De ‘Gewone Catechismus’ op 14 zondagmiddagen in Assen (12-09-21 t/m 03-07-22)

In het seizoen 2021-2022 willen we graag, Deo Volente, 1x in de drie weken een ‘leerhuismiddag’ over de Gewone Catechismus houden.

In onze eigen kerkelijke gemeente (vGK Oase en GKV Het Noorderlicht) wordt geen wekelijkse middagdienst -meer- gehouden. De meeste andere kerken in Assen e.o. hebben sinds maart 2020 vanwege de corona-crisis ook geen tweede kerkdienst meer gehouden.

Hierdoor verdwijnt voor een groot deel de geloofstoerusting. Veel gemeenteleden verlangen daar wel naar, hebben we in de afgelopen jaren ervaren bij de zgn. Klapwijk-cursussen. Verder vinden we het waardevol om juist op de zondag als de opstandingsdag van onze Heer Jezus Christus in alle rust als gelovigen bij elkaar te komen om te groeien in het liefhebben en beter kennen van onze hemelse God en Vader.

De Gewone Catechismus (GC) is in mei 2019 verschenen. De schrijvers zijn de theologen Arnold Huijgen (CGK), Theo Pleizier (PKN – Geref. Bond) en Dolf te Velde (GKV). Ze zijn alle drie hoogleraar of universitair (hoofd)-docent aan hun theologische universiteit in Apeldoorn, Groningen en Kampen. De GC verwoordt in 100 vragen en antwoorden de inhoud van het christelijk geloof op een hedendaagse manier. Zo helpt ze bijbelgetrouwe christenen hun geloof voor deze tijd opnieuw te verwoorden en inspireert hen om vanuit dat geloof te leven.

Qua opzet en structuur heeft de GC een andere insteek dan de Heidel-bergse Catechismus, al komen alle onderwerpen wel aan bod. De rode draad in de GC is ‘geluk’. In drie delen wordt uitgelegd wat het echte ‘geluk’ is en bij Wie het te vinden is, nl. 1/ God de Vader – vertrouwen – gebed; 2/ Jezus Christus – volgen – gebod; 3/ De Heilige Geest – verwachten – kerk en avondmaal.

Bij de 14 ‘leerhuismiddagen’ denken we aan bijeenkomsten van ongeveer een uur die er zo uitzien:

  • Opening met een lied + gebed + bijbellezing
  • Lezing van ± 20-25 minuten door ds. Van Harten of ds. Leeftink
  • Bespreking in groepen n.a.v. gesprekpunten (± 15-20 minuten)
  • Plenaire rondvraag (± 5-10 minuten)
  • Afsluiting met lied en gebed

Het verdient aanbeveling om vooraf de gedeeltes uit de GC als voorstudie te lezen. Tijdens de bijeenkomst worden een handout van de lezing en de gespreksvragen uitgereikt. Tijdens de bespreking is er koffie en thee. Na afloop is er een collecte voor een goed doel.

Zondagmiddagen + Thema’s:

12 sep  1/ Geluk + Troost  (GC 1-5) 

3 okt.   2/ De doop (GC 6-12)           

31 okt. 3/ Wat is geloven (GC 13-17)

21 nov. 4/ De Drie-Eenheid   (GC 18-23)

12 dec. 5/ God, Vader en Schepper (GC 24-30)

9 jan.   6/ Bidden (GC 31-36)

30 jan. 7/ Het volmaakte gebed (GC 37-46)

20 feb.  8/ Jezus – de weg tot God (GC 47-54)

13 mrt. 9/ Jezus – de waarheid en het leven (GC 55-62)  

3 apr.   10/ God liefhebben – wet I (GC 63-70)      

24 apr. 11/ Je naaste liefhebben – wet II (GC 71-77)       

15 mei  12/ De Heilige Geest  (GC 78-83)    

12 juni 13/ De kerk (GC 84-93)        

3 juli    14/ Het Avondmaal (GC 94-100)

     

Locatie: GKV ‘Het Noorderlicht’ in Assen-Peelo

Tijdstip: 15:00 uur – 16:00 uur

Aanmelding: Niet verplicht, wel gewenst

Bestellen: Via de plaatselijke boekhandel (€ 18,99 gebonden, € 12,99 paperback)

