Mannen en vrouwen rond Goede Vrijdag en Pasen

Soms schaam ik mij voor mijn man-zijn. Bijvoorbeeld als ik kijk naar de posities die mannen en vrouwen innemen rond het lijden en sterven en de opstanding van onze Heer Jezus Christus.

In heel de lijdensgeschiedenis van Jezus spelen mannen een negatieve rol.

De haat van de Farizeeën; het verraad van Judas; de grootspraak en de val van Petrus; de kromme rechtspraak van Pilatus; de manipulatie van de gewone man; de wreedheid van Romeinse soldaten; de angst en het ongeloof van de apostelen.

Vrouwen daarentegen tonen keer op keer hun menselijk gevoel voor Jezus.

Pasen open graf vrouwenDe vrouw van Pilatus, Claudia, neemt het voor Jezus op; langs de Via Dolorosa zijn het vrouwen die om het lot van Jezus huilen; bij de kruisiging kijken veel vrouwen van een afstand toe; op de vroege Paasmorgen gaan de beide Maria’s, Johanna, Salome en nog een paar andere vrouwen naar het graf toe om Jezus de laatste eer te bewijzen; de allereerste persoon aan wie Jezus Zich na zijn opstanding levend en wel vertoond is Maria van Magdala.

Uit alles blijkt, hoeveel liefde en compassie die vele vrouwen hadden voor Jezus. Kunnen vrouwen dat beter opbrengen dan mannen? Schamen zij zich er minder voor om dat openlijk te tonen? Durven vrouwen eerder voor hun geloof in Jezus uit te komen?

Waarom hebben mannen dat niet? Waarom moeten mannen altijd stoer zijn? Waarom spreken mannen altijd van die grote woorden? Waarom denken mannen dat zij zich altijd zo nodig moeten bewijzen? Waarom willen mannen altijd een bepaald beeld in stand houden? Waarom durven mannen nooit hun kwetsbaarheid te tonen? Waarom kunnen mannen zo moeilijk hun gevoelens laten zien?

Rond Goede Vrijdag en Pasen hoeven vrouwen zich niet te schamen. Mannen wel. Ja, ik schaam mij in deze week voor mijn man-zijn. Als het om geloven gaat, kan ik nog veel van vrouwen leren.

 

In het Gereformeerd Kerkboek staat het lied ‘Buiten de poort heeft Jezus geleden’ van Anka Brands (tekst) en Luit Doornbos (melodie). Het is oorspronkelijk verscheen in de bundel ‘Een lied voor Jeruzalem’.

Refrein
Buiten de poort heeft Jezus geleden, buiten de poort de kruisweg betreden.
Buiten de poort komt Gods toorn op Hem af; maakt Hij zijn kinderen vrij van de straf.
Vers 1
Hoor! Kind’ren zingen in hun spel: Gezegend Davids grote Zoon,
die nu op weg is naar zijn troon. Hij is de Vorst van Israël!
Vers 2
Maar boze mannen schreeuwen luid: Zo’n koning is ons niet veel waard.
Wat is een koning zonder zwaard! Kruis hem, stuur hem de poort maar uit.
Vers 3
En vrouwen klagen luid en lang. Maar Jezus weert die schrale troost:
Ween om u zelf en om uw kroost. Hij draagt zijn kruis en gaat zijn gang.
Vers 4
Uit kindermond bereidt God eer. Zelfs Jezus haters staan verstomd,
wanneer de lof van kind’ren komt. Hoe heerlijk is uw naam, o Heer.

 

Daar juicht geen toon, daar klinkt geen stem

Pasen Daar juicht een toon shirtNiet meer in de Gereformeerde Kerken (vrijgemaakt) tenminste. Want dit prachtige Paaslied is uit de nieuwste editie van het Gereformeerd Kerkboek verdwenen. In de nieuwsbrief van 20 maart 2018 geeft het Steunpunt Liturgie aan, dat een aantal vertrouwde Paasliederen gelukkig nog wel in een andere jasje te vinden zijn in het nieuwe Liedboek dat in 2013 uitkwam. Dat Liedboek is leidend voor onze kerkdiensten en in het Gereformeerd Kerkboek staan alleen nog maar de gezangen die niet in het Liedboek staan, maar die we toch waardevol genoeg vinden om te blijven zingen.

Op zich een goed streven. Maar kun je van Daar juicht een toon, daar klinkt een stem met droge ogen zeggen, dat je het oude Gezang 95 nu kunt vinden “in het Liedboek 637, de bekende melodie met een nieuwe tekst van André Troost”? Kijk en vergelijk zelf:

Gezang 95 – Daar juicht een toon, daar klinkt een stem

1/ Daar juicht een toon, daar klinkt een stem, die galmt door gans Jeruzalem; een heerlijk morgenlicht breekt aan, de Zoon van God is opgestaan!

2/ Geen graf hield Davids Zoon omkneld; Hij overwon, die sterke Held. Hij steeg uit ’t graf door eigen kracht, want Hij is God, bekleed met macht!

3/ Nu jaagt de dood geen angst meer aan, want alles, alles is voldaan! Wie in geloof op Jezus ziet, die vreest voor dood en helle niet.

4/ Want nu de Heer is opgestaan, nu vangt het nieuwe leven aan: een leven door zijn dood bereid, een leven tot in eeuwigheid.

Liedboek 637 – O vlam van Pasen, steek ons aan

1/ O vlam van Pasen, steek ons aan, de Heer is waarlijk opgestaan! De Zoon, die voor geen zonde zwicht, de Zoon is als de zon, zo licht!

2/ De Vader laat niet in het graf een kind dat zoveel vreugde gaf, Hij tilt het uit de kille grond – het loopt als vuur de wereld rond.

3/ De oude nacht voorgoed gedood, de toekomst kleurt de morgen rood; ziehier hoe God vergevend is en hoe zijn liefde levend is.

4/ Ziehier het licht van lange duur, ziehier de Zoon, de zon, het vuur; o vlam van Pasen, steek ons aan – de Heer is waarlijk opgestaan!

Ik vind het niet alleen raar, maar vooral zorgelijk dat we als GKV-kerken officieel ‘O vlam van Pasen, steek ons aan’ in de maag gesplitst krijgen als vervanging van ‘Daar juicht een toon, daar klinkt een stem’.

VERVAGENDE GELOOFSTAAL

Waarom zorgelijk? Omdat ik een tendens zie om alles wat met het christelijk geloof te maken heeft, te vervagen tot symbolische omschrijvingen. Voor mij betekent Pasen dat Jezus als de Zoon van God levend en wel uit het graf is opgestaan. Wat er met Pasen gebeurd is, is werkelijkheid. Daar mag je, als christen, heel konkreet van zingen. En dat doe ik ook als ik de vier verzen van ’Daar juicht een toon, daar klinkt een stem’ zing.

