Veel mensen vinden Psalm 47 een mooie psalm. Ik ook. We zingen ‘m vaak op Hemelvaartsdag. Maar het is net zo goed een Pinksterpsalm. In Psalm 47 bezingt David hoe God onder gejuich omhoog steeg. Ja, jubelt hij: God heerst als koning over de volken, God zetelt op zijn heilige troon. Waar heeft David het dan over? Profetisch kijkt hij vooruit naar de Hemelvaart van onze Heer Jezus Christus en naar de uitstorting van de Heilige Geest over heel de aarde.
De aanleiding voor zijn loflied was iets anders: de thuiskomst van de ark van God, die prachtige verbondskist, met goud overtrokken, met twee gouden engelen -de cherubs- er boven op en met de Tien Geboden, de staf van Aäron en een flesje manna erin. Die ark is het symbool van Gods aanwezigheid en werd door David en de gelovige Israelieten feestelijk Jeruzalem binnengehaald. Lees het in 2 Samuël 6. Vanaf dat moment had het volk vrede. Heerste er rust. Was er bijna 80 jaar lang veiligheid. Want God woonde op de berg Sion én in de harten van de gelovigen.
De aanleiding voor zijn loflied was iets anders: de thuiskomst van de ark van God, die prachtige verbondskist, met goud overtrokken, met twee gouden engelen -de cherubs- er boven op en met de Tien Geboden, de staf van Aäron en een flesje manna erin. Die ark is het symbool van Gods aanwezigheid en werd door David en de gelovige Israelieten feestelijk Jeruzalem binnengehaald. Lees het in 2 Samuël 6. Vanaf dat moment had het volk vrede. Heerste er rust. Was er bijna 80 jaar lang veiligheid. Want God woonde op de berg Sion én in de harten van de gelovigen.
In vers 6 van Psalm 47 zingt David: ‘Onder gejuich steeg God omhoog.’ David vindt dat geweldig. Daarom roept hij ons op in vers 7: ‘Zing voor God, zing een lied, zing voor onze Koning, zing Hem een lied!’ Dit is een voorafbeelding van de Hemelvaart van de Heer Jezus. Hij komt thuis en mag weer rechts van God plaatsnemen op zijn heilige troon.
In vers 8 en 9 van Psalm 47 zingt David: ‘God is Koning van heel de aarde, God heerst als Koning over de volken, God zetelt op zijn heilige troon.’ Ook daar is David enorm blij mee. Dus roept David ons weer op in vers 8b: ‘Zing een feestelijk lied!’ Dit is een voorafbeelding van Pinksteren. Want het effekt van de Hemelvaart van Christus is, dat Hij ons niet verlaat, maar Zichzelf op een andere manier teruggeeft. Namelijk door met zijn Geest mensen voor Zich te winnen, die Hem erkennen als hun Redder en die weer graag bij God, hun Vader en Koning, willen horen en bij ‘het volk dat Hij liefheeft’ (vers 5).
En wat doen dan die vorsten van de volken daar in Psalm 47? Dat zijn de groten van de aarde, de regeringsleiders. Ook die worden opgeroepen om in de rij te gaan staan achter Abraham. Die geloofde namelijk God op zijn woord en keek uit naar Jezus Christus, de nakomeling die God hem beloofd had (Galaten 3:16). Zo maakt God zijn belofte waar: ‘Door en in jou zullen alle volken op aarde gezegend worden.’ (Genesis 12:3 / Galaten 3:8).
Wat voor de groten op aarde geldt, geldt bij God voor iedereen, want in de hemel is wie op aarde de kleinste van allemaal was, nog groter, heeft Jezus Zelf eens gezegd.
Alleen, daar zijn we nog niet, in de hemel. Dus mag iedereen die op aarde in Jezus Christus gelooft, of je nu groot of klein bent, een schildwacht van Hem zijn. Opkomen en uitkomen voor zijn Naam. Feestelijk voor Hem paraderen en een erehaag voor Hem vormen.
Want, eindigt Psalm 47: Hoog is Hij verheven!
Psalm 47
1 Voor de koorleider. Van de Korachieten, een psalm.
2 Klap in de handen, o volken, juich God toe met jubelzang:
3 geducht is de HEER, de Allerhoogste, machtige koning van heel de aarde.
4 Volken dwong hij voor ons op de knieën, naties legde hij aan onze voeten.
5 Hij koos voor ons een eigen land, de trots van Jakob, het volk dat hij liefheeft. sela
6 Onder gejuich steeg God omhoog, de HEER steeg op bij hoorngeschal.
7 Zing voor God, zing een lied, zing voor onze koning, zing hem een lied:
8 God is koning van heel de aarde. Zing een feestelijk lied.
9 God heerst als koning over de volken, God zetelt op zijn heilige troon.
10 De vorsten van de volken zijn bijeen in het gevolg van Abrahams God.
Zijn schildwachten zijn ze op aarde. Hoog is hij verheven.

Daarom kan Paulus ook in Ef. 4:8 schrijven: Toen Christus opsteeg naar omhoog, voerde Hij gevangenen mee. Hij neemt ons namelijk mee als gevangen die Hij bevrijd heeft uit de macht van duivel. En Jezus zegt in Joh. zelf: In het huis van mijn Vader zijn veel kamers. Ik zal jullie met Me meenemen, en dan zullen jullie zijn waar Ik ben.
In de TT-week van 2018 mocht ik op woensdagmiddag voorgaan in de middagpauzedienst. Een groot deel van het TT-evangelisatieteam is dan ook altijd aanwezig. Mijn korte overdenking (max. 10 minuten – het werden er 13) heb ik daar op afgestemd. En uiteraard heb ik gebeden voor de moedige christenen die als Elia op durven te staan om tot in de vroege uurtjes gesprekken met TT-gangers aan te gaan. Wat ik daar die middag gezegd heb, is te lezen in de volgende link:
Dag 19
Maar waar denk je dan precies aan, als je aan het Avondmaal je Heer Jezus gedenkt?
Denk aan Goede Vrijdag. Bij het Avondmaal staat de kruisiging van onze Heer centraal. Logisch, zul je zeggen. Maar bedenk ook telkens weer aan, dat de dood van Gods Zoon laat zien hoe diep de zonde in jou en mij zit. Zo diep als Jezus ging – tot in de dood; zo diep zit de zonde ons in het bloed – het leidt tot de dood, lichamelijk en voor de eeuwigheid. Tenzij je gelooft, dat Jezus dat allemaal van ons overgenomen heeft. Dat kostte Hem zijn leven. Denk daar aan.