Welkom thuis! – de verloren dochter

Zestien was Marina, toen ze naar Amsterdam vertrokken was. Thuis, ergens weggestopt achter de IJssel, was alles maar saai. Het hoogtepunten van elke dag was de trein, die elk uur langzaam door de bocht langs hun huis, even buiten het dorp, voorbij reed. Verder was er in de wijde omtrek nooit iets te beleven. Met haar ouders had ze altijd ruzie. Haar beide andere zussen begrepen haar niet. Ze zocht de vrijheid! Niet dat ze weggelopen was, maar haar ouders hadden haar wel duidelijk gemaakt: op ons hoef je niet te rekenen als je zo jong naar de grote stad gaat.

In het begin vond ze het leven in de stad heerlijk. Werken, uitgaan en dat soort dingen. Maar ook: drank, seks en drugs. Na twee jaar was ze er letterlijk verslaafd aan geraakt. Ze was nog een paar keer terug thuis geweest. Omdat ze in geldnood zat. Had de laatste keer zelfs wat sieraden van haar moeder ‘meegenomen’. Daarna durfde ze niet meer thuis te komen. Dat was zeven jaar geleden. Sindsdien had ze helemaal geen contact meer met haar ouders gehad.

Nu was ze 28 en zat ze helemaal aan de grond. Ze betaalde haar drugsverslaving door haar lichaam te koop aan te bieden achter één van de ramen op de Wallen. Tot ze ook daar eruit gezet werd. Ook haar vrienden lieten haar vallen als een baksteen. Zo zwierf ze door de stad. Dakloos. Graaien in de afvalcontainers achter de supermarkt om nog wat eten te scoren.

Wat heb ik eigenlijk voor een leven, dacht ze op een avond. In haar gedachten dacht ze terug aan thuis. Wat had ze haar ouders veel verdriet aangedaan. Stom, dat ze dat nu pas besefte. Kon ze het maar goedmaken. Maar de weg naar huis was geblokkeerd. Ze zouden haar zien aankomen – zij, die de sieraden van haar moeder verpatst had om voor een paar gram heroïne.

Helemaal ten einde raad besloot ze een brief naar haar ouders te sturen. Beetje ouderwets, maar ze wist hun mobiele nummers niet meer. Dit was wat ze schreef:

“Lieve mama en papa. Ik heb heel veel domme dingen gedaan. Ik heb jullie erg teleurgesteld. Ik snap heel goed, dat jullie niet meer van mij houden. Je kunt niet dieper zinken dan ik heb gedaan. Ik zit op de bodem van de put. Maar ik heb er zo’n spijt van. Wat zou ik weer graag naar huis terug komen. Ik heb een treinkaartje gekocht. Volgende week vrijdag kom ik met de 10 voor 5 trein langs. Je kunt de trein vanuit de bocht zien komen. Zouden jullie een witte  laken aan de waslijn buiten willen hangen die ik kan zien als ik weer welkom ben thuis? Als er geen laken hangt, dan snap ik dat en zal niet naar huis komen.”

Die vrijdag zat Marina in de trein. Hoe dichter ze op de plaats van bestemming kwamen, hoe zenuwachtiger ze werd. Ze viel bijna flauw van de spanning. Aan de vrouw die tegenover haar zat vroeg ze: “Als we rond de volgende bocht rijden ziet u aan de linkerkant een huis met een rieten dak en een grote tuin met wat bomen en een waslijn. Het is misschien een vreemde vraag maar zou u voor mij willen kijken of er een wit laken hangt aan de waslijn?”

De trein minderde vaart en reed langzaam door de bocht. De vrouw keek door het raam naar buiten en riep plotseling: “Kijk nou! Moet je eens zien! De hele waslijn hangt vol met witte lakens! Maar niet alleen de waslijn, ook aan de eikenboom ernaast hangt een heel groot laken met WELKOM THUIS!

Dit verhaal komt ook voor in een (lees)preek over 1 Johannes 2:15-17 die te vinden is onder https://ernstleeftink.com/preken-nt.

One thought on “Welkom thuis! – de verloren dochter

Geef een reactie op jan Elsinga Reactie annuleren