Maar wat ik vaak om me heen zie is, dat het christelijk geloof omschreven wordt in symbolische woorden. Dat klinkt goed, maar het wordt vaag. Er wordt minder gesproken over God als onze hemelse Vader, over Jezus als onze Redder en Heer en over de hemel en de nieuwe aarde als onze bestemming. Het gaat veel meer over de Eeuwige die ons opneemt in de oceaan van zijn liefde en die ons in Jezus inspireert tot een zinvol leven, omdat Hij het licht van lange duur en de zon en het vuur is, de vlam van Pasen die ons aansteekt, het bewijs dat Gods liefde levend en blijvend is. Prachtige beeldspraak. Poëtische taal. Daar is op zich niets mis mee, maar het is ook erg algemeen. En dus erg vaag. Je kunt er alle kanten mee uit. Iedereen kan zich er wel in vinden. Daarmee worden de feiten rond Pasen minder belangrijk. Het maakt niet uit hoe je het interpreteert, letterlijk of symbolisch. Als je maar gelooft dat er iets gebeurd is met Pasen waardoor mensen zich tot op de dag van vandaag motiveren laten.

Kijk, dat vind ik zorgelijk. Want in de Bijbel staat iets heel anders: Christus is opgestaan uit de dood. Als dat niet werkelijk waar is, is de dood niet overwonnen, is onze schuld niet betaald en is er geen hoop op het eeuwige leven. Juist met Pasen moet het goede nieuws van de opstanding van Jezus zo konkreet mogelijk verkondigd en bezongen worden!

Mijn vader zaliger was musicus. Hij had meer liturgisch gevoel in zijn kleine teen dan ik in mijn hele lichaam. Hij genoot van de Matthäus-Passion van Bach en van een hoogkerkelijke liturgie. Maar het viel hem telkens weer op: hoe meer Bach in de kerkdienst, hoe minder Evangelie van de kansel. En omgekeerd: hoe volkser de liturgie, hoe voller de verkondiging. ‘Het lijken wel twee communicerende vaten’, zei hij een keer tegen mij.

Dat maakt mij wat huiverig voor nieuwe liederen vol symboliek over de inhoud van het christelijk geloof. Vooral als daarmee andere liederen die konkreet Gods grote daden bezingen, worden weggedrukt omdat ze liturgisch gezien onder de maat zijn. Volgens mij vergeet je dan als kerk, dat het Evangelie juist op de kerkelijke feestdagen het meest tot z’n recht komt als je met bekende liederen zo konkreet mogelijk het heil aan ons verschenen bezingt. Gods heil heeft immers als mens van vlees en bloed handen en voeten gekregen in Jezus Christus?

WILLEKEURIGE KEUZES

Het is trouwens ook raar dat Daar juicht een toon, daar klinkt een stem niet is opgenomen in het nieuwe Geformeerde Kerkboek. Van alle andere liederen die als dubbeling niet meer in het nieuwe Gereformeerd Kerkboek staan, is de koptekst in het nieuwe Liedboek bijna hetzelfde (Gez. 89 ‘Jezus, leven van mijn leven’ = Lied 575 ‘Jezus, leven van ons leven’; Gez. 92 ‘Nu triomfeert de Zoon van God’ = Lied 622). Maar in het nieuwe Liedboek heeft Lied 637 niet alleen een heel andere titel. Onderaan staat ook, dat de melodie van het lied ontleend is aan ‘Daar juicht een toon, daar klinkt een stem’ en gecomponeerd is door César Malan. Bij andere liederen die gemoderniseerd zijn, staat alleen vermeld van wie de melodie afkomstig is. Oftewel: Lied 637 is een ander Paaslied.

Het is ook raar, omdat er wel twee andere ‘dubbelingen’ in het nieuwe Gereformeerde Kerkboek zijn opgenomen. ‘U zij de glorie’ (Gez. 99) is in een moderner jasje (Gez. 209) opnieuw opgenomen, terwijl er ook een nieuwere versie in het Liedboek staat (Lied 634). Als je die twee nieuwere versies met elkaar vergelijkt, zie je meteen dat ze veel meer op elkaar lijken dan ‘Daar juicht een toon, daar klinkt een stem’ en ‘O vlam van Pasen, steek ons aan’.

Een tweede lied dat zelfs in exact dezelfde bewoordingen in beide bundels staat is het lied ‘Christus in het graf geborgen’ (Gez. 207 / Lied 639). “Dat is tegen de uitgangspunten in”, staat in de nieuwsbrief van het Steunpunt Liturgie. “Maar omdat de GKv-kerken die dit lied op hun repertoire hebben staan het kennen met de melodie van Dirk Zwart, staat het toch in de nieuwe bundel, want het LB koos voor een andere melodie.” Merkwaardig! Niet alleen omdat de samenstellers van het nieuwe Gereformeerde Kerkboek blijkbaar eigenmachtig dit soort keuzes mogen maken. Maar ook omdat, als ik het zo inschat, de melodie in het Gereformeerd Kerkboek staat minder makkelijk zingt als die van het Liedboek. Raar dus, dat een amper bekende en weinig gezongen melodie tegen de regels in toch in het nieuwe Gereformeerde Kerkboek geplaatst wordt, terwijl een geliefd Paaslied dat door iedereen rond Pasen uit volle borst meegezongen wordt, moet verdwijnen zonder dat iemand daar ook maar om gevraagd heeft.

Hoe heeft dit kunnen gebeuren? Het is denk ik net als in de politiek. Daar hebben veel van de gevestigde partijen weinig feeling meer met de bevolking, omdat ze in hun Haagse kaasstolp zitten. Qua visie op liturgie lijkt er in onze kerken net zo’n kloof te zijn tussen de besluitvormers rondom liturgie en kerkmuziek (deputaten en steunpunt) en de zondagse kerkgangers. De plaatselijke gemeente is, als het om de gezangen in het nieuwe Gereformeerde Kerkboek gaat, voor mijn gevoel meer kwijtgeraakt dan dat ze erbij gekregen heeft. Het zal er ongetwijfeld aan bijdragen dat er nog minder vanuit de aanbevolen twee bundels (Liedboek 2013 en Kerkboek 2017) gezongen gaat worden. En eigenlijk is dat best wel winst. Want ieder vogeltje zingt zoals het gebekt is – in alle vrijheid kan iedere voorganger en elke gemeente dat heel goed zelf bepalen.

Tenslotte: ik ben blij met veel hertalingen in het Liedboek 2013 en het Kerkboek 2017. ‘Ik wil mij gaan vertroosten in Jesu lijden groot’ (LvK 174) is in de versie van Jaap Zijlstra ‘Ik wil mij gaan vertroosten in ’t lijden van mijn Heer’ (Lb 562) geworden. En het ‘O wij arme zondaars, bedelaars onrein’ (LvK 175) krijgt een veel positievere insteek als je ‘Glorie zij U, Christus, U leed onze nood’ (Lb 574) zingt. Ook de berijmingen van het Onze Vader (GK 181) en ‘Eigenroem is uitgesloten’ (GK 213) van de hand van door Ria Borkent laten zien hoe nodig het was dat ‘O allerhoogste Majesteit’ en  ‘Alle roem is uitgesloten’ nu definitief vervangen zijn.

 

Avondmaal, Witte Donderdag en de kerkelijke feestdagen

“Doe dit, telkens opnieuw, om Mij te gedenken.”

