Het kerkschip van de GKV verlaten – is dat te driest gedrost?

Rond de jaarwisseling stond in het blad Onderweg, dat de emeritus-predikanten Henk Drost en Alko Driest niet langer lid willen blijven van de Gereformeerde Kerken (vrijgemaakt). Henk Drost heeft zich aangesloten bij één van de twee nieuw-vrijgemaakte kerkverbanden en Alko Driest weet nog niet waar hij zich bij aan zal sluiten. Met beiden heb ik contact gehad n.a.v. hun vertrek en over hun persoonlijke motivatie zal ik niet verder uitweiden. Wat ik hieronder signaleer is gaat niet over hun persoonlijke afwegingen, maar is mijn taxatie van de mix aan redenen waarom mede-broeders en – zusters uit diepe verontrusting de GKV verlaten hebben en nog steeds verlaten.

Wie geen vreemdeling in Jeruzalem is voelt wel aan dat het herhaalde besluit (2017 en 2020) om vrouwen toe te laten tot de ambten bij veel oud-GKV’ers het laatste duwtje is geweest voor deze stap. Daarachter ligt een grotere moeite, namelijk hoe er wordt omgegaan met het gezag van de Bijbel, zowel in de prediking als in de christelijke levensstijl. Blijkbaar vinden predikanten en kerkleden die uit verontrusting de vrijgemaakte kerk verlaten, dat de GKV op die twee punten zo weinig gereformeerd meer is, dat je het kerkschip wel moet verlaten.

Het gevoel speelt ook een rol

Dat vind ik persoonlijk erg jammer. En ook, met alle respect voor ieders persoonlijke keus, net iets te gemakkelijk. Ik vergelijk het met de toename van het aantal echtscheidingen in de afgelopen jaren. Daar krijg je als gemeentepredikant behoorlijk wat van mee. En eigenlijk kun je bij elke specifieke situatie nooit zeggen: ‘Dit stel ging heel gemakkelijk uit elkaar.’ Nee, het gaat altijd met verdriet en pijn gepaard. Maar als je alle echtscheidingen op een rijtje zet, zie je wel een rode lijn, namelijk: echtparen gaan gemakkelijker uit elkaar dan 20-30 jaar geleden, ongeacht de bijbelse oproepen van Mozes, Jezus en Paulus om toch echt te proberen bij elkaar te blijven. (zie hierover mijn blog Echtscheiding – alle seinen staan op groen).

Als het om kerkverlating vanuit verontrusting gaat, zie ik hetzelfde. Individueel is het altijd een moeilijke stap die met pijn in het hart genomen wordt. Maar als je alle overstappen naast elkaar zet, zie je als rode draad, dat de eigen overtuiging over wat gereformeerd is belangrijker gevonden wordt dan waar we samen als gereformeerde kerken en christenen voor willen staan. ‘Ik voel me niet meer thuis in mijn eigen kerk(verband)’ is vaker een oorzaak dan men zelf toegeven wil. Toen prof. Jochem Douma een aantal jaren geleden de GKV verliet, noemde ik dat in mijn blog Een mix van principe en heimwee.

Geduld en acceptatie

Eén ding vind ik vooral pijnlijk aan het vertrek van gemeenteleden en predikanten die jarenlang met hun gaven hun plaatselijke gemeente en het kerkverband gediend hebben. Ze laten daarmee blijken dat ze niet hetzelfde geduld kunnen opbrengen als al die gemeenteleden en predikanten die wel blij zijn met een aantal ontwikkelingen in de GKV sinds half jaren ’90. Toegegeven: uit onvrede over het strakke vrijgemaakte exclusivisme zijn die 25 jaar ook kerkleden vertrokken. Maar er zijn er meer die uit liefde en loyaliteit gebleven zijn, ook al waren ze al die jaren vóór de vrouw in het ambt, misten ze in de prediking de persoonlijke component (de ‘weerklank’ om het met prof. Trimp te zeggen) en waren ze het niet eens met rigide kerkelijke praktijken zoals onttrekkingen (zelfs als je CGK of NGK werd), niet mogen trouwen in de kerk als je allebei geen belijdend lid van de GKV was) en het oeverloos gediskussieer over hoeveel gezangen er uit het Liedboek gezongen mochten worden. Deze minderheid schikte zich naar de meerderheid omdat de meesten van hen beseften: uiteindelijk gaat het niet om dit soort dingen. Het gaat om de vraag of Christus op een gereformeerde manier gepredikt wordt en of we daar samen op aanspreekbaar willen zijn in ons dagelijks leven.

