Christenen over vaccineren – drie posities en iemand die van ‘nee’ naar ‘ja’ ging

Een goede kennis vroeg me laatst: “Wanneer je met goede argumenten kunt komen, laat ik me graag door jou overtuigen om mij toch maar te laten vaccineren. Ik kijk uit naar je reactie.” Nu denk ik niet dat ik mensen kan overtuigen om zich te laten vaccineren. Zelf vind ik dat vaccinatie een door God gegeven middel is dat we kunnen gebruiken om te voorkomen dat mensen doodziek worden of zelfs sterven aan een relatief makkelijk te voorkomen virusinfectie. Een andere goede kennis zei een paar week geleden tegen me: “In de 19e eeuw had je de pokken waar duizenden mensen aan stierven, tot half jaren ’50 van de vorige eeuw had je polio waar honderden mensen aan stierven, en in beide periodes had je predikanten die openlijk schreven dat het een geschenk en dus ook een opdracht van God is om je laten vaccineren. Waarom durven christelijke voorgangers dat nu niet openlijk te zeggen?”

Om me wat verder in dit onderwerp te verdiepen las ik opnieuw het uitstekende boekje POLIO – Afwachten of afweren van prof. dr. J. Douma (TU Kampen – GKV) en prof. dr. W.H. Velema (TU Apeldoorn – CGK) uit 1979. Zij schreven dit boekje n.a.v. de polio-uitbraak in 1978 op initiatief van de regering (!). Want die wilde graag het reformatorische volksdeel dat principiële bezwaren had tegen inenting laten voorlichten, niet door niet-christelijke medici en seculiere politici, maar door “twee bij uitstek deskundigen op het gebied van de theologisch-ethische benadering van het vraagstuk van de vaccinatie” (blz. 7, E. Veder-Smit, staatssecretaris Volksgezondheid en Milieuhygiëne).

Drie posities

Douma en Velema laten zien dat er drie standpunten zijn onder christenen als het om vaccinatie gaat (blz. 63-65).

“Er zijn gelovigen die elke vorm van inenting principieel en radicaal afwijzen. Zij willen er niets van weten. Zij menen dat zij in strijd handelen met het gebod van Gods en het geloof in Gods vaderlijke leiding – de voorzienigheid van God – als ze maatregelen nemen vóór de ziekte toegeslagen heeft.

Een tweede groep van christenen acht inenting geboden als plicht van iedere gelovige. (…) Ieder christen moet uit besef van verantwoordelijkheid voor zijn directe omgeving en voor de samenleving in haar geheel zichzelf en zijn kinderen laten inenten.

(…) Tussen beide standpunten bevindt zich een groep die van mening is dat ieder voor zichzelf een beslissing moet nemen. Wie inenting niet met zijn geweten in overeenstemming acht, moet haar nalaten. Wie er wel vrijmoedigheid voor vindt, moet haar toepassen.”

Douma en Velema geven ook aan, dat de principiële voorstanders van inenting “het als een verplichting zien dat iedere gelovige inenting toepast, ook al willen ze een ander er niet toe dwingen dit te doen. (…) Zij zeggen, met alle respect voor het geweten van de ander: De afwijzing van inenting berust op een verkeerd verstaan van de Schriften. Wie Gods gebod goed verstaat, mag zich aan inenting niet onttrekken. Inenting is plicht.”

Vaccinatiedrang en vaccinatiedwang

Tegelijk is het zo dat de voorstanders van inenting en de aanhangers van het middenstandpunt allebei de grens leggen bij het persoonlijke geweten. “Als het geweten neen zegt, mag niemand – zelfs de overheid niet – tot inenten dwingen.”  Het verschil hierbij is dan wel weer, dat overtuigde ja-zeggers het standpunt huldigen: geen staatsdwang, wel staatdrang. Toch waren ook zij in 1872 in meerderheid tegen de verplichte inenting van onderwijzers en leerlingen. Die was in 1872 niet absoluut trouwens: je mocht kiezen voor ander werk of je kind thuishouden. Maar het werd door veel christenen wel als sociale dwang gezien.

Bij de polio-uitbraken in de jaren ’70 van de vorige eeuw vinden Douma en Velema dat er helemaal geen staatsdwang toegepast mag worden, want die hadden zo’n beperkte omvang dat de gezondheid van de maatschappij niet in gevaar kwam.  

