en de schrijver van Hebreeën die uitdrukking om aan te geven, dat de dood een bittere vijand is. Maar wie gelooft, hoeft die bitterheid niet meer persoonlijk te proeven, ook al moet je nog sterven. Want Jezus heeft door de genade van God  voor allen de dood als vijand echt gesmaakt en geproefd, zegt Hebreeën 2:9. En dus hoeven de mensen die in Hem geloven, de dood niet meer op die manier te ondergaan, zegt Jezus in de andere vier Bijbelgedeeltes. Ik denk dus, dat de bijbelschrijvers deze uitdrukking niet voor niets als synoniem voor ‘sterven’ gebruikt hebben.

Ook dit heb ik een tijd terug aan het Nederlands Bijbelgenootschap voorgelegd. De reaktie was toen, dat het werkwoord voor ‘proeven’ ook vertaald kan worden als ‘(de dood) ervaren’ of ‘(de dood) meemaken’. In het Nederlands zeg je in dat geval gewoon ‘sterven’. Alleen in Joh. 8:52 staat nu nog ‘de dood proeven’, omdat het in vers 51 over ‘de dood zien’ gaat. In die passage gaat het dus om twee beeldende omschrijvingen van het sterven. Ook zei men dat het verschil tussen ‘sterven’ en ‘de dood in zijn bitterheid proeven’  theologische van aard is, want in het Grieks staat het woord ‘bitterheid’ er niet bij. Maar men was wel gevoelig voor het argument dat als er vijf keer een synoniem voor ‘sterven’ gebruikt wordt, je die uitdrukking ook best in het Nederlands vijf keer kunt gebruiken. Dat wil niet zeggen, dat ze het bij de herziening van de NBV in 2016 ook zullen overnemen, want het hangt mede van het tekstverband af.

Ik hoop, dat de uitdrukking ‘de dood proeven’ weer alle vijf de keren in onze vertaling wordt opgenomen. Zo blijf je dicht bij de grondtekst en kun je als bijbeluitlegger aangeven, dat de Here Jezus echt de dood in z’n volle omvang als straf van God ondergaan heeft (Hebr. 2:9), terwijl wie in Hem gelooft, daar niet meer op die manier bang voor hoeft te zijn. Want, zegt Paulus in 1 Kor. 15: ‘Dood, waar is je overwinning? Dood, waar is je angel?’ De angel is eruit, want Jezus Christus onze Heer heeft de dood overwonnen. En dus zullen ook onze geliefden, die in Christus gestorven zijn, eens weer opstaan. Zelfs nu al mag je zeggen: ze zijn wél gestorven, maar ze zijn níet dood. Ze zijn bij Jezus hun Redder en Heer.

HOOP

Dat is een kwestie van geloof. Je ziet bij een begrafenis of een crematie iets anders. Je voelt tot in lengte van jaren het gemis. En toch … toch zien we elkaar eens weer bij de Here Jezus. Eerst in de hemel. Straks op de nieuwe aarde. Dat geeft echt hoop in al het verdriet. Dat wil Paulus ons juist graag meegeven: Troost elkaar met deze woorden.

Voor de liefhebber: alle info over de NBV, de keuzes bij het vertalen en de herziening die er in 2016 aankomt is te vinden op www.nbv.nl, een aparte website van het Nederlands Bijbelgenootschap.
Zie ook vorige blogs zoals
In de hemel is de Heer en Colton heeft Jezus daar gezien –  12 juni 2013
Vol verlangen zingen op weg naar die grote dag – 24 mei 2014
Heaven is for real – een oppervlakkige film en een aardig dagboek over Colton Burpos bezoek aan de hemel – 11 januari 2015
Herkenning in de hemel – maar hoe? – 20 maart 2015

Herkenning in de hemel – maar hoe?

Het boek “De jongen die in de hemel was” is sinds 2013 een beststeller in Nederland. Ook de film “Heaven is for real”  (in 2014 naar aanleiding van het boek verschenen) is al door duizenden mensen Burpo jongen hemel 2e drukbekeken. Waarom vinden mensen dit boek en deze film zo interessant? Omdat een vierjarig jongetje, Colton Burpo, tijdens een operatie een blik in de hemel heeft mogen werpen. Hij zegt dat hij daar Jezus gezien heeft en ook nog zijn overleden zusje en zijn al veel eerder overleden overgrootvader. Van het boek en de film kun je van alles vinden. Ik schreef op mijn weblog al voordat het boek een rage werd In de hemel is de Heer – en Colton heeft Jezus daar gezien. En wat ik van de film vind in vergelijking met het boek kun je lezen op Heaven is for real – een oppervlakkige film.

Hoe je ook over de ervaringen van de kleine Colton denkt, de twee vragen die veel mensen bezig blijft houden zijn:

  1. Hoe konkreet mogen wij ons een voorstelling van de hemel maken? Herken je daar echt je familie en vrienden weer, als ze tenminste gelovig zijn gestorven? Of kan dat niet, omdat je dan in de hemel ook mensen zou missen?
  2. Hoe betrokken zijn de gestorven gelovigen in de hemel met alles wat er hier op aarde gebeurt? Zien ze ons nog en leven ze intensief met ons mee? Of kan dat niet, omdat er dan ook verdriet in de hemel zou zijn?

Dat zijn vragen waar je lang over na kunt denken en eigenlijk nooit over uitgepraat raakt. Toch kun je er op grond van de Bijbel wel iets over zeggen.

