Wat doet Trump met Obamacare? – een ethisch dilemma voor Amerikaanse christenen

Donald Trump wordt de 45e president van Amerika. Bijna heel Nederland is verbijsterd. Hoe kun je op zo’n man stemmen? En hoe kan het dat juist christelijk Amerika voor het overgrote deel op Trump gestemd heeft? Ik heb daar zo mijn gedachten over. Volgens mij stemt christelijk Amerika vanuit een mix van conservatieve en ethische overwegingen in meerderheid op de Vrijheidsbeeld - tekeningRepublikeinen. Conservatief: men is erg gehecht aan individuele vrijheden en verworvenheden en heeft daarom een gloeiende hekel aan teveel invloed van de overheid op allerlei persoonlijke keuzes. En vanuit ethisch oogpunt: de Democraten staan bekend als super-liberaal wanneer het gaat om abortus, want ze staan het toe tot in de negende maand van de zwangerschap.

Ik begrijp dus de orthodoxe christenen in Amerika wel. Ze stemmen zelfs nog Republikeins als ze grote twijfels hebben over de presidentskandidaat. Want achter de ongeschikte Donald Trump staat een grote partij die hem wel onder controle heeft, denkt men. Zeker met Mike Pence naast hem, iemand die door-en-door betrouwbaar overkomt en van zichzelf gezegd heeft: “Ik ben christen, conservatief, Republikein. In die volgorde.” Dat is voor veel christenen in Amerika nog altijd een beter alternatief dan Hillary Clinton en haar Democraten met hun ethisch liberalisme en hun verregaande overheidsbemoeienis.

Ik begrijp het. En tegelijk snap ik het vanaf de andere kant van de grote oceaan ook niet helemaal. Het gaat mij een beetje te makkelijk. En dat voel ik vooral als ik kijk naar de Republikeinse reakties op Obamacare. Onder die naam is op 1 oktober 2013 een nieuwe zorgwet ingevoerd in heel Amerika, waardoor alle Amerikanen zich verplicht moeten verzekeren en waarin zorgverzekeraars niemand meer mogen weigeren. Tot die tijd liepen er maar liefst 40.000.000 Amerikanen onverzekerd rond. De Republikeinen zijn fel tegen deze wet. Ze beschouwen het als het kwalijkste voorbeeld van ongewenste overheidsbemoeienis van de regering van Barack Obama. Nu Donald Trump president wordt, zullen ze proberen de wet alsnog helemaal terug te draaien. Of dat lukt is nog maar de vraag, want wetten die al zijn aangenomen kunnen alleen maar met een meerderheid van 60% worden teruggedraaid, en die meerderheid hebben de Republikeinen niet.

Het verbaast mij dat de meeste christenen in Amerika bijna net zo fel tegen Obamacare zijn als tegen abortus. In mijn optiek is het Obamacare-standpunt van de Republikeinen net zo onchristelijk als het abortus-standpunt van de Democraten. De Democraten zeggen: een vrouw is baas in eigen buik, ook al kost dat duizenden ongeboren kinderen het leven. De Republikeinen zeggen: iedereen moet zichzelf maar redden, ook al kost dat duizenden zieken het leven.

Het is makkelijk om als christen pro life te zijn. Het gaat altijd om een weeerloos kind dat in de moederschoot gedood wordt. Het is veel moeilijker om als christen pro Obamacare te zijn. Want je ziet niet zo snel het leed dat al die mensen die zich niet kunnen verzekeren kunnen, treft.

Bijbels gezien is het een taak van de overheid om te zorgen voor weduwen, wezen, armen en vreemdelingen. God noemt Zich Zelf ‘vader van wezen, beschermer van weduwen’ (Psalm 68:6). Het is geen kwestie van barmhartigheid om deze zwakkeren in de samenleving te helpen. Zij hebben recht op hulp van de overheid en van hun medemensen. In zijn boek ‘Ruim baan voor gerechtigheid’ gaat de New Yorkse predikant Tim Keller hier uitvoerig op in. Het is, denk ik, voor Amerikaanse christenen een bijzonder confronterend boek. Want in Amerika doet het welgestelde deel van de natie, en zeker de christenen onder hen, heel veel goeds als het om liefdadigheid gaat. Maar het is allemaal ‘barmhartigheid’. O wee als iemand zegt, dat het ondersteunen van de armen een kwestie van ‘gerechtigheid’ is, waar de zwakkeren in de samenleving recht op hebben.

Tim Keller heeft in dit briljante boek niet over Obamacare. Hij gaat niet verder dan het geven van een niet te missen voorzet die iedereen zo in het doel kan koppen: het is bijbels gezien zeer terecht dat de overheid haar verantwoordelijkheid neemt door een basiszorgverzekering in te voeren. In Nederland is dat al jaren geleden ingevoerd dankzij een meerderheid van de christelijke en de socialistische partijen. Beiden vinden, in tegenstelling tot het liberale gedachtengoed, dat een samenleving uit meer dan alleen maar losse individuen bestaat.