Contactgegevens: Ds. A. van Harten-Tip, predikant@vgk-assen.nl of 0592-412814

Ds. L.E. Leeftink, dominee@gkvassenpeelo.nl of 0592-345954

‘Laat de kinderen tot Mij komen’ – over bijzondere kerkdiensten in coronatijd

Wat is wijs? Dat vragen veel kerkenraden zich in deze coronatijd af als het om het aantal bezoekers van kerkdiensten gaat. Wijs is in elk geval, dat in december 2020 alle kerkgenootschappen gezamenlijk binnen het CIO welwillend gereageerd hebben op de dringende oproep van de regering om zoveel als mogelijk alleen online-diensten te houden. Maar we zijn nu weer drie maanden verder. Het is inmiddels één jaar geleden dat Nederland op slot ging. In de samenleving klinkt de roep om versoepeling steeds luider. De overheid geeft daar sinds begin maart ook beperkt de ruimte voor. Wat betekent dat voor de kerkdiensten?

Wijze vrijmoedigheid

In de kerk heb je twee soorten kerkdiensten. De gewone, regelmatige kerkdiensten. Daaronder vallen ook avondmaalsdiensten en jongerendiensten, om maar twee dingen te noemen. En de bijzonder, eenmalige diensten. Daaronder vallen doopdiensten, belijdenisdiensten, trouwdiensten en rouwdiensten. Zou er, in wijze vrijmoedigheid, voor die laatste categorie diensten iets meer mogelijk zijn? Het is immers volstrekt duidelijk dat het unieke, eenmalige diensten zijn ter gelegenheid van een feestelijke of verdrietige gebeurtenis in iemands leven. Dus het heeft geen enkele precedentwerking op andere kerkdiensten.

Ik spits het even toe op doopdiensten. Ik ben absoluut geen voorstander van de vroegdoop, waarbij de vader het kind ten doop houdt terwijl de moeder nog in het kraambed ligt. Ik vind het zo langzamerhand wel problematisch worden dat de doop nu al maanden lang (soms al bijna één jaar!) wordt uitgesteld. De reden is ‘m bijna altijd gelegen in het feit dat er helemaal niemand bij de doop aanwezig mag zijn. In mijn ogen leidt dat tot een onderschatting van de doop. Van uitstel komt geen afstel, maar je voedt als kerk wel de gedachte dat het teken van de doop niet zo belangrijk is. Terwijl de doop Gods verbondsteken is voor de gelovigen en hun kinderen! De hemelse Vader wil graag zijn prachtige beloften geven aan de kinderen van de gelovigen die hun vertrouwen op Hem stellen. En Jezus, onze Heer, zegt: Laat de kinderen tot Mij komen. Hoe lang kunnen kerkenraden dan blijven zeggen (terwijl heel Nederland elkaar in de supermarkt op 20 centimeter passeert en in februari massaal het ijs op ging): we kiezen in alle omstandigheden het liefst voor een zelfgekozen voorzichtigheid die nog strenger is dan de overheid ons oplegt?

De overheid biedt begrensde ruimte

Want de overheid geeft meer ruimte dan veel kerken tot nu toe nemen. Volgens de RIVM-richtlijnen zijn zelfs in deze lockdowntijd met avondklok huwelijksvoltrekkingen met 30 personen (zonder horeca) en uitvaarten met 50 personen (zelfs met koffie en cake) geoorloofd, mits aan alle voorwaarden voldaan wordt. Ik denk dat we het er als kerk over eens zouden moeten zijn dat de bediening van de doop minstens net zo’n belangrijk moment in het geloofsleven. Dus als die voortdurend wordt uitgesteld, moet je zoeken naar alternatieven. Dat geldt ook voor een trouwdienst: Gods zegen over het huwelijk op de knielbank in de kerk vinden de meeste echtparen van veel meer waarde dan het formele moment op het gemeentehuis. Hetzelfde geldt voor het doen van belijdenis: moet je dat eindeloos blijven uitstellen terwijl je graag, net als Timoteüs,”in aanwezigheid van velen zo’n krachtig getuigenis” wilt afleggen?

Vier keuzeopties

Door corona kan niet alles wat je zou willen. Dus moeten kerkenraden in wijze vrijmoedigheid keuzes maken. Ik kwam deze maand in drie kerkbladen vier verschillende opties tegen.

