Kerkelijke eenwording NGK en GKV bij een open Bijbel

GS LV kaarsDe Nederlandse Gereformeerde Kerken en de Gereformeerde Kerken Vrijgemaakt zijn op weg naar kerkelijke hereniging na 50 jaar gescheiden optrekken.  Vandaag, vrijdag 7 februari, was de eerste gezamenlijke vergaderdag van de Landelijke Vergadering van de NGK en de Generale Synode van de GKV. Als voorbereiding kregen alle afgevaardigden een ‘Dagboekje over kerkelijke eenwording’, geschreven door synodevoorzitter ds. Melle Oosterhuis, n.a.v. het bijbelgedeelte uit Efeziërs 4:15+16.

Wie zich betrokken voelt bij dit proces van eenwording kan nu ook dit dagboekje gaan lezen door op deze link te klikken. En ook hieronder staan de zeven korte overdenkingen.

Kerkelijk eenwording – Wat drijft je?

Dag 1    15 Dan zullen we, door ons aan de waarheid te houden  en elkaar lief te hebben, samen volledig toe groeien naar  hem die het hoofd is: Christus. 16 Vanuit dat hoofd krijgt het lichaam samenhang, en wordt het ondersteund en bijeengehouden door alle gewrichtsbanden. Ieder deel draagt naar vermogen bij tot de groei van het lichaam, dat zo zichzelf opbouwt door de liefde.

NGK-GKV

Waarheid

Lezen:   Joh. 17:15-19

Paulus ziet als eerste fase van het proces van kerkelijke eenwording een groeiproces voor zich, waardoor gelovigen toegroeien naar Hem die het Hoofd is, Christus. En wil dat groeiproces ons daadwerkelijk bij Christus brengen, dan is eerste voorwaarde, dat wij, zoals Paulus het uitdrukt, ons aan de waarheid houden. ‘Je aan de waarheid houden’, dat kan verworden tot een formele aangelegenheid. Abstracte schriftgeleerdheid, waarmee je jezelf sterk waant en elkaar de maat neemt.

Vraag: Welke klank en inhoud krijgt ‘je aan de waarheid houden’ als je daar de woorden van Jezus uit Johannes 14:6 naast legt?

 

Dag 2    15 Dan zullen we, door ons aan de waarheid te houden en elkaar lief te hebben, samen volledig toe groeien naar  hem die het hoofd is: Christus. 16 Vanuit dat hoofd krijgt het lichaam samenhang, en wordt het ondersteund en bijeengehouden door alle gewrichtsbanden. Ieder deel draagt naar vermogen bij tot de groei van het lichaam, dat zo zichzelf opbouwt door de liefde.

Gemeenschap

Lezen:   Joh. 17:20-21

In de nacht van zijn verraad bidt Jezus om de eenheid van al degenen, die door de verkondiging van de apostelen tot geloof komen. Jezus geeft daarbij aan, dat dit ‘één zijn’ alles te maken heeft met het één zijn van de gelovigen met de Vader en de Zoon. Zoiets beluister ik ook in de woorden van Paulus in Ef. 4:15. Wil de gemeente volledig toegroeien naar Hem die het Hoofd is, dan is voorwaarde dat er sprake is van liefdevol samen optrekken.

Vraag: Kun je je voorstellen, dat onderlinge verdeeldheid schadelijk is voor het toegroeien naar Christus? Hoe werkt dat?

 

Dag 3    15 Dan zullen we, door ons aan de waarheid te houden en elkaar lief te hebben, samen volledig toe groeien naar  hem die het hoofd is: Christus. 16 Vanuit dat hoofd krijgt het lichaam samenhang, en wordt het ondersteund en bijeengehouden door alle gewrichtsbanden. Ieder deel draagt naar vermogen bij tot de groei van het lichaam, dat zo zichzelf opbouwt door de liefde.

Onverdeeld

Lezen:   Joh. 17:22, 23

Jezus brengt tegenover de Vader zijn doel van de eenheid van hen die in hem geloven heel sterk onder woorden: Dat ze volkomen één zijn. De echo daarvan beluister ik in wat Paulus in Ef. 4:15 schrijft over samen volledig toegroeien naar Christus. Dat zegt iets over het einddoel van de volmaaktheid. Maar dat zegt ook iets over de weg waarlangs die volmaaktheid bereikt moet worden. Het vraagt om een onverdeeld hart. Alleen de onverdeelde toewijding aan Christus werkt samenbindend bij de gelovigen onderling.

Vraag: Ga bij jezelf na, of er andere goden zijn, die jouw onverdeelde toewijding aan Christus ondermijnen.

 

Dag 4    15 Dan zullen we, door ons aan de waarheid te houden en elkaar lief te hebben, samen volledig toe groeien naar  hem die het hoofd is: Christus. 16 Vanuit dat hoofd krijgt het lichaam samenhang, en wordt het ondersteund en bijeengehouden door alle gewrichtsbanden. Ieder deel draagt naar vermogen bij tot de groei van het lichaam, dat zo zichzelf opbouwt door de liefde.

Samenhang

Lezen:   1 Kor. 12:14

Tot nu toe ging het vooral over de gezamenlijke blikrichting die ons onderling verbindt en samen doet toegroeien naar Christus. In vers 16 wijst Paulus op een omgekeerde beweging. Vanuit het Hoofd Christus naar de gelovigen toe. Vanuit Hem krijgt hun gezamenlijkheid steeds meer samenhang. Christus maakt dat ze steeds meer met elkaar krijgen. Een weg inslaan van kerkelijke eenwording kan voelen als een sprong in het diepe. Waar loopt het op uit? Wat levert het op? Zal ik me thuis voelen in de kerkgemeenschap die ontstaat. Wat is bij die onzekerheid dit een bemoedigende belofte.

Vraag: Of niet? Kan het vooruitzicht van zo’n hechte gemeenschap je ook beklemmen?

 

Dag 5    15 Dan zullen we, door ons aan de waarheid te houden en elkaar lief te hebben, samen volledig toe groeien naar  hem die het hoofd is: Christus. 16 Vanuit dat hoofd krijgt het lichaam samenhang, en wordt het ondersteund en bijeengehouden door alle gewrichtsbanden. Ieder deel draagt naar vermogen bij tot de groei van het lichaam, dat zo zichzelf opbouwt door de liefde.

Bijdrage

Lezen:   1 Kor. 12:24b-27

Er wordt in de bijbel in verschillende beelden gesproken over de opbouw en de structuur van de kerk. Paulus gebruikt in Ef. 2:21 het beeld van bouwstenen die, alles bij elkaar, een gebouw vormen. Dat maakt een passieve indruk. Petrus maakt er ‘levende stenen’ van, die zich laten gebruiken voor de bouw van een geestelijke tempel. (1 Pt. 2:5) Paulus gebruikt in 1 Kor. 12 het beeld van een lichaam dat uit een veelheid van lichaamsdelen bestaat. Maar al die beelden hebben één ding gemeen. Geen van de onderdelen kan gemist worden. Je bent onmisbaar in de kerk.

Vraag: Hoe voelt het voor jou, onmisbaar te zijn in de kerk?