1. De gelovigen in de hemel leven echt!

In de hemel leven de gelovigen echt. Want een mens bestaat uit lichaam en ziel. Als hier op aarde een mens sterft, worden die twee gescheiden. De ziel verlaat het lichaam en keert terug tot God, zegt Prediker. Jezus onze Heer zegt in de gelijkenis van de rijke man en de arme Lazarus, dat de engelen de zielen van de gestorven gelovigen naar de HERE God en de Heer Jezus toebrengen in de hemel. “En ik, Johannes, zag de zielen van hen die onthoofd waren omdat ze van Jezus hadden getuigd en over God hadden gesproken. Zij waren tot leven gekomen en heersten samen met de Messias duizend jaar lang.” Letterlijk staat er: “Zij leefden” (zo heeft de oude Statenvertaling het ook). Zij leefden namelijk na hun dood gewoon verder. Johannes zegt daarna: “Dit is de eerste opstanding. Gelukkig en heilig zijn zij die deel hebben aan de eerste opstanding. De tweede dood heeft geen macht over hen.” Die eerste opstanding is, om het zo te zeggen, het hemels leven van de gestorven gelovigen. Zij leven verder in de hemel, maar wel op een nieuwe manier. En het is een tijdelijke periode, want de hemel is niet onze eindbestemming. Het is eerder een prachtige wachtkamer. Want Jezus onze Heer neemt al Gods kinderen mee naar de nieuwe aarde als Hij terugkomt op de wolken.

In de hemel zijn de gestorven gelovigen dus zichzelf. Niet ‘gewoon’ zichzelf zoals hier op aarde, want hier op aarde beantwoordde ons leven niet volledig aan Gods doel. Dus is de herkenning in de hemel ook niet ‘gewoon’ een voortzetting van relaties zoals die hier op aarde was. Nee, alles staat dan in het kader van de relatie met onze hemelse Vader en met Jezus onze Heer. Daar gaat het om, en daarom schrijft Paulus ook: Want als wij geloven dat Jezus is gestorven en is opgestaan, moeten wij ook geloven dat God door Jezus de doden naar zich toe zal leiden, samen met Jezus zelf. (1 Tess. 4:14). Hoe konkreet die herkenning is, daar kun je over twisten. Colton zegt dat hij in de hemel Jezus onze Heer gezien heeft én z’n overgrootvader én z’n overleden zusje. De één zal dit voor waar aannemen, de ander blijft zich afvragen of dat echt zo zal zijn. Ik wil graag doorgegeven wat een bekende stem uit het verleden hierover heeft gezegd. Het is Prof. Dr. H. Bavinck. Die schreef ruim 100 jaar geleden vier kloeke delen ‘Gereformeerde Dogmatiek’. In het laatste deel gaat hij in op dit thema. Op blz. 619 schrijft hij:

De hoop op het weerzien aan de overzijde van het graf is volkomen natuurlijk, echt menselijk en ook in overeenstemming met de Heilige Schrift. Want deze leert eeuwig leven van individuele mensen in dienst van Gods naam. De vreugde van de hemel ligt daarom wel allereerst in de gemeenschap met Christus, maar vervolgens toch ook in de gemeenschap met de zaligen onderling. Het hoogste wat Paulus wenste was, te sterven om bij Christus te zijn. Maar Jezus stelt zelf de vreugde van de hemel voor onder het beeld van een maaltijd, waar allen aanzitten met Abraham, Izak en Jakob. De hoop op het weerzien is daarom op zichzelf niet verkeerd, als zij maar ondergeschikt blijft aan het verlangen naar de gemeenschap van Christus.

2. De gelovigen in de hemel leven mee!

Maar wat doen de zielen van de gelovigen daar in de hemel? Vaak wordt gevraagd of er ook herkenning is en of de gelovigen die al bij de Heer zijn ons vanuit de hemel kunnen zien. Ook hierover kun je niet te veel met zekerheid zeggen, dus ik zou er wat voorzichtig mee zijn. Eén ding is wel zeker: de gestorven gelovigen die in de hemel zijn, leven mee met het wel en wee op de aarde. We hebben een wolk van geloofsgetuigen om ons heen die ons aanmoedigen in de wedstrijd van het geloof (Hebr. 12). In Openbaringen 6 hoort Johannes de zielen onder het altaar roepen: “Hoe lang duurt het nog, Heer Jezus, voor U terugkeert om ons bloed te wreken aan de goddelozen die op de aarde wonen?” De gelovigen in de hemel leven mee met wat er op aarde gebeurt. In het boek over Colton staat (op blz. 121), dat zijn grootmoeder heel blij is wanneer ze hoort dat haar vader, die nooit over z’n geloof praatte, toch in de hemel is. Ze vraagt zich af hoe het kan dat hij zijn achterkleinzoon die meer dan 25 jaar na zijn dood geboren is, in de hemel erkent. Is het een kwestie van meeleven en dus meekijken met wat er op aarde gebeurt? Of is het een aanvoelen van dingen waar wij hier op aarde vanwege de zonde geen antenne voor hebben? Ook hier schrijft Prof. Dr. H. Bavinck over in deel 4 van zijn dogmatiek (nog steeds blz. 619):

Anderzijds is het ook geen ongerijmde gedachte, dat de zaligen in de hemel verlangen naar de gelovigen die op aarde zijn. Al geeft de Schrift ons geen recht te geloven, dat de zaligen in de hemel alles weten wat hier op aarde gebeurt, toch is het waarschijnlijk, dat zij van ons als strijdende kerk hier op aarde minstens evenveel weten als wat wij hier op aarde van hen in de hemel weten. En dat weinige, gevoegd bij de kennis, die zij uit hun eigen herinnering bezitten en die misschien telkens door mededelingen van engelen en pas gestorvenen uitgebreid wordt, is voldoen om hen steeds met belangstelling te laten denken aan deze aarde en aan de machtige worsteling die hier gestreden wordt.