Nu zijn de rollen omgedraaid. De meerderheid is in veel opzichten de minderheid geworden. Dat voelt onprettig als je altijd tot de meerderheid behoord hebt. Als je dan overstapt, geef dan eerlijk toe dat nostalgie ook een belangrijke rol meespeelt.

De predikant als kapitein

Wat ik vooral bij predikanten die overstappen mis, is het besef dat je geroepen bent om Gods Woord trouw te blijven verkondigen, ook als het kerkschip in zwaar weer terecht gekomen is. Dat laatste ontken ik namelijk niet. De mentaliteit van de westerse maatschappij is als een orkaan die alle kerken op hun grondvesten doet schudden en alle christenen van hun fundament Christus af wil blazen.  Dat leidt tot spanning tussen ‘kerk’ en ‘samenleving’. En tot de spanning tussen ‘veelkleurigheid’ en ‘herkenbaar gereformeerd’. Het kerkschip van GKV+NGK deint naar mijn inschatting wel wat te gemakkelijk mee op de golven van de samenleving. Andere kerkverbanden lijken meer op een kerkvloot waar men uit elkaar drijft omdat de meerderheid de minderheid geen enkele ruimte wil bieden om een iets bredere koers te varen.   

Er zijn dus spanningen binnen de GKV. En we varen samen vrij unaniem een bepaalde koers die je best zorgelijk kunt vinden. Maar ik begrijp niet waarom sommige kapiteins dan het kerkschip verlaten. Zijn de GKV-kerken dan zo erg uit koers geraakt, dat onze Stip op de horizon, ons Oriëntatiepunt waar we naartoe willen geheel verdwenen is? En dat ons objectieve Kompas hebben ingeruild voor de subjectieve deskundigheid van elke willekeurige kapitein? Ik geloof daar niets van. Maar ik ben ook maar één iemand. Anderen ervaren het heel anders. Samen vormen we dat kerkschip.  

Is het een oplossing om, als je niet meer blij gereformeerd kunt zijn binnen de GKV, het kerkschip te verlaten en aansluiting te zoeken bij een nieuw-vrijgemaakt kerkverband dat sinds 2009 is ontstaan en waarvan de synode op 1 okt. 2016 weliswaar uitspreekt dat eenheid en eenvormigheid niet met elkaar gelijk gesteld mogen worden, maar tegelijk bindend voorschrijft dat alle plaatselijke kerken in hun erediensten niets anders mogen zingen dan de 150 Psalmen en 41 Gezangen van het Gereformeerd Kerkboek 1984 + een selectie van 36 liederen (inclusief het verbod op het zingen van vers 5 van ‘Eens als de bazuinen klinken’ en de verzen 6-9 van ‘Neem mijn leven, laat het, Heer’) Of om over te stappen naar een Gereformeerde Bondsgemeente binnen een hotelkerk waar de pluraliteit vele malen groter is dan binnen het kerkverband waar je je gevoelsmatig en theologisch niet meer thuis voelt?

In de Bijbel lees ik, dat er eens een koning was (Joas) die van een profeet  (Elisa) de opdracht kreeg om een pijl af te schieten als overwinningsteken van de HEER in de oorlog tegen de vijanden van Gods volk. Daarna moest Joas met de overgebleven pijlen op de grond stampen. Dat deed hij drie keer. Elisa werd woedend en riep: ‘Had maar vijf of zes keer geslagen!’ (2 Koningen 13:14-19)

De ouderling, de professor en Calvijn

Persoonlijk heb ik erg veel waardering voor een ouderling die tegen mij zei:

‘Ik ben erg verontrust. Ik kan niet meer dienen in het ambt. Maar weggaan mag en wil ik niet. Want dat is geen optie als je lijdt aan de kerk. Dan moet je op je post blijven en je daar inzetten, waar Christus je nog steeds roept.’

