PINKSTEREN – Gods volk wordt uitgebreid!

-Pinksteren is niet de geboorte van de kerk ten koste van Israel of het Joodse volk-

En de Geest doorbreekt de grenzen die door mensen zijn gemaakt. Dat zinnetje uit het gezang ‘Samen in de naam van Jezus’ klopt niet helemaal. Als het Pinksteren wordt, doorbreekt de Heilige Geest ook de grenzen die God Zelf tot die tijd gesteld had. Tot aan Pinksteren was het volk Israel  Gods volk. Wie tot geloof kwam in de God van Abraham, Isaak en Jakob, moest zich aansluiten bij het Joodse volk.

Vanaf Pinksteren keert God dat om: wie als gelovige Jood gelooft dat Jezus de beloofde Messias is, moet er op uit trekken om alle volken tot zijn leerlingen te maken. Zo ontstaat, om het met Paulus te zeggen, ‘het Israel van God’ (Galaten 6:16), want ‘Jood is men niet door uiterlijkheden, en het gaat ook niet om de uiterlijke, lichamelijke besnijdenis; Jood zijn is een iets innerlijks en de besnijdenis is die van het hart. Het is het werk van de Geest’ (Romeinen 2:28+29). Daardoor krijgt het ene volk van God een enorme uitbreiding, want ‘u die destijds niet verbonden was met Christus en uitgesloten was van het burgerschap van Israel en geen deel had aan de verbondssluitingen en de beloften die daarbij hoorden (…) bent nu dus geen vreemdelingen of gasten meer, maar burgers, net als de heiligen, en huisgenoten van God’ (Efeziërs 2:12+19).

Wat betekent dat in 2024 voor het Joodse volk en voor de staat Israel? Hebben joden die niet in Jezus geloven nog een streepje voor op alle andere bewoners van deze wereld die niet in Jezus geloven? Mag je zeggen: Israel (wat men daar ook precies mee bedoelt) is nog steeds Gods oogappel? En als het gaat om de verhouding tussen ‘kerk’ en ‘Israel’: mag je Pinksteren “de geboorte van de kerk” noemen, of moet je zeggen: vanaf Pinksteren  is ‘de kerk van de volken’ de buitenste kring rond de Messias met nog steeds Israel als ‘Gods volk-in-het-midden’?

Zelf denk ik er als volgt over: Pinksteren is niet de geboorte van de kerk. Want onder ‘kerk’ verstaan we alle samenkomsten van twee of drie of meer mensen die elkaar in de naam van Jezus ontmoeten. Dat gebeurde al in het paradijs, want elke avond praatten Adam en Eva even bij met hun Schepper in de koelte van de avondwind. En even later, in de tijd van Adam’s kleinzoon Enos, ‘begon men de naam van de HERE aan te roepen’ (Genesis 4:26). Terecht zegt de Heidelbergse Catechismus in Zondag 21, dat de kerk de verzameling van mensen is die Jezus ‘van het begin van de wereld tot het einde van de wereld vergadert, beschermt en onderhoudt.’ De catechismus zegt erbij: ‘Hij doet dit door zijn Geest en Woord in eenheid van het ware geloof.’ De uitdrukking ‘het ware geloof’ heeft bij veel mensen een nogal negatieve klank. Maar er wordt mee bedoeld: het gaat in de Bijbel om het geloof in God die belooft dat Hij een Verlosser zal sturen om de mensen weer terug bij Hem te brengen. Wie in het Oude Testament verlangend naar die Messias uitkijkt en wie in het Nieuwe Testament met blijdschap Jezus Christus als die Verlosser erkent, hoort bij Gods volk. Jezus Zelf zei het zo: ‘Ik heb ook nog andere schapen, die niet uit deze schaapskooi komen. Ook die moet Ik hoeden, ook zij zullen naar mijn stem luisteren: dan zal er één kudde zijn, met één herder.’ (Johannes 10:16). Paulus zegt daarover: ‘Het evangelie is Gods reddende kracht voor allen die geloven, voor Joden in de eerste plaats, maar ook voor andere volken (Romeinen 1:16), want Abraham is de vader van ons allen, de vader van hen die besneden zijn én onze vader Abraham volgen in het geloof en van alle onbesnedenen die delen in het geloof van Abraham, zoals hem beloofd was: Zo talrijk zullen je nakomelingen zijn (Romeinen 4:12,16,19)  

Nu krijgen veel bijbelgetrouwe christenen die benadrukken dat Gods ene volk zich na Pinksteren enorm heeft uitgebreid met nieuwe gelovigen uit de heidenvolken, daarmee het Joodse volk marginaliseren. Want, zegt men dan, God Zelf koos het Joodse volk uit als zijn bruid en Hij spreekt daar in de Bijbel  vol liefde over.

Volgens mij klopt dat niet. In het Nieuwe Testament bestaat Gods volk uit Joden en heidenen samen. Die kerk wordt in Openbaring ‘het nieuwe Jeruzalem’ en ‘de bruid, de vrouw van het Lam’ genoemd. Ze bestaat uit gelovigen uit alle landen en volken. Zo gaat vanaf Pinksteren o.a. Psalm 87 in vervulling, waar van allerlei volken gezegd wordt, dat de HERE ze inschrijft als burgers van Sion. De kerk is dus niet in plaats van het Joodse volk gekomen. De kerk is sinds Pinksteren hetzelfde volk van God gebleven, maar nu over heel wereld uitgebreid. Van die multi-etnische gemeenschap zegt Paulus: ‘Er zijn geen Joden of Grieken meer, slaven of vrijen, mannen of vrouwen – u bent allen één in Christus en als zodanig nakomelingen van Abraham.’ (Galaten 3:28-29)

Ik hoorde eens een bestuurslid van Yachad (de stichting binnen de NGK-kerken die zich actief inzet voor de evangelieverkondiging aan het Joodse volk en de NGK-achterban bewust wil maken hun relatie ten opzicht van het Joodse volk) zeggen, dat het Joodse volk net als Jezus vermoord is en weer is opgestaan, en dat het nu wachten is op Pinksteren. Met dat eerste worden de Holocaust en de stichting van de staat Israel bedoeld, neem ik aan, en met dat laatste dat in de nabije toekomst de Heilige Geest Zich nog een keer royaal zal uitstorten op alle seculiere of ultra-orthodoxe Joden, die dan massaal Jezus als hun Messias zullen erkennen. Dat is een creatieve vondst, maar ook dit klopt volgens mij niet met het Bijbelse verhaal. Het is in Handelingen 2 al Pinksteren geweest voor het Joodse volk. Daarna werd het in Handelingen 8 Pinksteren voor de Samaritanen en in Handelingen 10 Pinksteren voor de Romein Cornelius en daarmee voor alle heidenen. Petrus zegt dan nadrukkelijk: ‘Zij hebben op dezelfde wijze als wij de Heilige Geest ontvangen.’ (Handelingen 10:47 – zie ook 11:15). En even later op het grote Apostelconvent, zegt Petrus het nog een keer: ‘Nee, we geloven dat wij [christenen uit de joden] door de genade van de Heer Jezus gered worden op dezelfde wijze als zij [christenen uit de heidenen]. Dan vult Jakobous, de broer van Jezus, Petrus bij en zegt: inderdaad, ‘Simon Petrus heeft uiteengezet hoe God vanaf het begin het voornemen had om uit alle volken één volk te vormen dat zijn naam vereert’ (Handelingen 15:11+14). Zo zorgt Jezus er Zelf voor dat de kring van wie in Hem geloven steeds maar groter wordt, precies volgens de opdracht die Hij vlak voor zijn terugkeer naar de hemel aan de apostelen gegeven heeft. Hij liet de vraag van de leerlingen of Hij binnen afzienbare tijd het koningschap over Israel zou herstellen, onbeantwoord, maar draaide de rollen om: niet Ik ga het doen voor jullie, maar ‘jullie zullen, wanneer de Heilige Geest over jullie komt, kracht ontvangen om mijn getuigen te zijn in Jeruzalem, in heel Judea en Samaria, tot aan de uiteinden van de aarde’ (Handelingen 1:8).