Lukas is de enige evangelist die deze woorden van Jezus onze Heer vermeld, toen Hij voor het eerst het Avondmaal met de apostelen vierde op de avond voor zijn dood. Van hem heeft ook Paulus het gehoord, en dus haalt Paulus deze woorden van de Heer letterlijk aan als hij de christenen in Korinte opdraagt het Avondmaal te vieren: “Doe dit, telkens opnieuw, om Mij te gedenken.” (Lukas 22:19b / 1 Korintiërs 11:24b)

Hoe doe je dat, Jezus gedenken als je het Avondmaal viert?

Bedenk als eerste, dat onze Heer tijdens het Joodse Pesach aan zijn volgelingen deze opdracht gegeven heeft. Zo maakt Hij duidelijk: Ík ben het Paaslam dat geslacht is. Pesach is het bevrijdingsfeest uit de slavernij van Egypte. Maar het verwijst naar een andere bevrijding: die uit de macht van de zonde. En zoals de Israelieten zichzelf niet konden bevrijden uit de slavernij van Egypte: God moest dat doen, door het bloed van een lam! – zo kan niemand zichzelf bevrijden uit de macht van de zonde: Jezus moet het doen, door zijn dood aan het kruis!

Al Shabi AvondmaalMaar waar denk je dan precies aan, als je aan het Avondmaal je Heer Jezus gedenkt?

  1. Denk aan het Kerstfeest. Bij het Avondmaal staat de geboorte van Jezus centraal. Dan zie je, hoe veel God van zijn wereld en van jou en mij houdt. Jezus daalde neer van zijn troon om mens te zijn. Om zijn leven met ons te delen. Om ons leven over te doen in volmaakte gehoorzaamheid. Denk daar aan.
  2. Kruis Muur AssenDenk aan Goede Vrijdag. Bij het Avondmaal staat de kruisiging van onze Heer centraal. Logisch, zul je zeggen. Maar bedenk ook telkens weer aan, dat de dood van Gods Zoon laat zien hoe diep de zonde in jou en mij zit. Zo diep als Jezus ging – tot in de dood; zo diep zit de zonde ons in het bloed – het leidt tot de dood, lichamelijk en voor de eeuwigheid. Tenzij je gelooft, dat Jezus dat allemaal van ons overgenomen heeft. Dat kostte Hem zijn leven. Denk daar aan.
  3. Denk aan Pasen. Bij het Avondmaal staat de opstanding van Christus centraal. Daar deed Hij het voor: om ons weer terug bij God te brengen. Daar gaat het Hem om: dat ook wij opgewekt voor God leven. Denk daar aan.
  4. Denk aan Hemelvaart. Bij het Avondmaal staat de hemel open. Want daar is Jezus, mens als wij, aan Gods rechterhand. Ook wij mogen nu met vrijmoedigheid naar Gods troon toegaan. Denk daar aan.
  5. Denk aan Pinksteren. Bij het Avondmaal staat de Geest van Christus centraal. Door aan onze Heer te denken, versterkt Hij Zelf ons geloof. Hij bemoedigt ons met kracht in onze ziel. Denk daar aan.
  6. Denk ook aan zijn terugkomst. Bij het Avondmaal hoort ook het verlangen naar de grote dag. Daarom geeft Jezus, onze Heer, ons ook deze opdracht. Zo houden we de moed erin. Straks wordt het perfect. Dan komt Hij terug op de wolken en zullen wij Hem zien zoals Hij werkelijk is. Dan wordt het leven pas echt een feest. Denk daar aan.

Aan het Avondmaal denken we aan Jezus Christus onze Heer door van het brood te eten en van de wijn te drinken. Wees je ervan bewust waarom je dat doet. Wees blij met Kerst, met Goede Vrijdag, met Pasen, met Hemelvaart en met Pinksteren. Laat het zien en kom er voor uit dat Jezus Christus alles voor je is. En durft vooruit te kijken. Vier het Avondmaal tot zijn gedachtenis en totdat Hij komt!

 

Pasen – waar is jouw hoop in bange dagen?

In Brussel raakt het kwaad Europa in het hart. Op Golgota raakt Jezus de duivel in het hart. Met Pasen raakt Gods liefde mensen in het hart. Geen wonder dat het verhaal van het lijden, het sterven en de opstanding van Jezus zoveel indruk maakt. Het geeft mensen hoop. Zeker nu, nu zoveel mensen aangeslagen zijn door de aanslagen van terroristen die maar één ding willen: dood  en verderf zaaien. Waar zoek jij het dan?

Rond Goede Vrijdag en Pasen is er een scala van activiteiten waarbij Jezus centraal staat. Diverse klassieke uitvoeringen van het lijden en sterven van Christus, zoals de Matthäus-Passion van Bach. Modernere uitvoeringen, zoals The Passion van Adrian Snell. De provocerende uitvoering in de jaren ‘70 van Jesus Christ Superstar die inmiddels ook door symfonie-orkesten wordt uitgevoerd. Het spektakelstuk ‘The Passion’ dat dit jaar in Amersfoort wordt opgevoerd. En op een heel andere manier brengt Mighty Impulse door middel van mime, dans en drama in Assen het theaterstuk ‘Pasen, het verhaal van vrijheid’.

Ik denk dat het goed is om, op wat voor manier dan ook, het verhaal van Jezus Christus mee te maken. Hij zorgt namelijk voor hoop in bange dagen. Hij ís het zelfs: hoop voor de wereld, hoop voor bange mensen. Liever laat ik me door zijn aangrijpend lijden en sterven raken, dan dat ik in de greep van het kwaad raak.

Wees daarom op Witte Donderdag, 24 maart, welkom in onze kerk “Het Noorderlicht”  en beleef het Paastheater mee!

Paastheater Assen

Goede Vrijdag en Pasen vormen samen het verhaal van onze vrijheid. Daarin liggen verdriet en vreugde dicht bij elkaar. Op donderdag 24 maart komt theatergroep Mighty Impulsenaar Assen om dit bekende verhaal van het lijden, het sterven en de opstanding van Jezus Christus op een bijzondere manier uit te beelden en dicht bij de mensen te brengen. Ze doen dit door mime, dans en andere theatervormen. Beleef dit unieke Paastheater mee op donderdag 24 maart. Aanvang: 20:00 uur (zaal open vanaf 19:30)
Plaats: Gereformeerde Kerk (vrijg.) “Het Noorderlicht”, Scharmbarg 37, 9407 EA Assen-Peelo. Entree: volwassenen € 5,00 (incl. koffie of thee), kinderen en jongeren t/m 16 jaar € 3,00 (incl. fris). Reserveren: niet verplicht, maar kan via http://www.gkvassenpeelo.nl‘Het verhaal van vrijheid’ wordt georganiseerd door de beide kerken in Assen-Peelo, Pinkstergemeente “De Ontmoeting” en Gereformeerde Kerk “Het Noorderlicht”. Meer informatie over Mighty Impulse is te vinden op http://mightyimpulse.com/paastour.

 

Philippus Roorda – ‘Wel zok aan Jezus Christus overgeft, dij zien leven komt goud terecht.’

Roorda NDOp 8 december was ik aanwezig op de begrafenis van meneer Roorda, geboren op 20 april 1924, overleden op 3 december 2015. ‘Meneer Roorda’ – zo ben ik hem altijd blijven noemen, mijn oud-leraar Latijn op het Gereformeerd Lyceum, zoals het Gomaruscollege in mijn tijd (1977-1983) nog heette. Hij was voor veel leerlingen een schrijver op het tablet van mijn hart, zoals Koert van Bekkum het op 7 december prachtig onder woorden bracht op het theologenblog van het Nederlands Dagblad.