 

Dag 6    15 Dan zullen we, door ons aan de waarheid te houden en elkaar lief te hebben, samen volledig toe groeien naar  hem die het hoofd is: Christus. 16 Vanuit dat hoofd krijgt het lichaam samenhang, en wordt het ondersteund en bijeengehouden door alle gewrichtsbanden. Ieder deel draagt naar vermogen bij tot de groei van het lichaam, dat zo zichzelf opbouwt door de liefde.

Talent

Lezen:   1 Kor. 12:4-11

Onmisbaar zijn in de kerk loopt in de praktijk zomaar uit de hand. Je voelt je geroepen om overal aan mee te doen en voor alles beschikbaar te zijn. In de gemeente van Korinthe ontspoorde het en liep het uit op onderlinge rivaliteit. De bijdrage van de één wilde de ander ook kunnen leveren, liever nog overtreffen. Paulus benadrukt daarom, dat er verscheidenheid in gaven is die met zich meebrengt dat alle leden hun eigen specifieke aandeel mogen leveren. Jouw talent wil de Geest tot z’n recht zien komen. Dat bedoelt Paulus ook met ‘ieder draagt naar vermogen bij’. Dat betekent niet, dat je tot het uiterste moet gaan, maar dat jij met jouw talent tot je recht komt.

Vraag: Herken jij bij jezelf talenten, waarvan je hoopt dat die in de verenigde kerk tot hun recht kunnen komen?

 

Dag 7    15 Dan zullen we, door ons aan de waarheid te houden en elkaar lief te hebben, samen volledig toe groeien naar  hem die het hoofd is: Christus. 16 Vanuit dat hoofd krijgt het lichaam samenhang, en wordt het ondersteund en bijeengehouden door alle gewrichtsbanden. Ieder deel draagt naar vermogen bij tot de groei van het lichaam, dat zo zichzelf opbouwt door de liefde.

Liefde

Lezen:   1 Kor. 13:4-7

Paulus komt in zijn brief aan de gemeente te Korinthe, na een hoofdstuk over de veelheid en verscheidenheid van gaven van de Geest in de gemeente, uit bij een gave waarvan het belang dat van al die andere gaven overtreft, de liefde. Die gaven is er niet één naast al de andere. Het is de gave waarin allen mogen delen en die voorwaarde is voor het effect van alle andere gaven en talenten. Bij die gave komt Paulus ook uit in Ef. 4:16. Daar gaat het om de onderlinge liefde, in de eerste plaats in de zin van het inzetten van talenten en het dankbaar erkennen en honoreren van elkaars talenten.

Vraag: Welke bijzondere talenten hoop je dat de NGK en de GKV in de eenmaal verenigde kerk bij elkaar opmerken en te honoreren?

 

 

Over christelijke vrijheid, vrouw in ambt en kerkverband (deel 3)

Op 12 juni plaatste het Reformatorisch Dagblad een opiniestuk van mij met als titel Christelijke vrijheid beperkt gezag synode. Ook gaf het RD mijn CGK-collega ds. C.P. de Boer de gelegenheid om een reaktie te geven onder de titel Toelaten van vrouw tot ambt geen middelmatige zaak. Op dat laatste heeft mr. E. Bos uit Capelle aan den IJssel, gepensioneerd officier van justitie en (kanton)rechter, gereageerd. Met zijn toestemming geef ik het hieronder weer.

Geachte ds. de Boer,

Als vrijgemaakt-gereformeerde broeder lees ik met belangstelling ook het Reformatorisch Dagblad. Met name de ontwikkelingen binnen de Christelijke Gereformeerde Kerken (onze zusterkerken) hebben mijn interesse. Zo ook uw artikel Vrouw in ambt geen middelmatige zaak, een reactie op een eerder artikel van ds. Leeftink uit Assen. Daarover wil ik ondanks de waardering voor de duidelijkheid toch graag enkele opmerkingen maken, omdat er volgens mij hier en daar feitelijke onjuistheden in staan.

In uw artikel gaat u met betrekking tot vrouwelijke ambtsdragers uit van de volgende veronderstelling: ‘Voor- en tegenstanders binnen en buiten de CGK zijn het in elk geval over één punt eens: dit onderwerp raakt direct de vraag hoe wij de Schrift lezen (de hermeneutiek).’

Naar mijn bescheiden mening zijn we het hier niet over eens. Juist in het boek Zonen & Dochters profeteren (2016), waarvan ik een medeauteur ben, wordt getracht op exegetische gronden een pleidooi te voeren voor vrouwelijke ambtsdragers. Die invals­hoek is gekozen omdat het door de Generale Synode van Ede (2014) afgewezen deputatenrapport een her­meneutische inslag had. Overigens is ook het recente boekje van de GKV predikant Pieter Niemeijer Over zwijgteksten, scheppingsorde en Geesteswerk (2018), niet als specifiek hermeneutisch aan te merken.

Verder stelt u ‘Maar de synode van 1996 heeft na jarenlange bezinning uitgesproken dat het standpunt om het ambt voor de vrouw open te stellen onbijbels is. Daarbij is expliciet gesteld dat een andere beslissing om een andere hermeneutiek vraagt.’

Volgens het verslag in het RD heeft de synode echter (met 47 tegen vijf stemmen) uitgesproken dat ‘het standpunt over de vrouw in het ambt dat in de CGK steeds heeft gegolden, schriftuurlijk verantwoord is.’ Ter ver­gadering is door prof. H.G. L. Peels namens de hoogleraren adviseurs nog opgemerkt dat de conclusie van het synodevoorstel over het „schrif­tuur­lijk verantwoorde” standpunt van de CGK inzake de vrouw in het ambt „helder en niet dubbelzinnig” is, maar toch ook iets van een terughou­dendheid laat zien. “Het eigen standpunt wordt duidelijk gemarkeerd, maar niet verabsoluteerd.” Van een radicale afwijzing van de open­stelling van het ambt voor de vrouw was in 1996 volgens dit verslag geen sprake.  Maar mogelijk hebt u in de acta een andere uitspraak gevonden.

Tenslotte stelt u over de omgang met de Schrift in de GKV: ‘Dezelfde hermeneutiek biedt ruimte om klassiek christelijke thema’s, zoals de verzoeningsleer, te bekritiseren, zo bewijzen recente publicaties in GKV-kring.’ Bij mijn weten is de enige publicatie die op dit punt dubieus is afkomstig van de theoloog Reinier Sonneveld, die geen lid is van de GKV maar een eigen (huis)gemeente heeft.

Mocht ik met deze opmerkingen gelijk hebben, dan zou ik het heel erg waarderen als u op deze punten een korte rectificatie en/of toelichting in het RD wilt plaatsen.

Met broedergroet,

Emo Bos

Cc ds Leeftink

Over christelijke vrijheid, vrouw in ambt en kerkverband (deel 2)

Op 12 juni plaatste het Reformatorisch Dagblad een opiniestuk van mij met als titel Christelijke vrijheid beperkt gezag synode.  Ook gaf het RD mijn CGK-collega ds. C.P. de Boer de gelegenheid om een reaktie te geven onder de titel Toelaten van vrouw tot ambt geen middelmatige zaak. In de vorige blog stond mijn artikel. In deze blog vind je het artikel van ds. C.P. de Boer (incl. drie verschrijvingen – maar dat zie je bij een ander altijd scherper dan bij jezelf).