Pinksteren is dus niet de geboorte van de kerk. Pinksteren is de lang beloofde en lang verwachte uitbreiding van Gods volk. De Geest doorbreekt de grenzen die God Zelf in het Oude Testament gesteld heeft. Jezus zegt bij het eerste avondmaal dat Hij vanaf nu een ‘nieuw verbond’ ingesteld heeft. De schrijver van het bijbelboek Hebreeën benadrukt dat God op het moment dat Hij spreekt over een nieuw verbond, het eerste al als verouderd bestempeld heeft. En wat veroudert en verjaart, is de teloorgang nabij (Hebreeën 8:13).

Helaas zijn er de eeuwen door ook mensen die Jezus als Redder en Heer afwijzen. Zelfs als ze ermee opgegroeid zijn. Dat geldt voor het Joden, moslims en kerkverlaters. Dat zijn, als je het vanuit het perspectief van de misschien wel de bekende gelijkenis van Jezus bekijkt, allemaal verloren zonen en verdwaalde schapen.

Persoonlijk vind ik het dan heel riskant om van één groep afdwalers te zeggen dat ze de eeuwen door net als Jezus Zelf vermoord zijn, maar gelukkig ook weer zijn opgestaan. Mijn grootste bezwaar daartegen is, dat met deze bewering de unieke positie van Jezus Christus in gevaar komt. Dan komt er naast ‘de enige Naam op aarde die de mens redding biedt’ (Handelingen 4:12) nog iets anders waarop ze hun vertrouwen stellen. Dat noemt de Heidelbergse Catechismus in Zondag 35 ‘afgoderij’.

Dat risico lopen we als christenen voortdurend. In onze vrijgemaakt-gereformeerde traditie was dat heel lang de ware kerk. Bij andere christenen zou dat wel eens de ware doop op geloof door onderdompeling kunnen zijn. En nu komt hier opeens de ware Israel-visie om de hoek kijken. Als je die niet deelt, marginaliseer je Gods oogappel en laad je een zware schuld op je.

Dat vind ik een oneerlijk verwijt aan al die christenen die in opdracht van Jezus zonder onderscheid over heel de wereld de blijde boodschap verkondigen. We hoeven in 2024 niet allemaal eerst weer in Jeruzalem en Israel en de Joden te beginnen, want die stad, dat land en dat volk hebben na Pinksteren geen streepje meer voor. Heel de wereld moet het weten dat God niet veranderd is en zijn liefde als een lichtstraal doordringt in de duisternis.  

Ik vraag mij sterk af hoe terecht het is wanneer Yachad in haar overigens bijzonder lezenswaardige visiedocument zegt, dat het Joodse volk vandaag de dag, ruim 1950 jaar na de verwoesting van de tempel in het jaar 70 (met een foutieve interpretatie van de opmerking van de CGK-hoogleraar J. van Genderen in de Beknopte Gereformeerde Dogmatiek: ‘In het N.T. wordt de heilshistorische voorrangspositie van Israël gehandhaafd’) nog steeds heilshistorisch prioriteit heeft onder de volken. Dat was, zeg ik Van Genderen na, in de tijd dat het Nieuwe Testament geschreven werd zo. Vandaar dat Paulus als heidenapostel altijd eerst naar de joden ging. Maar daarmee wijst hij ons in 2024 geen principiële volgorde meer aan. Want, zegt Van Genderen zeer terecht, ‘de onbetwistbare werkelijkheid, dat zij die in Christus geloven, het volk van God zijn en in de voorrechten delen die de God van het verbond aan zijn volk belooft, [en] kan men dat deel van Israël dat op een joods-orthodoxe of op een andere wijze aan Christus voorbijgaat, niet het volk van God noemen.’

Wij zitten nu al eeuwenlang in de derde cirkel (die van ‘tot aan de einden der aarde’). Dat we daarbij Jeruzalem + Judea (de eerste cirkel: het Joodse volk als onze oudste broer) en Samaria (de tweede cirkel: onze moslim-neven en -nichten) niet moeten vergeten, is voor mij evident. Maar als iemand hart voor al die Joden die hun Messias nog steeds niet erkennen, is dat nu, 2000 jaar later, alleen nog maar gebaseerd op persoonlijk hartzeer, net zoals bij Paulus toen. Een ander heeft hart voor China, een derde voor Oostenrijk, een vierde voor vluchtelingen en asielzoekers, een vijfde voor drugsverslaafden en prostituees en een zesde voor moslims die Jezus nog steeds te laag inschalen als één van de profeten onder Mohammed. Geen volk of bevolkingsgroep heeft meer een streepje voor. Heel de wereld moet het goede nieuws van Jezus Christus horen. En de Geest van Pinksteren maakt van elke christen een getuige op de plek waar Jezus je roept.

Geloofsgroei werkt als slowfood: ‘hoe langer hoe meer’

Een aantal jaren geleden kwam ik een oude schoolvriend tegen. Hij was jarenlang vrijgemaakt geweest, maar ergerde zich aan de lauwheid in onze kerken. Uiteindelijk werd hij, samen met zijn vrouw, lid van een baptistengemeente. Maar ook daar liep hij na verloop van tijd tegen hetzelfde aan. Dus is hij nu lid geworden van een charismatische gemeente waar volgens hem de Geest wel volop werkt en alle ruimte krijgt. 

Misschien is dit een extreem voorbeeld. Maar ik vind het wel herkenbaar. Er leeft bij veel christenen een sterk verlangen naar meer. We mogen van de Geest van Christus veel verwachten en daar moeten we ons ook naar uitstrekken. Daarbij mag je niet te klein van God denken. Met groot enthousiasme wordt iedere christen opgeroepen zich helemaal open te stellen voor de werking van de Heilige Geest. Hij geeft je een volheid van nieuwe krachten.

Regelmatig hoor ik dan uitdrukkingen als: ‘Ga staan in de overwinning van Christus!’ En: ‘De Heer wil je meer geven dan je tot nu toe van Hem ontvangen hebt’.

Als gevolg daarvan wordt de levensheiliging een heel belangrijk criterium waaraan wordt afgemeten of iemand echt ‘in de Heer’ is. Jezus Christus wil je immers MEER geven! Dan moet je dat ook in geloof aanpakken en oppakken. Dit is een hele optimistisch benadering van het leven als christen. Maar tegelijk stelt het ook hele hoge eisen aan je. Je hoeft immers niet meer te zondigen als je echt door de Heilige Geest Jezus als Redder en Heer aanvaard hebt.

