Op de Olympische Spelen van Parijs ontstond er in twee sporten een flinke discussie over de vraag of sommige deelnemers niet buitengesloten hadden moeten worden.
Mannelijke boksers in het vrouwentoernooi?
Bij het boksen wonnen Imane Khelif uit Algerije en Lin Yu-ting uit Taiwan goud in hun categorie. Maar volgens velen kwamen beide deelneemsters ten onrechte in de vrouwen-categorie uit, omdat ze teveel mannelijke hormomen hadden. Meteen was een rel geboren. De Telegraaf vroeg zich zelfs af: Is het terecht dat transvrouwen mogen meeboksen tijdens de Olympische Spelen? Al vrij snel haalde de Telegraaf het hele artikel weer van internet af, omdat juist om deze reden de diskussie helemaal uit de hand gelopen was. Imane Khelif en Lin Yu-ting zijn namelijk helemaal geen mannen die zich hebben laten ombouwen tot vrouw. Ze zijn allebei geboren als vrouw en opgegroeid als vrouw. Wat ze waarschijnlijk wel hebben is een intersekse-afwijking die bij 0,02% = 1 op de 4.500 van de mensen voorkomt. Deze afwijking word ‘intersekse’ of ‘DSD’ (Differences in Sex Development) genoemd. Hun lichaam vertoont inwendig en/of uitwendig zowel mannelijke als vrouwelijke kenmerken. Soms is dit bij de geboorte al duidelijk, maar vaak wordt het bij vrouwen pas in de pubertijd duidelijk als de menstruatie uitblijft. De kans bij zulke vrouwen is dan groot dat ze twee van de zes soorten intersekse/DSD.
hebben, namelijk dat ze niet geboren zijn met twee vrouwelijke XX-chromosomen, maar met XY-chromosomen (vrouwelijk en mannelijk). Daardoor functioneren de baarmoeder en eierstokken niet. Ook kunnen zulke vrouwen extra mannelijk testosteron aanmaken. Dat zou hen een voordeel kunnen geven in krachtsporten zoals boksen.
Op de Olympische Spelen gaf de Italiaanse bokster Angela Carini na 46 seconden huilend op tegen Imane Khelif. Meteen daarop begon de discussie. “Atleten die genetisch mannelijke eigenschappen hebben, zouden niet mogen deelnemen aan de vrouwencompetitie,” riep de Italiaanse premier Giorgia Meloni meteen.
Helaas werd de discussie daarna gekaapt door vooral extreem rechtse anti-woke lieden die uit aversie tegen de soms agressieve translobby niet beseften dat ‘transgender’ en ‘intersekse’ twee heel verschillende dingen zijn. Want de translobby vindt, dat ieder mens volledig vrij is om zichzelf als man of vrouw te indentificeren, ongeacht het biologische geslacht. En dus ook mag uitkomen in de sportcategorie die daarbij past. In dat geval is, ook na een volledige transitite, er wel sprake van ongelijkheid binnen krachtsporten: een transvrouw die als man geboren is heeft biologisch nog steeds een voorsprong wie gewoon als vrouw geboren is. Dat je in zulke situaties besluit om trans-vrouwen niet toe te laten tot vrouwenwedstrijden waarbij kracht een belangrijk onderdeel vormt, lijkt mij zeer terecht. Anders krijg je situaties zoals op 24 juli jl., waarbij in Amerika drie transvrouwen op het podium stonden bij een wielerkoers voor vrouwen.
Maar bij intersekse gaat het toch echt om iets anders: het gaat om vrouwen met een ‘voordeel’ op basis van hun fysieke hormonale afwijking. Dat hebben andere personen ook: extreem lange armen als voordeel bij het zwemmen en het roeien, hele dunne benen waardoor je harder kunt lopen, een lengte van meer dan 2 meter zodat je uitstekend kunt volleyballen of basketballen. Een hoog IQ zodat je wereldtop kunt schaken. Moet je daar ook beperkingen op aanbrengen om mee te mogen doen, omdat het voor de andere spelers dan oneerlijk wordt? Dat lijkt me erg ingewikkeld worden.
Aan de andere kant: als er redelijkerwijs vragen over het geslacht zijn, mag dat ook gecontroleerd worden, lijkt mij. Wie dat niet wil met als argument dat iemands lichamelijke integriteit niet mag worden aangetast, heeft als topsporter wat te verbergen, lijkt mij.
Omdat maar 0,2% van de mensen in de categorie ‘intersekse/DSD’ valt, lijkt het mij niet logisch om hier een aparte sportcategorie voor te maken. Misschien zou je, als het om de testosteronwaarden gaat, een maximum kunnen vastleggen. Wie als intersekse-vrouw daar boven zit, kan dan met de mannen meedoen.
Een veroordeelde zedendelinquent als beachvolleyballer
Een ander ethisch dilemma is de vraag: was het wijs dat het Nederlands Olympisch Comité de beachvolleyballers Steven van der Velde (30 jaar) en Matthew Immers (23 jaar) naar Parijs afvaardigde. Steven van der Velde is namelijk in 2016 veroordeeld voor seks met een minderjarige. Hijzelf was toen 19 en het meisje was 12. Hij is er in Engeland voor opgepakt en heeft in Nederland zijn straf uitgezeten. Ook volgde hij een uitgebreid begeleidingstraject en wordt de kans op herhaling als nihil ingeschat. Over ‘de grootste fout van zijn leven’ is hij altijd open geweest, ook toen hij verder ging met beachvolleybal. Hij speelt al vanaf 2018 op wereldniveau vele internationale wedstrijden. Maar op de Olympische Spelen rakelden vooral de Engelse verslaggevers zijn verleden weer op. ‘Hoe haalt Nederland het in z’n hoofd om een veroordeelde pedofiel aan de Spelen mee te laten doen?’ Het gevolg: veel boe-geroep vanaf te tribune. En in de Engelse roddelpers werd zelfs een foto van zijn vrouw gepubliceerd. Na de Spelen reageerde Steven van de Velde voor het eerst. Opnieuw erkende hij zijn fout van tien jaar geleden, maar, zei hij: ‘Laat mijn vrouw en mijn kind en de mensen om mij heen met rust.’ Of hij nog vier jaar door wil gaan tot de Spelen van Los Angeles 2028 weet hij niet. Zijn gezin vindt hij belangrijker dan zijn carrière.
Was het nu verstandig om Steven van der Velde naar Parijs te laten gaan? De samenleving van vandaag is behoorlijk intolerant geworden tegenover mensen die op bepaalde vlakken een flinke misstap hebben begaan. En seks met een 12-jarige is een flinke misstap. Maar als iemand meteen zijn schuld bekent en de gevolgen ervan, zoals een gevangenisstraf, accepteert en daarna in de reclassering laat zien dat hij zich erg bewust is van zijn grote fout – verdient iemand als Steven van der Velde dan geen tweede kans?
Als christen zou ik zeggen: juist wel. Onze maatschappij mag dan onbarmhartig genadeloos zijn, genade en barmhartigheid horen wel bij de kern van het christelijk geloof. Ik maak er wel een kanttekening bij: het gebied waarop iemand weer aan de slag wil, moet losstaan van het misdrijf dat hij of zij begaan heeft. Iemand die als accountant flink wat miljoenen verduisterd heeft, moet je niet snel penningmeester van de wijkvereniging willen maken. En als een predikant in het pastoraat een scheve schaats gereden heeft, ligt het zacht gezegd niet voor de hand hem elders snel weer een funktie als pastoraal werker te geven (zie mijn blog over gevallen christelijke voorgangers).
Dus vind ik het prima dat Steven van der Velde 10 jaar later en 10 jaar wijzer als beachvolleyballer Nederland mocht vertegenwoordigen op de Olympische Spelen. Het wordt wat anders als hij na zijn actieve carrière en functie krijgt als trainer van jonge talentjes. Dat lijkt me uitgesloten. Geen functie meer waarin gewerkt wordt met minderjarigen is namelijk de consequentie van de enorme misstap die hij zelf gemaakt heeft. Iemand die daar oprecht berouw van heeft, zal zich daarbij neerleggen. Juist dat is een teken dat men echt begrepen heeft dat sommige dingen nooit meer worden zoals vroeger.