Donald Trump wordt de 45e president van Amerika. Bijna heel Nederland is verbijsterd. Hoe kun je op zo’n man stemmen? En hoe kan het dat juist christelijk Amerika voor het overgrote deel op Trump gestemd heeft? Ik heb daar zo mijn gedachten over. Volgens mij stemt christelijk Amerika vanuit een mix van conservatieve en ethische overwegingen in meerderheid op de
Republikeinen. Conservatief: men is erg gehecht aan individuele vrijheden en verworvenheden en heeft daarom een gloeiende hekel aan teveel invloed van de overheid op allerlei persoonlijke keuzes. En vanuit ethisch oogpunt: de Democraten staan bekend als super-liberaal wanneer het gaat om abortus, want ze staan het toe tot in de negende maand van de zwangerschap.
Ik begrijp dus de orthodoxe christenen in Amerika wel. Ze stemmen zelfs nog Republikeins als ze grote twijfels hebben over de presidentskandidaat. Want achter de ongeschikte Donald Trump staat een grote partij die hem wel onder controle heeft, denkt men. Zeker met Mike Pence naast hem, iemand die door-en-door betrouwbaar overkomt en van zichzelf gezegd heeft: “Ik ben christen, conservatief, Republikein. In die volgorde.” Dat is voor veel christenen in Amerika nog altijd een beter alternatief dan Hillary Clinton en haar Democraten met hun ethisch liberalisme en hun verregaande overheidsbemoeienis.
Ik begrijp het. En tegelijk snap ik het vanaf de andere kant van de grote oceaan ook niet helemaal. Het gaat mij een beetje te makkelijk. En dat voel ik vooral als ik kijk naar de Republikeinse reakties op Obamacare. Onder die naam is op 1 oktober 2013 een nieuwe zorgwet ingevoerd in heel Amerika, waardoor alle Amerikanen zich verplicht moeten verzekeren en waarin zorgverzekeraars niemand meer mogen weigeren. Tot die tijd liepen er maar liefst 40.000.000 Amerikanen onverzekerd rond. De Republikeinen zijn fel tegen deze wet. Ze beschouwen het als het kwalijkste voorbeeld van ongewenste overheidsbemoeienis van de regering van Barack Obama. Nu Donald Trump president wordt, zullen ze proberen de wet alsnog helemaal terug te draaien. Of dat lukt is nog maar de vraag, want wetten die al zijn aangenomen kunnen alleen maar met een meerderheid van 60% worden teruggedraaid, en die meerderheid hebben de Republikeinen niet.
Het verbaast mij dat de meeste christenen in Amerika bijna net zo fel tegen Obamacare zijn als tegen abortus. In mijn optiek is het Obamacare-standpunt van de Republikeinen net zo onchristelijk als het abortus-standpunt van de Democraten. De Democraten zeggen: een vrouw is baas in eigen buik, ook al kost dat duizenden ongeboren kinderen het leven. De Republikeinen zeggen: iedereen moet zichzelf maar redden, ook al kost dat duizenden zieken het leven.
Het is makkelijk om als christen pro life te zijn. Het gaat altijd om een weeerloos kind dat in de moederschoot gedood wordt. Het is veel moeilijker om als christen pro Obamacare te zijn. Want je ziet niet zo snel het leed dat al die mensen die zich niet kunnen verzekeren kunnen, treft.
Bijbels gezien is het een taak van de overheid om te zorgen voor weduwen, wezen, armen en vreemdelingen. God noemt Zich Zelf ‘vader van wezen, beschermer van weduwen’ (Psalm 68:6). Het is geen kwestie van barmhartigheid om deze zwakkeren in de samenleving te helpen. Zij hebben recht op hulp van de overheid en van hun medemensen. In zijn boek ‘Ruim baan voor gerechtigheid’ gaat de New Yorkse predikant Tim Keller hier uitvoerig op in. Het is, denk ik, voor Amerikaanse christenen een bijzonder confronterend boek. Want in Amerika doet het welgestelde deel van de natie, en zeker de christenen onder hen, heel veel goeds als het om liefdadigheid gaat. Maar het is allemaal ‘barmhartigheid’. O wee als iemand zegt, dat het ondersteunen van de armen een kwestie van ‘gerechtigheid’ is, waar de zwakkeren in de samenleving recht op hebben.