In de Bijbel tref ik een heel andere toon aan. Daar wordt je als christen niet beoordeeld op je daden, maar op je motivatie. God kijkt niet naar hoe perfect jij bent; Hij kijkt naar je hart. Wat je voor God 100% bent (een totaal nieuw mens dankzij het bloed van Jezus) zul je in dit leven steeds meer worden (een groeiend christen dankzij de Geest van Jezus).

Je wordt als christen in dit leven dus ‘hoe langer hoe meer’ wat je in de ogen van God al bent.

Die woorden kwam ik weer tegen in de Heidelbergse Catechismus, toen ik over Zondag 26 preekte. En je komt het vaker tegen. Ik wil de passages die ik gevonden heb graag even noemen:

Zondag 26:70 ‘Wij zijn door de Heilige Geest vernieuwd en tot leden van Christus geheiligd, zodat wij hoe langer hoe meer van de zonde afsterven en godvrezend leven en onberispelijk leven.’

Zondag 30:81 ‘Het avondmaal van de Here is ingesteld voor hen die ook begeren hoe langer hoe meer hun geloof te versterken en hun leven te beteren.’

Zondag 32:89 ‘Het afsterven van de oude mens houdt ook in dat wij onze zonden hoe langer hoe meer haten en ontvluchten.

Form. Avondmaal ‘Geef ons door uw Heilige Geest dat wij ons hoe langer hoe meer vol vertrouwen aan uw Zoon Jezus Christus overgeven. (…) Laat ons steeds meer groeien in het nieuwe verbond in Christus’ bloed.

Hierin zie ik een hele realistische benadering van het leven als christen. Ook in andere passages kom je heel duidelijk tegen, dat de HERE ons niet beoordeelt op de invulling van ons geloofsleven, maar op de geloofshouding waarmee wij in het leven staan. Ik noem er nog een paar:

Zondag 1:1 ’Door zijn Heilige Geest maakt Hij mij van harte bereid om voortaan voor Hem te leven.’

Zondag 44:115 ‘Wij bidden God om de genade van de Heilige Geest, om steeds meer naar het beeld van God vernieuwd te worden, totdat wij na dit leven het doel, namelijk de volmaaktheid, bereiken.’

Dordtse Leerregels III/IV 16 ‘Nu begint door de Geest een gewillige en oprechte gehoorzaamheid de overhand te krijgen.’

Dordtse Leerregels V 10 ‘De gelovigen leggen zich met heilige ernst toe op een goed geweten en goede werken..’

Nederlandse Geloofsbelijdenis art. 24 ‘Het geloof, dat door de liefde werkt, beweegt de mens ertoe, zich te oefenen in de werken die God in zijn Woord geboden heeft.’

Form. Volwassenendoop en GeloofsbelijdenisVerlang je ernaar (vorige versie: begeert u van harte) God en je naaste lief te hebben en met de wereld van de zonde te breken?’

Form. Avondmaal ‘De zelfbeproeving eist, dat ieder zichzelf afvraagt of hij gezind is voortaan uit dankbaarheid met heel zijn leven God de Here te dienen en of hij zich ernstig voorneemt, voortaan in liefde en vrede met zijn naaste te leven.’

Form. Avondmaal ‘Wij begeren tegen ons ongeloof te strijden en naar alle geboden van God te leven.’

Niet wat ik ervan maak geeft in dit leven de doorslag. God kijkt naar mijn verlangen: om van Jezus Christus te zijn, voor Jezus Christus te leven en straks bij Jezus Christus te zijn.

Deze gereformeerde visie op het christelijke leven krijgt van J.I. Packer (1926-2020), een van de meest bekende bijbelgetrouwe theologen van onze tijd, in zijn boek ‘Wandelen door de Geest’ het positieve kenmerk mee van ‘realisme’.

Het is een benadering die rust geeft. Ik hoef mijzelf als christen niet te beoordelen op mijn eigen geloofsprestaties. Ik mag rust vinden bij wat ik bij Paulus op verschillende plaatsen lees, dat God een goed werk bij en in mij begonnen is. En dat zal Hij ook af maken, zodat ik op de dag van de terugkomst van Jezus zuiver, onberispelijk en helemaal vol van Christus zal zijn (Fil. 1:6-11). En dat geloof deel ik met mijn broers en zussen, zodat we samen, door ons aan de waarheid te houden en elkaar lief te hebben, volledig toegroeien naar Hem die ons Hoofd is: Christus. Zo bouwen we elkaar op door de liefde (Ef. 4:15-16).

Geloven is allereerst: bij Jezus tot rust komen. ‘Kom bij Mij als je vermoeid bent en onder lasten gebukt gaat. Dan zal Ik je rust geven, werkelijk rust voor je ziel.’ (Mat. 11:28-30)

Rust. Daar begint het mee. Die rust geeft kracht. Kracht om hoe langer hoe meer als christen te leven. En als iemand dan zegt: ‘Kweek je met zo’n houding geen slappe, zorgeloze christenen?’ Dan zeg ik met Zondag 24:64 ‘Nee, want het kan niet anders, of ieder die door waar geloof in Christus ingeplant is, brengt vruchten van dankbaarheid voort.’

De Heilige Geest – de ondergewaarde Persoon binnen de Drie-Eenheid

Eigenlijk had ik deze blog de titel mee willen geven: ‘De Heilige Geest – het ondergeschoven kindje binnen de Drie-Eenheid.’ Maar dat vond ik wat te oneerbiedig gezegd. Toch meen ik het serieus: de Heilige Geest is de ondergewaarde Persoon binnen de Drie-Eenheid. Niet alleen onder gereformeerde christenen, maar ook onder evangelische christenen.

Gereformeerde christenen krijgen nog wel eens het verwijt dat ze te weinig aandacht hebben voor het werk van de Heilige Geest. Wij (want ik hoor bij die groep van gereformeerd christenen) zouden de Heilige Geest teveel opsluiten in de Bijbel, doordat we zeggen: ‘de Geest werkt door het Woord’ en dus het rechtstreeks spreken van de Heilige Geest ontkennen. We zouden ook te weinig oog hebben voor de vruchten van de Geest en veel te weinig ruimte geven aan de gaven van de Geest.

Dat zijn punten waar best meer over te zeggen valt. Maar in deze blog wil ik het over iets anders hebben. Namelijk, dat in evangelische kringen de Persoon van de Heilige Geest te weinig eer krijgt. Hij is volgens de Bijbel degene die mensen tot geloof brengt en het geloof geeft.

In veel boekjes en flyers kom ik steeds tegen, dat je als christen om de Heilige Geest moet vragen, nadat je Jezus als Verlosser hebt aangenomen. De boodschap van de Bijbel wordt dan als volgt weergegeven.

1/ God heeft alles gemaakt. In het begin was zijn schepping perfekt. Adam en Eva leefden in het paradijs in nauwe verbondenheid met God.

2/ Onder invloed van de duivel kozen Adam en Eva tegen God. Daardoor kwam de zonde in de wereld met alle gevolgen van dien. De relatie met God is nu verbroken.

3/ Omdat God zoveel van ons houdt, komt Hij met een reddingsplan. Hij stuurt zijn Zoon Jezus naar deze aarde. Die draagt aan het kruis de straf voor onze zonden. God accepteert zijn offer door Hem te

4/ De relatie tussen God en mij wordt weer hersteld als ik accepteer dat Jezus ook voor mijn zonden gestorven is. Als ik dat geloof, mag ik zeker weten dat ik weer bij God mag horen. Ik mag dan ook vragen of zijn Heilige Geest in mij wil komen wonen om mij te helpen als christen te leven.