Twee dingen wil ik graag doorgeven, omdat het blijvende indruk op mij gemaakt heeft. Het eerste is een briefwisseling van bijna 19 jaar geleden. Toen kreeg ik op mijn verjaardag het boekje ‘Joar en dag’ – een bundeltje met bijna 30 Groningse overdenkingen n.a.v. kerkelijke feestdagen en bijzondere gebeurtenissen in het leven. Eén van die overdenkingen ging over Leven met als tekst Johannes 17:3 (“Dit is  t aiwege leven, dat ze Joe kennen”) en was geschreven door Ph. Roorda. Mede naar aanleiding van die overdenking schreef ik hem een brief die ik begon in het Gronings en vervolgde in het Nederlands. 

Beste Roorda,

Sins joar en dag heb ik docht, dat joe gain aspiroaties haren om pastor te worden. Moar òflopen week laangde mien bruier mie n luddek boukje mit Grunneger overdenkns tou. ’t Was nog veur mien joardag. En verdold, dou ik aan t lezen goan was, zag ik in ainen joen noam stoan, en ik dochde: “Is Roorda ook bie profeten?” Joa, dochde ik, dat is e zien haile leven al, moar den wel in andere zin, meer old-testamentisch, vergreld op oetwassen in gemainte van Christus, dij doar nait maggen. Dizze menaier van ‘profetisch optreden’ past meer in traditie dij je ien Neije Testament tegen kommen: deurgeven van Gods riekdom ien hoop dat mensen deur Geest ien t hart roakt worden.

In zijn antwoord komt duidelijk naar voren, wat meneer Roorda altijd gedreven heeft als hij weer eens de publiciteit zocht als kritikaster van vrijgemaakte eigenaardigheden. Hij begon te vertellen dat hij net bezig was het bijbelboek Amos te vertalen in het Gronings en dat dat zo lekker ging, omdat Amos “een boer is, deur de Heer achter de baisten vothoald, die één allesbeheersende overtuiging heeft en daarmee losbrandt tegen ’t schietvrome volk.” En vervolgens legde hij de link met mijn opmerkingen:

‘Vergreld op oetwazzen in gemainte van Kristus dij doar nait wezen maggen’ daar heb je de éne kant van mij wel juist mee uitgedrukt. Door de nadruk óp en veelvuldige herhaling vàn dat aspect is het tweede wel eens wat in de verdrukking gekomen; maar wees overtuigd dat het me in wézen altijd om het tweede is gegaan: ‘deurgeven van Gods riekdom’. Mijn laatste jaren op onze school heb ik me dat goed gerealiseerd. Toen heb ik dan ook als uitgangspunt genomen: Rom. 5:1 en Ex. 34:6 en 7a, dat op allerlei manieren terugkeert in heel het O en NT, tot in de spijtige reactie van Jona toe.

En natuurlijk kon hij het niet laten om nog een opmerking te maken over het feit dat ik de Groningse aanhef met Beste Roorda begonnen was, en daarna in het Nederlands overstapte met Nogmaals, geachte meneer Roorda.  Dat vond hij “een typisch verschil, dat idiomatisch geheel correct is”, want in het Gronings drukt men zich wat ruiger en minder ‘correct’ uit als in het Nederlands.

Roorda Aiweg levenDeze ontboezeming van meneer Roorda, dat het hem er bij alles altijd om ging om Gods rijkdom in Jezus Christus centraal te stellen, is mij altijd bijgebleven. In het twee pagina’s grote interview in het Nederlands Dagblad van 18 mei 2013 benadrukt hij ook de ruimte van Gods genade in Jezus Christus. “Het geopende graf stelt mij in de ruimte” is een van de laatste zinnen van dat interview. En dat is ook de oproep waar Ph. Roorda zijn Groninger meditatie mee afsluit: “Wel zok aan Jezus Christus overgeft, dij zien leven komt goud terecht.”

En dan de tweede herinnering. Onder één van de lessen Hebreeuws in de vijfde of zesde klas van het Lyceum (onder Latijn werd nooit over welke actuele onderwerpen dan ook gesproken) ging het over Pasen. We zongen toen in onze GKV-kerken nog maar een handjevol gezangen, dus je had op Paaszondag niet zoveel keus. Dat vond meneer Roorda meer dan jammer, want het mooiste Paaslied aller tijden was toch wel Daar juicht een toon, daar klinkt een stem. De vier verzen van dat lied, daar zat de hele rijkdom van het christelijk geloof in, vond hij. Elk jaar met Pasen móet je daarom wel beginnen met het zingen van dit lied.

Tijdens de indrukwekkende begrafenis van Philippus Roorda kwamen beide herinneringen bij mij weer boven. Romeinen 5:1-11 werd gelezen, samen met Kolossenzen 1:12-20 en Zondag 23:60 en Zondag 1:1 van de Heidelbergse Catechismus. En het verwonderde mij niet, dat we op de begraafplaats na het neerdalen van de kist ‘Daar juicht een toon, daar klinkt  een stem’ zongen. Meneer Roorda’s mooiste Paaslied, waarvan ik niet weet of hij het ook kende in het Gronings.

1/ Doar klinkt een toon joechaait een stem, dij gaalmt deur hail Jeruzalem.
Doar gloort het nije mörgenrood: de Zeun van God ston op oet dood!
2/ Gain graf huil Doavids Zeun omkneld, Hai overwon dei staarke held.
Hai steeg oet ‘t graf deur aigen kracht, joa, Hai is God, omkled mit macht!
3/ De angel is tou dood oethoald, want alles is veur ons betoald.
Wèl in geleuf mit Jezus gait, dij vreest veur dood en duvel nait.
4/ Want nou Heer Jezus opstoan is, begunt ons nije leven wis!
Een leven deur zien dood beraid, een leven in zien heerlekhaid.

Overweldigende liefde

Maria vond, dat Jezus er vermoeid uitzag. Ze zag de lijnen in z’n gezicht en de wallen onder z’n ogen. Maar toen Jezus haar zag, lichtten zijn ogen op. ‘Maria, fijn je te zien’, zei Hij. ‘Ik ben blij dat U er bent, Heer’,  zei ze. ‘Het is alweer zo lang geleden.’  Ze wist, dat Hij lange tijd uit de buurt van Jeruzalem gebleven was. Het was te gevaarlijk voor Hem. De joodse leiders wilden Hem doden. ‘Ik maak me zorgen’, zei Maria. Jezus glimlachte en schudde langzaam z’n hoofd. ‘Je bent bezorgd voor niks, lieve Maria. Mijn leven is in de hand van mijn Vader.’