Ook herinner ik me een interview van prof. dr. J. van Bruggen in het Reformatorisch Dagblad (16-12-2016). De interviewer probeert hem tot uitspraken over de ontwikkelingen in de GKV te verlokken, maar daar gaat Van Bruggen niet op in. Hij benadrukt iets anders:

U bent uit volle overtuiging gereformeerd vrijgemaakt.

„Daar ben ik niet trots op. Wel heb ik van harte het goede voor deze kerk gezocht. Maar de vraag is niet goed gesteld. Niemand heeft bij zijn geboorte voor de ene of andere kerk gekozen. Aan niemand wordt bij de geboorte gevraagd of hij rooms-katholiek, Russisch-orthodox of oud gereformeerd wil zijn. Je kunt ook niet zeggen dat je liever andere ouders zou hebben gehad. Het is de mens niet gegeven om zijn eigen kerk uit te kiezen. Die krijg je toegewezen. We zijn maar eenvoudige mensjes en we worden allemaal van Hogerhand ergens geplaatst. En die plaats heb ik getrouw willen innemen. Trouw zijn is hier het sleutelwoord. Ontrouw is een ziekte van onze tijd.”

In de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt is veel aan de hand. Er is veel wat ver­anderd.

„Dat is op dit moment van meer kerken te zeggen, nietwaar? Veel is aan het schuiven, maar ik wil voor mezelf voorkomen dat deze dingen gaan afleiden van de kern van de zaak. Dat zou vervalsing van het perspectief zijn.”

En die kern van de zaak is…?

„Strijdt om in te gaan.”

Tenslotte moet ik denken aan de woorden van Calvijn uit zijn Institutie. Vorig jaar rond deze tijd werden die op de Generale Synode geciteerd door de synodecommissie BBK die zich bezig hield met de Betrekkingen met de Buitenlandse Kerken. Die waren heel kritisch over de koers van de GKV. Sommigen hadden de zusterkerkrelatie al verbroken, anderen zouden dat zeker doen als de vrouw in het ambt gehandhaafd bleef. De commissie BBK, waar ik zelf lid van was, riep op om elkaar te blijven erkennen als kerken van Christus met een beroep op Calvijn:

“Volgens mij is de zuivere bediening van het Woord en het zuivere gebruik en de zuivere bediening van de sacramenten dus een duidelijk bewijs dat we een gemeenschap waarin die beide aanwezig zijn, veilig als echte kerk kunnen accepteren. De betekenis daarvan gaat zo ver dat we zo’n kerk nooit mogen afwijzen zolang ze die beide dingen vasthoudt. Zelfs al zit ze verder vol fouten. Sterker nog, er kan zelfs in de bediening van de leer of van de sacramenten een fout sluipen, zonder dat we ons daarom van haar gemeenschap mogen vervreemden. (…) De apostel Paulus zegt: ‘Laten wij daarom, zovelen als er volmaakt zijn, hetzelfde denken. Als jullie iets anders denken, dan zal God jullie ook dat openbaren.’ (Filippenzen 3:15)  Maakt Paulus daarmee niet voldoende duidelijk dat verschil van mening over dingen die niet zo nodig zijn, tussen christenen geen reden mogen zijn om uit elkaar te gaan? (…) Maar het is niet mijn bedoeling om hiermee zelfs maar de kleinste dwalingen in bescherming te nemen, alsof ik zou vinden dat die vriendelijk door de vingers gezien zouden mogen worden. Nee, ik bedoel dat we de kerk niet zomaar, om een of ander klein meningsverschil, mogen verlaten. Als in die kerk maar de gezonde leer van ons behoud bewaard blijft, waarin de vroomheid ongeschonden overeind staat. En als de sacramenten er maar gebruikt blijven worden zoals de Heer die heeft ingesteld. En als we dan ondertussen maar ons best doen om te corrigeren waar we ontevreden over zijn, dan doen we onze plicht.”  (Calvijn – Institutie deel IV hoofdstuk 1, paragraaf 12 – vertaling Gerrit Veldman).