Deze ‘bijbelse’ samenvatting kom je echt heel vaak tegen. Maar bij het vierde punt begint het bij mij enorm te kriebelen. Want ik vind dat daar het accent veel te veel op de keus van mensen voor Jezus komt te liggen. De indruk wordt gewekt dat God als Vader en Jezus als Redder een grandioos aanbod doet aan alle mensen, en dat wie daar goed over nadenkt, natuurlijk graag op in gaat. En als iemand dat dan doet, komt de Heilige Geest als derde Persoon van God in je wonen.

In het bekende (en voor het overige erg goede) boekje ‘Wa@rom Jezus?’ van Nicky Gumbel staat een gebed dat je kunt bidden als je een relatie met God wilt hebben. Je moet dan drie dingen tegen Jezus zeggen:

Jezus, (1) ik heb spijt van alle dingen die ik fout gedaan heb in mijn leven. (2) Dank U, dat U voor mij aan het kruis bent gestorven, zodat ik vergeving krijg en vrij word gemaakt. Dank U dat U mij vergeving en het kado van de Heilige Geest aanbiedt. Ik wil dat geschenk graag ontvangen. (3) Alstublieft, kom in mijn leven door uw Heilige Geest en blijf voortaan altijd bij mij. Dank U Jezus. Amen.

Ook hier wordt gezegd dat Jezus mij een fantastisch aanbod doet. Als ik daarop inga, ontvang ik van Hem vergeving van zonden en geeft Hij mij zijn Heilige Geest.

Maar daarmee doe je de Heilige Geest tekort. En geef je jezelf teveel eer. God gaat namelijk over alles. Dus ook over mijn geloof. Als ik tot geloof kom (of ik dat nou van jongs af aan langzaam gegroeid is, zoals Timoteüs het van zijn oma Loïs en zijn moeder Eunike geleerd heeft, of dat ik plotseling het licht gezien heb, zoals Paulus die voor de poorten van Damaskus spontaan van zijn paard viel) is dat ook al het werk van de Heilige Geest in mij. Mijn geloof is uiteraard mijn keus voor God en Jezus. Maar het is vooral de innerlijke werking van de Heilige Geest die mij zo ver brengt dat ik ga geloven in God als mijn Schepper en Vader en in Jezus als mijn Redder en Vriend. Mijn geloofskeus is het werk van de Heilige Geest in mij! Paulus zegt het heel duidelijk in Efeziërs 2 vers 8: Door Gods genade bent U gered, dankzij uw geloof. Maar dat dankt u niet aan uzelf: het is een geschenk van God.

In de populaire samenvatting van de bijbelse boodschap krijgt dat laatste (‘uw geloof is een geschenk van God’) veel te weinig nadruk. Daarmee wordt de Heilige Geest tekort gedaan. Jezus geeft zijn Geest niet pas als follow-up aan christenen wanneer ik eerst zelfstandig heb besloten zijn aanbod van genade aan te nomen. De Heilige Geest is Zelf degene die mij tot het besef brengt dat ik zonder God en Jezus hopeloos verloren ben en ga, die mij op de knieën brengt en die ervoor zorgt dat ik graag Jezus als mijn Redder aanneem.

Dus als de Heilige Geest niet eens genoemd wordt als derde Persoon van de Drie-Eenheid, of pas in je komt wonen als je Hem eerst daarvoor uitnodigt, doe je Hem enorm tekort. De uitdrukking ‘Soli Deo Gloria’ betekent: aan God alleen de eer. Die eer komt ook alleen aan Hem toe als Heilige Geest voor het feit dat ik geloof.

Voor evangelische christenen is er dus werk aan de winkel. Zet de Heilige Geest op de voorgrond als je vrijmoedig vertelt dat jij in jouw leven voor Jezus hebt gekozen. Dank Hem daarvoor.

Voor gereformeerde christenen is er net zoveel werk aan de winkel. Durf er vrijmoedig voor uit te komen dat jouw geloof het werk van de Heilige Geest is. Dank Hem daarvoor.

Als afsluiter twee citaten uit de Nederlandse Geloofsbelijdenis:

Wij geloven dat de Heilige Geest in ons hart waar geloof ontsteekt, dat Jezus Christus met al zijn verdiensten omhelst, Hem zich toeëigent en niets meer buiten Hem zoekt. (Art. 22)

Wij geloven dat echt geloof in de mens verwekt wordt door het horen van het Woord van God en door de werking van de Heilige Geest. Dit geloof doet hem opnieuw geboren worden, bevrijdt hem uit de slavernij van de zonde, maakt hem tot een nieuw mens en doet hem leven in een nieuw leven. (Art. 24)

De namen van de Heilige Geest

Pinksteren is het feest van (de uitstorting van) de Heilige Geest. In de Bijbel heeft de Heilige Geest verschillende namen. Die hebben allemaal een eigen betekenis. Ze geven iets weer van wie Hij is, wat Hij doet en in welke relaties Hij tot anderen staat.

1/ De Geest

Het vaakst, meer dan 120 keer, wordt de Heilige Geest aangeduid als De Geest. Daarmee wordt aangegeven dat Hij zijn aard en wezen tot de onzichtbare werkelijkheid behoort. Je ziet Hem niet, maar ervaart Hem wel. Daarom wordt Hij ook vergeleken met de wind (‘ruach’ in het Hebreeuws) en met de adem (‘pneuma’ in het Grieks).

2/ De Heilige Geest

Ook zo’n 100 keer wordt de Geest met deze naam aangeduid. Daarmee  wordt het morele karakter van de Heilige Geest benadrukt. Heiligheid is een van de meest belangrijker eigenschappen van God. Zonde heeft op Hem geen enkele invloed. Bij mensen staan de vruchten van de Geest tegenover de eigen zondige verlangens en begeerten (Galaten 5:17). Je kunt als christen dus niet doen wat je maar wilt, maar moet breken met een heel rijtje slechte gewoontes en eigenschappen, zoals leugens, boosheid, stelen, vuile taal,  wrok, drift, geschreeuw, gevloek en allerlei kwaadaardigheid, want daarmee maak je de Heilige Geest van God bedroefd (Efeziërs 4:25-31).

3/ De Geest van God

Regelmatig wordt de Heilige Geest ook ‘de Geest van God’ genoemd. Dat is zelfs de eerste benaming van de Heilige Geest in de Bijbel: ‘In het begin schiep God de hemel en de aarde en de Geest van God zweefde over het water.’ (Genesis 1:2). En bij zijn doop in de Jordaan zag Jezus ‘hoe de Geest van God op Hem neerdaalde.’ (Matteüs 3:16). Met deze naam wordt duidelijk, dat Hij onlosmakelijk met God verbonden is. Hij is Zelf ‘God’, betrokken bij de schepping en bij de verlossing. Hij is almachtig , alwetend en alomtegenwoordig. Hij inspireert mensen en zorgt ervoor dat, dankzij de Here Jezus, God weer je hemelse Vader wordt. Want  ‘allen die door de Geest van God geleid worden, zijn kinderen van God.’ (Romeinen 8:14)

4/ De eeuwige Geest

In Hebreeën 9:14 staat dat Christus dankzij de eeuwige Geest zijn verlossingswerk heeft kunnen voltooien. De Heilige Geest is dus, samen met de Vader en de Zoon, echt en eeuwig God, zonder begin en zonder einde, verheven boven alle eeuwen.