Toelaten van vrouw tot ambt geen middelmatige zaak

De kwestie van de vrouw in het ambt raakt de Schrift en de belijdenis. Met het besluit van de christelijke gereformeerde kerken in Arnhem en Nieuwegein om vrouwen in het ambt te bevestigen, plaatsen deze gemeenten zichzelf buiten het kerkverband.

Om twee redenen heb ik geaarzeld om op het ingezonden stuk van collega ds. Leeftink te reageren. Is het passend om aan de vooravond van de synode via de pers een inhoudelijke discussie te starten? De kerkenraden hebben via de classis en de particuliere synode de afgevaardigden gekozen. Zij hebben de opdracht en het vertrouwen van de kerken om alleen besluiten te nemen die in overeenstemming zijn met Schrift en belijdenis. De kerken verwachten dat de synode bij elk besluit kan zeggen: „Het heeft de Heilige Geest en ons goed gedacht…” (Handelingen 15:28).

Apelleren

Neemt deze bredere vergadering een besluit dat naar de mening van een kerkenraad niet met Schrift en belijdenis overeenstemt, dan heeft deze kerkenraad het recht van appel. Van dat recht maakten recent veel kerkenraden van de Christelijke Gereformeerde Kerken (CGK) gebruik. Zij appelleerden tegen het besluit van de classis Apeldoorn bij de particuliere synode van het Oosten. De classis Apeldoorn maakte namelijk het kerkenraadsbesluit van Arnhem tot de zijne door Arnhem toestemming te verlenen om het ambt voor de vrouw open te stellen. De classis heeft bij nader inzien zijn besluit herroepen in afwachting van de uitkomst van de komende synode. Arnhem handhaaft zijn besluit tegen het besluit van de classis Apeldoorn en het kerkverband in.

De tweede reden is interkerkelijke verbondenheid. Ik weet mij verbonden met alle kerkverbanden van gereformeerd belijden. Mijn aarzeling om te reageren is vooral ingegeven door collegabroeders uit de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt (GKV) die door de ontwikkelingen in hun kerkverband in geestelijke nood verkeren. Hun verdriet vanwege het synodale besluit om het ambt voor de vrouw open te stellen, grijpt mij aan. Ik lijd en bid met hen mee. Ik weet dat zij het ingezonden stuk van hun collega Leeftink met veel pijn lezen, omdat hij en meerdere collegae hun geestelijke nood niet (h)erkennen.

Tactvol

Drie redenen gaven voor mij de doorslag om toch te reageren.

De eerste reden is de reactie van collega Lieftink op een verslag van de lezing van prof. dr. Selderhuis (voor de complete tekst zie Ambtelijk Contact jaargang 58 nummer 2). Selderhuis heeft voor CGK-ambtsdragers uiteengezet hoe een gereformeerd kerkverband functioneert.

Leeftink brengt Marnix van Allegonde in stelling tegen Selderhuis. Marnix roept kerkenraden op om middelmatige zaken tactvol te behandelen, zoals de vraag of mannen staand of zittend moeten bidden en een vrouw tijdens de eredienst wel of niet haar hoofd bedekt. Wie de CGK een klein beetje kent, weet dat deze en andere middelmatige zaken al decennia in onze kerken bestaan. Al die tijd proberen we elkaar met moeite vast te houden. Maar de komende generale synode behandelt niet deze onderwerpen, wel een onderwerp van geheel andere orde: de vrouw in het ambt. Voor- en tegenstanders binnen en buiten de CGK zijn het in elk geval over één punt eens: dit onderwerp raakt direct de vraag hoe wij de Schrift lezen (de hermeneutiek).

Vanwege het grote belang van dit onderwerp en het ontbreken van vertrouwen in de komende synode hebben de kerkenraden van de CGK in Nieuwegein en Arnhem besloten om de besluiten van deze vergadering niet af te wachten. Binnenkort worden in Arnhem en Nieuwegein vrouwen in het ambt bevestigd. Met dit besluit hebben deze kerkenraden zichzelf buiten de CGK geplaatst. Zijn en denken deze kerkenraden principieel, dan zoeken ze vanaf nu een ander kerkelijk onderdak. Trekken ze niet de conclusie van hun genomen besluit, dan kunnen de classes Apeldoorn en Utrecht niets anders dan de geloofsbrieven van afgevaardigden van Arnhem en Nieuwegein niet aanvaarden, omdat hun kerkenraden de band met het kerkverband verbroken hebben.

Leeftink vergelijkt in zijn artikel dus appels (middelmatige zaken) met peren (fundamentele onderwerpen). Hij adresseert zijn schrijven trouwens aan het verkeerde adres. Hij zou recht doen aan de huidige situatie wanneer hij de kerkenraden van Arnhem en Nieuwegein zou oproepen om in deze naar zijn oordeel middelmatige kwestie de eenheid met het kerkverband niet te verbreken. Maar hij, ik en wij allemaal weten dat het onderwerp de vrouw in het ambt van een geheel andere orde is dan de vraag of een man wel of niet staand moet bidden.

Onbijbels

De tweede reden waarom ik reageer, is vanwege het vertekende beeld dat Leeftink geeft van de recente CGK-geschiedenis. Hij wekt de indruk dat binnen de CGK de bezinning op het openstellen van het ambt voor de vrouw nog moet beginnen. Maar de synode van 1996 heeft na jarenlange bezinning uitgesproken dat het standpunt om het ambt voor de vrouw open te stellen onbijbels is. Daarbij is expliciet gesteld dat een andere beslissing om een andere hermeneutiek vraagt. Dezelfde hermeneutiek van toen ligt ook ten grondslag aan de synodale besluiten van 2013 en 2016 met betrekking tot pastoraat en homoseksualiteit. Wanneer de synode besluit om het ambt voor de vrouw open te stellen, veegt deze synode de besluiten van voorgaande synodes van tafel.

Verbijstering

Mijn derde reden betreft de recente ontwikkelingen in de GKV. Veel CGK’ers uit de volle breedte zien met verbijstering hoe de laatste GKV-synodes het kerkverband van zijn sokkel (Schrift en belijdenis) hebben getild. De GKV drijven nu weg van Gods Woord. Met het aanvaarden van een nieuwe hermeneutiek heeft de laatste GKV-synode het ambt voor de vrouw opengesteld. Op dit moment baant deze hermeneutiek in de GKV de weg om praktiserende homoseksuele gemeenteleden tot de Avondmaalstafel toe te laten. Dezelfde hermeneutiek biedt ruimte om klassiek christelijke thema’s, zoals de verzoeningsleer, te bekritiseren, zo bewijzen recente publicaties in GKV-kring.