Wat mij dan wel triggert is, hoe Douma (die vorig jaar zelf overleden is aan corona) en Velema gedacht zouden hebben over de vaccinatie-drang en misschien binnenkort de sociale vaccinatie-dwang in onze tijd. Ik vermoed dat ze geen moeite zouden hebben met het eerste. En dat ze verplichte vaccinatie resoluut zouden afwijzen, want dan gaat de overheid over de gewetens van mensen heersen. Maar wat zouden ze vinden van sociale vaccinatie-dwang onder bv. IC-verpleegkundigen en zorgmedewerkers in verpleegtehuizen? Ik vermoed dat ze daar geen voorstander van zouden zijn, maar er gezien de ernst van de corona-epidemie wel begrip voor zouden hebben wanneer de overheid dit zou invoeren voor bepaalde beroepssectoren.

Douma en Velema geven ook duidelijk aan waarom het vertrouwen op de zorg van God het gebruik van preventieve middelen tegen ziektes goed kunnen samengaan. Hun uitleg van bijbelgedeeltes als Matteüs 9:12 (‘Wie gezond zijn hebben geen dokter nodig’) en Exodus 15:26 (‘Ik, de HERE, ben uw Heelmeester’) en Spreuken 22:3 (‘De schrandere ziet het onheil en bergt zich, maar de onverstandigen gaan hun gang en moeten boeten’) kan ik alleen maar ter lezing aanbevelen.

Van een principeel ‘nee’ naar een overtuigd ‘ja’

Het valt mij op dat in de eerste helft van de 19e eeuw de bijbelgetrouwe christenen uit de kringen van het Reveil, zoals de christelijke arts Abraham Capadose in 1823, en onder gereformeerden uit de kring van de Afscheiding van 1834, onder wie Hendrik de Cock, in meerderheid principieel tegen vaccinatie tegen de pokken waren, ook al maakte die vooral onder kleine kinderen veel dodelijke slachtoffers. Dat vaccin was in 1796 uitgevonden in Engeland en werd al snel in heel Europa toegediend.  De twee belangrijkste bezwaren waren ook toen al: ‘vooruitlopen op Gods voorzienigheid’  en ‘je laat je injecteren met het merkteken van het Beest. En complottheoriën zie je ook al opdoemen in die tijd, maar ook bv. als het gaat om het ontstaan van aids (bv. door een uit de hand gelopen experiment in een Amerikaans laboratorium – zoals J. Douma in zijn boekje ‘AIDS – meer dan een ziekte’  op blz. 15 schrijft)

In de tweede helft van de 19e eeuw werd er onder bijbelgetrouwe christenen veel positiever over gedacht, o.a. door Abraham Kuyper, de voorman van de tweede groep gereformeerden die in 1886 met de Doleantie meegingen en ook door Helenius de Cock, die leefde van 1824-1894. Ik blogde al eerder over hem – klik hier.  Helenius was de zoon van Hendrik de Cock, de voorman van de Afscheiding van 1834. Die was fel tegen vaccinatie, ook vanwege de rol van de overheid in de tijd van de Afscheiding: Hendrik de Cock werd vervolgd en gevangen gezet. Dat maakte hem, naast principiële bezwaren, ook argwanend tegen alle wetenschappelijke kennis van niet-gelovigen. Helenius was 17 jaar oud toen in 1841 zijn jongste broertje van bijna één jaar aan de pokken stierf. Jaren later, in 1871, schreef hij een brochure waarom hij zijn kinderen wél liet inenten. Hij vertelde, dat de dood van zijn broertje een verpletterende indruk op zijn vader had gemaakt. Ook, omdat de dokter had verklaard dat het kindje zeker was blijven leven als De Cock het wel had laten inenten. Toch, schreef Helenius, bleef mijn vader bij zijn standpunt dat vaccinatie niet geoorloofd was en heeft hij God nooit verwijten gemaakt dat zijn zoontje niet in leven bleef, hoewel hij er de HERE intens om gebeden had. Mede daarom was Helenius ook lange tijd principieel tegen vaccinatie.