5/ De Geest van de Heer / van Jezus / van Christus / van Jezus Christus

Als het om de schepping gaat, is de Heilige Geest ‘de Geest van God’. Als het om het werk van de verlossing gaat, is Hij ‘de Geest van Christus’. De Here Jezus had beloofd Hem te zenden om zijn werk op aarde voort te zetten. Hij overtuigt mensen ervan dat Jezus de Zoon van God is die als Redder gekomen is om ons te bevrijden uit de macht van de zonde. Wie zich door de Geest van Christus laat leiden, hoort werkelijk bij Jezus. Zijn Geest woont dan in je.

6/ De Geest van Hem die Jezus uit de doden heeft opgewekt

Die ‘inwoning’ van de Heilige Geest wordt door Paulus één keer omschreven als ‘de Geest van Hem die Jezus uit de doden heeft opgewekt.’ (Romeinen 8:11) Die woont nu ook in Gods kinderen, zodat je, als je in Jezus Christus gelooft, het eeuwige leven ontvangt, ook al ben je door de zonde sterfelijk.

7/ De Geest die van God komt

Paulus typeert in 1 Korintiërs 2:12 de Heilige Geest als ‘de Geest die van God komt’. Hij is gegeven aan Gods kinderen zodat ze de goedheid van God, aan hen bewezen, erkennen. Dan word je zelf ook een ‘geestelijk mens’, omdat je alle dingen beoordeelt in het licht van God wijsheid.

8/ De Geest van wijsheid en openbaring

In Efeziërs 1:17 heeft Paulus het over ‘de Geest van wijsheid en openbaring’, omdat Hij het hart van de gelovigen zo verlicht, dat ze de overweldigende grote kracht van God en Jezus echt leren kennen, in wat Zij in het verleden voor ons gedaan hebben, in het heden voor en in ons doen, en voor de toekomst aan ons beloofd hebben.

9/ De Geest van de genade

Twee keer wordt de Heilige Geest ‘de Geest van de genade’ genoemd. In het Oude Testament is het Gods genadige inwerking op de Israelieten, dat ze weer terugkeren tot God en berouw hebben over degene die ze doorstoken hebben (Zacharia 12:10). In Hebreeën 10:29 wordt juist dringend gewaarschuwd om het geloof niet op te geven en terug te vallen in zonde. Dan vertrap je Jezus als de Zoon van God, die zijn bloed voor jou heeft laten vloeien om je weer op te nemen in Gods verbond. Dan veracht en beledig je ook de Heilige Geest, die jou liet delen in Gods genade.

10/ De Geest van de waarheid

‘Uw Woord is de waarheid’, zei Jezus in het hogepriesterlijk gebed (Johannes 17:17). En van Zichzelf zei Hij: ‘Ik ben de weg, de waarheid en het leven.’ (Johannes 14:6). Het is de Heilige Geest die mensen daarvan overtuigt, en dus noemt Johannes Hem vier keer ‘de Geest van de waarheid’.  Dankzij Hem erkennen we dat het waar is wat God in de Bijbel over Zichzelf vertelt, over ons en over Jezus. Hij brengt de volle waarheid aan het licht als het om zonde, gerechtigheid en oordeel gaat.

11/ De Geest van het geloof / De Heilige Geest van de belofte

Het is de Heilige Geest die Gods kinderen overtuigt van de eeuwige toekomst die voor ons ligt. Omdat Hij ons overtuigt dat we eens net als Jezus zal opwekken uit de dood en we zullen delen in de erfenis  die Jezus voor ons verworven heeft, wordt Hij ‘de Geest van het geloof’ (2 Korintiërs 4:13) en ‘de Heilige Geest van de belofte’ (Efeziërs 1:13) genoemd, in beide gevallen ‘tot eer van God’.

12/ De Geest die heilig maakt

De Heilige Geest is ook de Motivator die ervoor zorgt dat elke gelovige Jezus wil volgen. Een christelijke levenshouding en levensstijl is zijn werk in ons. Daarom zegt Paulus in 2 Tessalonicenzen 2:13, dat God hen heeft uitgekozen ‘om te worden gered door de Geest die heilig maakt.’ In het Grieks is dit eigenlijk geen naam die aan de Heilige Geest wordt toegekend, want er staat letterlijk: ‘in heiliging door de Geest’. Maar het geeft wel duidelijk aan, dat het God Zelf is, die door zijn Heilige Geest in elke christen bewerkt wat Hij van ons wil: ‘uw heiliging / dat u een heilig leven leidt’ (1 Tessalonicenzen 4:3).

De doop met de Heilige Geest in het boek Handelingen

Volgens veel bijbelgetrouwe gelovigen, vooral uit de evangelische en charismatische hoek, ontvang je de Heilige Geest in het hart wanneer je de doop met de Heilige Geest ontvangt. Kenmerkend voor hun leer is de opvatting dat er twee fases zijn in het leven van een christen. Fase 1 is: je bent als christen gedoopt met water. Je hebt de Geest ontvangen, want je bent gered in Christus: in jouw leven is de rechtvaardiging door het geloof merkbaar. Maar daarna hoort fase 2 te komen: je wordt als christen gedoopt met de Heilige Geest. Dan raak je vol van de Geest: in jouw leven is ook duidelijk de heiliging merkbaar. Elke christen moet zich ernaar uitstrekken om ook die tweede fase als second blessing te bereiken.

De Bijbel maakt niet zo’n sterk onderscheid. Je kunt het ‘hebben van de Geest’ niet als een vast gegeven beschouwen, waarover iedere christen kan beschikken. Integendeel: je kunt de Geest bedroeven en uitdoven. Bovendien is er ook na de Pinksterdag telkens weer het wonder van de vervulling met de Heilige Geest. Lees bv. Handelingen 4:31 en de oproep van Paulus aan de gelovigen in Efeziërs 5:18. De Heilige Geest werkt niet zo, dat Hij je in één of meer stappen naar een hoger geloofs-level leidt. De Heilige Geest is een gave van God, die je telkens weer ontvangen mag, net zo goed als God ons telkens weer zijn Tien Geboden geeft. Als het over ‘de doop met de Heilige Geest’  gaat, moeten we vooral goed kijken naar wat Lukas daarover schrijft in het bijbelboek Handelingen. Mag je uit die gegevens afleiden, dat alle gelovigen, net als de eerste disicipelen, ook nog aanvullend met de Heilige Geest gedoopt moeten worden? Is dat, wat God ons in de Bijbel leert?

Als Handelingen 1:4-8 en 2:1-4 nu de enige plaatsen waren geweest, waar we over de doop met de Heilige Geest en de uitstorting van de Heilige Geest hoorden, was het niet zo moeilijk om te zeggen: er treedt een nieuwe periode aan in de geschiedenis van God met de wereld. Het heil -de door God beloofde Messias- komt uit de Joden. Maar nu Jezus alles volbracht heeft, mag heel de wereld er in delen: daarom stuurt de verhoogde Christus zijn Geest. Die zorgt ervoor, dat het Evangelie heel de wereld over gaat. Dat moment wordt gemarkeerd door Pinksteren: Gods Geest gaat wereldwijd aan het werk met kracht. Want voor u, gelovige joden, is de belofte van de Geest van Jezus Christus, en voor uw kinde­ren, maar ook voor alle mensen die nu nog ver weg zijn, maar die God erbij roepen zal. En als je je bekeert en je laat dopen, zúl je vergeving van je zonden ontvangen -het oude eruit- en ook de gave van de Geest -je voelt je herboren-.