Het blijft verbazingwekkend hoe groot de blinde vlek van heel veel christenen in Amerika op dit punt is. Daarom ben ik na de verkiezing van Donald Trump als de 45e president van Amerika vooral benieuwd hoe het nu met Obamacare afloopt. Als het alsnog wordt teruggedraaid en afgeschaft, is Amerika een flink stuk onchristelijker geworden. Dat is het ethisch dilemma tussen een sociaal Amerika met bv. vrije abortus of een individualistisch Amerika met een paar extra christelijke accenten. In beide gevallen denk ik niet: ‘God zegene Amerika’, maar ‘God beware Amerika’.

Brexit – christenen in Engeland maken zich niet druk

Brexit I'm IN“Waar was jij op de dag dat Groot-Brittanië  uit de EU stapte?” Zou dat over 10 jaar net zo’n vraag zijn als:  “Waar was jij op 9/11 toen twee vliegtuigen zich in de Twin Towers boordern? of is al die vreugde of droefenis over de Brexit een hype? Hoe dan ook: ik was in Londen op donderdag 23 juni 2016 en hoorde daar op vrijdagmorgen ‘live on television’ de toespraak van Cameron die z’n terugtreden bekendmaakte. Het Britse volk had gekozen en hij vond zichzelf als minister-president én fervent ‘RemaIN’-er niet geschikt om de onderhandelingen over een Brexit te leiden. Maar hoe denken de christenen in Groot-Btittanië over de Brexit? 

In Londen wordt elk jaar een drie-daagse conferentie gehouden voor voorgangers en kerkelijk werkers. Het heet in de volksmond ‘The  EMA’ (Evangelical Ministry Assembly) en gaat uit van The Proclamation Trust – een interkerkelijke, bijbelgetrouwe, niet-charismatische organisatie met als visie: “We believe the Bible is God’s written word and that, by the work of the Holy Spirit, as it is faithfully preached, God’s voice is truly heard.” EMA2014 zaal @IanReesNaast een scala aan activiteiten vindt dus jaarlijks de EMA-conferentie plaats met
meer dan 1.200 deelnemers. Het wordt gehouden in ‘The Barbican’, volgens eigen zeggen Europa’s grootste muziek-, cultuur-, film- en theatercomplex. Mijn GKV-collega Jan Berend Wilmink ontdekte de EMA al jaren geleden als een bijzonder bemoedigend  voor predikanten en de laatste jaren zijn er altijd wel een tien GKV-dominees aanwezig. Dit jaar had de conferentie als titel “Leaders who last” – ‘Leiders die het volhouden’. Het programma was, zoals gebruikelijk,  zowel kort en krachtig (van 10:30 – 16:30) als pittig (elke dag vier lezingen van precies één uur). Met als spits: het is God die via Jezus Christus laat zien dat Hij het al heel lang met ons volhoudt om de wereld weer met Zichzelf te EMA 2016 themaverzoenen. Om dat te laten weten, gebruikt Hij mensen, ook vandaag nog. Door de kracht van zijn Woord en zijn Geest kunnen  die mensen het ook volhouden als voorgangers en voorbeelden. Met aansprekende bijbeluitleg en bemoedigende toespraken en, niet te vergeten, prachtige Engelse hymnen begeleid door één piano, één gitaar en één solist was dit de rode draad van alle drie de dagen.

Op de EMA-conferentie viel me op dat de congresgangers allemaal hun eigen mening over het Brexit-referendum hadden. De meesten waren duidelijk voor het RemaIN-kamp. Maar er waren ook enkelen die zeiden dat ze ‘Leave’ gingen stemmen. Dat deden ze niet vanuit nationalistische en racistische onderbuik-gevoelens. Hun argument was vooral, dat de Europese Unie een te bureaucratisch orgaan geworden was die zich teveel macht en bevoegdheden had toegeëigend. Daardoor kwam, vonden de ‘Leave’-christenen, de soevereiniteit van Groot-Brittanië in het geding. Zowel wat democratie als wat handel betreft. Maar wat mij opviel was het volgende: er was nagenoeg geen spanning tussen de Brexit uitslagbeide kampen op de EMA-conferentie. Ook al had men heel goed door, dat het Brexit-referendum het land echt heel erg verdeelde (Schotten <–> Engelsen, stad <–> platteland, jongeren <–> ouderen). Maar de christenen legden, zowel  op de conferentie als persoonlijk thuis, de uitkomst van het referendum in de handen van God. Ze baden vrijmoedig om een uitslag waarmee God zijn weg zou gaan. Want, zeiden ze daarbij, via menselijke wegen die vaak vol vooroordelen en eigenbelang zijn, is het God die alles in zijn almachtige hand houdt. Hij regeert soeverein.