Wie een Schriftgetrouwe hermeneutiek voor een andere inwisselt, houdt uiteindelijk op kerk te zijn. Wij bidden én verwachten dat de komende synode besluit te blijven wat de CGK sinds 1834 en 1892 zijn en naar de toekomst zullen blijven: kerk op grond van Schrift en belijdenis.

Ds. C.P. de Boer is predikant van de christelijke gereformeerde kerk in Sliedrecht Beth-El.

Over christelijke vrijheid, vrouw in ambt en kerkverband (deel 1)

Op 12 juni plaatste het Reformatorisch Dagblad een opiniestuk van mij met als titel Christelijke vrijheid beperkt gezag synode.  Ook gaf het RD mijn CGK-collega ds. C.P. de Boer de gelegenheid om een reaktie te geven onder de titel Toelaten van vrouw tot ambt geen middelmatige zaak. In deze blog volgt mijn artikel. In de volgende blog volgt het artikel van ds. C.P. de Boer.

Christelijke vrijheid beperkt gezag synode

Een synode dient haar plaats te weten. Ze mag alleen maar bindend opleggen wat evident Bijbels is. Voor het overige kan ze slechts de plaatselijke kerken adviseren. Dat geldt bijvoorbeeld inzake gemeenten met belijdende zusters in de ambten.

„Paulus gebiedt dat mannen God zullen aanroepen met uitgestrekte handen en een ontbloot hoofd. Maar wanneer ik met aandacht tot God kan bidden met een bedekt hoofd en zonder uitgestrekte handen, en toch de eerbied en de orde in de gemeente niet verstoor, voorwaar, ik ben aan zo’n voorschrift niet gebonden.” „Voorwaar, het is een voorschrift van Paulus dat vrouwen hun hoofd behoren te bedekken, en toch zou het tegen de christelijke vrijheid ingaan, wanneer men alle volken en iedereen persoonlijk daar zo aan binden wil, alsof het niet anders geoorloofd was.” Deze zinnen vloeiden in 1568 uit de pen van Marnix van Sint Aldegonde. Hij schreef dit in zijn advies aan de kerkenraad van de Nederlandse vluchtelingengemeente in London. Daar was sinds 1564 grote onenigheid over de verplichting om altijd twee getuigen aanwezig te laten zijn bij het dopen van een kind. De zaak escaleerde en diverse pogingen om de vrede te herstellen, mislukten.

Om aan deze Wingense Twisten (zoals de kwestie inmiddels heette) een einde te maken, gaf de Londense kerkenraad in maart 1568 een brochure uit. De voornaamste conclusie was: „Een kerkenraad heeft van Christus het gezag ontvangen om bindende besluiten te nemen in alle zaken die tot opbouw van de gemeente dienen. De christelijke vrijheid onderwerpt zich daar graag aan.” De kerkenraad stuurde deze brochure ter goedkeuring naar verschillende kerken. Marnix van Sint Aldegonde reageerde namens de kerkenraad van Emden. Zijn oordeel was vernietigend. Dat kwam, aldus Marnix, omdat de kerkenraad van Londen op het belangrijkste punt helemaal de mist inging.

Nooit bindend

Volgens Marnix mag een kerkenraad nooit bindende voorschriften aan de gemeente opleggen in zaken die niet direct uit Gods Woord voortvloeien; dan gaat men heersen over de gewetens van de gelovigen. Marnix wijst op de gebruiken van de Oude Kerk, zoals olie in de doop, afbeeldingen van het kruis en feest- en vastendagen. Die zaken kwamen op uit een te respecteren verlangen naar een goede orde in de gemeente. Maar toen het een gebod werd en de kerk gehoorzaamheid eiste, ontaardde het in tirannie over de gewetens.

Hoe moet je dan wel met kerkelijke regels omgaan? Volgens Marnix moeten we altijd blijven kijken naar het doel van een bepaling. Als je de bedoeling daarvan kunt nakomen zonder je aan de letter daarvan te hoeven houden, mag niemand zo’n regel bindend opleggen. Anders wordt de christelijke vrijheid beperkt door menselijke voorschriften. Marnix staaft zijn gevoelen over de christelijke vrijheid onder andere met Handelingen 15:10 en 28, Romeinen 14, 1 Korinthe 8 en Kolossenzen 2:16-23.

Marnix is scherp in zijn analyse van wie de oorzaak is van de grote onenigheid in de Londense kerkelijke gemeente. Dat zijn niet de kerkleden die van hun christelijke vrijheid gebruik willen maken, maar dat is de kerkenraad! Die wil met gezag andere mensen binden in vrije zaken.

Vrede

Voor synodes gelden dezelfde richtlijnen, want die hebben dezelfde bevoegdheid over gemeenten als een kerkenraad over gemeenteleden, aldus Marnix. Ook een synode mag alleen bindende besluiten nemen over zaken die rechtstreeks voortvloeien uit Gods Woord of er direct mee samenhangen. Het belangrijkste motief van Marnix is de liefde, de eenheid en de vrede, die Christus ons oplegt. Dan plaatsen we een ander niet meteen buiten Christus, als hij het niet in alles met ons eens is. Als christen mag je blijven staan in de vrijheid die Christus met Zijn bloed voor jou verworven heeft.

In 1568 gaf Marnix, als een van de initiatiefnemers van de eerste Nationale Synode (1571), aan op welke manier plaatselijke kerken gebonden zijn aan de uitspraken van een synode: Vraag je bij elk besluit af wat het doel ervan is, want daar ben je aan gebonden. Kijk vervolgens naar de uitvoering ervan: kun je het doel nakomen zonder je aan de letter van dat besluit te houden? Zo ja, gun elkaar de ruimte om elk op eigen manier invulling te geven aan het principe dat achter zo’n kerkelijke uitspraak ligt.

Het hartstochtelijk pleidooi van Marnix om de christelijke vrijheid te onderhouden, is actueel. Volgens velen verkeren zowel de Christelijke Gereformeerde Kerken (CGK) als de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt (GKV) in een crisis. Een van de ‘oplossingen’ wordt gezocht in het elkaar houden aan landelijke synodebesluiten. Prof. dr. H. J. Selderhuis stelde op de CGK-ambtsdragersdag dat „een kerk die zich bewust niet houdt aan afspraken die samen met anderen gemaakt zijn, zich feitelijk buiten het kerkverband plaatst.” Marnix zou hem dat niet nagezegd hebben. Het kerkverband is volgens het gereformeerde kerkrecht niet het hoogste orgaan met plaatselijk een aantal afdelingen, zoals in het hervormde en protestantse kerkrecht het geval is. In het gereformeerde kerkrecht is het kerkverband niet bindend, maar verbindend. Er is voor plaatselijke kerken altijd ruimte geweest om in christelijke vrijheid een eigen afweging te maken.

Ruimte gunnen

Daarom zou, om een precair onderwerp te noemen, de komende CGK-synode ook de CGK-NGKGKV-samenwerkingsgemeentes ruimte moeten gunnen, als het gaat om het toelaten van belijdende zusters in de ambten. Anders sluipt er hiërarchie in het kerkelijk systeem: de synode regeert. Wanneer een eenmaal gezamenlijk genomen besluit alleen door een nieuwe synodale uitspraak weer in de vrijheid van de kerken gegeven kan worden, krijgt de traditie een gelijke plaats naast Gods Woord. Een gereformeerd kerkverband krijgt dan roomse trekjes, terwijl het juist, zoals prof. dr. Selderhuis ook zelf aangeeft, een hulpmiddel is ten dienste van de plaatselijke gemeente.

