ONDERWEG NAAR ÉÉN KERK

-over het samengaan in 2023 van de GKV en de NGK-

‘Onderweg naar één kerk’ – zo heet het proces van landelijke eenwording tussen de GKV (afkorting voor: Gereformeerde Kerken Vrijgemaakt) en de NGK (afkorting voor: Nederlands Gereformeerde Kerken). Op 1 mei 2023 worden die twee kerkverbanden één en maken alle plaatselijke kerken deel uit van het kerkverband van “De Nederlandse Gereformeerde Kerken”.

De breuk

Met deze hereniging komt een eind aan de breuk die eind jaren ’60 is ontstaan. Toen, zo’n 25 jaar na de Vrijmaking van 1944, was er veel verschil van mening over de waardering van de Vrijmaking, over de binding aan de gereformeerde belijdenis en over het gezag en de waarde van het kerkverband. Het gevolg was, dat in 1970 ongeveer 25.000 van de 100.000 kerkleden ‘buiten verband’ waren komen te staan, vooral in Noord-Holland, in Midden-Nederland en in de regio Kampen.

De samensprekingen

In 1993 werd er voor het eerst weer met elkaar gesproken. Er kwam overeenstemming als het ging om de binding aan de belijdenis en ook over de betrouwbaarheid van de Bijbel en de uitleg daarvan. Op 11 november 2017 werd daarom in een gezamenlijke vergadering het verlangen uitgesproken om te komen tot één kerkgemeenschap,  op basis van de Schrift als Woord van God, in gebondenheid aan de gereformeerde belijdenisgeschriften en ingericht volgens de beginselen van het gereformeerde kerkrecht. Op die dag werd er ook een kruik geplaats waarin symbolisch de tranen uit het verleden werden opgevangen, waarna de kruik verzegeld werd.

Landelijk één kerk

Dat verlangen naar eenheid werd steeds concreter en leidt er nu toe, dat we per 1 mei 2023 samen het kerkverband van ‘de Nederlandse Gereformeerde Kerken’ vormen. Twee kerkverbanden die weer samen één worden is een verhoring van het gebed van de Here Jezus om eenheid tussen christenen en een prachtige invulling van Psalm 133 waar gesproken wordt over hoe goed het is als gelovigen samen in liefde bij elkaar wonen. Dat is een positief signaal in een tijd waarin we als christenen een minderheid zijn geworden.

Die eenheid was er al veel langer op plaatselijk niveau. Kerken uit de CGK, de GKV en de NGK houden gezamenlijke diensten en vormen samenwerkingsgemeentes, zoals bv. in Deventer en Hengelo (alle drie), in Langeslag en Nunspeet (GKV + NGK) en in Nijmegen en Sneek (CGK + GKV).

Meer variatie

Nu gaan de GKV en de NGK ook landelijk samen. Voor plaatsen waar maar één kerk is, zoals in Balkbrug en Oosterwolde, waar ik als predikant aan verbonden ben, verandert er niet zoveel. Het grootste verschil is in beide gevallen, dat we overstappen naar een andere regio (van classis Ommen naar regio Hardenberg en van classis Assen naar regio Fryslân). Maar in sommige regio’s en zeker ook landelijk krijgen we te maken met meer variatie. Die variatie was er al, bijvoorbeeld als het gaat over gelovige zusters in het ambt van predikant, ouderling of diaken. Of als het gaat om het houden van één of twee kerkdiensten op zondag.

In het nieuwe kerkverband krijgen plaatselijke kerken meer ruimte om eigen keuzes te maken. Vroeger zagen kerken er van Roodeschool tot Axel en van Den Helder tot Maastricht ongeveer hetzelfde uit. Die uniformiteit heeft plaats gemaakt  voor meer diversiteit. De eenheid van het geloof zit ‘m niet in vormen, maar in het volgen van de ene Heer. Tegelijk wordt de rol van de regiovergadering (dat is de nieuwe naam voor ‘classis’) belangrijker, want daarin adviseren de plaatselijke kerken elkaar en leggen ze verantwoording af hoe ze als kerk trouw zijn aan Gods Woord en de gereformeerde belijdenis. Ook wordt de inbreng van kerken op landelijke besluiten groter. Want op de regiovergaderingen krijgen zij de taak om onderwerpen die op Landelijke Vergadering (de oude ‘Generale Synode’) aan de orde komen, inhoudelijk voor te bespreken. Dat is juist een belangrijk kenmerk van een echt gereformeerd kerkverband: minder van bovenaf door een synode opgelegd, maar als kerken samen het goede voor elkaar zoeken en elkaar daar ook toe aansporen. De eenheid in ons nieuwe kerkverband kenmerkt zich dus door twee woorden: vertrouwen en verantwoording.