In Gemeente A is besloten om zo weinig mogelijk contactmomenten te organiseren. Dus is er tijdelijk geen live-muziek in de eredienst en mogen de leden van het wijkteam tijdelijk geen bezoeken brengen, maar alleen de predikant en de pastoraal werker. De motivatie hierachter is, dat we als kerken onder het vergrootglas liggen en dat het ons een lief ding waard moet zijn dat Gods naam vanwege ons gedrag niet gelasterd, maar geëerd en geprezen wordt, zoals in Zondag 47 van de Heidelbergse Catechismus staat.

In Gemeente B is besloten om pas ruimte te geven voor kerkdiensten met max. 30 kerkgangers als dat door de kerkgenootschappen gezamenlijk weer geadviseerd wordt. Maar als het om doopdiensten gaat, wil men de wens van de ouders honoreren om in elk geval ook de wederzijdse grootouders aanwezig te laten zijn. Het Diakonaal Steunpunt noemt deze mogelijkheid (max. 6 volwassenen) expliciet. En als het om een trouwdienst gaat, is het kerkgebouw beschikbaar als trouwlokatie, zodat het burgerlijk huwelijk meteen gevolgd kan worden door de kerkelijke bevestiging ervan met max. 28 bruilofsgasten.

In Gemeente C heeft men besloten om de RIVM-richtlijnen ook toe te passen op de genoemde bijzondere eenmalige kerkdiensten. Dan kunnen bijvoorbeeld drie kinderen tegelijk gedoopt worden, waarbij elk gezin zes of zeven gasten mag uitnodigen. Of kunnen vier jongeren belijdenis doen met elk zes of zeven familieleden/vrienden. Uiteraard onder dezelfde strikte voorwaarden als de overheid bij andere gelegenheden stelt.

In Gemeente D neemt men meteen de nieuwe richtlijn over die de PKN zonder enige vorm van overleg met de overheid en met de andere kerkgenootschappen eind februari genomen heeft: er zijn elke zondag weer 30 kerkgangers welkom. Er is binnen de CGK/GKV/NGK zelfs een gemeente die binnen één maand eerst het superstricte standpunt A invoerde en na het PKN-advies meteen overstapte op het geen enkel ander kerkgenootschap geadviseerde standpunt D.

Voorzichtig meebewegen

Wat is wijs? Persoonlijk pleit ik voor meebewegen met de richtlijnen van de overheid. Dat gebeurt bijna altijd als de maatregelen verscherpt worden. Dat vind ik terecht. Het gebeurt helaas niet altijd als de overheid versoepelingen aankondigt. Dan hoor ik vaker kerken zeggen: ‘Je kunt niet voorzichtig genoeg zijn.’ Dat vind ik niet altijd terecht. Als de overheid versoepelt, doet ze dat heel bewust en heel voorzichtig. Voorzichtiger kan dus, tenzij je daar binnen je eigen kerkgemeenschap heel goede redenen voor aan kunt dragen. Toch is de primaire reaktie wel vaak: laten we maar niet meteen alles gaan doen wat weer mag. Daardoor worden kerkleden die bewust en met een goed geweten de beperkte ruimte die de overheid geeft wel helemaal willen benutten, nogal eens impliciet beticht van ‘risico-gedrag’. Maar zou een kerk juist geen begrip moeten creëren voor mensen met meer vrijmoedigheid en hen beschermen tegen veroordeling? En hoort juist in de kerk het geestelijk belang van een doopdienst, een trouwdienst of een belijdenisdienst in alle voorzichtigheid niet zwaar mee te wegen bij de besluiten die men neemt? Als je aldoor al te voorzichtig bent, hoe geloofwaardig kun je dan nog zingen: “Ik stel mijn vertrouwen op de Heer, mijn God. Want in zijn hand ligt heel mijn levenslot”?

Ruimte voor vrijmoedigheid, begrip voor zorgvuldigheid

Maar zoals overal geldt ook in een plaatselijke kerk: niet de mening van één persoon, maar die van ons allen in gezamenlijk overleg leidt tot een wijs besluit dat biddend genomen is. Zowel in gemeente A als in gemeente B als in gemeente C. Laat zo’n vrijmoedig of zorgvuldig besluit dan door heel de gemeente eensgezind ontvangen en gedragen worden. En als je dat moeilijk vindt? Lees dan steeds weer Filippenzen 2:3-5. Dat heb ik tenminste regelmatig nodig.

Handel niet uit geldingsdrang of eigenwaan, maar acht in alle bescheidenheid de ander belangrijker dan uzelf. Heb niet alleen uw eigen belangen voor ogen, maar ook die van de ander. Laat onder u de gezindheid heersen die Christus Jezus had. 