Maar wat zie je in vervolgens in Handelingen? Het Pinksterfeest wordt nog minstens drie keer herhaald. De Heilige Geest wordt steeds weer opnieuw uitgestort over groepen mensen. Die ontvangen dan ook de doop met de Heilige Geest en gaan in tongen praten en profeteren. Die drie gedeeltes kun je lezen in

Handelingen 8 : 4 – 7 + 14 – 17                De uitstorting van de Geest over de Samaritanen

Handelingen 10 : 44 – 48 + 11 : 16 – 18   De uitstorting van de Geest over Cornelius en de zijnen

Handelingen 19 : 1 – 7                              De uitstorting van de Geest over de leerlingen van Johannes de Doper in Efeze

De vraag is nu: wat gebeurt hier precies? Petrus zegt zelf, dat Cornelius en de zijnen op precies dezelfde wijze de gave van de Heilige Geest ontvangen hebben. Ze spreken ook in tongen, net als op de 1e Pinksterdag. Dus niet alleen joden, maar ook romeinen zijn gedoopt met de Heilige Geest. Ja, de Heilige Geest is op hen gevallen, toen Petrus over Jezus preekte.

Bij Samaritanen staat het iets anders: zij ontvangen de Heilige Geest door de handoplegging van Petrus en Johannes.

En dat groepje leerlingen van Johannes de Doper laat zich eerst dopen. Daarna legt Paulus hun de handen op en dan komt de Heilige Geest over hen. Gevolg: ook zij gaan in tongen spreken en profeteren.

Betekent dit nu, dat je uit deze bijbelse voorbeelden moet constateren: als je al gelovig bent, of net geworden bent, wil de Here Jezus je ook nog een tweede zegen, een tweede ervaring geven, door zijn Geest helemaal in je uit te storten.

Dat is, wat veel mede-christenen op grond van deze bijbelteksten denken. En God verandert niet. Hij wil datzelfde vandaag nog steeds aan zijn kinderen geven. Daarom moet je je gelovig openstellen voor de doop met de Heilige Geest.

Ik geloof echt dat dit een totaal verkeerde konklusie is die men uit deze bijbelteksten trekt.

In al deze drie gevallen wordt Pinksteren niet herhaald in het leven van de gelovige.

Nee, in al deze drie gevallen wordt Pinksteren uitgebreid tot een nieuwe doelgroep!

Met Pinksteren horen we Petrus al zeggen, dat het goede nieuws van Jezus Christus niet alleen bedoeld is voor de joden. Het Evangelie gaat vanaf nu de hele wereld over. Daar hebben de apostelen en de christelijke kerk en ook wij persoonlijk de Heilige Geest hard voor nodig. Daarom zei Jezus ook: ‘Jullie zullen kracht ontvangen, wanneer de Heilige Geest over jullie komt, en jullie zullen mijn getuigen zijn, te Jeruzalem en in heel Judea en Samaria en tot het uiterste der aarde.’ Daar gaat het met Pinksteren over: ‘Maak de kring groter!’

Maar wat zie je? Dat wil er bij die eerste christenen uit het joodse volk nog niet helemaal in. Ze denken nog steeds in oude termen: oké, maar die volken moeten wel bij óns komen! Dus zal Petrus uit zichzelf nooit naar Samaria gaan met Johannes. Die halve heidenen waren nog erger dan de echte: kon Jezus geen vuur uit de hemel over ze uitstorten, vroegen ze eens gevraagd?

Petrus wil eigenlijk ook helemaal niet bij Cormelius binnen stappen. Van die reine en onreine dieren wil hij niet eten, ook al beveelt een stem uit de hemel hem dat drie keer achter elkaar.

En die discipelen van Johannes de Doper dan? Zij zijn achterop geraakt in de verstrooiing. Ook al is het evangelie van Jezus al ruim 20 jaar verder gegaan, ze zijn nog bij het voorbereidend onderwijs van Johannes de Doper blijven steken. Ze hebben er geen idee van, dat de beloofde Messias zijn taak volbracht heeft en zijn Geest heeft uitgestort. Zij hebben nog een hele inhaalslag te maken.

In al die drie de gevallen stuurt de Here Jezus er apostelen op af, om duidelijk te maken: déze groep mensen hoort net zo goed bij Mij als jullie, gelovige christenen uit de joden. Juist omdat de joodse gelovigen nog zo vast zaten aan hun oude, vertrouwde denkbeelden, breekt de Geest door grenzen heen die God eerst Zelf had voorgeschreven, maar die Hij nu zelf met Pinksteren heeft opgeheven.

En tenslotte: het gaat hier in alle drie de gevallen om een groepsgewijze uitstorting van de Heilige Geest. Er komt weer een nieuwe kring bij. Er is weer een nieuwe drempel geslecht.  Maak de kring groter:

  • Jeruzalem en Judea ontvingen de Geest op Pinksteren – Handelingen 2.
  • Daarna volgt Samaria, de halve heidenen – Handelingen 8.
  • Vervolgens de echte heidenen, Cornelius en de zijnen – Handelingen 10.
  • Als laatste worden ook de achterblijvers erbij getrokken – de volgelingen van Johannes de Doper – Handelingen 19

Pinksteren wordt dus niet herhaald in het leven van elke gelovige. Pinksteren breidt zich in een paar etappes uit naar heel de wereld. En om iedereen te overtuigen, wordt bij elke drempel de Heilige Geest opnieuw uitgestort. Daarmee geeft de Here Jezus Zelf aan: zie je wel, ze staan op hetzelfde fundament en ze horen bij dezelfde gemeente, het ene lichaam van Christus.

Zó lees je in Handelingen hoe de Here Jezus Zelf telkens nieuwe wegen opent. Dat is ook de bedoeling van het boek Handelingen, en zo moet je het ook lezen: het laat zien, hoe het evangelie de wereld overgaat. Gods Geest neemt alle hindernissen weg en opent gesloten deuren. Maar als die eenmaal geopend zijn, zíjn ze ook open. Dan hoeft die drempel principieel gezien niet opnieuw genomen te worden. Heilshistorisch is Pinksteren uniek. En daarom onherhaalbaar.

De nieuwtestamenticus prof. dr. L. Floor schrijft in zijn boek De doop met de Heilige Geest over de manier waarop Paulus en Lukas over de doop met de Heilige Geest spreken het volgende:

‘Volgens Paulus ontvangt elke gelovige samen met zijn geloof de doop met de Heilige Geest. Paulus spreekt over het werk van de Heilige Geest nergens als een tweede daad, die na een bepaalde tijd volgt op wedergeboorte en geloof.’ (blz. 114)

‘Lucas heeft met zijn beschrijving van de doop van met de Heilige Geest de aandacht gericht op de wereld. Dan is er vooral door de sterke overeenkomst van de gebeurtenissen, die Lucas ons beschrijft met het Pinkstergebeuren, ook iets onherhaalbaars in deze gebeurtenissen. Zo ze zich toch herha­len, is dit eerder op het zendingsveld te verwachten dan in gevestige kerken. God is zonder enige twijfel machtig om ook vandaag nog op het zendingsveld op dezelfde wijze als in het boek Handelin­gen door Lucas beschreven wordt de doorbraak van het koninkrijk van God in een nieuw gebied te laten plaatsvinden. Maar wij moeten zo’n manifestatie van de Geest niet dwingend in de gevestigde kerken voorschrijven, om de heel eenvoudige reden dat Paulus dit ook niet doet.’(blz. 115)

En in zijn boekje ‘De gaven van de Heilige Geest’ schrijft dezelfde auteur:

‘Wat door velen als een tweede, opvolgende daad van de Heilige Geest in hun leven ervaren wordt en dan een doop met de Heilige Geest genoemd wordt, is zonder de echtheid ervan te betwijfelen, dikwijls in feite bij Gods kinderen een plotseling, op dramatische wijze, dieper besef van Gods liefde, van hernieuwd vertrouwen in Hem, van een stellige verzekering zijn eigendom te zijn. Wanneer we Efeziërs 5:18 naast Kolossenzen 3:16 (de beide teksten lopen parallel) leggen, waar Paulus zegt: ‘Het Woord van Christus wone rijkelijk in u’, dan is het duidelijk dat de vervulling met de Geest betekent: een volledig door het Woord van Christus beheerst zijn.’ (blz. 19)

De vervulling met de Heilige Geest

In het O.T. was de Geest weliswaar duurzaam aanwezig, maar werkte Hij ook bij bijzondere aktiviteiten krachtig op mensen in. Zij werden óf voor een bijzondere dienst geroepen óf intensief en incidenteel door God in dienst genomen (en dan grijpt de Geest zelfs mensen als Bileam en Saul aan).

In het N.T. zie je dat álle christenen steeds weer vervuld worden met de Geest. Daarbij gaat het vooral om twee dingen:

a) Toerusting tot getuigenis: Dat zie je met name in Handelingen. Daar ontvangen de discipelen gezamenlijk én persoonlijk kracht om in benaderde omstandigheden te getuigen van Christus. Dat past ook bij wat Jezus in Johannes 14 + 16 zei: de Geest wil de wereld overtuigen van zonde, gerechtigheid en oordeel, en gebruikt daar mensen voor.

b) Christelijke levenswandel: Als christenen hebben we de vervulling met de Geest van Christus nodig om door de kracht van de Geest God te kunnen dienen, tegen de invloed van de zonde te vechten en tot eer van zijn naam te kunnen leven. Als Paulus de Efeziërs oproept om met de Geest vervuld te worden (Ef. 5:18) noemt hij o.a. de volgende aspekten: – nauwgezet leven (5:15); – verstaan wil van God (5:17); – lofprijzing (5:19);  – elkaar onderdanig en gehoorzaam zijn (5:21).

Over de waarde van de vruchten van de Geest en de bijzondere gaven van de Geest heeft de Engelse theoloog prof. dr. J.I. Packer heel puntig het volgende geschreven in zijn boek ‘Wandelen door de Geest’ (blz. 28 en 29):

‘Overal waar in het Nieuwe Testament sprake is van Gods werk in het leven van de mens, wordt de ethiek boven het charismatische gesteld. Het vertonen van het beeld van Christus (niet in gaven, maar in liefde, nederigheid, onderwerping aan de wil van God en het open staan voor andere mensen) wordt beschouwd als datgene waar het op aankomt.’ ‘Iedere opvatting waarbij de gaven van de Geest (de bekwaamheid en de bereidheid om allerlei dingen uit te voeren) als belangrijker worden gezien dan de vrucht van de Geest (in het persoonlijk leven het beeld van Christus vertonen) is geestelijk gezien verkeerd en heeft daarom korrektie nodig.’

Oog voor God – oog voor detail

We zitten nog steeds in een lockdown. Ik moet regelmatig denken aan dit vers: Ga met God en Hij zal met je zijn, tot wij weer elkaar ontmoeten, in zijn naam elkaar begroeten. Ga met God en Hij zal met je zijn.

Dit lied zit vol verlangen. We missen de ontmoeting met elkaar, ook als christenen onderling. Geen kerkdiensten. Geen kringen. Geen jongerenactiviteiten. Geen bijbelgespreksavonden.

Dit lied zit ook vol bemoediging. Ga met God en Hij zal met je zijn. Dat geldt ook midden in corona-tijd. God is wél dichtbij. ‘Ik kom naar je toe,’ zegt Hij, ‘en als jij Mij zoekt, laat Ik mij vinden.’

Hoe God en Jezus naar ons toekomen is, als het erop aan komt, niet zo moeilijk. Zelfs de kleuters weten het basis-antwoord al: ‘Lees je Bijbel, bid elke dag.’ En als je verder bouwt op die basis, komen de kerkdiensten in beeld, en het luisteren naar prachtige christelijke muziek, en de verwondering over de schepping (natuur en techniek) en de onderlinge bemoediging in beeld.

Maar hoe hou je het vol om telkens weer God en Jezus op te zoeken? Vaste strukturen zijn daar erg behulpzaam bij. De drie R’s in de opvoeding gelden ook voor het geloof. Rust – Reinheid – Regelmaat

Rust: maak bewust tijd vrij voor God.

Reinheid: blijf Jezus altijd als Verlosser van je zonden en Vernieuwer van je leven zien.

Regelmaat: hou je aan Gods gebod om 1 op 7 te lopen en neem persoonlijk en als gezin elke dag een paar vaste momenten – bv. ’s morgens vroeg of aan de maaltijd of voor je weer gaat slapen.

Ik denk dat de meesten van ons hier niet zo goed in zijn. Gelukkig kun je elkaar stimuleren. Door samen uit de Bijbel te lezen en dat (via de app) met elkaar te delen. Of door gebedspunten aan elkaar toe te sturen. Of door aan elkaar een mooi lied doorgeven met een korte motivatie daarbij. Of … op heel veel andere creatieve manieren.

Aan het begin van de corona-crisis zei een jongere tegen mij: ‘Ik zou een mooi kort stukje uit de Bijbel met een vraag of een doordenker wel mooi vinden, want dat is iets positiefs tussen al die negatieve berichten.’ Dat was voor mij de aanleiding om met Oog voor detail te beginnen. Dat ging vanaf Goede Vrijdag / Pasen t/m eind augustus. Op weg naar Kerst heb ik dat weer opgepakt.

Vanaf dinsdag 5 januari doe ik daar aldoor met haar toestemming deze pentekening van Leni van Marion – Kraaijeveld bij. Op haar website mensbootje heeft zij heel veel van dit soort tekeningen staan.  Ik wilde er graag eentje van gebruiken, want God is zo groot, Hij deelt als Heilige Geest aan iedereen verschillende talenten uit. Zo versterken beeld en tekst elkaar.

Leni gaf me ook een uitleg van de tekening:

Vader, ik zie in deze tekening:
Een hart gevormd door twee duiven, als houden van elkaar.
Een klein hart als Uw Aanwezigheid.
Een kruis als geloof,
zo ook het blaadje van het nieuwe leven met Jezus,
gebracht door de duif (boven in), als de Heilige Geest.
Allemaal te zien in dat hart.
Het hele hart is in het licht van de vlam van het Pinkstervuur.
Hoop door het anker en daaraan houvast hebben.
Ook groei en bloei is er te zien in de bloem.
En tranen van verdriet, ook die horen bij het leven.
Een tekening over Geloof, Hoop en Liefde.
Vader, Dank U wel!!