De laatste gedachtes van Bavinck vind ik wel wat speculatief. Volgens mij zegt de Bijbel er niet zoveel over hoe de gestorven gelovigen precies aan hun informatie komen. Eén ding weten ze wel: zij zijn boven binnen, terwijl de geloofsstrijd beneden op aarde verder gaat. Zelf zou ik het willen vergelijken met hoe wij geïnformeerd worden via radio en televisie over het wereldnieuws: we weten lang niet alles, maar genoeg om mee te leven en onder de indruk te raken. Zo mag je zeggen dat de gelovigen in de hemel in grote lijnen zien wat er op aarde gebeurt. Ze volgen als het ware het hemelse journaal van de wereldgeschiedenis. Daarom vragen ze ook aan de Heer Jezus of Hij snel een einde wil maken aan de vervolging van de christenen.

3. De gelovigen in de hemel kijken uit naar de nieuwe aarde!

Veel christenen, en ik ook, zouden graag een blik in de hemel willen werpen. Toch is het belangrijk om voor ogen te houden, dat de hemel niet het mooiste en belangrijkste mag zijn waar je als gelovige naar uitziet of waar je jezelf en anderen mee kan troosten. De hemel is niet onze eindbestemming. De gestorven gelovigen wonen daar na hun sterven maar tijdelijk. Pas ná de jongste dag keert het paradijs op aarde weer terug. Dán krijgen al Gods kinderen ook een nieuw, perfekt en volmaakt lichaam terug. Na de jongste dag breekt de tijd aan, dat de hemel en de aarde weer bij elkaar horen. Dan wordt de aarde weer paradijs, net als in het begin. Dan is het contact en de relatie met God de Vader en met Jezus Christus eindelijk 100%. En komen alle mensen volledig tot hun recht. Ja, iedereen zal daar helemaal tot bloei komen. Ieder zal zijn of haar gaven en talenten volledig benutten. Je zult er volledig jezelf kunnen zijn. Maar juist op de nieuwe aarde betekent ‘jezelf zijn’ ook: ‘er helemaal voor God de Vader en Jezus Christus zijn’. Want Zij staan in alles centraal: “In de stad zal de troon van God en van het Lam staan en zijn dienaren zullen Hem daar vereren.” (Openbaring 22:3) Dáár gaat alles om in de hemel en op de nieuwe aarde. Dat maakt het leven tot een eeuwig feest. Want wat zal het een feest zijn om voor altijd samen met God en Jezus te zijn!

Afgeslacht door ISIS – 21 nieuwe zielen erbij aan de voet van het altaar

“Ik zag aan de voet van het altaar de zielen van al degenen die geslacht waren omdat ze over God hadden gesproken en vanwege hun getuigenis.”  (Openbaring 6 vers 9)ISIS - 21 koptische christenen icoon 2“Opdat wij niet vergeten.” Bij die uitdrukking denken we aan de Tweede Wereldoorlog. De gruweldaden van Nazi-Duitsland, vooral de genocide van zes miljoen Joden en de dood van honderdduizenden andere slachtoffers van dat regime, mogen nooit vergeten worden.

Eind februari – begin maart was de Syrisch-Orthodoxe patriarch Aphrem II in ons land. Hij is het hoofd van ruim 1,5 miljoen christenen die oorspronkelijk uit het Turkije, Syrië en Irak komen. Er wonen 9.000  syrisch-orthodoxe christen in Nederland. Daarom is patriarch Aphrem II bij ons op bezoek. Gisteren was hij in Den Haag in de Tweede Kamer. Dit is wat hij de regering en het parlement voorhield: “De Westerse wereld is de christenen in het Midden-Oosten volledig vergeten.”

Dat maakte indruk op mij. Net als de beide schilderijen die in deze weblog staan. De christenheid in het Midden-Oosten heeft het extreem moeilijk. Waar is de betrokkenheid van de Nederlandse samenleving?  Die is, denk ik, echt ongeïnteresseerd geworden. Dat heeft een reden. Omdat meer dan de helft van onze bevolking in de afgelopen 50 jaren gefrustreerd afstand genomen heeft van het christelijk geloof en ‘de kerk’ met machtsmisbruik en bekrompenheid associeert, hebben de opiniemakers een blinde vlek gekregen voor het lot van vervolgde christenen. En wie daar aandacht voor vraagt, wordt weggezet als aanhangers van het CDA en de ChristenUnie die alleen maar aandacht vragen voor mede-christenen.  Maar als ik naar christelijk Nederland kijk, vraag ik mezelf af: waar is ons gebed? Wat doet het ons, dat onze medechristenen zo gruwelijk worden vervolgd en vermoord? En hoe reageren we daarop?

Een paar dagen na de onthoofding van 21 koptische christenen door ISIS in Libië maakte een Egyptische kunstenaar een schilderij. Het stond op een weblog van een diaken van een koptische kerk in Amerika (zie From Orange Jumpsuits to White Robes).  Zijn vrouw had er een artikel bij geschreven. Ze had de video zelf niet willen zien – en ik ook niet. Maar, schreef ze, mijn man heeft het wel gezien en hoorde de Artwork by: Wael Mories21 mannen als laatste uitroepen: “Ya Rabbi, Yasooah” (Mijn Heer, Jezus) en “Yasooah” (Jezus). Tot in de dood zijn ze Jezus trouw gebleven en Hem gevolgd. Zo brengt Petrus het onder woorden (1 Pe. 2:21-23): Ook Christus heeft geleden, om uwentwil, en u daarmee een voorbeeld gegeven. Treed dus in de voetsporen van Hem die geen enkele zonde beging en over wiens lippen geen leugen kwam. Hij werd gehoond en hoonde zelf niet, Hij leed en dreigde niet, Hij liet het oordeel over aan Hem die rechtvaardig oordeelt. Zo staat het op dit schilderij. Hij ging voorop. In een oranje overall. Tot in de dood. Dat is wat Jezus zijn volgelingen opdraagt én wat Hij zelf voor zijn volgelingen gedaan heeft. En dus, omdat ze Jezus trouw bleven tot in de dood, kregen deze 21 koptische christenen uit Egypte in plaats van een oranje overall een wit gewaad. Zo staat het in Openbaring 6 vers 11a: Ieder van hen kreeg witte kleren. Op aarde hadden zij, symbolisch, hun kleren al gewassen in het bloed van het Lam. Ze zijn trouw gebleven aan hun Heer, zelfs met het mes op de keel. Dus ontvangen ze in de hemel het feestkleed  uit de handen van hun Heer. Maar er staat nog iets. De zielen aan de voet van het altaar aan God vragen: ‘O heilige en betrouwbare Heer, hoe lang duurt het nog, voordat U de mensen die deze gruweldaden begaan hebben, zult straffen?’ En dan krijgen zij het verbijsterende antwoord: ‘Nog even geduld, want het getal van de martelaren is nog niet vol.’ (Openbaring 6 vers 11b)