Dus dient een synode haar plaats te weten. Ze mag alleen maar bindend opleggen wat evident Bijbels is. Voor het overige kan ze slechts de plaatselijke kerken adviseren met de wijsheid die ze van Christus ontvangen heeft. Maar als die adviezen in beton gegoten worden, ontneemt het kerkverband de plaatselijke kerken hun christelijk vrijheid en brengt ze die in gewetensnood. Het medicijn hiertegen is een scheutje meer Marnix.

Drs. L.E. Leeftink is predikant van de gereformeerde kerk (vrijgemaakt) in Assen-Peelo en afgestudeerd op de kerkrechtelijke opvattingen van Marnix van Sint Aldegonde.

 

Als het kerkverband knelt – over de crisis in de CGK

De Christelijke Gereformeerde Kerken groeien uit elkaar. Dat blijkt met name uit het feit dat steeds meer plaatselijke kerken het landelijke besluit uit 1998 om geen vrouwen toe te laten in de ambten naast zich neer leggen. Dat roept grote spanningen op. ‘Blijven de Christelijke Gereformeerde Kerken bestaan?’ vroeg het Nederlands Dagblad zich af op 30 maart 2019. Op diezelfde dag sprak prof. dr. Herman Selderhuis op de jaarlijkse CGK-ambtsdragersdag over “de toestand in de CGK”. Volgens hem is het “crisis in de kerk”. Hij slaapt er “slecht van hoe het nu is en waar het naar toe moet.” Zijn referaat is op internet te vinden onder de titel ‘Prof. Selderhuis over CGK-crisis’.

Plaatselijk ongehoorzaam?

CGK logoNiemand zal het oneens zijn met deze constatering. Maar waar ik me wel over verbaas is dat Selderhuis de schuld voor de crisis, als het erop aankomt, bij de plaatselijke gemeentes legt die nu aangeven dat ze over willen gaan tot het aanstellen van vrouwelijke ambtsdragers. Want, schrijft hij, als je ooit vrijwillig toegetreden bent tot een kerkverband, is “het niet maar onfatsoenlijk maar onkerkelijk en naar mijn gedachte zondig als besluiten die we biddend, bij een open Bijbel en na overleg samen genomen hebben, naast je neer te leggen.” Daartegenover zegt Selderhuis ook: “Dit principe betekent naar de andere kant dat het even onkerkelijk en naar mijn gedachte zondig is het kerkverband te gebruiken om een ander mijn wil op te leggen.” Maar even verder trekt hij de conclusie: “Hoe dan ook is het in de huidige situatie zo dat een kerk die zich bewust niet houdt aan afspraken die samen met anderen gemaakt zijn, zich feitelijk buiten het kerkverband plaatst.”

Dit is toch echt te kort door de bocht geformuleerd. Het gereformeerde kerkrecht gaat uit van de zelfstandigheid van de plaatselijke kerk. Die kerken vormen samen een kerkverband waarin alleen zaken gezamenlijk geregeld worden die op grond van Gods Woord noodzakelijk geacht worden. In al het andere mag de ene kerk niet over de andere heersen, dus ook de meerderheid van de kerken niet over de minderheid. Volgens Selderhuis is dat wel zo, want “aan wat gezamenlijk besloten wordt houdt zich dan ook ieder. Besluiten nemen we op democratische wijze namelijk de meerderheid beslist” en “het is dan ook je plicht je te houden aan elke gezamenlijke afspraak.”

Welke ruimte gun je elkaar?

Maar “dit vrij eenvoudige principe”, zoals Selderhuis het noemt, leidt ertoe dat het kerkverband gaat heersen over de plaatselijke kerken. In het verleden zijn er op synodes con amore besluiten genomen over een aantal onderwerpen waarvan we vonden dat die op basis van de Bijbel en gereformeerde belijdenis voor alle kerken golden. Maar in de loop van de tijd zijn we over zulke afgeleide punten verschillend gaan denken.

De vraag is dan: welke ruimte gun je elkaar? Mag een plaatselijke kerk niet eerder afwijken van een eenmaal genomen synodebesluit totdat het landelijk ingetrokken of vrijgegeven wordt?

Nu ging in het verleden de CGK daar nogal gemoedelijker mee om. Toen in 1973 het Liedboek voor de Kerken uitkwam, sprak de CGK-synode uit dat er niet uit deze bundel gezongen mocht worden. Bij de verschijning van de NBV-bijbelvertaling in 2004 gebeurde precies hetzelfde. De CGK-synode besloot “de kerken met klem te ontraden in de eredienst gebruik te maken van de NBV.” Nog later, in 2016, sprak de CGK-synode uit “het gebruik van dans en drama in de eredienst af te wijzen.” Ondanks deze besluiten bleven of gingen veel plaatselijke kerken toch uit het Liedboek zingen, uit de NBV lezen en in speciale kerkdiensten dans + drama gebruiken. Als het al op de classis ter sprake kwam, werd daar door sommige andere kerken met leedwezen kennis van genomen, maar daar bleef het dan ook bij.

Waarom is er dan nu wel sprake van een echte crisis binnen de CGK? Nou, dat komt omdat er nu net zo verschillend gedachte wordt over zaken die veel meer de kern van het gereformeerd belijden en de christelijke levensstijl raken, namelijk het accepteren van de vrouw in het ambt en van samenwonende homo’s aan het Avondmaal. Dus wordt de vraag spannend: welke ruimte durf je elkaar te geven binnen het kerkverband?

In 1998 sprak de synode van de CGK uit, dat het standpunt om vrouwen niet toe te laten tot de ambten schriftuurlijk verantwoord is. Dat was een veel zachtere uitspraak dan de meerderheid van de deputaten had voorgesteld. Die wilden dat de synode zou uitspreken “dat het binnen het kader van de gereformeerde schriftbeschouwing en ambtsopvatting onmogelijk is om de ambten open te stellen voor zusters der gemeente.” Na 1998 hebben de samenwerkingsgemeentes van CGK+NGK (in Arnhem bv.) zich loyaal gehouden aan de uitspraak van de CGK-synode. Er kwamen nieuwe fusiegemeentes bij (bv. in Nijmegen CGK+GKV en in Deventer CGK/GKV/NGK). Ook daar werden de ambten niet opengesteld voor vrouwen. Nu zijn we 20 jaar verder. De NGK kent al meer dan 15 jaar vrouwelijke ambtsdragers. De GKV sinds 2017. Verschil van mening hierover is geen breekpunt voor kerkelijke eenheid.