Tim Keller heeft in dit briljante boek niet over Obamacare. Hij gaat niet verder dan het geven van een niet te missen voorzet die iedereen zo in het doel kan koppen: het is bijbels gezien zeer terecht dat de overheid haar verantwoordelijkheid neemt door een basiszorgverzekering in te voeren. In Nederland is dat al jaren geleden ingevoerd dankzij een meerderheid van de christelijke en de socialistische partijen. Beiden vinden, in tegenstelling tot het liberale gedachtengoed, dat een samenleving uit meer dan alleen maar losse individuen bestaat.
Het blijft verbazingwekkend hoe groot de blinde vlek van heel veel christenen in Amerika op dit punt is. Daarom ben ik na de verkiezing van Donald Trump als de 45e president van Amerika vooral benieuwd hoe het nu met Obamacare afloopt. Als het alsnog wordt teruggedraaid en afgeschaft, is Amerika een flink stuk onchristelijker geworden. Dat is het ethisch dilemma tussen een sociaal Amerika met bv. vrije abortus of een individualistisch Amerika met een paar extra christelijke accenten. In beide gevallen denk ik niet: ‘God zegene Amerika’, maar ‘God beware Amerika’.
“Waar was jij op de dag dat Groot-Brittanië uit de EU stapte?” Zou dat over 10 jaar net zo’n vraag zijn als: “Waar was jij op 9/11 toen twee vliegtuigen zich in de Twin Towers boordern? of is al die vreugde of droefenis over de Brexit een hype? Hoe dan ook: ik was in Londen op donderdag 23 juni 2016 en hoorde daar op vrijdagmorgen ‘live on television’ de toespraak van Cameron die z’n terugtreden bekendmaakte. Het Britse volk had gekozen en hij vond zichzelf als minister-president én fervent ‘RemaIN’-er niet geschikt om de onderhandelingen over een Brexit te leiden. Maar hoe denken de christenen in Groot-Btittanië over de Brexit?
Naast een scala aan activiteiten vindt dus jaarlijks de EMA-conferentie plaats met
verzoenen. Om dat te laten weten, gebruikt Hij mensen, ook vandaag nog. Door de kracht van zijn Woord en zijn Geest kunnen die mensen het ook volhouden als voorgangers en voorbeelden. Met aansprekende bijbeluitleg en bemoedigende toespraken en, niet te vergeten, prachtige Engelse hymnen begeleid door één piano, één gitaar en één solist was dit de rode draad van alle drie de dagen.
beide kampen op de EMA-conferentie. Ook al had men heel goed door, dat het Brexit-referendum het land echt heel erg verdeelde (Schotten <–> Engelsen, stad <–> platteland, jongeren <–> ouderen). Maar de christenen legden, zowel op de conferentie als persoonlijk thuis, de uitkomst van het referendum in de handen van God. Ze baden vrijmoedig om een uitslag waarmee God zijn weg zou gaan. Want, zeiden ze daarbij, via menselijke wegen die vaak vol vooroordelen en eigenbelang zijn, is het God die alles in zijn almachtige hand houdt. Hij regeert soeverein.
Regelmatig moet ik met mijn Opel Astra naar de garage. Meestal word ik geholpen door Rob. Altijd vriendelijk. Altijd in voor een praatje. Laatst kregen we het over geven van giften. ‘Dat is best lastig, dominee. Als christen moet je vrijgevig zijn. Maar waar leg je de grens? Want er komt geen eind aan al die goede doelen. Voor je het weet heb je geen rooie cent meer over.’ Ik denk dat er een goede vuistregel uit de Bijbel is af te leiden. Twee vuistregels zelfs. En een uitdaging.
bedenken. Maar wie zo redeneert, is ver verwijderd van de richtlijn van 10% die God zijn kinderen voorhoudt. Wie telkens redenen bedenkt om zo weinig mogelijk giften te hoeven geven is ook ver verwijderd van de levenshouding die Jezus zijn volgelingen voorhoudt: ‘Niet wie heeft, maar wie geeft is pas rijk.’