Maria zalfolieMaar de manier waarop Hij het zegt verraadt de spanning. Net alsof het een verborgen boodschap is. Er trekt een rilling door Maria heen als ze samen naar de woonkamer lopen. Er zal iets vreselijk fout gaan. Ze voelt het. Het gaat tegen alle logica van de mensen in. Zonet hadden ze Jezus nog als een koning binnengehaald. De verwachtingen zijn hooggespannen. Het zal alleen heel anders zijn dan de meesten denken. Maria weet het gewoon. Ze heeft een soort zesde zintuig, een bang voorgevoel. Er gaat iets ergs gebeuren met Jezus. Maria voelt dat goed aan. Jezus zelf weet: Ik ben op weg naar Jeruzalem . Ik ben op weg naar mijn arrestatie. Ik ben op weg naar een bewuste dood. Hij spreekt er openlijk over met zijn leerlingen. Maar niemand wil Hem geloven. Alleen Maria voelt het aan. Daarom doet zij iets heel bijzonders. De enige passende aktie. Ze komt met een daad van overweldigende liefde.

Weet je wat overweldigende liefde is? Als je je dochter van bijna 3 jaar naar bed brengt. Je zingt een liedje voor haar. Je vertelt een verhaaltje aan haar. Je zegt een gebedje op met haar. Daarna stop je haar lekker onder en zegt: ‘Jessica, ik hou van jou’. Maar je bent de kamer nog niet uit, of je hoort: ‘Ik hou meer van jou, mama!’ Dus ga je terug, geeft haar nog een dikke kus en zegt: ‘En ik het meest van jou, Jessica.’ Maar alweer: je bent de kamer nog niet uit, of ze roept je achterna: ‘En ik van jou het allermeest van de héééle wereld!’ Wow! Game over! Het allermeest van de héééle wereld! Dat is pas echt overweldigend! Je dochter houdt niet het meest van haar favoriete pop. Of een uitstapje naar een grote speeltuin. Of een verjaardag met een grote taart en mooie kadootjes. Nee, ze houdt van jou – van jou meer dan van de héééle wereld. Dat is overweldigende liefde. Daarvoor gaat alles aan de kant. Daarvoor heb je alles over. Je wenst alleen maar dat je nóg meer zou kunnen geven. Niets is te kostbaar. Niets is te overdreven. Je hart wil dat je geeft – alles geeft.

Dat doet Maria als ze Jezus zalft met die zeer kostbare, zuivere nardusolie.  Daarmee geeft ze alles wat ze heeft aan Jezus. Als ze Hem ziet binnenkomen, weet ze gewoon:  binnenkort zal Jezus sterven. Waarom? Hoe? Is dat  Gods plan? Maria heeft geen idee … maar dit weet ze wel: Jezus is mijn alles, en dus geef ik Hem alles wat ik heb. Alles wat ik heb, als uitdrukking van mijn overweldigende  liefde.

maria zalving JezusDie olie was niet het meest kostbare wat Maria gaf. ‘Waar je schat is, daar zal ook je hart zijn’ had Jezus al eens eerder gezegd.  Het kostbaarste wat Maria geeft, is haar hart.  Dus breekt ze de hals van het flesje spontaan eraf. Ze giet de hele inhoud over het hoofd van Jezus uit. Ze stopt niet halverwege, maar laat de parfum echt rijkelijk vloeien. Tot de laatste druppel! Zodat de olie de voeten van Jezus bereikt. En dan doet Maria nog iets heel aparts. Ze maakt haar haar los en droogt de voeten van Jezus ermee af. Voor Maria maakt het allemaal niets uit. Ze wil niets achterhouden. Al haar liefde gaat uit naar Jezus.

Wat zie je daarna? Iedereen valt over haar heen. Vooral Judas. Eén persoon reageert niet negatief. Jezus. Hij wijst Maria niet af en geeft haar geen berisping.  Nee, zegt Hij: ‘Laat haar met rust, waarom vallen jullie haar lastig? Ze heeft iets goed voor Mij gedaan. Ze heeft mijn  lichaam nu al met olie gebalsemd. Dat heeft ze gedaan met het oog op mijn begrafenis.’

Ongemakkelijk. Zo voel ik me altijd een beetje bij dit verhaal. Wat Maria doet – ik vind het eigenlijk geen overweldigende liefde. Ik vind het eerder overdreven liefde. Voor Judas was het zelfs aanleiding om met Jezus te kappen. Weg met Hem! Wie vindt zulke verkwisting nou goed?  Ik wil niet Judas zijn. Maar waarom ben ik dan toch zo kritisch over Maria? Weet je, als ik kritisch ben op anderen, zeg ik vooral iets over mijzelf.

Maria heeft een hart vol dankbaarheid
Judas heeft een hart vol bitterheid
Maria komt met totale overgave
Judas komt met een verborgen agenda
Maria hoort wat Jezus zegt – en antwoordt met liefde
Judas hoort ook wat Jezus zegt – maar loopt weg en verraadt zijn Heer
Maria geeft zichzelf helemaal
Judas houdt alles voor zichzelf
Maria bedelft Jezus onder kussen
Judas verraadt Jezus met één kus

Op wie lijk ik? Overweldigende liefde  is een beetje raar. Maar echte liefde kost de gever altijd wat. Anders is het een gift – je doet het voor het goede doel en hebt er zelf niet echt last van. Maria geeft álles. Maria geeft zichzelf. Ze geeft zich helemaal. Hoe is dat met mij? Hoeveel hou ik van Jezus? Het allermeest van de héééle wereld?

1 Zes dagen voor Pesach ging Jezus naar Betanië, naar Lazarus die hij uit de dood had opgewekt. 2 Daar hield men ter ere van hem een maaltijd; Marta bediende, en Lazarus was een van de mensen die met hem aanlagen. 3Maria nam een kruikje kostbare, zuivere nardusolie, brak het flesje, goot de olie uit over zijn hoofd, zalfde de voeten van Jezus en droogde ze af met haar haar. De geur van de olie trok door het hele huis. 4 Sommige aanwezigen zeiden geërgerd tegen elkaar: ‘Waar is deze verkwisting goed voor?’ Judas Iskariot, een van de leerlingen, degene die hem zou uitleveren, vroeg: 5 ‘Waarom is die olie niet voor driehonderd denarie verkocht om het geld aan de armen te geven?’ 6 Dat zei hij niet omdat hij zich om de armen bekommerde – hij was een dief: hij beheerde de kas en stal eruit. 7 Maar Jezus zei: ‘Laat haar, ze doet dit voor de dag van mijn begrafenis; 8 de armen zijn immers altijd bij jullie, maar ik niet.’ 9 Ik verzeker jullie: waar ook maar ter wereld het goede nieuws verkondigd wordt, zal ter herinnering aan haar verteld worden wat zij heeft gedaan.’ 10 Toen ging Judas Iskariot, een van de twaalf, naar de hogepriesters om hem aan hen uit te leveren. 11 Toen zij dit hoorden, waren ze opgetogen en beloofden ze hem geld te zullen geven. En hij zon op een mogelijkheid om hem op een geschikt moment uit te leveren. Johannes 12:1-8 + Markus 14:3b,4,9-11

Op weg naar Pasen het Johannes-evangelie in de Bijbel in Gewone Taal lezen

NBG Bijbel in Gewone Taal“Dominee, hebt u dat leesrooster nog waarin je het hele bijbelboek Johannes tot aan Pasen kunt lezen in de Bijbel in Gewone Taal? U deelde die gistermiddag uit in de kerkdienst waarin we de BGT-bijbelquiz deden. Ik wil die graag gebruiken als ik ’s avonds voor mezelf uit de Bijbel lees.” Dat mailde een jongere me vandaag. Ik antwoordde:  “Jazeker, ik neem er vanavond nog wel wat mee naar catechisatie.” Pasen 2015 leesrooster Johannes BGT - deel 1

Het gaat om het leesrooster dat in de uitgave van het Johannes-evangelie in de Bijbel in Gewone Taal staat. Die is op 12 februari door de EO en het NBG verspreid onder alle abonnees van de EO-Visie. Je kon ook extra exemplaren aanvragen, maar de belangstelling was zo groot, dat men er vóór de middag al helemaal doorheen was. Dus heb ik het leesrooster maar ingescand, gekopieerd en zondagmiddag verspreid. Als je op 19 februari begint, kom je precies op Tweede Paasdag  bij het slot van Johannes uit. Ik zou zeggen: doen! Als je op de volgende link klikt, krijg je het rooster op A4. Uitprinten en lezen maar!