Klem gezet

Behalve binnen de rechterflank van de CGK. Daar wordt de zaak op op scherp gesteld. “Vrouwelijke ambtsdragers beschouw ik als zondig. Dit gaat tegen de Schrift in, dat kan ik echt niet verdragen. Wie afwijk van het oude spoor, moet zijn knopen tellen en zich afvragen: wil ik nog wel lid van de CGK zijn? Wat onze kerken bindt, is het gezag van de Bijbel en de daarop gegronde uitspraken van de synode. Als je je daar niet aan wilt houden, moet je daar de consequenties uit trekken.” (een Bewaar-het-Pand-predikant in het ND van 30 maart 2019).

Hiermee worden samenwerkingsgemeenten én plaatselijke CGK-kerken die er anders over denken, klem gezet. Dat verbaast me. Zo heb ik de CGK namelijk niet leren kennen tijdens de samensprekingen in Nijmegen waar ik van 1999 t/m 2005 actief aan deelgenomen heb. We zeiden niet: laten we ons aan de strakste bepaling van één van beide kerken houden. We besloten in Nijmegen juist: we nemen op weg naar kerkelijke eenheid elkaars gewoontes over en vragen aan de beide classes om dat te accepteren. Geen smalspoor waarbij de ene kerk haar wil aan de andere oplegde dus, maar in de breedte samen gereformeerd willen zijn.

Roomse trekjes in het kerkverband

Want uiteindelijk is binnen het gereformeerde (presbyteriaal-synodale) kerkverband de kerkenraad het hoogste orgaan. Het kerkverband is niet bindend, maar verbindend. Het kerkverband legt niets op buiten Gods Woord om, maar faciliteert en adviseert. Dus hoort een kerkverband (ongeacht of het de CGK, de GKV of de NGK) aan een plaatselijke fusiegemeente de ruimte te bieden om in alle opzichten elkaars gewoontes over te nemen. Als die ruimte om er een bredere praktijk op na te houden struktureel niet gegund wordt, krijgt het kerkverband roomse trekjes. Want dan sluipt er hiërarchie in het kerkelijk systeem: de synode regeert. En de traditie krijgt een gelijke plaats naast de Bijbel: wat eenmaal gezamenlijk besloten is kan alleen door een nieuwe synodale uitspraak weer in de vrijheid van de kerken gegeven worden.

Aanvaard elkaar in Christus

Op deze manier help je de christelijke vrijheid om zeep. Iemand die dat 450 jaar geleden al heel scherp zag is Marnix van St. Aldegonde. Ik ben de HERE nog steeds enorm dankbaar dat ik tijdens mijn afstudeerscriptie me mocht verdiepen in de inzichten van Marnix over de aard van christelijke vrijheid binnen de gemeente van Christus. Als kerkelijke regels blijken te knellen, moet kerkenraden en synodes niet op hun strepen staan door met goddelijk gezag gehoorzaamheid te blijven eisen, aldus Marnix, maar zichzelf afvragen of de ruimte die er in Christus is, door kerkelijke besluiten misschien te veel is ingeperkt. Lees hierover het artikel ‘Een hartstochtelijk pleidooi voor christelijke vrijheid’.

Een scheutje meer Marnix

Het is crisis in de CGK. Synodebesluiten knellen. Prof. Herman Selderhuis kiest voor in de lijn ‘afspraak is afspraak’. Daar moeten plaatselijke kerken zich aan houden. Tegelijk moet een synode ervoor waken, plaatselijke kerken haar wil op te leggen. Het is volgens mij de verkeerde volgorde. Het lijkt mij meer in overeenstemming met de Bijbel, dat het kerkverband, zoals Selderhuis ook zelf zegt, een hulpmiddel is ten dienste van de plaatselijke gemeente. Dus moet een synode haar plaats weten. Ze mag alleen maar bindend opleggen wat evident bijbels is. Voor het overige kan ze slechts de plaatselijke kerken adviseren met de wijsheid die ze van de Heer ontvangen heeft. Maar als die adviezen in beton gegoten worden, ontneemt het kerkverband de plaatselijke kerken hun christelijk vrijheid en brengt ze in gewetensnood. Het medicijn hiertegen is een scheutje meer Marnix.

Kanselruil in Assen (vGKN – GKv Peelo)

Kanselruil komt de laatste jaren vaker voor. Maar op 8 maart haalde het de krant. Het Nederlands Dagblad kopte met grote letters: Kanselruil in Gereformeerde Kerk vrijgemaakt van Assen-Peelo mogelijk na vrouwenbesluit. Dat klopt. Op zondag 24 maart zal ds. A. van Harten-Tip, predikante van vGKN ‘Oase’ in onze gemeente, GKv ‘Het Noorderlicht’, voorgaan en mag ik gelijktijdig in die gemeente preken. In ons plaatselijk kerkblad ‘De Bouwsteen’ van 24 februari 2019 heb ik namens de kerkenraad dit besluit uitgelegd:

“In Assen zijn veel kerken waar we contact mee hebben. Met onze vier GKV-zusterkerken van Het Lichtpunt, de Voorhof, de Maranathakerk en de Kandelaarkerk natuurlijk. En we hebben ook al meer dan 10 jaren een goede kerkelijke relatie met de CGK in Assen – de Bethelkerk. Sinds een paar jaar is daar ook de missionaire CGK-gemeente ‘Assen Zoekt’ bijgekomen. En sinds 2017 is op landelijk niveau het eenwordingsproces met de NGK in een stroomversnelling gekomen en krijgt dat ook in Assen steeds meer vorm. Verder hebben we goed contact en af en toe gezamenlijk diensten met onze Pinksterburen van de Ontmoeting en via hen weer incidenteel met een paar andere evangelische gemeentes in Assen. Fijn om te merken dat onze Heer Jezus Christus op verschillende manieren in onze stad met zijn Woord en Geest aanwezig is! Ook al zijn er soms verschillen – en daar hoeven we echt niet voor weg te lopen –, er is veel geestelijke herkenning in een tijd waarin steeds minder mensen een levende relatie met de HERE God hebben.

vGKN logoEén gemeente heb ik nog niet genoemd. Dat is de ‘Oase’-gemeente Assen e.o. van de voortgezette Gereformeerde Kerken in Nederland (vGKN). Deze gemeente heeft bijna 70 leden, komt elke zondag in de MaasStee in Pittelo bij elkaar en heeft in ds. A. van Harten-Tip een eigen parttime predikant.

Het kerkverband van de vGKN is ontstaan rond 2004, toen een klein aantal synodaal-gereformeerde kerken niet is meegegaan met de fusie van hervormden, synodaal-gereformeerden en luthersen. Die fusie leidde tot de Protestantse Kerk Nederland (PKN). Een groot aantal hervormde gemeentes ging niet mee en vormen nu de Hersteld Hervormde Kerk (HHK) met bijna 60.000 leden. Vanuit de synodaal-gereformeerde kerken bleven nog geen tien kerken zelfstandig. Samen noemen zij zich de voortgezette Gereformeerde Kerken in Nederland (vGKN). Het is een klein kerkverband met op dit moment zeven kerken (waarvan vijf in Friesland) en ongeveer 2.500 leden. Ook in Assen is er een vGKN-gemeente

In het Jaarboekje 2018-2019 schrijft de ‘Oase’-gemeente over zichzelf: ”Sinds 7 februari 2012 is er een vGKN in Assen en omgeving. Een Bijbelgetrouwe gemeente, die de belijdenisgeschriften ondertekent en er naar handelt. Want wij zijn een gemeente van onze Heer Jezus Christus, die zich wil houden aan wat de Bijbel ons zegt. Jezus kwam voor ons naar de wereld om onze Verlosser te zijn! Hij staat centraal in ons leven en in onze diensten, waar we Hem aanbidden en eren. Wij mogen dat uitdragen naar de wereld om ons heen en hebben het verlangen om te groeien in onze missionaire opdracht. Sinds 6 juli 2014 is ds. A. van Harten-Tip voor 20% verbonden als predikant van de gemeente.”