Met deze tweede vuistregel hoef je je ook niet schuldig te voelen wanneer je niet aan elk goed doel iets geeft. Als christen is je eerste opdracht om je kerkelijke gemeente in stand te houden. Dat is vandaag de plaats waar je God hebt leren kennen en waar je Hem vereert. Dus mag je daar ook royaal aan geven, in de kollekte, via de VVB, aan de zending en voor de diakonie. Uit al die andere algemene goede doelen mag je kiezen wat jou het meeste aanspreekt. Dat heeft vaak te maken met wat je meemaakt in je familie of in je omgeving. Maar je hoeft je niet schuldig te voelen wanneer het maar om kleine bedragen gaat. Wie niet christen is kan veel aan algemene doelen geven. Wie wel christen is heeft al een doel gevonden voor 2/3 van zijn of haar 10%.
Wij leven na Goede Vrijdag . Wij weten veel meer. Voor christenen is ‘geven’ vooral een uiting van dankbaarheid. Als je weet dat Jezus alle gegeven heeft, waarom zou je dan nog moeite hebben om 10% van je inkomen terug te geven aan de Heer en aan je naasten in nood? Tim Keller slaat de spijker op z’n kop als hij schrijft: “We moeten daarom niet denken dat Gods maatstaf voor vrijgevigheid bij nieuwtestamentische christenen lager zou zijn dan bij de oudtestamentische gelovigen.” Integendeel: “Nog anders gezegd, tienden geven is voor christenen een minimumeis van vrijgevigheid en recht doen.” ( Tim Keller, Ruim baan voor gerechtigheid, blz. 205, noot 35)
Heel Nederland, op een kleine republikeinse minderheid na, houdt van de Oranjes. Je kunt er over denken wat je wilt, maar Nederland en het Huis Oranje-Nassau vormen al zo’n 450 jaar een nauwe band. Soms werd met een beroep op het drievoudig snoer uit Prediker 4:12 zelf gesproken van het verbond tussen God, Nederland en Oranje. Dat laatste vinden veel christenen vandaag toch wel een beetje erg overdreven, maar zo’n verwijzing naar de bijbel geeft wel aan, dat we als christenen in Nederland altijd erg dankbaar geweest zijn voor de (geloofs-)vrijheid die de eerste stadhouders van Oranje, de prinsen Willem (de Zwijger), Maurits en Frederik Hendrik in de tijd van de Tachtigjarige Oorlog voor Nederland bevochten hebben. Daarin mag je nog steeds Gods voorzienende hand zien. Vandaar de verbondenheid die veel Nederlanders nog steeds met het Huis van Oranje ervaren.
In de kerk zingen we rond de verjaardag van de Koning(in) en rond 30 april altijd twee verzen van het enige officiële koningslied, het Wilhelmus. Dat is een goede gewoonte. Want of je nu een hartelijk voorstander van de monarchie bent of diep in je hart liever een republiek hebt – uiteindelijk is iedere staatsvorm door mensen bedacht. Wat dat betreft hou ik het persoonlijk liever bij onze mengvorm van monarchie en democratie. Onze staatsvorm kennen we al eeuwenlang en heeft z’n waarde bewezen. Daardoor heerst er in ons land een verbondenheid die je in republieken als Frankrijk en Italië niet ziet. En in ons land heb je geen macho-mannetjes als Trump, Putin of Erdogan die als premier en president zichzelf koning wanen, waardoor ze de tegenstellingen in het land alleen maar vergroten.