Waarom ging hij uiteindelijk toch over van ‘nee’ naar ‘ja’? Om drie redenen, schrijven Douma en Velema (blz. 35-40). Allereerst: Helenius had de woorden van Christus over gezonden die geen geneesheer nodig hadden nooit letterlijk opgevat. Dat woord sprak Jezus namelijk tegen de farizeeën die in de waan leefden dat zij Jezus als geneesheer van hun zonden niet nodig hadden. Verder had Helenius lange tijd op het standpunt gestaan, dat je als christen beter solidair kunt zijn met gelovige gewetensbezwaarden dan met niet-gelovigen die in hun overmoed door vaccinatie de voorzienigheid van God miskennen. Maar toen hij in Schotland en Duitsland gelovigen tegenkwam die vonden dat vaccinatie voor christenen juist roeping en plicht was, besefte hij, dat je als christen het resultaat van de medische wetenschap niet hoeft af te wijzen, ook al blijf je de hoogmoed erachter afwijzen. Tenslotte moest Helenius toegeven, dat de resultaten van de vaccinatie enorm positief waren en dat alle schrikbeelden van mogelijke schadelijke gevolgen niet waren uitgekomen. Als niet-geneeskundige kon hij die feiten niet weerleggen.

Wat mij opvalt in het nieuwe standpunt van Helenius de Cock zijn de volgende dingen. Allereerst: hij gaat niet mee in het eindtijdscenario. Dat vind ik verstandig. Als christenen moeten we niet te snel met het teken van het beest op de proppen komen. Want als je als christen al vindt dat Openbaring 13 op de huidige tijd van toepassing is, moet je vooral de macht en invloed van de technologie en de toepassing ervan door een dictatuur als China benoemen. Dat was er al ver voordat het corona-virus begin 2020 de wereld rondging. Dat is echt een andere diskussie, vind ik, al is corona voor veel mensen wel een eye-opener als het om deze ontwikkelingen gaat. Verder beseft Helenius heel goed dat hij geen arts en dus geen deskundige is als het om het effect en de bijwerkingen van het pokkenvaccin gaat. Oftewel: argwaan levert niets op – een kritische houding wel. Dus geef ik –al sputterend- de overheid het voordeel van de twijfel als het om de coronamaatregelen gaat, want onze regering is niet te vergelijken met de Romeinse overheid aan wie Paulus zich ook onderwierp als die niet in strijd met Gods Woord handelde.  Daarom vind ik ook dat het RIVM meestal keurig en soms wat slordig objectieve gegevens publiceert. Vaak zijn niet de statistieken, maar de interpretatie die men er aan geeft de grootste leugen. En als ik weer een corona-scepticus tegen komt die een ander geluid laat horen dan de overgrote meerderheid van de deskundigen, check ik eerst even de achtergrond van deze kritische persoon. Dat laat meestal duidelijk zien dat bv. Gert Vanden Bossche of Robert Malone meer omstreden zijn dan ze zelf beweren. Als theologisch schoenmaker hou ik mijn liever bij mijn bijbelse leest dan dat ik denk dat ik het van de 17 miljoen virologen in Nederland het beste weet.

Die bijbelse leest leert mij dat je als christen de morele plicht hebt om de middelen die God in zijn voorzienigheid aan ons als mensheid geeft, niet achteloos te laten liggen, maar dankbaar uit zijn hand te aanvaarden.

2 thoughts on “Christenen over vaccineren – drie posities en iemand die van ‘nee’ naar ‘ja’ ging

  1. de profeten beschrijven duidelijk dat de kwade realm altijd heeft gezocht om deze aarde – volledig – over te nemen. Op. beschrijft die dimensie [en die is grofweg ‘ten oosten van deze aarde’ ; vandaar die 200 miljoen koningen [=demonen] uit het oosten] ,
    en Op. beschrijft ook hun plan : de kwade realm wordt daar ‘het beest’ genoemd – want het komt op uit de zee = dimensie ; en dat beest laat een draak-lam voor zich werken . De laatste komt op ‘uit de aarde’ en verteenwoordigt ‘de moderne wetenschap’ [vandaar draak + lam] . En een kernwoord is “hij maakt dat teken aan ieder door MISLEIDING” . Zoek maar even hoe de ladingen grafeen in die gifspuit – de misleiding – het lichaam tot een aan het internet aangesloten HYBRIDE maakt : “” als in de dagen van noach”” . Voor de goede orde : niet God heeft deze aarde gemaakt , noch dit lichaam — maar eden was (en is) in de andere werkelijkheid [=dimensie] . Alle OT + veel van NT : het-report .nl

Plaats een reactie