Bezwaren en verontrusting

In beide oude kerkverbanden zijn er ook bezwaren tegen de hereniging. Binnen de NGK (zo’n 85 kerken met 30.000 leden) merk je hier en daar angst dat de GKV-kerken (zo’n 255 kerken met 105.000 leden) een groot stempel op het kerkverband gaan drukken. Daardoor zouden plaatselijke kerken minder ruimte krijgen voor eigen keuzes. Binnen de GKV zijn sommigen van mening dat de binding aan de Bijbel en de Drie Formulieren van Eenheid niet voldoende gegarandeerd is, dat de nieuwe kerkorde veel te vrijblijvend is en dat er teveel aan de plaatselijke kerken wordt overgelaten, bv. als het gaat om kinderen aan het Avondmaal, om ruimte voor homorelaties en om het wel of niet ondertekenen van de belijdenisgeschriften door ambtsdragers.

Eenheid in belijden & plaatselijke vrijheid

Dat zijn inderdaad thema’s waar verschillend over gedacht wordt. Over deze onderwerpen wordt in het herenigde nieuwe kerkverband niet op voorhand landelijk iets vastgelegd. Maar als je daar bij een open Bijbel eerlijk met elkaar over in gesprek gaat, moet je dan de kerk verlaten als je er samen niet uit komt? De afgelopen jaren hebben zowel de GKV- als de NGK-kerken gezegd: nee, want in onze kerken willen we samen één zijn in gelovig ontzag voor God, met eerbied voor zijn Woord. Dan mag je elkaar ook ruimte geven voor christelijke vrijheid. Zoals een oud gezegde luidt (volgens sommigen stamt die af van Augustinus): ‘Eenheid in het noodzakelijke, vrijheid in het niet-noodzakelijke en in beiden liefde’.

Noodzakelijk is en blijft de binding aan de Bijbel en de gereformeerde belijdenisgeschriften. Alle ambtsdragers beloven dat bij hun bevestiging en alle predikanten moeten ook het verbindingsformulier ondertekenen. Plaatselijke kerken mogen dat laatste ook vragen van de ouderlingen en diakenen.

De nieuwe kerkorde

De herenigde kerk krijgt ook een nieuwe kerkorde, want gezamenlijke afspraken bieden structuur en geven bescherming in de onderlinge omgang.  Eén van de eerste zinnen in de nieuwe kerkorde is: “De kerken hanteren een gezamenlijke kerkorde, die de onderlinge omgang en het recht in de kerken beschrijft.” De  vorige kerkordes van 1978 en 2014 waren veel meer voorschrijvend (‘zo horen we het als kerken te doen’). Nu kiezen we als kerken voor een meer beschrijvende kerkorde (‘zo zijn onze manieren op dit moment’). Worden we daarmee een vrijblijvend kerkgenootschap? Nee, want de binding aan de Bijbel en de belijdenis blijft uitgangspunt, ook in de nieuwe kerkorde. Die begint zelfs met deze zin: “Wij willen kerken zijn waar Jezus Christus centraal staat. Hij is onze levende Heer.” Maar elke plaatselijk kerk krijgt wel meer ruimte dan we als GKV gewend waren om zelf keuzes te maken als het om de manier van kerk-zijn gaat. Niet vrijblijvend, want op de regio-vergadering (de classis) leggen kerken daar verantwoording over af, zoals hierboven al is gezegd. Zoals ook in het voorwoord op de kerkorde staat: hoe belangrijker het onderwerp is, hoe meer het erop aankomt recht te doen en hoe wezenlijker het is dat we hier samen één lijn in hebben.