referendum trouwens überhaupt drie keer niks. We hebben een parlement dat we één keer in de vier jaar (als het kabinet de rit tenminste uitzit) met z’n allen kiezen. Dat is, zou je kunnen zeggen, een bindend referendum over alle zaken die de regering besloten heeft en waar de oppositie vaak totaal andere gedachten over heeft. En met die uitslag moeten we het met z’n allen weer maximaal vier jaar doen. Dus waarom zou je dan voor elk apart onderwerp nog eens de mening van de hele bevolking moeten vragen? Bovendien vraagt de regering bij een raadgevend referendum de bevolking niet om met een bepaald besluit in te stemmen of het af te stemmen. Nee, de regering vraagt de bevolking slechts om raad. Het is maar een advies. De regering mag het overnemen, maar het hoeft niet. Omdat ik vind dat in Den Haag de mensen zitten die we samen in onze (on)wijsheid gekozen hebben om ons land in alle (on)wijsheid te besturen, heb ik geen behoefte om bij zaken die ik te onbelangrijk of te ingewikkeld vind, de regering van advies te dienen. Voor dit Oekraïne-referendum gold wat mij betreft beide.
definitie tegen een correctief referendum. Maar waarom zou ik moreel verplicht moeten zijn om aan de regering mijn advies te geven over een onderwerp dat in mijn ogen volstrekt willekeurig en totaal onbelangrijk is? Alleen omdat een paar organisaties toevallig genoeg handtekeningen bij elkaar gekregen hebben om zo’n raadgevend referendum mogelijk te maken? Dan is er volgens mij niets mis met het standpunt: ‘Ik NEE-geer het referendum en blijf lekker thuis’. Waren er op 6 april maar meer JA-stemmers bij moeder thuis gebleven, denk ik dan. Want de negatieve gevoelens over de Oekraïne en de hele Europese Unie leven onder nog geen 20% van de bevolking. Dat aantal stemde namelijk NEE. En laten de SP en de PVV samen nu ook ongeveer 20% van de zetels in de Tweede Kamer hebben. Maar door die ruim 12% JA-stemmers is de uitslag van dit referendum wel rechtsgeldig. Net als 10 jaar geleden bij het referendum over de Europese grondwet. Toen stemde ook ruim 60% tegen. Maar toen ging het om een referendum dat door de overheid zelf was uitgeschreven. Toen kwamen er ook bijna 2x zoveel kiezers (zo’n 63%) naar de stembus. Dat was tenminste een duidelijk referendum: iedereen wist waar het echt om ging, dus was de opkomst hoog en gaf de Nederlandse bevolking een helder signaal af richting regering en Europa. 

terugkomt, heeft zijn gezicht zo’n stralende glans, dat hij een doek voor zijn gezicht moet doen omdat de Israelieten er niet tegen kunnen. Het verhaal is te lezen in 
En ik niet alleen. Heel de wijk Peelo heeft het opgemerkt. De kunst is nu, om dat gevoel vast te houden. Om ook met een eigen kerkgebouw iets te laten van de hemelse glans van onze Heer. Als kinderen van één Vader. Met hoofd en hart en handen. Door te blijven vragen of de Heilige Geest op ons wil blijven inwerken.
moeizucht, hoor je sommige mensen wel eens zeggen. Maar zo is het, als het goed is, niet bedoeld. Het is vooral een kwestie van oprechte belangstelling en welgemeende aandacht. Want waar gaat het uiteindelijk om? Om het Gods verlangen is dat mensen hun hart aan Hem geven en in hun relatie ervaren hoe goed en fijn het is om samen de HERE te dienen, in Jezus te geloven en voor Hem te leven.






Abortus is een grondrecht geworden. Geen eerbied voor het leven, maar meestal moord met voorbedachten rade. In Nederland staat er geen straf op. Maar hoe zouden God de Vader en Jezus onze Heer er over oordelen? God, die een God van liefde en genade is? Jezus bij wie alle kinderen en hun moeders welkom zijn? Veel vrouwen die een abortus ondergaan hebben, kampen later met verlies- en schuldgevoelens. Heel vaak hebben ze hun kindje in gedachten een naam gegeven. Bij God is er vergeving voor elke zonde. En Jezus zei eens tegen een vrouw die zich heel erg schuldig voelde: “Ik veroordeel je niet.” Hij zei er ook nog wat bij: “Ga heen en zondig vanaf nu niet meer.”