Pasen 2015 leesrooster Johannes-Evangelie BGT in 47 dagen

 

EN OOK ROND PINKSTEREN BEDERFT HOOGLITURGISCH DENKEN MIJN VREUGDE

Meer dan 750 personen bekeken de afgelopen 48 uur mijn blog over het schrappen van ‘Ere zij God’ en ‘Daar juicht een toon, daar klinkt een stem’. Ik heb ze op het verkeerde been gezet door te suggereren dat ‘Samen in de naam van Jezus’ wel in de nieuwe editie van het Gereformeerde Kerkboek blijft staan. Helaas, niets is minder waar. Zunder woord, zunder wies is dit lied ook door de synode geschrapt op voorstel van de Deputaten Liturgie en Kerkmuziek. Het kan dus nog erger!

Ik kreeg de vraag gesteld: ‘Waarom maak jij je hier zo druk over? We zingen toch al alles wat we zingen willen, of het nu wel of niet in het Kerkboek staat. Dus het wordt er echt niet minder om gezongen.’ Maar daar gaat het mij niet om. Het gaat mij erom, dat een flink aantal geliefde liederen, die veel en graag gezongen worden door christenen binnen en buiten onze kerken, vanuit een hoogliturgisch gedachtengoed in de ban gedaan worden. We mógen ze nog wel zingen in de kerkdienst, maar ze zijn zo onder niveau qua melodie of taalgebruik, dat ze niet meer de moeite waard zijn om in het nieuwe Gereformeerde Kerkboek opgenomen te worden. Door ze doelbewust te skippen, geven deputaten en synode daarmee een signaal af. Namelijk: als jullie, gemeenteleden, het ‘Ere zij God’ en ‘Daar juicht een toon, daar klinkt een stem’ en ‘Samen in de naam van Jezus’ blijven zingen, zing je eigenlijk abracadabra qua tekst en een soort hoempapa qua muziek.

In de bijbel lees ik: Laat de Geest u vullen en zing met elkaar psalmen, lofzangen en geestelijke liederen die de Geest u ingeeft. Zing en jubel met heel uw hart voor de Heer.

Ik wil de drie liederen eens vanuit deze woorden van Paulus bekijken. Ere zij God: het is een lofzang, het heeft een geestelijke inhoud (Kerst – de geboorte van Christus onze Heer) en het wordt door velen enthousiast met heel het hart voor de Heer gezongen. Daar juicht een toon, daar klinkt een stem: het is een lofzang, het heeft een geestelijk inhoud (Pasen – de opstanding van Christus onze Heer) en het wordt door velen enthousiast met heel het hart voor de Heer gezongen. Samen in de naam van Jezus: het is een lofzang, het heeft een geestelijke inhoud (Pinksteren – de Geest doorbreekt de grenzen die door mensen zijn gemaakt) en het wordt door velen enthousiast met heel het hart voor de Heer gezongen. Muzikaal rammelt het ‘Ere zij God’ volgens hoog-liturgisch-geschoolde kerkleden onder ons. Met de tekst is verder weinig mis, we zingen nog veel meer andere psalmen en gezangen met woorden uit de bijbelvertaling van 1951. Met het Paaslied ‘Daar juicht een toon, daar klinkt een stem’ is noch muzikaal noch qua tekst veel mis, lijkt me. En de tekst van ‘Samen in de Naam van Jezus’ kan op geen enkele manier ouderwets genoemd worden, dus blijkbaar vonden deputaten de muziekstijl hoempapa. Nu vind ik zelf het ‘Ere zij God’ ook niet het summum van muzikaliteit. En toen ‘Samen in de naam van Jezus’ in 2002 vrijgegeven werd, werd het zo vaak gezongen, dat ik er bij tijden helemaal zat van was. Gelukkig is dat nu weer redelijk in evenwicht.

Wat ik belangrijk vind is, dat we bij het zingen tot Gods eer vooral moeten kijken naar het hart. Zeker als smaken erg verschillen. Daar gaat het Paulus namelijk om: Zing en jubel met heel uw hart voor de Heer. Dan is het, zoals iemand op FB schreef, echt onbegrijpelijk !!!!! dat een synode een in heel veel kerken gedeelde traditie wegneemt. Dat gaat dan over het ‘Ere zij God’. Zelf vind ik het even ongelooflijk, dat de twee andere liederen door deputaten zelf in 2002 uitvoerig gemotiveerd zijn ingediend en aangenomen, maar nu met hetzelfde gemak doodleuk en zonder duidelijk motivatie weer verwijderd worden. Daar is maar één woord voor: jojo-beleid. En de synode laat dat allemaal maar passeren omdat er nu eenmaal is afgesproken dat minstens 75% het met deputaten oneens moet zijn voordat het anders kan. In het bedrijfsleven zou men zeggen: de managers regeren de zaak en de raad van bestuur knikt ja en amen. Ondertussen hebben beide lagen van bestuur en management het kontakt met de werkvloer verloren. Zo verliest ook de synode haar moreel gezag door deze onbegrijpelijke besluiten (en het nieuwe gereformeerde kerkboek op voorhand haar aantrekkelijkheid, verwacht ik).

Meer dan 750 ‘hits’ binnen twee dagen vind ik zo opmerkelijk veel, dat het iedereen tot nadenken zou moeten stemmen. Ook op de synode. Gelukkig is er nog hoop. Ordevoorstellen kunnen ten allen tijde door synodeleden ingediend worden. Dus via zo’n ordevoorstel kan uitgesproken worden dat het een vergissing was om een drempel van 75% op te leggen voor het behoud van geliefde kerkliederen die deputaten willen schrappen, en dat dus, net als bij elk voorstel van elk deputaatschap, 50% genoeg is om iets aan te nemen of af te wijzen. Nadat dit ordevoorstel is aangenomen, worden ‘Ere zij God’, ‘Daar juicht een toon, daar klinkt een stem’ en ‘Samen in de naam van Jezus’ gewoon door de reeds aanwezige meerderheid van 50% behouden voor het kerkboek. En is het gewoon je goed recht om het als gemeente te zingen in plaats van: ach … we tolereMozes vissenren het maar, maar het hoort in een gereformeerde liturgie eigenlijk niet meer thuis. Zo’n gang van zaken … het zou nog kunnen gebeuren! ‘Nooit kan ’t geloof teveel verwachten’ – om het met nog zo’n geliefd afgeschreven lied te zeggen.