Hier op aarde denk ik dan al gauw: niet alleen de westerse wereld, maar God Zelf heeft zijn kerk in het Midden-Oosten vergeten! Want waarom grijpt de Heer niet in? Het kost mij moeite om vraag, net als de zielen aan de voet van het altaar, bij God Zelf neerleggen en daar te laten.

Ondertussen lees en hoor ik, hoe de koptische kerk en de koptische christenen aan alle kanten, tot in de interviews van de 21 weduwen toe, een heel ander geluid laten horen dan de moord en dreiging blazende ISIS-strijders die niets anders willen dan dood en verderf zaaien. Net als de vrouw van die koptische christen bij het schilderij, zeggen ze allemaal: hier op aarde moeten wij onze vijanden liefhebben en bidden voor wie ons vervolgen, want alleen dan zijn jullie werkelijk kinderen van je Vader in de hemel, heeft Jezus Zelf gezegd. Ik las op internet de volgende reaktie van een priester van de Koptische kerk richting de moordenaars van ISIS: “Toch houden we van jullie, omdat jullie deel zijn van Gods schepping. We blijven voor jullie bidden. Wat jullie gedaan hebben – daarmee hebben jullie ons geen kwaad aangedaan, maar heb je alleen maar jezelf beschadigd.” En de koptische paus Tawadros II riep binnen een week de 21 koptische gastarbeiders officieel uit tot martelaren van de kerk. Hij deed er diezelfde oproep bij om met liefde te antwoorden op deze gruweldaad. Want als christen weet je toch, dat God eens de ultieme Rechter zal zijn.

Ik weet niet of ik uit mezelf die vergevingsgezindheid zou kunnen opbrengen als mijn geliefden iets heel ergs aangedaan wordt. Volgens mij zijn wij hier in het Westen allemaal mensen met een kort lontje geworden. God is totaal anders. Hij heeft eindeloos geduld. Maar als zijn geduld op is, berg je dan maar. Openbaringen 6 eindigt met de dag dat God en Jezus alles recht zullen zetten. Die dag wordt ‘de grote dag van hun toorn’ genoemd. Je kunt je afvragen, of het wel past God de Vader en bij Jezus onze Heer dat ze in boosheid uitbarsten. Daarover zou ik het volgende willen zeggen. Bedenk deze drie dingen:

1/ Als ik nadenk over Gods toorn, begrijp ik weer des te beter hoe afschuwelijk God de zonde vindt. Er is bij Hem sprake van rechtvaardige boosheid.

2/ Als ik nadenk over Gods toorn, wil ik weer des te meer God zo te dienen, als Hij dat graag wil, met eerbied en ontzag. Er is bij Hem sprake van ontzagwekkende heerlijkheid.

3/ Als ik nadenk over Gods toorn, raak ik weer des te dieper onder de indruk van zijn liefde voor mij. Want om mij van de eeuwige ondergang te redden liet Hij Jezus eerst op aarde komen om aan het kruis te sterven. Zelfs in het eindoordeel wordt Jezus aangeduid als ‘het Lam dat eruit ziet alsof het geslacht was’. Dat is het eerste waar God mee komt. Hij laat Jezus in mijn leven komen om mij het geloof te geven. Er is bij Hem sprake van royale genade!

Als ik dat laatste geloof –royale genade–, hoef ik voor dat eerste niet bang te zijn – rechtvaardige boosheid–, maar durf ik ondanks de serieuze werkelijkheid van zijn toorn, toch volledig op Hem vertrouwen – ontzagwekkende heerlijkheid.  Want wat God in zijn liefde doet, doet Hij graag. En wat Hij in zijn toorn doet, doet Hij met tegenzin. Maarten Luther zei al, dat God zijn rechterhand gebruikt om liefdevol om de mensen heen te slaan en zijn linkerhand om de mensen te straffen, en dat Hij zijn beide handen niet op dezelfde manier gebruikt. Een liefdevolle God die met zijn oordeel komt – het is voor ons moeilijk te kombineren. Maar voor God niet. Gelukkig maar.

Bij het eerste schilderij: Op 21 februari verklaarde de koptisch paus Tawadros II de 21 koptische christenen die door ISIS vermoord zijn, tot martelaars en heiligen. Zij zullen elk jaar op 15 februari herdacht worden. Tony Rezk, een Egyptische kunstenaar die in Virginia – Amerika woont, schilderde op 21 februari deze icoon van de 21 martelaren, waarvan er 20 uit Egypte kwamen en 1 uit Ghana. Naast witte gewaden ontvingen zij uit de hand van de engelen ieder een gouden kroon.
Bij het tweede schilderij: Op 15 februari 2015 liet ISIS een barbaarse video zien van de onthoofding van 21 Egyptische gastarbeiders in Libië aan het strand van de Middellandse Zee. Zij waren allemaal koptische christenen op zoek naar werk. De Egyptische  kunstenaar Wael Mories, zelf een koptisch christen uit Caïro, plaatste op 16 februari een indrukwekkend schilderij  van deze gruwelijke moordpartij op zijn Facebook-pagina. Jezus ging, in oranje overall, voorop zonder een ISIS-strijder achter Hem. Hij nam opnieuw vrijwillig zijn kruis op.
Deze blog is als overdenking uitgesproken tijdens de Middag-Pauze-Dienst op 4 maart 2015 in de Bethelkerk (de voormalige Joodse synagoge) aan de Groningerstraat in Assen.