Heerlijk ontspannen vond ik dat. Vooral toen ik vandaag de Nederlandse kranten las. ‘Een pikzwarte dag voor Europa’ en ‘voor de Europese Unie een 9/11-dag’. In Engeland willen de winnaars 23 juni uitroepen tot ‘Independency-Day’ en willen zowel de verliezers als de Schotten meteen een nieuw referendum uitschrijven. Maar de christenen in Groot-Brittanië leren mij dat het veel beter is om de toekomst gewoon in Gods hand te leggen. Een mens stippelt zijn weg uit, de HERE bepaalt de richting die hij gaat. (Spreuken 16:9)En door al het rumoer van de naties en het gekakel van politici en burgers heen zorgt God ervoor dat het verhaal van goede nieuws van zijn Zoon Jezus Christus gewoon verder de wereld overgaat. Met de oproep: Bewijs eer aan zijn Zoon met een kus, anders ontvlamt zijn woede, en uw weg loopt dood, want bij het geringste ontsteekt Hij in toorn. Gelukkig wie schuilen bij Hem. (Psalm 2:12). Daarvoor was ik London. Om weer extra goed te beseffen: het is God die het al heel lang met ons volhoudt. Hij roept niet op tot een ‘Leave Him’ of een ‘Remain-on-our-own’,  maar tot een ‘Back-Home-Again’ via de ene Deur die wagenwijd openstaat.

DURF TE GEVEN – maar hoeveel en waar aan?

Geld en BijbelRegelmatig moet ik met mijn Opel Astra naar de garage. Meestal word ik geholpen door Rob. Altijd vriendelijk. Altijd in voor een praatje. Laatst kregen we het over geven van giften. ‘Dat is best lastig, dominee. Als christen moet je vrijgevig zijn. Maar waar leg je  de grens? Want er komt geen eind aan al die goede doelen. Voor je het weet heb je geen rooie cent meer over.’ Ik denk dat er een goede vuistregel  uit de Bijbel is af te leiden. Twee vuistregels zelfs. En een uitdaging.

Vuistregel 1:  GEEF 10%

In het Oude Testament kom je regelmatig de oproep tegen om de tienden te geven. En in het Nieuwe Testament roept Paulus ons op om de volgende woorden van Jezus  onze Heer niet te vergeten: “Geven maakt gelukkiger dan ontvangen”.

Een duidelijke bijbelse richtlijn is dus volgens mij, dat je 10% van je inkomen durft weg te geven. Dat is veel te veel, hoor ik christenen regelmatig zeggen. En dan komen de tegenargumenten. Het hoeft niet persé 10% te zijn, want in de Bijbelse tijd betaalde men geen belasting. Je moet eerst je belasting van je bruto inkomen aftrekken. En daarna de huur of de hypotheek. En dan ook nog de andere vaste  lasten van een woning. En de kosten voor de auto. En het kleedgeld. En het levensonderhoud. Je kunt van alles Geven - uitspraak Jezusbedenken. Maar wie zo redeneert, is ver verwijderd van de richtlijn van 10% die God zijn kinderen voorhoudt. Wie telkens redenen bedenkt om zo weinig mogelijk giften te hoeven geven is ook ver verwijderd van de levenshouding die Jezus zijn volgelingen voorhoudt: ‘Niet wie heeft, maar wie geeft is pas rijk.’

Het gaat mij er niet om dat we iedereen langs dezelfde meetlat leggen. Maar persoonlijk vind ik dat er niets mis is met de gedachte dat je 10% van wat er elke maand netto binnenkomt aan goede doelen kunt besteden. Netto is dan, wat je op je rekening gestort van je werkgever (hij houdt jouw premies al in namelijk) of wat je overhoudt nadat je zelf je premies hebt afgedragen.

 Vuistregel 2:  GEEF 2/3 kerkelijk, 1/3 algemeen

Er zijn zoveel goede doelen. En je kunt je 10% maar één keer uitgeven. In Deuteronomium 14:22-29  kom ik een praktische verdeling tegen die ook vandaag nog goed te hanteren is. Daar staat namelijk dat de gelovigen de tienden twee jaar lang naar de tempel moeten brengen en daar aan offers en feestmaaltijden moeten besteden uit dankbaarheid voor alles wat God gegeven heeft. In die feestvreugde mogen de priesters en hun gezinnen delen.  Maar elk derde jaar krijgen de tienden een ander doel. Dan moet het verdeeld worden onder de Levieten, de vreemdelingen, de wezen en de weduwen in de stad. Dat is zelfs zo’n belangrijk voorschrift, dat Mozes voorschrijft: “Dan moet u tegenover de HERE, uw God, verklaren: ‘Ik heb niets van de gaven die de HERE toekomen achtergehouden. Ik heb alles aan de Levieten, vreemdelingen, weduwen en wezen gegeven, geheel overeenkomstig de geboden die U mij opgelegd hebt. Ik ben in niets nalatig geweest.” (Deuteronomium 26:13).