Tot zover. Ik ga niets meer schrijven over dit onderwerp. Anders begint het op bijgaande cartoon te lijken, die ik een keer met de volgende Groningse tekst tegen kwam: Nou most toch ophollen, Mozes!

HOOGLITURGISCH DENKEN BEDERFT MIJN VREUGDE MET KERST EN PASEN

Met Kerst hoeven we binnenkort geen ‘Ere zij God’ meer te zingen en juicht er met Pasen ook geen toon en klinkt er geen stem meer als het aan het Gereformeerde Kerkboek ligt. Want die staan er niet meer in, in de nieuwe editie waartoe de Generale Synode van 2014 besloten heeft. Ze worden weinig meer gezongen of er was sprake van een verouderd taalkleed volgens Deputaten Liturgie en Kerkmuziek. Ze passen qua melodie en toonzetting minder bij de 21e eeuw, aldus de voorzitter van de synode.

Ongelooflijk, kortzichtig en elitair

Dat was  mijn eerste reactie. En dat vind ik er nog steeds van. In hun eerste rapport gaven de deputaten nog aan, dat het uitgangspunt zou zijn, dat alle gezangen uit het oude kerkboek een plaats zouden krijgen in het nieuwe kerkboek, tenzij ze in het Liedboek 2013 zijn opgenomen, eventueel in een andere berijming of vertaling. In hun aanvullende rapport geven deputaten aan, dat ze ruim 80 van de 180 gezangen uit het oude kerkboek willen opnemen in het nieuwe kerkboek. Er vallen 100 gezangen af. Een aantal staat nu in het nieuwe Liedboek 2013. En voor de rest hebben de deputaten “er vooral op gelet of ze uit de gereformeerd traditie stammen” en “zijn enkele oude gereformeerde gezangen weggelaten omdat ze weinig meer gezongen worden. Soms was ook het verouderde taalkleed een reden ze niet meer voor te stellen.”  Dit is dus de argumentatie waarom het Kerstlied Ere zij God en het Paaslied Daar juicht een toon, daar klinkt een stem niet meer in het nieuwe Gereformeerd Kerkboek zijn opgenomen! En vervolgens stellen deputaten doodleuk voor om een paar nieuwe gezangen op te nemen in het Gereformeerd Kerkboek die “ondanks hun herkomst goed aansluiten bij de gereformeerde spiritualiteit en daardoor geliefd geworden zijn.” Hier breekt me de klomp! Het Ere zij God is bij uitstek een lied uit de gereformeerde traditie en het valt niet te ontkennen dat het bij een groot deel van de kerkgangers uitermate geliefd is. En sinds jaar en dag zingen jong en oud in gereformeerde kringen meerstemmig ‘het mooiste Paaslied’, zoals mijn oud-leraar Latijn Ph. Roorda Bzn 35 jaar gelden ‘Daar juicht een toon’ noemde. Geen wonder dat het Ere zij God sinds we gezangen zingen in de kerkdiensten in alle bundels opgenomen is. En dat in 2002 op unaniem voorstel van Deputaten Kerkmuziek (!) door de Synode van Zuidhorn met slechts 3 (!) stemmen tegen Daar juicht een toon, daar klinkt een stem is opgenomen in het nieuwe kerkboek.

Nu zijn ze allebei geskipt uit het nieuwe Gereformeerde Kerkboek. En waarom? Omdat deze synode blijkbaar op een ondoordacht moment besloten heeft, dat bij het schrappen van liederen uit het bestaande Gereformeerde Kerkboek dezelfde criteria gelden als in het verleden voor het toevoegen van liederen. Namelijk: als 25% het niet eens is met het voorstel van deputaten, komt een gezang niet in de bundel. En dus was, volgens het Nederlands Dagblad, voor bijna elk van de nu geschrapte gezangen wel een meerderheid, maar vond meer dan 25% het terecht om deze liederen te skippen. En dat, terwijl in de beide deputatenrapporten die op internet te vinden zijn, met geen enkel argument aangegeven is, waarom deze twee liederen  niet meer acceptabel zijn om opgenomen te worden in het nieuwe Gereformeerde Kerkboek.

(Net als ‘Zoek eerst het Koninkrijk van God’, ‘Jezus, leven van mijn leven’, ‘Halleluja, eeuwig dank en ere’ en ‘Nooit kan ’t geloof teveel verwachten’;  waarbij het dan weer opmerkelijk is dat ‘Samen in de naam van Jezus’ het blijkbaar wel gehaald heeft op de synode, want die wilden de deputaten in hun rapport ook laten vallen)

Ik vind dit dus ongelooflijk, kortzichtig en elitair.

Ongelooflijk: hoe haal je het in je hoofd om “een heel rijtje vrijgemaakte klassiekers”, zoals het ND het verwoordde, zonder inhoudelijke argumentatie via de achterdeur af te voeren uit het Gereformeerd Kerkboek. Vooral, omdat vorige synodes nadrukkelijk hebben uitgesproken, dat bij het nieuwe Gereformeerde Kerkboek de 41 gezangen uit het Kerkboek van 1984 zouden worden overgenomen.

Kortzichtig: er wordt al te pas en te onpas buiten de vrijgegeven liederen om gezongen, tot ergernis van het meer verontruste deel van ons kerkvolk. En dan gaan we als kerken nu ook nog eens een aantal zeer geliefde gezangen wegparkeren! Het effekt daarvan is, dat nu ook onze rechterflank buiten het kerkboek om gaat zingen. En, belangrijker nog, we krijgen een kerkboek waar straks geen enkele belangstelling meer voor is. Geliefde gezangen eruit, een nieuwe kerkorde erin, nieuwe liturgische formulieren die we al zes jaar hebben en door veel plaatselijke kerken al in een eigen brochure zijn afgedrukt – welke uitgever zal, in de wetenschap dat er in de GKV tegenwoordig uit allerlei bundels gezongen wordt en dat 75% van de kerken daarbij de beamer gebruikt, nog het risiko willen lopen om een 3e, geheel herziene editie van het Gereformeerd Kerkboek uit te  geven?

Elitair: een handvol deputaten en 10 synodeleden die meer de stijl van de hoogkerkelijke liturgie aanhangen besluit dat het eigenlijk niet kan om met Kerst Ere zij God en met Pasen Daar juicht een toon, daar klinkt een stem te zingen in een officiële eredienst. Het mág nog wel, volgens het verslag van het Nederlands Dagblad, maar qua melodie, toonzetting en taalkleed is het te erbarmelijk om nog in het nieuwe Gereformeerde Kerkboek te worden opgenomen. Dat vind ik elitair denken. En het getuigt van weinig inlevingsvermogen. Het bederft mijn Kerst- en Paasstemming. De hoge heren beslissen over de hoofden van het gereformeerde kerkvolk heen wat ze mogen zingen. Ik denk dat een besluit als dit nog meer het gezag van een synode ondermijnt als bv. de besluitvorming over de vrouw in het ambt. Terugdraaien dus door middel van een ordevoorstel, zou ik zeggen tegen de voorstanders van deze twee zo niet prachtige, dan toch zeer geliefde kerkliederen. Want voor een ordevoorstel is een eenvoudige meerderheid van 50% genoeg J!