Heaven is for Real – een oppervlakkige film en een aardig dagboek over Colton Burpo’s bezoek aan de hemel

De jongen die in de hemel was is al meer dan 1½ jaar het best verkochte christelijke boek in Nederland. Het heeft veel tongen losgemaakt. De verhalen van een kleuter van bijna 4 jaar over wBurpo jongen hemel 2e drukat hij in de hemel  heeft gehoord en gezien zijn zo bijzonder. Wat je er ook van vindt, ik geloof dat Jezus onze Heer werkelijk in de hemel is. En het verhaal van Colton onderstreept dat voor mij.  Zo schreef ik erover in juni 2013, toen het boek nog tamelijk onbekend was – zie hier. Nu is ook de film Heaven is for Real uitgekomen. En is er een bijbels dagboek van Todd & Sonja Burpo verschenen met 42 ‘inspirerende overdenkingen’ onder de titel De hemel verandert alles.  De film van ruim 1:30 uur heb ik helemaal bekeken en het dagboek heb ik met interesse doorgebladerd.

De kern van het boek vind je niet terug in de film

Over de film valt veel te zeggen. Het begin is wat langdradig, maar inhoudelijk is het knap gespeeld. Met name door Colton die met zijn grote blauwe ogen zo aller-onschuldigst de dingen die hij in de hemel gezien heeft, aan de orde stelt. Ook ben ik blij dat er nagenoeg geen ervaringen van Colton in de hemel zijn nagespeeld. Daar was ik wel even bang voor. Want dan zou een film mijn beeld van hoe het in de hemel toegaat, gaan bepalen. Nu komt alleen de hand van Jezus in beeld en het moment dat Coltons zusje (sprekend haar moeder) hem omhelst. Voor de rest zitten er wat vrijheden in die niet in het boek staan, zoals het bezoek van vader Todd aan een psycholoog die de bijna-doodervaring van Colton wegverklaart (met een slechte vertaling van de Engelse termen ‘extrasensory knowledge’ en ‘circular’) en een dreigend conflict van Todd met zijn kerkenraad.

Heaven is for real movieMijn grote bezwaar tegen de film is, dat het hart uit het boek weggesneden is. Het boek is weliswaar vooral een succes geworden, denk ik, omdat het over de herkenning gaat van z’n ongeboren zusje en z’n overgrootvader die hij nooit gekend heeft. Maar daaronder zit de laag dat Colton, als hij hoort dat iemand gestorven is, bijna hysterisch vraagt: ‘Heeft die meneer Jezus gekend? Droeg hij Jezus in zijn hart? Dat móet, anders komt hij niet in de hemel. ‘ (blz. 82 en blz. 84 van het boek). In de film kom je passage niet tegen. En ook niet dat Colton zegt dat Jezus hem verteld heeft dat Hij aan het kruis gestorven is zodat wij naar zijn Vader kunnen  (blz. 145 van het boek). En dat Jezus heel veel van kinderen houdt is in de film vervlakt tot dat de hemel voor kinderen een hele mooie plek is. In het boek gaat het ten diepste om Jezus. Wie in Hem gelooft, krijgt een plaats in de hemel. De boodschap van de film is veel oppervlakkiger, namelijk: ‘God is liefde.’ Dat blijkt uit de passage waarin Colton een ernstig ziek meisje moed inspreekt door te zeggen: “Het komt goed. Niemand zal je ooit pijn doen”. In het boek zegt hij tegen een oudere, gelovige man die bijna zou sterven:  “Het komt goed. De eerste die u ziet, dat is Jezus.” (blz. 153 van het boek). Dat het geloof in Jezus vervaagt tot ‘God is liefde’  zie je ook bijna aan het eind van de film als dominee Todd een preek houdt. Daarin zegt hij: “Colton was echt in de hemel. Daar heeft hij Jezus gezien. Maar of Jezus je nu hoop geeft of dat je hem wantrouwt, dat geeft niets. Want God wil niet dat we daar allemaal dezelfde visie op hebben. Hij heeft een ander plan. Hij opent harten voor de liefde. Het enige wat ik hoef te doen en wat die liefde nodig heeft, is mensen te vertellen dat ze niet alleen zijn.”  Zo wekt de film de suggestie, dat iedereen in de hemel komt, omdat God vol liefde is. Dat blijkt o.a. uit de passage over de vrouw van wie de zoon op 19-jarige leeftijd als soldaat is omgekomen. Ze is boos op God en jaloers op Todd omdat die zijn zoon Colton wel terug kreeg. Ze vraagt dan: “Denk je dat mijn zoon in de hemel is?” Dan antwoordt Todd: “Denk je dat God meer van mijn zoon houdt dan van de jouwe?” In het boek staat het heel anders. Daar geeft Todd dit als antwoord geeft aan een moeder die een doodgeboren kindje heeft gehad, en dan niet vanwege Colton, maar vanwege het ongeboren zusje dat Colton in de hemel gezien heeft (blz. 184 van het boek).  Dat lijkt me voor gelovige ouders inderdaad een bijbelse troost (D.L. I 17). Maar in de film is elke oprechte liefde van ouders blijkbaar genoeg om in de hemel te komen. En dus is het een oppervlakkige film vanuit christelijk oogpunt bekeken.  Bijzonder jammer en echt een misser dat Jezus, onze Heer, in de film niet de plek krijgt die Hij in het boek nadrukkelijk wel krijgt.