Doop door besprenkeling kwam al in de 1e eeuw voor

In de diskussie over de doop hoor je soms ook de bewering dat een doop pas geldig is, wanneer de dopeling helemaal ondergedompeld is. Want de doop brengt tot uitdrukking, zegt men dan, wat er in Romeinen 6 staat. Daar zegt Paulus: Weet u niet dat wij die gedoopt zijn in Christus Jezus, in zijn dood gedoopt zijn? We zijn door de doop in zijn dood met Hem begraven om, zoals Christus door de macht van de Vader uit de dood is opgewekt, een nieuw leven te leiden. Bovendien betekent het Griekse woord ‘baptisdein’ in het gewone taalgebruik altijd ‘onderdompelen’.

Om de symboliek van het gedoopt volledig tot zijn recht te doen komen, is onderdompeling de verplichte vorm voor volwassendoop in veel evangelisch-georiënteerde kerken. Soms wordt daarom zelfs de volwassendoop uit andere kerken niet erkend wanneer die alleen maar door besprenkeling heeft plaatsgevonden. En het gebeurt in een baptistenkerk ook wel eens dat iemand die niet helemaal kopje onder gegaan is in het baptisterium, alsnog weer het water ingaat om echt helemaal ondergedompeld te worden.

Doop onderdompelingIn het klassieke doopformulier dat sinds 1566 binnen de verschillende gereformeerde kerken gebruikt wordt staat, dat de afwassing van onze zonden zichtbaar gemaakte wordt door ‘de onderdompeling in en de besprenkeling met het water’. Het mag dus allebei. De onderdompeling staat zelfs voorop! In de praktijk kiest men bijna altijd voor de besprenkeling. Bij kinderen snap ik dat, maar als het om de volwassendoop gaat, vind ik dat persoonlijk wel wat jammer.  Juist bij de doop van een volwassenen is de onderdompeling een enorm aansprekend beeld van het feit dat je je oude, zondige leven dankzij Jezus Christus afgelegd hebt en verfrist weer opstaat in een nieuw, christelijk leven. In de gereformeerde zendingskerken in tropische landen is onderdompeling dan ook gebruikelijk als volwassenen tot geloof komen. Dan houden ze gewoon een openluchtdienst bij de rivier.

Doop Jezus Jordaan glas in loodMaar is daarmee het besprenkelen van kinderen en volwassenen bij de doop verkeerd? Sommige christenen beweren, dat de besprenkeling pas opgekomen is toen vanaf de 3e eeuw de kinderdoop werd ingevoerd. Daarvoor was er alleen maar sprake van onderdompeling. Als bewijs daarvoor wordt de doop van Johannes de Doper aangevoerd. In de Jordaan werd iedereen, zelfs Jezus, ondergedompeld.

Toch is het nog maar de vraag of men daarmee het gelijk aan zijn kant heeft. Het is niet bekend hoe bv. de 3000 mensen op Pinksteren zich hebben laten dopen. En de cipier in Filippi die zich ‘s nachts door Paulus liet dopen in zijn eigen huis – ik mag aannemen dat hij nog geen ingebouwd baptisteriumpje in zijn woning had.

Het omgekeerde, dat vanaf het eerste begin de doop ook door besprenkeling plaats vond, valt met even veel recht te verdedigen. Allereerst met een beroep op het Oude Testament. Daar wordt de vergeving van de zonden regelmatig afgebeeld door de besprenkeling met het bloed van de offerdieren. Sommige evangelische theologen beweren, dat het bloed van de offerdieren in het Oude Testament een hele andere symboliek heeft dan het water van de doop in het Nieuwe Testament. Maar die visie kan geen stand houden als je leest, wat er in Ezechiël 36:25-27 staat. Daar belooft de HERE aan de joden in ballingschap: Ik zal zuiver water over jullie uitgieten om jullie te reinigen van alles wat onrein is, van al jullie afgoden. Ik zal jullie een nieuw hart en een nieuwe geest geven, Ik zal je versteende hart uit je lichaam halen en je er een levend hart voor in de plaats geven. Ik zal jullie mijn Geest geven en zorgen, dat jullie volgens mijn wetten leven en mijn regels in acht nemen. Alleen al op grond van deze passage zouden we als christenen elkaar moeten accepteren als het om onderdompeling of besprenkeling gaat. Het is maar een symbool, dus de geldigheid van de doop hangt er niet van af.

Didache Onderwijs van de twaalf apostelen.jpgMaar er is meer bewijs . Rond het jaar 90 na Christus (dus ruim 50 jaar na Pinksteren!!) is een brief bewaard gebleven waarin het gaat over de manier waarop de doop bediend moet worden. Het geschrift wordt de Didache (Grieks voor ‘onderwijs’) genoemd. De volledige titel is Het onderwijs van de twaalf apostelen aan de volken. In 2017 is het door Dr. Jos M. Strengholt opnieuw uit het Grieks vertaald en van voetnoten en gespreksvragen voorzien. Volgens sommigen is de apostel Barnabas de schrijver  van de Didache. In hoofdstuk VII van de Didache staat het volgende over de manier van dopen:

Wat betreft de doop, doop aldus:

Nadat u al deze voorgaande dingen hebt doorgenomen met de dopelingen, doop hen in de naam van de Vader en van de Zoon en van de Heilige Geest in stromend water.

Maar als u geen stromend water hebt, doop dan in ander water. En als u niet in koud water kunt dopen, dan maar in warm.

Als u die allebei niet hebt, giet dan driemaal water over het hoofd in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest.

Als het gaat om de keus tussen onderdompeling en besprenkeling bewijst deze passage uit de Didachè volgens mij duidelijk dat de geldigheid van de doop niet in één van beide vormen zit. Hooguit kun je eruit afleiden, dat bij de doop van een volwassene de onderdompeling de voorkeur heeft. Maar als de omstandigheden dat niet toelaten is een doop door besprenkeling evengoed geldig.

Aardig om te zien is ook, dat in de eerste eeuw na Christus al geadviseerd werd om bij besprenkeling drie keer water over het hoofd van de dopeling uit te gieten. Persoonlijk spreekt mij dat erg aan en doe ik dat ook altijd bij iedere doop. Zo worden de beloften van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest nog eens nadrukkelijk onderstreept.

Als het gaat om de geldigheid van de doop sluit ik mijzelf graag aan bij de royale houding van de anglikaanse theoloog J.I. Packer. Die houdt gereformeerden voor dat het opdragen van kinderen een droge doop is en hij houdt baptisten voor dat het afleggen van belijdenis een droge doop is. Op grond daarvan pleit hij voor wederzijds respekt. In een ander blog breng ik de visie van Packer zo onder woorden: Te vroeg of te laat, maar niet dubbel.

Het is mijn verlangen dat alle bijbelgetrouwe christenen zo met elkaar om gaan dat iedereen de ééns ontvangen doop in de Naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest, die in geloof ontvangen en aanvaard wordt, accepteert. Er is immers maar ‘één doop tot vergeving van de zonden’, zoals het overgrote deel van de christenen eeuwenlang en wereldwijd met de Geloofsbelijdenis van Nicea op grond van Efeziërs 4:7 belijdt.

Maar ik ben niet gerust op dat de royale mildheid van Packer er op dit punt ook bij de hoofdstroom van evangelikaal Nederland is. Nog steeds worden gelovige broers en zussen in de Heer die zich aansluiten bij een evangelische of baptisten-gemeente regelmatig uitgesloten van alle officiële funkties binnen die gemeente, enkel vanwege het feit dat ze zich niet voor de tweede keer in de Naam van de Drie-enige God willen laten dopen. Ze mogen wel ‘vriend van de gemeente’ zijn, maar geen volwaardig lid. In sommige evangelische gemeentes wordt, zoals ik al eerder noemde, zelfs de volwassendoop door middel van besprenkeling niet erkend!

Het verdelen van belijdende christenen binnen de eigen gemeente in twee categorieën is volgens mij ten diepste oudtestamentisch: toen waren de ‘jodengenoten’ hartelijk welkom in de buitenste voorhof. Maar écht binnenkomen mochten ze niet. Alle nadruk op de hartelijkheid waarmee mensen in evangelische gemeenten opgenomen worden als ‘vrienden van de gemeente’ maakt dat laatste niet ongedaan. Dat vind ik om verschillende redenen meer dan jammer. Niet alleen worden de woorden van de Drie-Enige God, die Hij bij elke doop (of het nu van een volwassene is of van een kind van gelovige ouders) heeft uitgesproken, niet serieus genomen. Ook wordt soms de vorm van dopen, zelfs als het om de volwassendoop gaat, blijkbaar belangrijker gevonden dan de inhoud. Dat lijkt verdacht veel op, om het met de woorden van de Heidelbergse Catechismus even scherp te stellen, ‘in plaats van of naast God iets anders hebben waarop de mens zijn vertrouwen stelt.’

Misschien dat we hier op aarde elkaar niet kunnen bereiken op dit punt, zodat we helaas moeten constateren: “Er waren twee Koningskinderen, zij hadden elkaar zo lief. Ze konden elkaar niet bereiken, het water van de doop was te diep.” Dan hoop ik maar dat Christus de Heer dit pijnpunt voor ons op zal lossen wanneer Hij terugkomt op de wolken.

Het boekje De Didache – Onderwijs van de Twaalf Apostelen aan de Volken Uit het Grieks vertaald en van voetnoten en gespreksvragen voorzien van Dr. Jos M. Strengholt is bij de auteur te bestellen voor € 7.95 incl. verzendkosten. Stuur dan een mail naar jos@strengholt.info.

Is de hemel saai? – de Twaalf Artikelen in 30 dagen (dag 30)

Herman van Wijngaarden - Zo is datDag 30

Is de hemel saai?

en het eeuwige leven – Als de Apostolische Geloofsbelijdenis een muziekstuk was, zou er nu een grandioze finale los­barsten. Perfect gewoon, puur genieten! Eeuwig leven, altijd bij Jezus zijn! Iets mooi­ers bestaat er toch niet?

Toch denken veel mensen juist eerder aan een heel saai muziekstuk. Want hen is verteld dat het eeuwige leven alleen dít is: eeu­wig zingen voor Gods troon. En dat lijkt hen toch wel erg eento­nig worden. Ze houden niet eens van zin­gen!

Maar dat is natuurlijk een misverstand. Denk je nu echt dat de God die zo’n schitterende aarde heeft gemaakt, met zóveel om van te genieten, een hemel zou maken waar het minder mooi is? Denk je nu echt dat je in de hemel iets zult missen wat je op aarde zo leuk of zo lekker vond? Natuurlijk niet! Iemand schreef: ‘Als je in de hemel graag snoepjes en hamsters wilt, zullen ze er zijn.’ En vul dan zelf maar in waar jij van geniet.

Dat het eeuwige leven natuurlijk in de eerste plaats is: altijd bij Jezus zijn, dat maakt het er alleen maar mooier op. Want wat kun je nou liever willen, dan zijn bij Hem die zo oneindig veel van je houdt? Geloof in Hem, Hij maakt ook voor jou alle dingen nieuw. Zo is dat!

Lezen: Openbaring 21:1-7

Als deze verzen een film waren, welke muziek –uit je eigen cd-verzameling- vind je er dan bij passen? Zoek muziek uit waar je echt blij van wordt!

Een nieuw lichaam – de Twaalf Artikelen in 30 dagen (dag 29)

Herman van Wijngaarden - Zo is datDag 29

Een nieuw lichaam

de opstanding van het vlees (= lichaam) – Je lichaam, daar kun je als tiener best veel mee bezig zijn. Je bent tenslotte volop in ontwikkeling. En soms is dat fijn, maar soms ook lastig. In ieder geval vind je je li­chaam heel belangrijk; het hoort helemaal bij je. Het is een stukje van jezelf.

De Bijbel vindt het lichaam óók belangrijk. Vroeger dachten ze dat het lichaam alleen maar een omhulsel voor de ziel was, maar dat is onbijbels. Het is dus óók niet zo dat je na de opstanding als een ziel of een engel door de hemel zweeft ofzo. De gelovigen krijgen een nieuw lichaam, dat heeft de Here God beloofd.

Hoe dat gaat, weten we niet precies. Paulus zegt dat je het moet vergelijken met wat er met zaad gebeurt: het oude lichaam sterft en wordt gezaaid. Wat er op­staat, is dan natuurlijk niet meer het zaad zelf. Er wordt een nieuw, ver­heerlijkt lichaam opge­wekt. Je bent het aan de ene kant weer helemaal zelf, en toch is het hele­maal anders. Dat zal echt heerlijk zijn: een li­chaam zonder ziekte, zonde en handicap. Iets om naar te verlangen!

Lezen: 1 Korintiërs 15:35-44

’t Is waar: een moeilijk tekstgedeelte. Maar probeer er toch één gedachte uit te halen die je snapt en voor vandaag kunt meenemen.

 

De 188e keer – de Twaalf Artikelen in 30 dagen (dag 28)

Dag 28

De 188e keer

de vergeving van de zonden (2) – GeHerman van Wijngaarden - Zo is datloven dat je zonden ver­geven zijn, dát is pas moeilijk. Doe je die ene zonde voor de 187e keer, en zal je zeker wéér zomaar verge­ving krijgen… En als je echt iets heel ergs gedaan hebt… Een meisje zei in een interview: ‘Ik heb wel duizend keer om vergeving gebeden.’

Duizend keer… ik denk dat dit de Here 999 keer verdriet heeft gedaan. Want staat er dan niet in de Bijbel: ‘Als wij  onze zonden belijden, dan zal Hij ons onze zonden vergeven’ (1 Joh. 1:9)? Als God dat belooft, hoef je er toch niet om te blijven vra­gen? Stel je voor dat een vader zijn zoontje een fiets belooft en die jongen vraagt er daarna nóg 999 keer om. Dat zal die vader verdriet doen: ‘Vertrouw je me dan niet?’

En die ene zonde voor de 187e keer dan? Het is heel erg dat je steeds dezelfde zonde doet. Maar wat wou je anders doen dan elke keer weer direct vergeving vragen? Eerst vergeving verdienen door twee weken netjes te leven? Dat is pas echt dom – alsof God dáár van onder de indruk zou zijn. Laat één ding duidelijk zijn: Gods vergeving kun je nóóit ver­dienen. Je krijgt het alleen als je het uit genade, als cadeau, wilt ontvangen. Ook de 188e keer…

Lezen: Psalm 130

Wat zegt deze Psalm je over a. jouw zonden, en b. Gods vergeving? Vul maar in: mijn zonden zijn…, Gods vergeving is…

Wat zijn zonden? – de Twaalf Artikelen in 30 dagen (dag 27)

Herman van Wijngaarden - Zo is datDag 27

Wat zijn zonden?

de vergeving van de zonden (1) – Heb jij dat ook wel eens? Je bidt ’s avonds om vergeving van je zonden, maar eigenlijk weet je niet eens wat je vandaag precies verkeerd hebt gedaan. Je hebt hard gewerkt op school, je bent naar catechisatie geweest, hebt huiswerk ge­maakt… Dat is toch allemaal goed? Je had niet eens tijd om te zondigen.

En toch zegt de Bijbel dat we iedere dag zonden doen. Hoe zit dat dan? Wat zijn dan zonden? Allereerst na­tuurlijk dat je een gebod van God overtreedt. Soms kan het inderdaad lijken dat het daarmee best wel meevalt – mijzelf lukt het tenminste aardig om netjes te leven. Maar er is nog meer. Zonde is niet alleen dat je iets fouts doet, maar ook dat je iets goeds nalaat (dus: níet doet). Misschien heb je niemand bewust kwaad gedaan. Maar heb je eraan gedacht dat die klasgenoot jouw hulp best kon gebruiken? En hoe zat het van­daag met ‘God liefhebben boven alles’? Ikzelf durf niet te zeggen: ‘Dat heb ik gedaan.’

Het is goed om steeds aan God te vragen of Hij het je duidelijk wil maken als je op een verkeerde weg zit.  Dat deed David ook. Niet omdat hij zo’n somber figuur was, maar omdat hij zoveel van God hield. En omdat hij gelukkig wilde worden…

Lezen: Psalm 139:1-4 en 23-24

Probeer drie redenen te bedenken waarom David zo blij is met wat hij in vers 1-4 schrijft. En minstens twee redenen waarom hij bidt wat in vers 23-24 staat.

Dat ene rotjoch – de Twaalf Artikelen in 30 dagen (dag 26)

Herman van Wijngaarden - Zo is datDag 26

Dat ene rotjoch

de gemeenschap der heiligen – Laten we het maar eer­lijk zeggen: er kunnen op de tienergroep gewoon jongens of meisjes zitten die je níet als vriend of vriendin zou willen hebben. En misschien is het zelfs zo dat je een hekel hebt aan dat ene rotjoch, of aan dat meisje dat altijd kritiek op je heeft.

Leg daarnaast nu eens wat we vandaag lezen in de Apostolische Geloofsbelijdenis: ik geloof de gemeenschap der heili­gen. Dat betekent zoiets als: ik geloof dat iedereen in de kerk er helemaal bij hoort, en dat niemand bui­ten de boot mag vallen. Even voor de duidelijkheid: als jij bij een kerk hoort, ben je dus óók zo’n heilige. Niet omdat je zo netjes leeft, maar omdat je door God gehei­ligd bent, dat is: apart gezet om voor Hem te le­ven.

Maar dat geldt dan óók voor dat rotjoch en voor die vervelende meid op de club. Die horen er óók bij. Dat betekent niet dat je ze direct aardig moet vinden. Maar wel dat je erop uit moet zijn dat het goed met ze gaat. Misschien is dat heel moeilijk. Begin dan maar met voor ze te bidden. Als je dat volhoudt, net als de eerste christengemeente dat deed, zul je zien dat er echt iets verandert op de tienergroep.

Lezen: Handelingen 2:41-47

Kijk, al lezend, eens goed rond in deze gemeente. Wat zie je? Stel je nou eens voor dat je daarover gaat vertellen aan een vriend(in), wat zou je dan ongeveer zeggen?

Leren van elkaar – de Twaalf Artikelen in 30 dagen (dag 25)

Herman van Wijngaarden - Zo is datDag 25

Leren van elkaar

ik geloof de heilige katholieke (= algemene) christelijke kerk (2) – Predikanten die in de kerk de Apostolische Geloofsbelijdenis voorlezen, zeggen er vaak bij: ‘We belijden met de kerk van alle tijden en alle plaatsen.’ Met andere woorden: we geloven niet op ons eentje, maar we voelen ons verbon­den met álle andere christenen. Dat zijn dus niet alleen de christenen in onze gemeente, maar overal in de wereld. En niet alleen de christenen van nu, maar ook die van vroeger. De Geloofsbelijdenis zelf zegt dat zo: ‘Ik geloof de katholieke (= algemene) kerk.’

Wat we daar aan hebben? Het is in de eerste plaats een bemoediging. Want wie had tweeduizend jaar geleden kunnen denken dat hetzelfde geloof dat Paulus en Pe­trus hadden, alle eeuwen door en overal ter wereld beleden zou worden? Dat zegt wel iets over de kracht van Gods kerk en werk.

In de tweede plaats betekent het dat wij van andere christenen kunnen leren. Jongeren uit Afrika die in Nederland op bezoek komen, vinden bijvoorbeeld dat wij zo wei­nig bidden. Dat is best iets om over na te den­ken. En ten derde houdt het in dat we elkaar kunnen helpen – bijvoorbeeld met geld, maar ook door het gebed. Want christen ben je gelukkig niet alleen, dat ben je met miljoenen anderen!

Lezen: Efeziërs 6:14-20

Stel dat jij voor jouw gemeente uit deze wapenrusting zomaar tien exemplaren mocht bestellen van één van deze wapens. Welke zou je dan kiezen?

Uitvinding van God – de Twaalf Artikelen in 30 dagen (dag 24)

Herman van Wijngaarden - Zo is datDag 24

Uitvinding van God

ik geloof de heilige katholieke (= algemene) christelijke kerk (1) – De kerk staat er vaak niet zo mooi op. Ze is uit de tijd, saai, ze zit vol met huichelaars, en zo kun je nog wel meer kritiek noemen. En toch laat de Apostolische Geloofsbelijdenis een heel ander geluid horen: ‘Niks daarvan! Als ik aan de kerk denk, zeg ik in de eerste plaats: de kerk is heilig!’

Dat is níet omdat er in de kerk geen fouten gemaakt worden, of omdat er in de kerk allemaal heilige boon­tjes zitten. Nee, dat de kerk heilig is, betekent dat ze door God apart gezet is (zeg maar: afgezonderd van alle andere dingen) voor een bepaald doel. De kerk is geen verzinsel van mensen, maar een uit­vinding van God!

Je mag best kritiek hebben op de kerk. Als je dus maar niet vergeet dat God er een speciale bedoeling mee heeft. Hij wil er mensen door tot geloof brengen en in het geloof bewaren. Hij wil er zijn kinderen ontmoeten en door hen aanbeden worden.

En… Hij wil er zijn zegen geven! Dat hoor je heel duidelijk aan het einde van iedere kerkdienst. Ieder­een krijgt dan een persoonlijke groet van de Here God mee. Als je dat goed hoort, begrijp je het des te beter: de kerk is zo gek nog niet.

Lezen: Numeri 6:22-27

Welke persoon uit jouw gemeente zou je deze zegen in het bijzonder willen toe bidden? Bid voor hem of haar!