Ook dit is volgens mij een duidelijke bijbelse richtlijn: besteed 2/3 van je giften aan kerkelijke doelen. Daar mag je zelf ook profijt van hebben, bv. van een eigen predikant, een eigen kerkgebouw en de aktiviteiten die in de eigen gemeente ook voor jou gehouden worden. Maar vergeet de mensen die het echt moeilijk hebben niet, dus geef ook aan algemene doelen, zowel christelijke doelen (de Leviet, de weduwe, de wees) als niet-christelijke doelen (de vreemdeling).  Besteed daar 1/3 van je giften aan.

Gul Geven 3.jpgMet deze tweede vuistregel hoef je je ook niet schuldig te voelen wanneer je niet aan elk goed doel iets geeft. Als christen is je eerste opdracht om je kerkelijke gemeente in stand te houden. Dat is vandaag de plaats waar je God hebt leren kennen en waar je Hem vereert.  Dus mag je daar ook royaal aan geven, in de kollekte, via de VVB, aan de zending en voor de diakonie. Uit al die andere algemene goede doelen  mag je kiezen wat jou het meeste aanspreekt. Dat heeft vaak te maken met wat je meemaakt in je familie of in je omgeving. Maar je hoeft je niet schuldig te voelen wanneer het maar om kleine bedragen gaat. Wie niet christen is kan veel aan algemene doelen geven. Wie wel christen is heeft al een doel gevonden voor 2/3 van zijn of haar 10%.

De uitdaging: GEEF nog royaler!

Goed, mijn stelregel is dus om 10% weg te durven geven. Daarvan probeer i k 2/3 aan kerkelijke doelen te geven en 1/3 aan algemene doelen (al dan niet christelijk). Dat lukt me alleen maar als ik steeds weer besef, dat al mijn rijkdom uiteindelijk een geschenk van God is. Sterker nog: als christen besef ik nog beter dan de gelovigen in het Oude Testament hoeveel het God gekost heeft om mij weer met Zichzelf te verzoenen en hoe diep Jezus Christus gegaan is om te redden van de eeuwige ondergang – niet met gevaar voor eigen leven, maar ten koste van zijn eigen leven.

De gelovigen in het Oude Testament konden dat nog niet allemaal weten. Voor hen was ‘geven’ vooral een uiting van vertrouwen. Ze wisten dat ze wel 10% van hun inkomen konden missen: God blijft immers zorgen?

Geven - uitspraak tegeltje.pngWij leven na Goede Vrijdag . Wij weten veel meer. Voor christenen  is ‘geven’ vooral een uiting van dankbaarheid. Als je weet dat Jezus alle gegeven heeft, waarom zou je dan nog moeite hebben om 10% van je inkomen terug te geven aan de Heer en aan je naasten in nood? Tim Keller slaat de spijker op z’n kop als hij schrijft: “We moeten daarom niet denken dat Gods maatstaf voor vrijgevigheid bij nieuwtestamentische christenen lager zou zijn dan bij de oudtestamentische gelovigen.” Integendeel: “Nog anders gezegd, tienden geven is voor christenen een minimumeis van vrijgevigheid en recht doen.”  ( Tim Keller, Ruim baan voor gerechtigheid, blz. 205, noot 35)

Aan het geefgedrag van een christen kun je afmeten hoe het gesteld is met de dankbaarheid tegenover God en het vertrouwen op God.

Al vijf jaar rustig en ongestoord onder Koning Willem-Alexander

Op 30 april 2013 droeg koningin Beatrix de troon over aan haar zoon Willem-Alexander. Na bijna 125 jaar geregeerd te zijn door vier vorstinnen hebben we nu alweer vijf jaar een koning (en kregen we Máximá als koningin erbij).

Willem Alexander Maxima StaatsieportretHeel Nederland, op een kleine republikeinse minderheid na, houdt van de Oranjes. Je kunt er over denken wat je wilt, maar Nederland en het Huis Oranje-Nassau vormen al zo’n 450 jaar een nauwe band. Soms werd met een beroep op het drievoudig snoer uit Prediker 4:12 zelf gesproken van het verbond tussen God, Nederland en Oranje. Dat laatste vinden veel christenen vandaag toch wel een beetje erg overdreven, maar zo’n verwijzing naar de bijbel geeft wel aan, dat we als christenen in Nederland altijd erg dankbaar geweest zijn voor de (geloofs-)vrijheid die de eerste stadhouders van Oranje, de prinsen Willem (de Zwijger), Maurits en Frederik Hendrik in de tijd van de Tachtigjarige Oorlog voor Nederland bevochten hebben. Daarin mag je nog steeds Gods voorzienende hand zien. Vandaar de verbondenheid die veel Nederlanders nog steeds met het Huis van Oranje ervaren.