Het dagboek spreekt meer aan dan de filmBurpo hemel verandert alles

In het dagboek komt Jezus wel nadrukkelijk op de eerste plaats te staan. Hoofdstuk 29 heeft als titel Belangrijk! en gaat over de vraag of je alleen in de hemel kunt komen als je Jezus in je hart hebt. Dat is voor Todd Burpo geen vraag, want Jezus heeft het Zelf  gezegd in Johannes 14 vers 6: Niemand kan bij de Vader komen dan door Mij. Dus zal God zeggen na je sterven: ‘Ken je mijn Zoon, en ben je werkelijk zijn volgeling op aarde? Dan ben je meer dan welkom in mijn huis.’ (blz. 118 van het dagboek). In het dagboek stellen Todd en Sonja op een vlot leesbare manier veel verschillende onderwerpen aan de orde. Elk hoofdstuk begint met een stukje uit het boek ‘De jongen die in de hemel was’. Daarna gaan Todd en Sonja daar wat dieper op in, met verwijzingen naar de Bijbel. Elk hoofdstuk eindigt met een kort ‘nadenkertje’  en een bijbeltekst. Meestal kun je er echt wel wat mee. Soms niet, zoals de opmerking van Todd om fotoboeken van trouwerijen en familiefeestjes als eerste bij een brand mee te nemen, “omdat je op die manier de mensen die je in de hemel opwachten beter zult herkennen.” (blz. 174 van het dagboek).

Als het om echte bijbelstudies over de hemel  gaat, kun je trouwens beter terecht bij Randy Alcorn. Hij is vooral bekend van de boeken  Deadline, Het territorium en Thuiskomst – drie detectiveromans Alcorn hemel boek bijbelstudieswaarin ook beschreven wordt hoe het in de hemel toegaat voor wie als christen gestorven is en in elke boek ook één indringend hoofdstuk voor wie door z’n ongeloof in de hel terecht komt. In het dagboek Hoe zal het in de hemel zijn? staan 50 overdenkingen die een bijbels perspectief op de eeuwigheid geven. Die gaan allemaal meer uit van de Bijbel dan het dagboek van de Burpo’s. Het mooie bij Randy Alcorn vind ik, dat hij nadrukkelijk aangeeft dat niet de hemel, maar het nieuwe Jeruzalem op de nieuwe aarde de plaats van onze bestemming is. Dat element mis ik wel bij het verhaal van Colton, de jongen die in de hemel was.

Kritische vragen mogen terecht gesteld worden

Voor de rest hou ik het hierbij. Er is bijbels-theologisch wel wat kritiek te leveren op het boek, de film en het dagboek van Colton, Todd en Sonja Burpo. Dat heeft bv. Matthijs Haak heel netjes gedaan in zijn oudejaarspreek ‘Heaven is for real’ van 31 december 2014 (na te lezen op zijn weblog http://t.co/WlqNhK79Ki) En ik vraag me af ook af in hoeverre je geloof moet hechten aan het portret van Jezus dat door Akiane Kramarik geschilderd is. Als ze 16 is, geeft ze aan dat haar visie op Jezus de volgende is: een lichtend voorbeeld voor alle mensen, want ieder mens moet op z’n eigen manier de weg naar de waarheid en het licht gaan om zo God te bereiken. Als ze op bijna volwassen leeftijd zo anders over Jezus denkt dan de Bijbel doet, hoe betrouwbaar zijn dan de visioenen die ze als kleuter gehad heeft en waarin ze Jezus heeft gezien? Zie daarvoor bv. zeer kritische reaktie van Marc Verhoeven op http://www.verhoevenmarc.be/PDF/hemelEcht.pdf. Maar zijn artikel heeft hij overgeschreven van Amerikaanse sites die vaak extreem chiliastisch en dus ook erg eenzijdig zijn. Dus blijf ik toch maar bij mijn eerste reaktie op het ervaringsverhaal van Colton Burpo: in het boek (maar helaas niet in de film) wijst hij nadrukkelijk naar de Persoon om wie het in de hemel gaat: Jezus.

 

Heaven is for Real – de film is voor ± € 15,00 overal in Nederland te verkrijgen
Todd & Sonja Burpo, De hemel verandert alles, 2014, Uitgeverij Plateau, Barneveld, € 16,90
Todd Burpo, De jongen die in de hemel was, 2013, Uitgeverij Plateau, Barneveld, € 12,95
Randy Alcorn, Hoe zal het in de hemel zijn?, 2009, Uitgeverij Medema, € 18,95

Als het leven soms pijn doet – gelovig gedenken op Oudejaarsavond

Op Oudejaarsavond wordt in veel gereformeerde (en protestantse) kerken op 31 december in een kerkdienst teruggekeken op het afgelopen jaar. In onze eigen gemeente gedenken we dan de gemeenteleden die in dat ‘jaar des Heren’ zijn overleden. Maar daarnaast (of als er binnen de eigen gemeente niemand gestorven is: in plaats van) kun je ook heel goed meer algemeen een moment van gedachtenis houden. Zo hebben we dat een aantal jaren geleden in onze gemeente gedaan.

Moment van gedachtenis

In deze laatste uren van 2017 beseffen we dat er weer een jaar voorbij is. En we beseffen ook, dat onze tijden in Gods hand zijn. Dat is een rustgevende gedachte bij alle drukte en hektiek. Het is vooral een troostvolle gedachte wanneer we denken aan ouders, broers en zussen en kinderen die de HERE God eerder dan ons uit dit leven weggenomen heeft. Daarom zingen we nu eerst een gedenklied. Daarna ontsteken we de gedenkkaarsen.

Gedenklied: Liedboek 103 : 1, 2, 3 (De heiligen, ons voorgegaan)

 

1e kaars: we gedenken de kinderen die al in de moederschoot, kort na de geboorte of in de kinderjaren door de HERE uit dit leven werden weggenomen.babyvoetjes

U was het die mijn nieren vormde,

die mij weefde in de buik van mijn moeder.