Zowel landelijk als plaatselijk zijn er goede contacten met de vGKN. In Assen zijn er tussen de ‘Oase’-gemeente en onze zusterkerk van Assen-West goede contacten en gezamenlijke activiteiten.  Ook ds. Van Harten-Tip is voor veel gemeenteleden geen onbekende. Ze gaat voor in de diensten van Arendshorst/Arendstate en in de Middagpauzediensten en verzorgt dit jaar voor de tweede keer één van de drie zogenaamde ‘Klapwijk-cursussen’ bij ons in de kerk. Dat gebeurt in goede samenwerking met ondergetekende, maar de cursus wordt toch echt grotendeels door haar gegeven.

Vanuit de gemeente werd vlak na de zomervakantie gevraagd of ds. Van Harten-Tip ook bij ons voor zou kunnen voorgaan. Dat hebben we eerst serieus onderzocht. We hebben als gemeente van Peelo begin 2018 besloten om ook de zusters toe te laten tot alle ambten en dat we dat in 2019 voor ouderlingen en diakenen ook daadwerkelijk zouden invoeren. Het leek ons als kerkenraad wijs om ook pas in 2019 vrouwelijke predikanten voor te laten gaan. Daar zijn we niet actief naar op zoek gegaan. Maar nu deze vraag uit de eigen gemeente naar voren kwam, hebben we als kerkenraad besloten hier positief op in te gaan. We hebben de landelijke deputaten naar hun mening gevraagd. Zij gaven ons groen licht om voor te gaan in elkaars diensten. Daarna hebben we de classis geïnformeerd over ons voornemen. Ook daar klonken geen bezwaren. Tenslotte hebben we, op verzoek van de ‘Oase’, met elkaar kennis gemaakt doordat hun kerkenraad van vier personen een uur te gast geweest is op onze DB-vergadering. We herkennen elkaar als medechristenen die staan op het fundament van onze Heer Jezus Christus en zijn blij dat in beide gemeentes elke zondag het Evangelie van Gods genade royaal verkondigd, beleden en beleefd mag worden.

Assen-Peelo logo kleurWe hebben dus veel overeenkomsten. Tot in het logo toe ;-). Vandaar dat we wederzijds besloten hebben om de predikanten voor te laten gaan in elkaars kerkdiensten. We willen daarmee beginnen op zondag 24 maart. Dan zal ds. Van Harten-Tip ’s morgens bij ons ‘Het Noorderlicht’ preken en mag ik voorgaan in de ‘Oase’. Daarna kunnen de preekvoorzieners van beide kerken ook een beroep op ons doen.

We zijn erg blij met deze stap van herkenning en erkenning. Zo krijgt de eenheid die er in Christus is en die we in de Twaalf Artikelen belijden concreet vorm. Moge de HERE zijn zegen hieraan verbinden.”

Verlangen naar een nieuwe (GKV-NGK) kerk

Wat maakt een kerk kerk? De GKV en de NGK zitten in een proces van hereniging. Plaatselijk is er steeds meer samenwerking en samensmelting. Landelijk zet een Regiegroep er vanaf 2017 flink de sokken in. De Regiegroep stelde onlangs een dokument op met de titel Verlangen naar een nieuwe kerk. Het heeft sterk het karakter van een wensdroom. Dat vind ik mooi. Na meer dan 50 jaar is het zover: ‘Zie toch hoe goed, hoe lieflijk is ’t dat zonen [en dochters] van ’t zelfde huis als broeders [en zusters]  samenwonen’ (Ps. 133:1 – berijming Liedboek). Samen wensen we ons een droom van een nieuwe kerk toe.

De aanhef van het ‘dokument van verlangen’ begint als volgt: Een nieuwe kerk bedenken… Zomaar, in je eigen hoofd. De ideale kerk. Ga er maar eens voor zitten. Hoe zou die eruit zien? Wat krijgt in die kerk een belangrijke plek en wie mogen er allemaal zijn?

Nu is het niet mogelijk om helemaal opnieuw te beginnen. Als GKV en als NGK nemen we onszelf mee. Ons verleden, ons heden en ons verlangen om samen een nieuwe kerk te worden. Een vernieuwde kerk. Een vernieuwende kerk. Kerk van Christus, gedragen door de Vader, gemotiveerd door de Heilige Geest.

Volgens het ‘dokument van verlangen’ kunnen we elkaar dan vinden op zes kernpunten. Zes kenmerken die je ook terugziet in de eerste gemeente van Jeruzalem. Aan iedereen die het leest vraagt de Regiegroep om  hierop te reageren n.a.v. vier vragen: *) Wat maakt je enthousiast? *) Wat stelt je teleur? *) Wat mis je? *) Wat zou je willen toevoegen? Daar ga ik graag op in. Dat doe ik door de zes kernpunten van een nieuwe kerk één voor één weer te geven met een korte samenvatting + wat opmerkingen van mijn kant.

Maar eerst even over de nieuwe kerk die we samen willen gaan vormen. Die moet nog een naam krijgen. Ik ben niet voor modieuze namen als het om kerkgenootschappen gaat, dus wat mij betreft komt in elk geval de woorden ‘Gereformeerd’ en ‘Kerken’ erin voor. ‘Gereformeerd’ omdat we in die traditie staan. En ‘Kerken’ in meervoudsvorm omdat we niet, zoals de PKN en HHK, het landelijke verband als ‘Kerk’ aanduiden en de plaatselijke kerken allemaal afdelingen van die ene kerk zijn. En wat er dan verder nog bij moet? Mijn eerste optie: VNGK – Verenigde Nederlandse Gereformeerde Kerken. Daarmee behouden we allebei onze eigenheid (de N van NGK en de V van GKV). En door wat uitdagend het woord ‘Nederlandse‘ te gebruiken, geven we aan dat iedere plaatselijke kerk die ook echt in de gereformeerde traditie voelt staan, zich mag aansluiten. Mijn tweede optie: GGK – Gemeenschap van Gereformeerde Kerken. Dat benadrukt enerzijds de geestelijke verbondenheid en anderzijds de zelfstandigheid van de aangesloten plaatselijke kerken: de Gereformeerde Kerk van Assen-Peelo is aangesloten bij het landelijk platform van Gereformeerde Kerken. Maar omdat platform wel erg plat klinkt, kies is toch net iets liever voor het wat ouderwetsere woord ‘Gemeenschap’.