Die verbondenheid hing 150 jaar geleden trouwens aan een zijden draadje. Koning Willem III (1817-1890) overleefde zijn drie zonen Willem (1840-1879), Maurits (1843-1850) en Alexander (1851-1884). Pas door een heel laat  tweede huwelijk met prinses Emma (1858-1934) werd in 1880 Koningin Wilhelmina (1880-1962) geboren. Ook zij kreeg maar één dochter, Koningin Juliana (1909-2004). Pas nadat in het huwelijk van Koningin Juliana met prins Bernhard vier dochters geboren werden, zit de koninklijke familie wat ruimer in het jasje wat de troonsopvolging betreft.

Ook al verspreken veel mensen zich nog regelmatig, op 27 april is het voor iedereen Koningsdag. ‘Als koning vier ik mijn verjaardag met de Nederlandse bevolking het liefst op de dag zelf’,  zei kroonprins Willem-Alexander vlak voordat hij koning werd. Een andere datum dus, ook al scheelt het maar drie dagen. Terecht, want hij is ook een ander type vorst dan z’n moeder. Gelukkig is hij geen ‘Willem-Alles-Anders’ geworden, want al snel is gebleken dat  onze koning samen met koningin Máximá net zo’n sterk en onomstreden koppel vormt als koningin Beatrix en prins Claus. Dat komt ons land alleen maar ten goede.

Wilhelmus VolksliedIn de kerk zingen we rond de verjaardag van de Koning(in) en rond 30 april altijd twee verzen van het enige officiële koningslied, het Wilhelmus. Dat is een goede gewoonte. Want of je nu een hartelijk voorstander van de monarchie bent of diep in je hart liever een republiek hebt – uiteindelijk is iedere staatsvorm door mensen bedacht. Wat dat betreft hou ik het persoonlijk liever bij onze mengvorm van monarchie en democratie. Onze staatsvorm kennen we al eeuwenlang en heeft z’n waarde bewezen. Daardoor heerst  er in ons land een verbondenheid die je in republieken als Frankrijk en Italië niet ziet. En in ons land heb je geen macho-mannetjes als  Trump, Putin of Erdogan die als premier en president zichzelf koning wanen, waardoor ze de tegenstellingen in het land alleen maar vergroten.

Hoe mensen de inrichting van hun staat ook vorm geven, uiteindelijk is de overheid als instantie door God gegeven. Zo staat het bv. in 1 Petrus 2 vers 13-14: Erken omwille van de Heer het gezag van de bestuurders die door de mensen zijn aangesteld: van de keizer, de hoogste autoriteit, en van de gouverneurs, die hij heeft afgevaardigd om misdadigers te straffen en om te belonen wie het goede doen. En dan zegt Petrus erbij, in vers 16: Leef als vrije mensen, en verschuil u niet achter uw vrijheid om u te misdragen, maar handel als dienaren van God. Dat vind ik een mooie opdracht voor ons als christenen in Nederland. We zijn vrij, in Christus én we leven in een vrij land, onder een democratisch gekozen regering en onder een goed functionerend koningshuis. Die dubbele vrijheid  geeft verplichtingen naar alle kanten toe, laat Petrus weten in vers 17: Houd iedereen in ere, heb uw broeders en zusters lief, heb ontzag voor God en eerbiedig de keizer.

Laten we blijven bidden of God ook aan koning Willem-Alexander de kracht en de wijsheid wil geven om voor heel ons koninkrijk een goede vorst te zijn. Dan zal de HERE ons een rustig en ongestoord leven geven in alle vroomheid en waardigheid, zoals Hij ons beloofd heeft. Niet als doel op zich – als wij het maar goed hebben in Nederland. Maar met het oog op zijn verlangen – dat alle mensen, ook in Nederland, gered worden en de waarheid leren kennen door het goede nieuws van Jezus Christus .

En dat was gelijk ook het laatste raadgevend referendum

We hebben het weer gehad, het hele circus rond het Oekraïne-referendum. Ruim 12% JA-stemmers zorgde er met ruim 19% NEE-stemmers voor dat de drempel van 30% gehaald werd. Dus heeft één op de vijf Nederlanders veel plezier aan deze uit de hand gelopen één-april-grap beleefd. Wat dat betreft is dit referendum geslaagd. En moet de politiek hier dus wel wat mee doen. Maar als het aan mij ligt, is het eens maar nooit weer.