DE PRUISISCHE MARS

Ik kreeg van een college de volgende reaktie. Daar wil ik mee afsluiten.

De ‘Pruisische mars’ (zoals het ‘Ere zij God’ neerbuigend is genoemd) is zolang als ik mij kan herinneren al mikpunt van kritiek geweest. Maar het lied zit nog altijd in de ziel van het kerkvolk. Waarom zouden we het daaruit willen slopen? Uit een bundel schrappen is zó makkelijk. En of het het gewenste effect zal hebben?! Natuurlijk niet. Pas wanneer nieuwe Kerstliederen zich in de ziel van het kerkvolk (en daartoe reken ik mijzelf!) nestelen, zal het een keer een stille dood sterven. Maar wat zich nestelt in de ziel van het kerkvolk, dat laat zich niet eenvoudig sturen. De tijd zal het leren!

En dan nog twee toegiften:
A/ Beluister het ‘Ere zij God’ in een bijzondere uitvoering! https://t.co/n89qqoOMRJ
B/ Een synodelid vertelde mij dat Gezang 95 geskipt is omdat de inhoud niet klopt met de paasochtend en vanwege oud taalgebruik. Dat eerste is geen argument, want al afgewezen  in 2002 toen een tegenstemmend synodelid aanvoerde dat het juist stil was in Jeruzalem op die eerste paasochtend. En het tweede – dan ken ik er nog wel een paar. En wat te denken van het alternatief in het nieuwe Liedboek 2013? Lied 637 is een moderne bewerking van ‘Daar juicht een toon daar klinkt een stem’. Taalkundig elitair en inhoudelijk toch echt niet acceptabel als vervanging van Gezang 95 uit het huidige Gereformeerde Kerkboek:
1) O vlam van Pasen, steek ons aan, de Heer is waarlijk opgestaan! De Zoon, voor wie het duister zwicht, de Zoon is als de zon, zo licht!
2) De Vader laat niet in het graf zijn kind dat zoveel vreugde gaf, Hij tilt het uit de kille grond – het loopt als vuur de wereld rond.
3) De oude nacht voorgoed gedood, de toekomst kleurt de morgen rood; ziehier hoe God vergevend is en hoe zijn liefde levend is.
4) Ziehier het licht van lange duur, ziehier de Zoon, de zon, het vuur; o vlam van Pasen, steek ons aan – de Heer is waarlijk opgestaan!
Gelukkig hebben we ook nog een Groningse versie – in 2014 op Tweede Paasdag voor het eerst gezongen in een Grunneger Dainst die belegd werd door de Gereformeerde Kerk (vrijgemaakt) van Uithuizen.
1/ Doar klinkt een toon joechaait een stem, dij gaalmt deur hail Jeruzalem. Doar gloort het nije mörgenrood.  De Zeun van God ston op oet dood!
2/ Gain graf huil Doavids Zeun omkneld, Hai overwon dei staarke held. Hai steeg oet ‘t graf deur aigen kracht, joa Hai is God, omkled mit macht!
3/ De angel is tou dood oethoald, want alles is veur ons betoald. Wèl in geleuf mit Jezus gaait, dij vreest veur dood en duvel nait.
4/ Want nou Heer Jezus opstoan is, begunt ons nije leven wis; een leven deur zien dood beraaid, een leven in zien heerlekhaid!

Op weg naar Pasen met U2 – JIJ OOK?

Vrijdag 23 maart – Dag 1

Op weg naar Pasen zeg ik: ”Are we tough enough for ordinary love?” Jij ook?
Ordinary love – single   http://www.youtube.com/watch?v=jGjdZX-pK7s

 

Zaterdag 24 maart – Dag 2

Op weg naar Pasen zeg ik: “I wanna go to the foot of the messiah, to the foot of he who made me see, to the side of a hill where we were still.” Jij ook?
With a shout – October   http://www.youtube.com/watch?v=mYB3x7mtz70

 

Zondag 25 maart – Dag 3

Op weg naar Pasen zeg ik: “Grace, it’s the name for a girl, it’s also a thought that changed the world.” Jij ook?
Grace – All That You Can’t Leave Behind   http://www.youtube.com/watch?v=8Zk26KXSH3g

 

Maandag 26 maart – Dag 4

Op weg naar Pasen zeg ik: “Teach me, I know I’m not a hopeless case.” Jij ook?
Beautiful Day – All That You Can’t Leave Behind   http://www.youtube.com/watch?v=LXrJdOD5syo

 

Dinsdag 27 maart – Dag 5

Op weg naar Pasen zeg ik: “So I try to be like You, try to feel it like You do, but without You it’s no use. I wish You were here.” Jij ook?
Stranger in a strange land – October   http://www.youtube.com/watch?v=H-doD3F8ZEQ

 

Woensdag 28 maart – Dag 6

Op weg naar Pasen zeg ik: “What no man can own, what no man can take – take this heart and make it break.” Jij ook?
YAHWE – How to dismantle an atomic bomb  https://www.youtube.com/watch?v=GkEQS5SJZPU

 

Donderdag 29 maart – Dag 7

Op weg naar Pasen zeg ik: “Only love, only love can leave such a mark, but only love, only love could heal such a scar.” Jij ook?
Magnificent – No line on the horizon   http://www.youtube.com/watch?v=Yi52HjJbwVQ

 

Goede Vrijdag 30 maart – Dag 8

Op weg naar Pasen zeg ik: “You broke the bonds, You loosed the chains, You carried the cross and my shame. You know I believe it.” Jij ook?
I still haven’t found what I’m looking for – The Joshua Tree   http://www.youtube.com/watch?v=O_ISAntOom0

 

Stille Zaterdag 31 maart – Dag 9

Op weg naar Pasen zeg ik: “Wake up, wake up dead man. I know you’re looking out for us, but maybe your hands aren’t free.” Jij ook?
Wake up, dead man – Pop  https://www.youtube.com/watch?v=kiuQ7zIIswY (Nederlandse ondertiteling)

 

Eerste Paasdag 1 april – Dag 10

Met Pasen jubel ik: “Justified till we die, you and I will magnifify The Magnificent!” Jij ook?
Magnificent – No line on the horizon   http://www.youtube.com/watch?v=1boiDzWt6k4

 

Tweede Paasdag 2 april – Dag 11

Na Pasen voel ik me soms net Thomas: “I believe in the Kingdom come, but I still haven’t found what I’m looking for.” Jij ook?
I still haven’t found what I’m looking for – The Joshua Tree   http://www.youtube.com/watch?v=Pb1XXs7e7ac

 

Dinsdag 3 april – Dag 12

Na Pasen weet ik: I was born to sing for You, I didn’t have a choice but to lift You up and sing whatever song You wanted me to. Jij ook?
Magnificent – No line on the horizon   http://www.youtube.com/watch?v=Ghyf1Gp0RdM

GEKOMEN            naar de wereld

GELEEFD               onder ons

GESTORVEN         in onze plaats

Kruis Jezus tekening

GESCHONKEN      echte vrijheid

PAASFEEST:           onze vrijheid, duur betaald!

DANK U JEZUS