Christus blijft het Hoofd van zijn kerk

Verandert er halverwege 2023 veel voor de GKV-kerken als we gefuseerd zijn met de NGK-kerken? Nee. We blijven gereformeerde kerken die trouw willen zijn aan Christus als Hoofd van zijn kerk. Hem willen we dienen  en Hem wil volgen. In onderling vertrouwen en met een aantal goede afspraken. Minder dan vroeger, dus de variatie en veelkleurigheid binnen het kerkverband neemt toe. Maar als gereformeerde kerken hebben we altijd al gezegd, dat de eenheid van het geloof niet gelegen is in eenheid van vormen, maar in het erkennen van Jezus Christus als de ene Heer van ons leven. Daar kunnen en mogen en willen we elkaar op blijven aanspreken, ook als we als GKV en NGK straks samen één kerkverband vormen.

Met dank aan collega Rob Vreugdenhil, die in zijn gemeente twee middagen uitleg gegeven heeft over de hereniging tussen de GKV en de NGK. Deze ‘lezingen’ zijn te bekijken en te beluisteren op YouTube: https://www.youtube.com/watch?v=IBXtVzNB0_o en https://www.youtube.com/watch?v=i-FdIOSCQrk

One thought on “ONDERWEG NAAR ÉÉN KERK

  1. Beste Ernst,
    Eerlijk gezegd lijkt Rob me niet de meest aangewezen figuur om hier als gids te kunnen fungeren. Met enige regelmaat geeft hij er blijk van de kern van de zaak niet goed te pakken. Ook het bovenstaande stuk geeft daar op verschillende momenten blijk van. Ik noem twee voorbeelden:
    – De zin “als gereformeerde kerken hebben we altijd al gezegd, dat de eenheid van het geloof niet gelegen is in eenheid van vormen, maar in het erkennen van Jezus Christus als de ene Heer van ons leven.” creëert niet alleen een vals dilemma (tussen Jezus als Hoofd en vormen), maar gaat ook geheel voorbij aan wat in essentie gereformeerd is. Dat Jezus Hoofd van zijn gemeente is, erkennen allerlei groepen en stromingen. Dat is niet onderscheidend. De kern van ‘gerefromeerd zijn’zit ‘m in wat anders, of beter gezegd, in wat dieprs en breders.
    – de suggestie dat het bezwaarden’ zou gaan om de oude, vertrouwde uniformiteit, is misleidend en leidt af van de kern van hun bezwaren, namelijk dat diverse oer-gereformeerde kerkelijke en kerkrechtelijke principes overboord gaan en stilzwijgend verdwijnen. Wat zich daarbij regelmatig wreekt, is dat niet eerst die principes methodisch expliciet gemaakt zijn, om ze vervolgens te concretiseren.
    – Ook de zin dat ‘de binding aan de Bijbel en de belijdenis uitgangspunt blijft’, is aanvechtbaar. Er worden daarbij onnodig formuleringen gekozen, die niet alleen de binding verzwakken, maar in de kerkgeschiedenis vervolgens ruimte gaven aan allerlei dwalingen en afwijkingen van de gezonde leer en een hoop ellende hebben veroorzaakt. Feitelijk wordt het door de Werkgroep Toekomstige Kerkorde geconstateerde ‘confessioneel verval’ bij ambtsdragers en kerkenraden op verschillende momenten in deze nieuwe orde gelegitimeerd.
    – Dat de nieuwe kerkorde met de zin begint “Wij willen kerken zijn waar Jezus Christus centraal staat. Hij is onze levende Heer.” is illustratief. Dat je dat wilt als goedbedoelde intentie, is uiteraard heel mooi, maar wil nog niet zeggen dat je het ook daadwerkelijk dóet! Er treedt een verschuiving op van een principe-ethiek naar een intentionele gezindheidsethiek: ‘als de bedoeling er maar is’. Waarbij vervolgens de geregelde praktijk achterblijft bij wat de Heilige schrift duidelijk zegt. Dat valt op diverse momenten in het nieuwe ontwerp moeiteloos aan te wijzen.
    Er zou meer te noemen zijn, maar ik laat het wat dit betreft hier maar bij…

Geef een reactie op Jan Reactie annuleren