ONZIN

Een dag voordat de stembussen open gingen, schreef Elbert Dijkgraaf, Tweede Kamerlid voor de SGP, in het Nederlands Dagblad van 5 april 2016, dat hij indertijd tegen de Referendumwet gestemd heeft, en dat de hele gang van zaken in de afgelopen tijd bewezen heeft, dat dat niet voor niets was. Letterlijk zegt hij: “Referenda zijn  ondingen. Ze stichten meer verwarring dan dat ze duidelijkheid geven.” Ik ben het voor het grootste gedeelte met hem eens. Een raadgevend referendum is inderdaad een onding. Zeker als het vrij gemakkelijk en onder valse voorwendselen kan worden aangevraagd door groeperingen met een dubbele of een verborgen agenda. Ik vind een raadgevend Elbert Dijkgraaf met Jan Roosreferendum trouwens überhaupt drie keer niks. We hebben een parlement dat we één keer in de vier jaar (als het kabinet de rit tenminste uitzit) met z’n allen kiezen. Dat is, zou je kunnen zeggen, een bindend referendum over alle zaken die de regering besloten heeft en waar de oppositie vaak totaal andere gedachten over heeft. En met die uitslag moeten we het met z’n allen weer maximaal vier jaar doen. Dus waarom zou je dan voor elk apart onderwerp nog eens de mening van de hele bevolking moeten vragen? Bovendien vraagt de regering bij een raadgevend referendum de bevolking niet om met een bepaald besluit in te stemmen  of het af te stemmen. Nee, de regering vraagt de bevolking slechts om raad. Het is maar een advies. De regering mag het overnemen, maar het hoeft niet. Omdat ik vind dat in Den Haag de mensen zitten die we samen in onze (on)wijsheid gekozen hebben om ons land in alle (on)wijsheid te besturen, heb ik geen behoefte om bij zaken die ik te onbelangrijk of te ingewikkeld vind, de regering van advies te dienen. Voor dit Oekraïne-referendum gold wat mij betreft beide.

THUIS BLIJVEN IS OOK EEN RECHT

Ik vind het vreemd dat een aantal mensen de afgelopen week tegen mij zei: ‘Je hoort van je demokratisch recht gebruik te maken om te stemmen.’ Ik vind dat dat geldt voor verkiezingen waar echt wat te kiezen valt, zoals de mensen die mijn gedachtengoed vertegenwoordigen in de gemeenteraad, in mijn provincie, in de Tweede Kamer en zelfs in het Europees Parlement. En ik vind dat dat geldt voor elke zaak waarin de overheid de bevolking oproept om een bepaald regeringsbesluit te bekrachtigen of af te wijzen. Wat dat betreft ben ik iets genuanceerder dan Elbert Dijkgraaf, want ik ben niet per Referendum Oekraine Cartoondefinitie tegen een correctief referendum. Maar waarom zou ik moreel verplicht moeten zijn om aan de regering mijn advies te geven over een onderwerp dat in mijn ogen volstrekt willekeurig en totaal onbelangrijk is? Alleen omdat een paar organisaties toevallig genoeg handtekeningen bij elkaar gekregen hebben om zo’n raadgevend referendum mogelijk te maken? Dan is er volgens mij niets mis met het standpunt: ‘Ik NEE-geer het referendum en blijf lekker thuis’. Waren er op 6 april maar meer JA-stemmers bij moeder thuis gebleven, denk ik dan. Want de negatieve gevoelens over de Oekraïne en de hele Europese Unie leven onder nog geen 20% van de bevolking. Dat aantal stemde namelijk NEE. En laten de SP en de PVV samen nu ook ongeveer 20% van de zetels in de Tweede Kamer hebben. Maar door die ruim 12% JA-stemmers is de uitslag van dit referendum wel rechtsgeldig. Net als 10 jaar geleden bij het referendum over de Europese grondwet. Toen stemde ook ruim 60% tegen. Maar toen ging het om een referendum dat door de overheid zelf was uitgeschreven. Toen kwamen er ook bijna 2x zoveel kiezers (zo’n 63%) naar de stembus. Dat was tenminste een duidelijk referendum: iedereen wist waar het echt om ging,  dus was de opkomst hoog en gaf de Nederlandse bevolking een helder signaal af richting regering en Europa. 

GEEN LEF

Wat mij in dit hele referendum het meest bevreemd heeft is de houding van de politieke partijen die indertijd tegen de Referendumwet waren en gisteren opriepen om JA te gaan stemmen. Zowel de VVD als het CDA als de ChristenUnie en zelfs de SGP durfden het niet aan om te adviseren: blijf toch lekker thuis, want dit is precies waar we bang voor waren toen de Referendumwet is ingevoerd. De enige die nog de indruk wekte dat je beter niet kon gaan stemmen als je voor het handelsverdrag met de Oekraïne bent, was Elbert Dijkgraaf. Hij vond een lage opkomst wel prima. Maar wie wilde stemmen, moest dat maar doen, liefst voor. Zelf wekte hij de indruk dat hij thuis zou blijven, want “ik heb al gestemd. De keus is aan u.” Hij had al tegen de wet om een raadplegend referendum in te voeren gestemd. Dus ik denk dat hij van zijn recht gebruik gemaakt heeft om deze hele poppenkast aan zich voorbij te laten gaan. Maar geen politicus die dit hardop durfde te zeggen. Dat viel me op en viel me tegen.