Ik loof U voor het ontzaglijke wonder van mijn bestaan.

Psalm 139 vers 13-14

 

2e kaars: we gedenken alle ouders die ons het leven hebben gegeven en hebben voorgeleefd en nu, vaak op hoge leeftijd, ons zijn voorgegaan.

Het is een troost te weten dat hierna nog iets komt

en dat de stem van de ander niet voor altijd verstomt.

We zien ze niet meer lopen of samen met ons gaan

en toch zegt iets van binnen dat zij dicht naast ons staan.

 

We zien de lege plaats wel, die stoel blijft pijnlijk leeg.Kaars brandend

Er blijft een stilte achter bij wat vaak aandacht kreeg.

Maar toch zegt iets van binnen dat zij er zeker zijn.

Die troost trekt met ons verder en draagt ons door de pijn.

 

Ons wacht een blijde toekomst, waar wij weer hand in hand

gaan langs de gouden stranden van het beloofde land.

Het heimwee ligt dan achter, de zorgen zijn niet meer.

Voor eeuwig zijn we samen in het land van onze Heer!

 

3e kaars: we gedenken alle andere geliefden van wie we in 2017 afscheid moesten nemen en die we zo missen omdat ze ons heel erg dierbaar waren.

God wat een dag,

wanneer de graven opengaan

en al uw kinderen,

reeds jarenlang tot stof vergaan,Voor altijd in mijn hart - Jezus

daar zomaar zullen staan,

stralend en fris

in het schitterend licht

van uw gezicht,

het witte feestkleed aan.

Coosje van Campen

 

4e kaars: we gedenken alle slachtoffers van de vele rampen, oorlogen en ziektes waardoor over heel de wereld en ook in ons land zoveel mensen getroffen zijn.

Als het leven soms pijn doet,

en de storm gaat te keer

in een tijd van moeite en verdriet.

Alsof de zon niet meer opkomt

en het altijd donker blijft

en de ochtend het daglicht nooit meer ziet.
 

Juist op die momenten als het echt niet meer gaat,

laat me merken laat me voelen dat U werkelijk bestaat,

dat uw armen om mij heen zijn en uw liefde mij omgeeft,

dat ik zal zien als ik terugkijk, dat U mij gedragen heeft.

 

Als ik kom met al mijn vragen, roos huwelijk

met mijn twijfels en mijn pijn,

met mijn angst en onveiligheid,

lijkt de hemel soms van koper,

geen gebed komt er doorheen

en ik verstik in onzekerheid.

 

Heer wilt U mij helpen als ik moe ben of verward,

dat het geloof in mijn verstand ook zal leven in mijn hart!

En dat uw armen om mij heen zijn en uw liefde mij omgeeft,

dat ik zal zien als ik terugkijk, dat U mij gedragen heeft.

 

Reni & Elisa Krijgsman – https://www.youtube.com/watch?v=BZMNxvcfNos

 

Kaarsen met Oudejaarsavond 31/12 in de kerkdienst

Gelovig terugkijken en gelovig gedenken –  veel christenen doen dat op 31 december in een oudejaarsdienst. Samen kijken we terug. Het bijna afgelopen jaar 2014 was een veelbewogen jaar. En samen gedenken we. Want op oudejaarsdag dringt het besef van de geliefden die we missen extra tot ons door.  De HERE nam ze uit dit leven weg en haalde ze, als ze in Hem geloofden, thuis. Zo kijken we gelovig achterom. We laten het Woord van de HERE schijnen en alles wat we in 2014 hebben meegemaakt, brengen we in gebed bij God.

Sommige kerken doen dat aan het eind van november, op de laatste zondag voordat Advent begint. Als gereformeerde kerken kennen we de traditie om dat op de laatste dag van het oude jaar te doen. Wat mij betreft blijft de traditie van een oudejaarsdienst nog heel lang bestaan. Zo verbinden we op een mooie manier het gewone leven met het geloof. Ook 2014 was een ‘jaar van onze Heer’. We tellen onze jaren vanaf de geboorte van Hem, Jezus Christus. Vorig jaar schreef ik over die tendens om het gelovig gedenken van 31 december te verplaatsen naar een zondag in november het blog Oudejaarsdienst 31 december – gelovig terugkijken, gelovig gedenken. Wie nog wat, in mijn ogen, goede argumenten voor het handhaven van 31 december als meest geschikt gedenkmoment wil lezen, moet hier even klikken.

Hoe kijk je nu op een goede manier terug en gedenk je de geliefden die in het jaar van onze Heer 2014 gestorven zijn? In onze gemeente van Assen-Peelo doen we dat sinds een aantal jaren door de namen van te noemen van degenen uit onze gemeente die afgelopen jaar zijn overleden én door kaarsen te ontsteken. Het aantal van vier is nogal praktisch: we gebruiken de kaarsen van Advent. En we nodigen gemeenteleden uit om één van de vier kaarsen aan te steken. Als men wil, mag men daarbij ook een bijbeltekst, een gedicht of een korte toelichting geven. Omdat we een heel jonge gemeente zijn met meestal minder dan vier overlijdens per jaar, kunnen we ook een kaars wijden aan ouders en andere direkte familieleden die gestorven zijn. En dit jaar, op verzoek van een gemeentelid, ook een kaars voor alle mensen die omgekomen zijn bij rampen als vlucht MH17, het oorlogsgeweld in Syrië & Irak, de Ebola-crisis enzovoorts. Dit moment wordt omgeven door bijbellezing, liederen en gebed. Zo geven we extra ruimte aan het gedenken van degenen die ons zijn voorgegaan en, als ze in hun Heer Jezus Christus geloofden, nu bij en met Hem verder mogen leven. Daarmee sluiten we op een passende manier het jaar 2014 af. En richten we ons op wat 2015 ons gaat brengen – misschien wel de terugkomst van onze Heer op de wolken. Hoe heerlijk zal dat zijn! (Opwekking 407)

Vol verlangen zingen op weg naar die grote dag

Ik merk al een tijd lang, dat liederen over de grote dag dat Jezus terugkomt, mij erg aanspreken. Vooral bij de coupletten over de grote dag dat Jezus terugkomt krijg ik een brok in mijn keel van ontroering.

wederkomst blauwe lucht

Bij Opwekking 585 zit het hem in vers 2:  “Er klinkt geschal wanneer de graven opengaan en doden opstaan, voor eeuwig levend door zijn kracht” en in het prachtige refrein: “Spoedig zullen wij Hem zien en voor altijd op Hem lijken en Jezus kennen zoals Hij is, amen! Nooit meer tranen, nooit meer pijn, want wij zullen met Hem leven in zijn nabijheid, voor altijd. Amen, amen!” Luister naar http://www.youtube.com/watch?v=_aMyWk4ooBs – een weergave van de mannendag Assen 2011.

En bij Opwekking 733 krijg ik vooral koude rillingen bij het derde couplet: “En op die dag, als mijn kracht vermindert, mijn adem stokt en mijn einde komt, zal toch mijn ziel uw loflied blijven zingen; tienduizend jaar en tot in eeuwigheid.” Op YouTube is dit (totdat Karla haar natuurfilm-versie nog eens vrij geeft voor publikatie) de topper: http://www.youtube.com/watch?v=KeVjB-SXqwU

Maar ik heb het ook bij Liedboek 267, een prachtig gezang over “Zalig die in Christus sterven, de doden, die de hemel erven, voor wie Hij woning heeft bereid”  en “Hij overwon het graf, wist onze tranen af, halleluja! Hij ging ons voor de heemlen door. Hij voert ons mede in zijn spoor.”

En bij Liedboek 114: “Ik zag een nieuwe hemel zich verheffen” met de versregels ”De Koning die zijn troon heeft in den hoge, houdt bij de mensen hof en alle tranen zal Hij van hun ogen afwissen tot zijn lof.”

Of neem de laatste regels van verschillende coupletten van de geloofsbelijdenis uit Gezang 123 van het Geref. Kerkboek: “zie hoe het eeuwig leven straalt” en “… totdat Hij nog eens komen zal … na glorieus bazuingeschal” en ‘Ik weet: mijn vlees wordt opgewekt en zal dan, met mijn ziel verbonden, weer leven, eeuwig, onbevlekt.”

Net als het in z’n eenvoud schitterende Gezang 75 uit hetzelfde Geref. Kerkboek: “Nu gaan de bloemen nog dood, nu gaat de zon nog onder” met z’n “Stil maar, wacht maar, alles wordt nieuw, de hemel en de aarde” en het laatste couplet: “Zing voor de eeuwige dag. Zing voor zijn komst en zeg Amen. Zing voor de heer die ons samen daar al van eeuwigheid zag.”

Waar komt dat door, dat ik juist daar steeds weer zo door geraakt? Het heeft niet alleen met de muziek te maken. Hoewel: de opbouw van al deze liederen is heel sterk. Het is bij mij ook niet pas gekomen door het boek van Todd Burpo, ‘De jongen die in de hemel was’, (zie mijn weblog: https://ernstleeftink.wordpress.com/2013/06/12/in-de-hemel-is-de-heer-en-colton-heeft-jezus-daar-gezien/),  ook al ben ik daardoor wel meer gaan nadenken over het leven na dit leven. Het komt vooral, denk ik, door het grote contrast dat ik soms ervaar tussen onze sterfelijkheid en eindigheid aan de ene kant, en de hemelse heerlijkheid, het mooie vooruitzicht en het geweldige perspektief dat het geloof in de terugkomst van Jezus onze Heer mij geeft. Ik denk dat ik dat gevoel van ontroering vooral gekregen heb na het overlijden van mijn vader, vorige maan precies 20 jaar geleden.  Het is echt mijn ervaring, dat je als christen op een andere manier met je verdriet omgaat dan de andere mensen die geen hoop hebben (zoals Paulus in 1 Tess. 4:13 zegt). Liederen die over de eeuwigheid gaan, raken mij vanaf die tijd met vaste regelmaat.

wederkomst verwachting

Twee bijzonder fraaie nummers wil  ik hier nog noemen. Ze staan op twee CD’s die ik vaak in de auto meeneem als ik wat langer onderweg ben. De eerste is een vrij recente, maar ik krijg er regelmatig kippevel van. Het is een magnifiek nummer, omdat het bezingt hoe wij gemaakt zijn om voor God te zingen en hoe wij, gerechtvaardigd tot onze dood, onze magnifieke God mogen verheerlijken. Oftewel: U2 – Magnificent. En de tweede is al van jaren terug, toen Ralph van Manen nog in de gospelrock zat met zijn groep Target. Van hun CD met dezelfde titel heet het laatste nummer Revelation. Lees de tekst hieronder. Als je weet dat de opbouw van het nummer perfekt aansluit op de tekst, zul je ook begrijpen waarom de tranen me soms over de wangen biggelen als ik het in de auto met de volumeknop op 10 draai.

REVELATION – Target (de vroegere band van Ralph van Maanen)
When I look around me in this world, I wonder how long it will last
Oh people, please, pay attention to Gods Word, for this time soon will be past …
 
When will there be no more dying, no more tearing apart?
When will there be no more crying, no more broken hearts?
When will He wipe the tears from you eyes, and make all things new?
When will He give the water of life and live among us too?
     … and I saw a new earth, I saw a new sky,  for the present one had gone by.
    And I saw the new Jerusalem, I saw this Holy City, and it was glowing like a gem …
 
And there will be no more dying, no more tearring apart.
And there will be no more crying, no more broken hearts.
He’ll wipe the tears from you eyes, and make all things new.
He’ll give the thursty water of life and live among us too.