Maar goed … wat zijn volgens de Regiegroep de zes kernpunten van een nieuwe kerk waar we samen verlangend naar uitzien? De zes punten komen uit de verklaring, de samenvatting zijn mijn woorden.

1 Jezus Christus centraal, Gods Woord in het midden

Deze twee horen bij elkaar. Samen vormen zij de kern van ons bestaan als christen en van ons bestaan als kerk. Christus Zelf maakt door de Bijbel duidelijk dat alles begint bij Gods liefde voor ons. Dat wordt ook zichtbaar in doop en avondmaal. De Heilige Geest geeft de Bijbel gezag en maakt van ons een nieuwe schepping.

Ik vind het mooi dat men met dit eerste kernpunt begint. Vooral omdat naast Christus en de Bijbel ook twee andere basics van het christelijk geloof genoemd worden: het dubbele werk van de Heilige Geest (Auteur van de Bijbel en Schenker van het geloof) en de bijbelse fundering van de sakramenten (doop en avondmaal onderstrepen hoe God naar ons toekomt in zijn liefde).

2 Veelkleurig, en toch één in genade

Omdat Gods hart groter is dan die van ons, is er in zijn kerk ruimte om samen één en toch ook allemaal uniek te zijn. Ook al gaat God met ieder van ons een eigen weg, toch vinden we elkaar bij het kruis van Christus, want we leven allemaal van zijn genade. Die ruimte is één van de wonderen van samen kerk-zijn.

Dit punt vind ik wat vaag. Het bevat teveel open deuren en wordt pas konkreet in het volgende punt (waar het dus ook prima mee samengevoegd had kunnen worden).

3 Met ruimte voor iedereen

Gods huis is een open huis. Het moet een veilige ruimte zijn voor iedereen en tegelijk een heilige ruimte waar Gods Woord gezag heeft en Gods Geest mensen vormt naar het beeld van Christus.  Dat betekent dat we elkaar aanvaarden, elkaar verdragen, elkaar niet snel loslaten, maar samen blijven zoeken naar Gods wil. Vergelijk de kerk met een voetbalveld: daar spelen heel verschillende spelers en er zijn spelregels nodig om het doel te bereiken.

Dit vind ik weer een mooie passage. Ik had even de neiging om te denken: vul nu eens concreet in wat ‘veilige ruimte’ en ‘heilige ruimte’ inhoudt. Maar een wensdroom moet je niet meteen platslaan door alles meteen in te willen vullen. Het gaat om een sfeertekening, en die vind ik mooi geformuleerd.  Het voorbeeld van het voetbalveld vond ik een beetje mank gaan.  Op het voetbalveld heeft ook het team van de tegenstander een legitieme plaats, terwijl me dat in de kerk niet de bedoeling lijkt. En volgens mij is het de bedoeling van spelregels om de spelers fair te laten spelen. Niet met regels, maar met motivatie bereik je als christen en als kerk je doel, lijkt me.

4 Begaan met de wereld

Als gemeente van Christus mag je de wereld niet de rug toekeren. Door licht uit te stralen, gebrokenheid te helen en de schepping te koesteren laten we zien hoe God zijn wereld bedoeld heeft. Als hoopvolle kerk zien we vol verlangen uit naar Gods toekomst die nu al doorbreekt in deze wereld.

Bijzonder in dit gedeelte vind ik dat er niet alleen aandacht is voor de tweeslag woord en daad (evangelisatie = licht uitstralen + diakonaat = gebrokenheid helen), maar dat ook het superactuele thema van zorg voor de schepping benoemd wordt. Dat laatste is iets wat bij mij en ook in onze kerken nogal onderbelicht is, denk ik. Een theologisch vraagje heb ik wel bij dit punt: bedoelen de opstellers met die laatste zin nu, dat Gods toekomst nu al overal automatisch een beetje zichtbaar is en dat wij als christenen en als kerk ons daarom actief met de wereld bezig moeten houden? Dat geloof ik eigenlijk niet. Volgens mij is het eerder zo dat Gods wereld verloren ligt in zonde en schuld en dat het juist christenen persoonlijk en samen de eerste signalen zijn van de perfecte toekomst die God met zijn schepping voor ogen heeft.

5 Samen met alle gelovigen

Als gereformeerde kerken houden we vast aan wat we van onze voorouders meegekregen hebben aan belijdenisgeschriften en manieren van kerk-zijn. Tegelijk zijn we niet bang voor vernieuwing, want we willen het Evangelie alle ruimte geven. We toetsen wat van God komt en wat niet, en zijn nieuwsgierig naar de manier waarop Gods Geest in onze tijd aan het werk is, samen met alle mensen die bij Jezus horen.

Ik proef hier een hartelijke verbondenheid met de kerk van alle tijden en een open houding naar andere christenen in ons land. Wat ik hier wel een beetje mis is het lef om uit te spreken dat we in deze zoektocht om eigentijds gereformeerd te zijn, niet bang zijn om ook grenzen te durven stellen aan datgene wat volgens ons de toets van Gods Woord niet kan doorstaan. Nu staat er vrij onbeschermd, dat we “samen met alle mensen die bij Jezus horen” op zoek gaan hoe en waar Gods Geest werkt. Dat past prima bij de geloofsbeleving van onze tijd, maar ik vind het wat onbegrensd.

6 In een gemeenschap van kerken

In de plaatselijke kerk gebeurt het: leven volgens het Evangelie. Als kerken mogen we elkaar helpen bij het volgen van Christus. Als je samen afspraken maakt en vormen en structuren bedenkt, moeten die daaraan dienstbaar zijn. Een kerkverband is een geschenk, bedoeld om elkaar tot een hand en een voet te zijn, niet topzwaar maar lichtvoetig, open en uitnodigend naar andere kerkgemeenschappen.

Hier ben ik het helemaal mee eens. Ook nu was mijn eerste reaktie: graag wat meer invulling op dit punt, maar dat moet je juist niet doen in een ‘dokument van verlangen’.

Als afsluiting zou ik nog dit willen zeggen: ook ik verlang ernaar dat de eenheid tussen GKV en NGK hersteld wordt. Met deze zes kernpunten wordt een wensdroom geformuleerd. Daar sta ik van harte achter. Ik heb één ding gemist, en dus zou ik die willen toevoegen. Maar dat is wel een lastig punt. Namelijk: de wensdroom om ook op ethisch gebied eenheid uit te stralen. Op dogmatisch gebied vinden we elkaar wel (Christus, de Bijbel, doop, avondmaal). Op kerkelijk gebied lukt dat ook wel (plaatselijk gebeurt het, regionaal en landelijk is ondersteunend). Maar hoe geef je elkaar op ethisch gebied maximale christelijke vrijheid zonder alles maar van elkaar te accepteren en uiteindelijk een verwaterd christendom over te houden? Dat is ook een uitdaging waar we als christenen en als kerken voor staan wanneer we naar eenheid streven.

Tenslotte nog dit: laat Opwekking 767 het lied worden van de eenheid tussen GKV en NGK! Het is een eigentijdse melodie en berijming van Psalm 133. Luister zelf: https://www.youtube.com/watch?v=TDAbXrJpNPg