Ik hoop dat de serie ‘Oog voor detail’ een bescheiden middel is om je te helpen oog voor God te blijven houden in deze bijzonder tijd. Als vervolg op deze blog verschijnt de serie ‘Oog voor detail’ van januari.

Cadeau van de Heilige Geest – de Twaalf Artikelen in 30 dagen (dag 23)

Herman van Wijngaarden - Zo is datDag 23

Cadeau van de Heilige Geest

Ik geloof in de Heilige Geest (3) – Jantine kan heel goed leren. Arianne juist niet, maar die kan wel weer goed met kinderen omgaan. En Frank? Als mensen iets moois bij Frank moeten noemen, zeggen ze: ‘Frank staat altijd voor iedereen klaar.’

Mooi is dat. Paulus zou zeggen: Jantine, Arianne en Frank hebben ieder een eigen cadeau van de Heilige Geest gekregen. Een cadeau ja, want dat Jantine goed kan le­ren, daar heeft ze echt niet zelf voor gezorgd. Het is een cadeau van de Heilige Geest. Een ‘gave’ noemt de Bijbel dat.

Als de Bijbel het over een gave heeft, bedoelt hij niet iets wat je voor jezelf mag houden. Het gaat erom dat je die gave (dat waar je goed in bent) gebruikt om anderen en God ermee te dienen. Wist je trouwens dat ieder­een in de gemeente zo’n gave krijgt? De Heili­ge Geest slaat niemand over!

Als iedereen nu zijn eigen cadeau goed gebruikt, is het niet erg dat mensen in de kerk zo verschillend zijn. Dat is juist mooi. Paulus schrijft: dan zijn we als een lichaam. Een lichaam bestaat uit verschillende lichaamsdelen met verschillen­de functies, en toch is het één! Zo zou het in de kerk óók moeten zijn…

Lezen: Romeinen 12:4-8

Welke gave zou jij kunnen inzetten in de gemeente? Bedenk een manier om vandaag iets van die gave te laten zien!

De Geest in ‘huis’ – de Twaalf Artikelen in 30 dagen (dag 22)

Herman van Wijngaarden - Zo is datDag 22

De Geest in ‘huis’

Ik geloof in de Heilige Geest (2) – Het zal je maar gebeuren dat de koningin of prinses Máximá een weekje bij je komt loge­ren. Dat zou natuurlijk uniek zijn. Dan zorg je er wel voor dat alles in huis piekfijn in orde is. Of niet soms? Het is toch ondenkbaar dat je ze een klein zol­derkamertje geeft, zonder verder nog naar haar om te kijken?

Ondenkbaar ja, en toch doen wij zoiets vaak met een nog veel hogere ‘gast’: de Heilige Geest. Paulus zegt dat ons lichaam een tempel van de Heilige Geest is. Hij logeert dus maar niet in ons, Hij wóónt zelfs in ons lichaam. En toch is ons ‘huis’ vaak helemaal niet op orde. We doen gewoon alsof Hij er niet is en gaan onze eigen gang.

Paulus noemt het voorbeeld van hoererij of ontucht, dus dat we op een verkeerde manier met seks omgaan. Als we ons li­chaam zó gebruiken, hoe kan de Heilige Geest er dan in wonen? Maar je kunt ook denken aan je muziek, je internetgebruik, de manier waarop je met je broers en zussen omgaat, enz. In elke ‘kamer’ van je levenshuis wil de Heilige Geest wonen. Met alleen een zolderkamer neemt Hij echt geen genoegen!

Lezen: 1 Korintiërs 6:17-20

Als je over dit bijbelgedeelte met God in gesprek kon gaan, wat zou je Hem dan vertellen of vragen? Leg het Hem in je gebed voor.

Je zult het ‘zien’ – de Twaalf Artikelen in 30 dagen (dag 21)

Herman van Wijngaarden - Zo is datDag 21

Je zult het ‘zien’

Ik geloof in de Heilige Geest (1) – Stel nu dat jij na de voorgaande twintig stukjes zegt: ‘Het zal allemaal wel waar zijn, maar eigenlijk zie ik nog steeds niet wat je er nu echt aan hebt om dit te geloven.’ Dat zou natuurlijk heel jammer zijn, want dan mis je een hele­boel.

Maar… gelukkig zijn we nog niet klaar met de Apostolische Geloofsbelijdenis. Want vandaag beginnen we met het derde deel. Eerst ging het over God de Vader, toen over God de Zoon, en nu gaat het over God de Heilige Geest. Het ontzettend mooie daarvan is dat de Heili­ge Geest alles te maken heeft met het probleem waar we het net over hadden.

Want zijn werk is juist dat je het wél gaat zien en begrijpen. Daar zorgt Hij voor. Meestal niet in één keer, maar heel geleidelijk. Hoe? Bijvoorbeeld door de preken in de kerk, of door dit ­boekje. Maar ook door je in te fluisteren: ‘Vergeet niet in je bijbel te lezen!’ Denk niet dat dit zómaar een gedachte is, dat is de stem van de Heilige Geest! Luister daar­naar.

Je mag erom bidden dat de Heilige Geest ook in jou werkt. God heeft het zelf beloofd: door mijn Geest zullen ook tieners het geloof gaan ‘zien’ en gered worden.

Lezen: Joël 3:1-5

Heb je wel eens gemerkt dat de Heilige Geest je iets duidelijk maakte? Dank God daarvoor! En bid dat je inderdaad (meer) visioenen zult gaan zien.

Het maakt wél uit! – de Twaalf Artikelen in 30 dagen (dag 09)

Herman van Wijngaarden - Zo is datDag 09

Het maakt wél uit!

En in Jezus Christus – Vandaag beginnen we met het tweede deel van de Apostolische Geloofsbelijdenis: over de Here Jezus. Het eerste deel ging over God de Va­der. En verderop komen we toe aan het derde deel, over de Heilige Geest. Het deel over de Here Jezus is het grootst. Daaruit blijkt wel hoe belang­rijk dat is. Als je érgens kunt zien dat het héél veel uit­maakt wat je gelooft, dan is het hier. Let daar bij de volgende stukjes maar op.

Hopelijk zul je dan ook begrijpen waarom Jezus al voor miljoenen mensen echt álles is geweest en nog is. Hij is er nota bene speciaal voor hen: voor mensen die aan  alles gebrek hebben, en nergens meer bijhoren; voor jon­geren die kapot gaan van verdriet. Maar ook voor tieners die gevangen zitten in hun gokverslaving; voor gehandicapten, en iedereen die vastgelopen is. Lees het straks maar na in Lukas 4.

Jezus zei dat God Hem hiervoor speciaal had gezalfd. Dat betekent dat Hij de Christus, de Messias, was naar wie de mensen in Nazaret al zo lang hadden uitgekeken. Maar moet je zien wat deze mensen uiteindelijk deden: ze gooiden Jezus de stad uit (vers 29)! Kun je nagaan hoe belangrijk het is dat je ogen voor Hem geopend worden. Bid daarom! 

Lezen: Lukas 4:16-22

Zie je jezelf al zitten in de synagoge? Hoe reageer jij op Jezus? En op de andere mensen in de synagoge?