NOOIT WEER

Voor de toekomst heb ik mijn les wel getrokken uit dit eerste raadgevende referendum. Ik doe er in het vervolg helemaal niet meer aan mee als het door hoeveel burgers dan ook wordt aangevraagd. We hebben een parlement. We hebben een regering. En die wordt om de vier jaar demokratisch herkozen. Als het parlement of de regering binnen die periode zelf de bevolking om advies vraagt zal ik daar gehoor aan geven. Zoals indertijd bij het referendum over de Europese grondwet (toen was de opkomst . Maar voor de rest blijf ik in ’t vervolg thuis. Want wat Jan Roos en de zijnen belangrijk vinden, kan mij niet boeien. En omgekeerd kan het D66 al sinds 1995 niet boeien dat een grote groep burgers de zondagsrust zo belangrijk vindt dat ze op die dag de winkels graag gesloten willen houden. Ook aan zo’n referendum zal ik niet meedoen als CDA, ChristenUnie en SP die ooit nog in mijn stad voor elkaar zouden krijgen. Ik mag namelijk gewoon weer stemmen bij de eerstvolgende verkiezingen en zie wel, welke partijen er in mijn stad en in mijn land door de meerderheid van de burgers in hun (on)wijsheid in het zadel geholpen worden.

Wie nog eens alle argumenten om het Oekraïne-Referendum te negeren na wil lezen: http://wp.me/p3wcfn-Bj De cartoon stond op 3 april 2016 op de FB-pagina ‘Van 9 tot 5’

Pasen – waar is jouw hoop in bange dagen?

In Brussel raakt het kwaad Europa in het hart. Op Golgota raakt Jezus de duivel in het hart. Met Pasen raakt Gods liefde mensen in het hart. Geen wonder dat het verhaal van het lijden, het sterven en de opstanding van Jezus zoveel indruk maakt. Het geeft mensen hoop. Zeker nu, nu zoveel mensen aangeslagen zijn door de aanslagen van terroristen die maar één ding willen: dood  en verderf zaaien. Waar zoek jij het dan?

Rond Goede Vrijdag en Pasen is er een scala van activiteiten waarbij Jezus centraal staat. Diverse klassieke uitvoeringen van het lijden en sterven van Christus, zoals de Matthäus-Passion van Bach. Modernere uitvoeringen, zoals The Passion van Adrian Snell. De provocerende uitvoering in de jaren ‘70 van Jesus Christ Superstar die inmiddels ook door symfonie-orkesten wordt uitgevoerd. Het spektakelstuk ‘The Passion’ dat dit jaar in Amersfoort wordt opgevoerd. En op een heel andere manier brengt Mighty Impulse door middel van mime, dans en drama in Assen het theaterstuk ‘Pasen, het verhaal van vrijheid’.

Ik denk dat het goed is om, op wat voor manier dan ook, het verhaal van Jezus Christus mee te maken. Hij zorgt namelijk voor hoop in bange dagen. Hij ís het zelfs: hoop voor de wereld, hoop voor bange mensen. Liever laat ik me door zijn aangrijpend lijden en sterven raken, dan dat ik in de greep van het kwaad raak.

Wees daarom op Witte Donderdag, 24 maart, welkom in onze kerk “Het Noorderlicht”  en beleef het Paastheater mee!

Paastheater Assen

Goede Vrijdag en Pasen vormen samen het verhaal van onze vrijheid. Daarin liggen verdriet en vreugde dicht bij elkaar. Op donderdag 24 maart komt theatergroep Mighty Impulsenaar Assen om dit bekende verhaal van het lijden, het sterven en de opstanding van Jezus Christus op een bijzondere manier uit te beelden en dicht bij de mensen te brengen. Ze doen dit door mime, dans en andere theatervormen. Beleef dit unieke Paastheater mee op donderdag 24 maart. Aanvang: 20:00 uur (zaal open vanaf 19:30)
Plaats: Gereformeerde Kerk (vrijg.) “Het Noorderlicht”, Scharmbarg 37, 9407 EA Assen-Peelo. Entree: volwassenen € 5,00 (incl. koffie of thee), kinderen en jongeren t/m 16 jaar € 3,00 (incl. fris). Reserveren: niet verplicht, maar kan via http://www.gkvassenpeelo.nl‘Het verhaal van vrijheid’ wordt georganiseerd door de beide kerken in Assen-Peelo, Pinkstergemeente “De Ontmoeting” en Gereformeerde Kerk “Het Noorderlicht”. Meer informatie over Mighty Impulse is te vinden op http://mightyimpulse.com/paastour.