Het kerkschip biedt behouden vaart als Christus aan het roer blijft staan, met de Bijbel en de Heilige Geest als kompas. Naar mijn mening is dat binnen de GKV nog steeds zo en wordt er in veel gevallen te driest gedrost.

8 thoughts on “Het kerkschip van de GKV verlaten – is dat te driest gedrost?

  1. Mooi geschreven. Persoonlijke ontboezeming: Ergens, begin jaren ’90 werd ik door een van mijn medeoudsten van ketterij beschuldigd vanwege een paar door mij geschreven artikelen in het lokale kerkblad. Ik had het er na afloop van de vergadering over met mijn toenmalige predikant (Oeds Bouwsma). Hij zei toen tegen me: “Henk, je bent teveel een tamboermaitre die zover voor de muziek uitloopt dat je het korps uit het oog verloren hebt; blijf vooral voorop lopen maar matig je tempo”. Die raad heb ik sedertdien met vallen en opstaan geprobeerd op te volgen.

  2. Beste Ernst,
    Normaal gesproken reageer ik zelden of nooit op digitale media. Maar al te vaak vind ik het vooral een hoop blabla. En wanneer ik spaarzaam toch een reactie plaats, krijg ik er vaak spijt van. Maar goed…toch een reactie op je blog. Het komt mij voor dat je onvoldoende de ERNST van de bezwaren van beide hooggeachte collega’s peilt en je ook onvoldoende in-LEEFT IN hun drijfveren. Je voelt je blijkbaar geroepen daarover publiekelijk een oordeel te hebben en verwijt hen gebrek aan geduld, een hang naar nostalgie, voortijdig het schip verlaten en meer. Ik betwijfel sterk of je Henk en Alko daarmee recht doet. Sterker, hen kennende denk ik dat je ze onrecht doet.
    Bovendien veroorzaak je mist door het te gaan hebben over liturgie, relatie-ethiek en meer; maar je creëert daarbij een karikatuur, waardoor de eigenlijke kwestie, waar we als kerken voor staan, niet in beeld komt. Aansluitend bij het citaat van Calvijn: is er in de GKv overall sprake van zuivere prediking en sacramentsbediening? Of aansluitend bij een andere metafoor: getuigen de synodebesluiten van varen op een zuiver kompas…of is dat bijgesteld – zoals velen menen? En varen we ook daadwerkelijk alleen op dat kompas? Je signaleert immers zelf een ‘zorgelijke koers’ en ‘gemakkelijk meedeinen op de golven van de samenleving’. Bij mijn weten hebben beide collega’s om díe reden hun lidmaatschap beëindigd: het kompas is naar hun overtuiging bijgesteld en deugt niet meer: de hedendaagse cultuur domineert over het Woord van God. Wat meer zelfreflectie zou daarom geen kwaad kunnen, lijkt mij. Hoe hebben we dat kunnen laten gebeuren? Is het vreemd dat mensen uitzie naar een schip dat wel op koers blijft of uit lijfsbehoud van boord willen?
    Het lijkt me opbouwender en ook eerlijker daarover open en zuiver het gesprek te voeren dan goede collega’s op social media te kapittelen, in een hoek te zetten waar ze niet zitten en zo doende hun eer en goede naam aan te tasten.

  3. Beste Ernst,
    Nog even doordenkend: de suggestie van nostalgie als drijfveer is volslagen uit de lucht gegrepen, wanneer je bedenkt dat één van beide mannen jaren van zijn leven heeft besteed aan werken in missionaire sitiuaties (Venlo, Oekraïne). Zo’n suggestie is meer je eigen projectie en framing – en dan ook nog karikaturaal aangezet – dan waarheidsgetrouw en slaat het gesprek meteen dood.

  4. Ernst,
    Nog even doordenkend over je blog, viel me ook op dat de metafoor van het schip in de storm willekeurig is gekozen, en ook in een willekeurige richting uitgewerkt. Je zou die ook in een andere richting kunnen uitwerken. Stel dat het schip niet alleen in een heftige storm verkeert, maar ook is lekgeslagen…en het water aan alle kanten naar binnen gutst…en de synode-opstelling en – besluiten de gaten eerder groter maken dan die dicht (waarvoor jij als synodelid mede-verantwoordelijk bent)…en het schip zinkende is…? Dan is het wijs om in de reddingboten te springen….toch?
    Kortom, het gaat niet aan om anderen te kapittelen en zodoende jezelf te rechtvaardigen.
    De hamvraag is of de GKv nog wel kerk is én blijft naar de heilige Schrift én in overeenstemming met de gereformeerde belijdenis (zie ook de reactie, die Alko aan je gestuurd heeft!).

  5. Beste Ernst

    Zelf ben ik een van de predikanten die uit nood de GKV verlaten heb en een beroep naar een van de kerken van de GKN heb aangenomen. Beslist niet met de overtuiging die jij ons toeschrijft: “Is het een oplossing om, als je niet meer blij gereformeerd kunt zijn binnen de GKV, het kerkschip te verlaten en aansluiting te zoeken bij een kleine club gelijkgezinden die het graag houdt bij het Gereformeerd Kerkboek 1984 met 150 Psalmen en 41 Gezangen en met uitsluiting van elk ander lied in de eredienst?”
    Dat is echt een grote vertekening van het beeld. Dat is denigrerend. Wij zijn geen club gelijkgezinden en ook onder ons wordt er verschillend gedacht over het aantal gezangen en welke dat het beste kunnen zijn. Daarbij komt dat ik het wel heel vreemd vind voor een gereformeerd predikant dat beslissend voor welke keuze je maakt de hoeveelheid gezangen zou zijn. Gaat het niet heel gewoon om het Woord?! Dan zullen we altijd offers brengen als het om eigen ideeën gaat. Dat offer breng je toch graag als maar in liefde het Woord klinkt volgens wat de HERE zelf in de Bijbel zegt en dat we daar uit liefde uit willen leven.
    Ernst laten we van elkaar geen verkeerde beelden de wereld in sturen. Dat doet veel kwaad.

  6. Dat is makkelijk gesproken. Ook in onze CGK wil de meerderheid dat de vrouw in het ambt wordt bevestigd. Maar geen ouderling of predikant heeft mij kunnen uitleggen hoe een man, als hoofd van zijn gezin, met een andere verantwoordelijkheid dan zijn vrouw in de kerk zijn vrouw op een positie vind waarin zij een ‘regeerambt’ bekleed.
    Als je weet, niet op basis van gevoelens, onwil, traditie maar op grond van de bijbel dat dit niet uit te leggen is en je ziet zondag aan zondag iets gebeuren wat niet correct is… Hoe dan te blijven. Je geloofsleven gaat er aan onderdoor.
    De westerse kerk is niet de wereld in gegaan maar de wereld is de kerk in gekomen. Je ziet juist in die kerken die hier het hardst voor hebben gevochten de visie op huwelijk, relaties en sexualiteit alsmede trouw aan kerk, diensten en verband het meest onder druk staan. Is dat toeval?
    Uiteindelijk krijg je een kerk die vaak zegt: ‘ja dat staat idd wel in de bijbel maar ja, we doen het nu al zo lang zo’. Daar waar Gods Woord niet in zijn volle breedte meer gepreekt word verdwijnt de Geest en komt daarmee de kerkgang, als God het niet verhoedde binnen 2 a 3 generaties aan zijn eind.

Geef een reactie op Henk Baas Reactie annuleren