Krijgt het begrip ‘doopouder’ een nieuwe dimensie?

Het dopen van kinderen in corona-tijd is een hot issue in de katholieke, protestantse en gereformeerde kerken. Voor volwassendoop bij baptisten en evangelischen, en uiteraard ook in alle andere kerken, zal hetzelfde gelden, maar de discussie gaat vooral over de kinderdoop. Hoe kun je die als voorganger bedienen als je anderhalve meter afstand moet houden?

In de GKV Zeewolde trokken de predikant en de doopouders zich er op het hoogtepunt van de corona-crisis niets van aan. De doopvader en de dominee bogen zich boven de doopvont gewoon naar elkaar toe. Er vanuit gaande dat de gemiddelde doorsnee van een doopvont zo’n 50 centimer is, stonden, stonden ze bijna neus tegen neus tegenover elkaar. Absoluut onverstandig, vonden velen, waaronder ikzelf.

Heel veel kerken zeiden: stel de doop maar uit tot het weer op de gewone manier mag van de overheid. Want de doop is niet noodzakelijk voor kleine kinderen om behouden te worden. Dat is de weg van de minste weerstand. In mijn optiek ondergraaf je daarmee de betekenis van de doop. Net als bij het avondmaal heeft Jezus deze twee sakramenten ingesteld als onderstreping van Gods genadige goedheid en aanwezigheid. Daarvan kun je niet zomaar zeggen, als het niet op de gewone manier kan: ‘Nou, dan stellen we het toch gewoon een half jaartje uit’?  Dat doen we in corona-tijd ook niet met verjaardagen, trouwerijen en moederdag. We bedenken alternatieven om toch zulke bijzondere dagen toch nog enigszins fleur te geven. Als doop en avondmaal door Jezus bedoeld zijn om ons geloofsleven juist in moeilijke tijden op te fleuren, kan uitstel voor onbepaalde tijd nooit de eerste oplossing zijn.

Doopschelp

Museum Catharijneconvent, CC0, via Wikimedia Commons

Dus kwam het moderamen van de PKN met een creatief advies: bedien als predikant de doop met een verlengde arm, namelijk een doopstok met aan het einde een kleine schaal of een schelp. Want, is de redenering, de doop wordt bediend door de predikant, dus die moet zowel de doopformule uitspreken als de handeling uitvoeren. Net als bij het avondmaal horen de woorden en de handeling bij elkaar. Maar het wordt wel een gekwengel met water voor al die ongeoefende voorgangers. Moet je dit wel willen? Ook principieel gezien: is een geldige doop echt afhankelijk van de persoon die hem bedient?

Ja, wel binnen alle kerken met een ambtelijke struktuur. De doop is een teken en zegen van God waardoor je wordt opgenomen in zijn verbond en daarmee lid van de christelijke gemeente.  Die christelijke gemeente heeft voor het bedienen van doop en avondmaal speciale mensen aangewezen, namelijk apostelen en oudsten. In deze kerkelijke traditie wordt de doop bediend en het avondmaal gevierd in het midden van de gemeente. Dat kun en mag je dus niet zelf doen.

Alleen: is het persé noodzakelijk dat de voorganger zowel de woorden uitspreekt als de besprenkeling of de onderdompeling uitvoert? Als één van de eersten pleitte Robert Roth, GKV-predikant in Hengelo, in zijn blog ‘Dopen in coronatijd 1’ voor de optie dat de voorganger de doopformule uitspreekt en één van de daarbij het doopwater over het kind uitgiet. Hij pleit er daarbij voor om dat in een officiële kerkdienst te doen, met een beperkt aantal  aanwezigen, terwijl  de rest van de gemeente de dienst via een livestream op internet meebeleeft. Anderen vinden het zelfs een optie dat de doopouders thuis hun kind ten doop houden in een online-dienst, waarbij de predikant de woorden uitspreekt.

Wat moet je hier nu van vinden? Ik vind het lastig. Voor mijn gevoel horen de doopformule en het doopwater als twee kanten van één medaille bij elkaar. Het voelt voor mij toch een beetje als een loskoppeling wanneer de predikant op anderhalve meter afstand uit zou spreken: ‘Karla Jolien Leeftink, je wordt gedoopt in de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest’, terwijl gelijktijdig één van de ouders hun dochter met het doopwater besprenkelt. Het heeft niet mijn voorkeur.

Maar de andere opties vind ik allemaal nog slechter. Het kunstmatige van een doopstok met een schaaltje of een schelp suggereert dat de geldigheid van de doop deels afhangt van degene die de doop bedient. Het is een vorm van hoogliturgisch denken waarbij  onder alle omstandigheden de handeling en de woorden gekoppeld moeten zijn aan het ambt. Een doop op afstand waarbij de dominee in de kerk staat en de doopouders thuis met een kommetje water of een kinderbadje voor zich hun kind besprenkelen of onderdompelen maakt van de doop een familiefeestje, terwijl de doop, net als het avondmaal, toch echt een sakrament van en voor de christelijke gemeente is. En wie zonder na te denken de doop voor onbepaalde tijd wil uitstellen draagt, misschien wel geheel onbewust, bij aan de onderwaardering van de doop. Ik ben nooit voor de vroegdoop geweest, maar je mag de Drie-Enige God ook niet te lang laten wachten als Hij je kind zijn prachtige belofte wil overhandigen.

Dus als het echt niet anders kan, kom ik toch uit bij een doopdienst in de kerk waarbij de predikant keurig op anderhalve meter van de doopvont staat en de doopformule uitspreekt, terwijl de doopouders het water over hun kleine uitgieten. Zo krijgt het woord ‘doopouder’ wel een hele indringende betekenis.

baby commodeHoewel: toen ik deze blog klaar had, zei Karla tegen mij: wat een ingewikkeld gedoe allemaal. Waarom moeten doopouders persé hun kind vasthouden bij de doop? Laat de vader of moeder hun baby op een doopkussen leggen en daarna samen een stap achteruit doen, zodat de dominee de kleine gewoon kan dopen incl. de besprenkeling, desnoods met wegwerphandschoenen aan.

Waarschijnlijk hoeft het trouwens met al die alternatieven helemaal niet zover te komen. Per 1 juni worden de corona-beperkingen versoepeld. Kerken mogen een maand gaan oefenen met maximaal 30 personen. Bij dat oefenen kan ook het dopen horen zoals we dat altijd deden. Want het predikantschap is een contact-beroep. Dus voordat er gedoopt wordt: eerst een gezondheidscheck bij voorganger en doopouders + baby, eerst handenwassen door de predikant, en bij de doop met gestrekte armen de kleine ten doop houden. Dan kan de predikant met gestrekte arm de doop bedienen: precies op anderhalve meter. Zo wordt zichtbaar wat David in Psalm 139 al zong: HEER, U legt uw hand op mij.

One thought on “Krijgt het begrip ‘doopouder’ een nieuwe dimensie?

Plaats een reactie