 

Het ‘wij-gevoel’ bij de opening van “Het Noorderlicht” in Assen-Peelo

Openingsceremonie Het Noorderlicht-002Assen-Peelo is een kerkgebouw rijker. Of, beter gezegd: eindelijk heeft ook Assen-Peelo een kerkgebouw in de wijk. Tot voor kort had iedereen het over “de oude bieb”. Nu staat in Assen-Peelo “Het Noorderlicht”.  Officieel geopend op vrijdag 4 september 2015, open huis op zaterdag 5 september 2015 en de eerste diensten op zondag 6 september 2015. In één van de preken heb ik gezegd, dat je de gedaantewisseling van de oude bibliotheek in Peelo naar het nieuwe kerkgebouw Het Noorderlicht met recht “een ware metamorfose” kunt noemen. 

Die metamorfose van bieb tot kerk is een mooi beeld van hoe het met mensen gaat die God en Jezus hebben leren kennen. Die maken ook een ware gedaantewisseling door. Maar dan meer van binnen. Want als je God echt hebt leren kennen als je hemelse Vader, dankzij alles wat Jezus voor jou gedaan heeft, dan is geloven geen theorie of een zondags kunstje. Dan word je een ander mens. Dan voel je je herboren. En hoe dichter je je met God en Jezus verbonden voelt, hoe duidelijker die metamorfose wordt. In de Bijbel kom je minstens twee keer tegen, hoe zo’n verandering ook echt zichtbaar wordt. In het Oude Testament lees je in over Mozes die in de Sinaï-woestijn op de berg Horeb van God de Tien Geboden ontvangt en ook de komplete instruktie over de bouw van de tabernakel en de hele offerdienst. Elke keer als hij Glow in the dark gezichtterugkomt, heeft zijn gezicht zo’n stralende glans, dat hij een doek voor zijn gezicht moet doen omdat de Israelieten er niet tegen kunnen. Het verhaal is te lezen in Exodus 34:29-35. In het Nieuwe Testament lees je over Jezus die op weg is naar Jeruzalem. Als enige weet Hij wat Hem daar wacht. Hij zal er sterven aan het kruis om zo de straf voor de zonden van alle mensen op zich te nemen. Geen makkelijke weg dus, integendeel. Daarom krijgt Hij op een hele bijzondere manier een geweldige bemoediging. Hij ontmoet op een berg Mozes en Elia. Daarbij ondergaat Jezus een ware metamorfose. Zijn gezicht verandert en zijn kleren worden zo wit als het helderste licht. Het verhaal is te lezen in Markus 9:2-8. Het Grieks gebruikt voor deze gedaanteverwisseling van Jezus het woord ‘metamorfose’ . Verder komt het woord ‘metamorfose’ nog twee keer voor in het Nieuwe Testament. In Romeinen 12:2 en in 2 Korintiërs 3:18. In die tweede brief van Paulus aan de christelijke gemeenschap in Korinte verwijst hij  naar de hemelse glans op het gezicht van Mozes. Die verdween op een gegeven moment weer, zegt Paulus. En de hemelse lichtshow met Jezus, Mozes en Elia op de berg was, nadat God gesproken had, ook zomaar weer verdwenen. Die buitenkant, zegt Paulus, daar gaat het niet om. Maar als je tot geloof komt, ja, telkens als iemand gaat geloven in Jezus Christus de Heer, dan komt er een hemelse glans in je leven. En die glans, die met Christus gekomen is, zit van binnen. Dat is het werk van Gods Heilige Geest. Dan voel je je vrij. Niet meer onzeker – zou God wel bestaan? Niet meer angstig – heb ik wel goed genoeg geleefd? Nee, dan voel je je vrij! Omdat je weet: ik mag bij God horen! Jezus Christus heeft mij gered en mij in de vrijheid gezet! Ik geloof! Als Paulus dat aan de christenen in Korinte verteld heeft, zegt hij:

Wij christenen zijn dus vrij. Wij hebben geen doek voor ons gezicht. Onze gezichten laten iets zien van de hemelse glans van de Heer. Want wij veranderen in nieuwe mensen, wij gaan steeds meer lijken op onze hemelse Heer. Daar zorgt de Heilige Geest voor.

Paulus zegt hier, dat christenen mensen zijn die iets hebben wat andere mensen missen. Maar niet omdat ze uit zichzelf zulke geweldige mensen zijn. Integendeel. Christenen kun je vergelijken met een reflector. Die geven uit zichzelf helemaal geen licht. Ze geven alleen maar de glans van ander licht door. En zo mag iedere christen iets laten van de hemelse glans van de Heer Jezus Christus. Je mag de glorie van Christus reflecteren. Want als je in Jezus gelooft, dan zie je iets in Hem. Hij is de Zoon van God. Hij is het! Mensen komen onder de indruk van Hem. Ik wel tenminste. Hij heeft mij te pakken met zijn liefde. