Hoe nu verder als CGK nu moderamen en synode het kerkverband hebben opgegeven?

De synode van de Christelijke Gereformeerde Kerken is gesloten. Maar in strijd met de kerkorde wou het moderamen geen volgende synode aanwijzen. En met de kleinst mogelijke meerderheid (27 van de 52) en tegen het nadrukkelijke advies van alle professoren uit Apeldoorn in vond de rechterhelft van de synode ook dat er geen volgende synode hoefde te worden aangewezen. Men laat het aan de plaatselijke kerken over om een uitweg uit de crisis te vinden.

Prof. dr. Arnold Huijgen, zelf een vooraanstaande, invloedrijke CGK-dominee, die tot voor kort professor aan de Theologische Universiteit was, schreef op 7 juni: “Dit kan kerkordelijk helemaal niet. Kerkordelijk is de synode verplicht alle agendapunten af te handelen, en ook om een volgende roepende kerk aan te wijzen. Door dit niet te doen, richt de synode nog veel meer schade aan: het hele kerkelijk samenleven lijkt men op te geven.”

Een paar dingen vallen mij op. Allereerst dit: hoe bestaat het dat een moderamen en een zeer krappe meerderheid van de synode z’n verantwoordelijkheid plompverloren uit handen laat vallen door te zeggen: ‘plaatselijke kerken, we laten het initatief aan jullie’? Dat klopt kerkrechtelijk van geen kant. Want juist die plaatselijke kerken hebben deze synode bij elkaar geroepen en het de opdracht gegeven om namens hen te regelen wat nodig is. Dan kun je niet opeens de boel de boel laten door je opdracht terug te geven aan diezelfde kerken.

Waar ging het dan fout? Ten diepste denk ik hier: het moderamen en de 27 afgevaardigden die er nu voor gekozen hebben om de Christelijke Gereformeerde Kerken ongecontroleerd uit elkaar te laten vallen, hebben niet het lef gehad om volgens de kerkorde en het kerkelijke recht de crisis in hun kerken op te lossen.

Voortdurend hebben zeer behoudende plaatselijke kerken gezegd: CGK-kerken die vrouwen toelaten in het ambt gaan in tegen Gods Woord en tegen de gemaakte kerkelijke afspraken om dat niet te doen. En ook al is dat al drie keer zo uitgesproken, ze keren niet terug op hun schreden. En ze zijn ook niet zo consequent om uit de CGK te stappen en NGK of PKN te worden.

De behoudende kerken hebben een punt. Als je echt vindt dat een praktijk binnen jouw kerkverband in strijd is met Schrift en belijdenis, kun je dat niet blijven accepteren. Maar … men heeft er geen kerkelijke conclusies aan verbonden. Namelijk: een plaatselijke kerk die volgens de meerderheid van de kerken op een belangrijk punt volhardend afwijkt van wat duidelijk in Gods Woord geschreven staat, moet je als ongehoorzame kerk buiten het kerkverband plaatsen.

Die stap zou kerkrechtelijk een zuivere stap geweest zijn. Ook heel pijnlijk. Met grote gevolgen, zoals onze gezamenlijke NGK-geschiedenis in de jaren ’60 van de vorige eeuw heeft laten zien. Toen waren, volgens de behoudende meerderheid van de GKV, Schrift en belijdenis ook in het geding. Een grote progressieve minderheid dacht daar anders over. Dus ontstonden er twee groepen kerken: zij die binnen het kerkverband bleven (en dus GKV) en zij die buiten het kerkverband kwamen te staan (en zich daarna NGK noemden). Soms was een classis in meerderheid progressief en organiseerden de behoudende kerken een tegen-classis. Dan werd die classis door de provinciale synode erkend en de oude classis collectief buiten het kerkverband geplaatst (classis Kampen – PS Overijssel). En in Noord-Holland ontstonden zelfs twee PS-en: de oude PS was in meerderheid progressief en de behoudende minderheid organiseerde zich in een tegen-PS. De afgevaardigden van de nieuwe PS werden door de Generale Synode van Hoogeveen 1969/1970 geaccepteerd, die van de oude PS als synodelid geweigerd.

Een hele pijnlijke periode, maar kerkrechtelijk stukken zuiverder dan wat nu in de CGK gebeurd is: eerst als behoudende deel van de CGK niet durven doorpakken en daarna uit teleurstelling en frustratie het kerkschip laten stranden door alle verantwoordelijkheden die de kerken jou hebben  toevertrouwd, uit je handen te laten vallen, zonder diezelfde kerken enig perspectief te bieden.

Het wordt nog erger als binnen drie dagen na het sluiten van de synode die geen nieuwe synode bijeen wilde roepen, de CGK van Rijnsbrug met het plan komt om op 27 juni alle 181 CGK-kerken uit te nodigen voor een bijeenkomst (een nieuw convent) om over de toekomst van de CGK te praten. Let wel: de kerk van Rijnsburg is de kerk die deze synode heeft samengeroepen en waarvan de predikant. Ds. L.A. den Butter, adviseur van de synode was. Maar aan de uitnodiging is wel een voorwaarde verbonden: alleen plaatselijke kerken zijn welkom “die zich vanouds, in woord en in daad, willen houden aan de vierslag Schrift, belijdenis, kerkorde en synodale besluiten.” Met dat laatste worden vooral de synodebesluiten over de vrouw in het ambt bedoeld. Als er CGK-kerken naar dit nieuwe convent komen die wel vrouwelijke ambtdragers hebben, “ligt het natuurlijk in de rede dat we elkaar daarover vooraf vragen gaan stellen”, aldus ds. Den Butter. Want volgens hem kan “de breedte van onze kerken”  elkaar alleen vasthouden “op basis van de genoemde vierslag.” (citaten RD 7 juni – internet).

Bij de voordeur wordt dus door één CGK, de van Rijnsbrug (met waarschijnlijk een aantal andere kerken achter zich die dit nieuwe convent mede organiseren), geselecteerd welke van de andere 180 CGK-kerken nog wel of niet meer tot ‘de breedte van de kerken’ behoren. Elke afgevaardiging wordt, om het cryptisch-bijbels te zeggen, ge-mene-tekel-d en zwaar genoeg of te licht bevonden om nog bij de ware CGK te mogen horen.

Dat bepaalt dus niet een classis of een synode, die daar al sinds de allereerste landelijke synode van 1571 de bevoegdheid toe heeft. Maar dat bepaalt een zelfbenoemde groep binnen de CGK. Dit is onkerkelijk handelen in optima forma! Van onderaf wil men met een groep gelijkgezinden de regie overnemen. In de politiek heet dat: een coup plegen. In het kerkrecht heet dat: scheurmakerij. Bijbels gezien noemen we dat: een zware zonde. Met deze aktie balanceren de initiatiefnemers niet op de grens van kerk en sekte, maar gaan erover, zoals prof. Huijgen op X (voorheen Twitter) terecht opmerkte.

In zijn artikel in CVandaag roept Huijgen CGK-kerkenraden op niet argeloos in te gaan op een uitnodiging voor een bijeenkomst waar alleen kerken die zich aan alle synodebesluiten gehouden hebben welkom zijn. “Houd afstand,” schrijft hij. Ik denk juist dat het goed zou zijn als alle 181 CGK-kerken een afvaardiging naar die bijeenkomst sturen. Dat wordt dan net zo’n convent als vorig jaar gehouden is, waar 180 van de 181 kerken aanwezig waren. Die werd toen georganiseerd door landelijke deputaten. Het zou goed zijn als de kerk van Rijnsburg deze bijeenkomst laat organiseren door het ‘deputaatschap vertegenwoordiging’, want die heeft het mandaat om een aantal zaken af te wikkelen en te begeleiden zonder zelf inhoudelijk sturing te geven.

Als alle 181 kerken zich inderdaad aanmelden, zal duidelijk worden wat de ware intentie van de organisatoren is. Wordt elke CGK toegelaten tot de vergadering? Dan wordt duidelijk op welke manier de meerderheid van de CGK het kerkverband voort wil zetten. En dat zou, gezien het vorige convent, wel eens anders kunnen uitpakken dan de behoudende kerken zouden willen. Toen wilden zo’n 120 van de 180 kerken met elkaar verder. De optie voor de andere 60 is dan: wij kunnen niet langer blijven, dus wij richten een nieuw, behoudend kerkgenootschap op of zoeken aansluiting bij andere reformatorische kerken. Of de behoudende organisatoren houden aan de voordeur alle CGK-kerken tegen die vrouwen in het ambt hebben of, ook al hebben ze die niet zelf, daar geen bezwaar tegen hebben. Dan kan een meerderheid van de aanwezige kerken uitspreken dat ze zichzelf beschouwen als de wettige voortzetting van de Christelijke Gereformeerde Kerken. Maar dat kan alleen maar door eerst een aanzienlijk deel van de zusterkerken op voorhand buiten te sluiten.  En dan niet volgens het gereformeerd kerkrecht, want die kerkelijke weg via een volgende synode heeft men bewust geblokkeerd, maar door een separatische aktie waarbij de eigen overtuiging zwaarder weegt dan de eenheid in Christus op basis van Schrift, belijdenis en kerkorde die de meerderheid van de CGK-kerken graag bewaren wil.

2 thoughts on “Hoe nu verder als CGK nu moderamen en synode het kerkverband hebben opgegeven?

  1. Bijna 2000 jaar lang kenden vrijwel alle christelijke kerken wereldwijd geen zusters in het oudste-of regeerambt; idem geen homohuwelijk of vergelijkbare relatie. Het werd afgewezen o.g.v. Gods Woord. Kerken als de CGK hebben een kerkorde waaraan men zich verbonden heeft; en zich er uiteraard ook aan moet houden (uw ja zij ja..). GS besluiten worden, eventueel na een appel/revisie procedure, aanvaard; desnoods met behoud van gevoelen. Sommige CGK kerken(raden) braken hun belofte in het kerkverband om zich aan de kerkorde te houden. Derhalve had de laatste GS nadrukkelijk uit moeten spreken dat deze ‘kerkorde-brekers’ de facto het kerkverband hebben verlaten. En deze kerken(raden) ook zodanig worden beschouwd. Juist door het gesjoemel met de kerkorde, is deze ellende binnen het CGK kerkverband ontstaan. Wilde de GS de kool en de geit sparen? Nu krijg je het spel van vrije krachten en dat werkt niet; je hebt een kerkenordening niet voor niets.

  2. Het lijkt mij dat het in het decentrale gereformeerde kerkrecht zo is, dat lokale kerken alleen een synode bijeenroepen als ze noch zelf niet uit een bepaalde kwestie komen, noch een meerdere maar nog niet-landelijke vergadering, zoals de provinciale synode, dat niet lukt. En de idee is dan, dat de lokale gemeente met een bepaalde kwestie belooft zich neer te leggen bij de uitspraak van de meerdere vergadering, zoals in dit geval de synode is geworden. De synode van de C.G.K. heeft in dit geval een bepaalde uitspraak gedaan, en toch houden de linkse lokale gemeenten zich daar niet aan. Die gemeenten stappen echter niet op, maar willen door blijven vergaderen via een permanente synode, hebben dus maling aan een hun onwelkome uitspraak. Dat is de vitium originis. Wat moet je dan doen als behoudende lokale gemeenten? Dan maar zelf in geval van een kwestie bijeenkomen als gelijkgezinden. Want een ieder is schuldig zich bij de ware kerk te voegen. In dit geval kun je voor ‘ieder’ ook een bepaalde lokale gemeente lezen. En dit betekent dus niet meer met onware kerken willen samen komen. Lijkt me logisch. Wat niet-gereformeerd is aan de vigerende kerkorde is, dat er kennelijk altijd een synode moet bestaan, altijd een roepende kerk moet zijn. Zo ‘hiërarchiseer’ je de kerkorde toch weer. Nee! Een synode mag nooit permanent zijn. Dus dat de behoudende gemeenten eventueel iets willen tegen de kerkorde in, is in dit geval niet erg, want die niet-gereformeerde kerkorde klopt op althans dit punt niet. Bij een echt gereformeerde kerkorde is het onmogelijk om een scheuring te krijgen. Er bestaat namelijk geen hoger kerkverband dan de lokale gemeente. De behoudende gemeenten keren de andere gewoon de rug toe, want die andere willen toch niet luisteren naar de synodebesluiten, keer op keer, tegen de letter en geest van hun eigen kerkorde in. Waarom willen ze dan nog doorvergaderen? Wachten totdat er wel een linkse meerderheid is? Mij dunkt van wel. Maar de behoudende gemeenten willen zich niet laten ringeloren door knellende hiërarchische banden en zullen dus niet meer luisteren naar permanente roepende gemeenten. De linkse gemeenten moeten zich zelf houden aan de uitspraken van de meerdere vergadering. Als ze dat niet willen, maar eindeloos door willen vergaderen in een permanente synode, dan moge dat kerkordelijk in orde zijn, maar primair is hun kerkordelijke ongehoorzaamheid aan synodebesluiten. Dan zien de behoudende gemeenten geen andere weg dan zelf maar en eigen vergadering te houden. Waarheid boven eenheid. Niks mis mee.                

Plaats een reactie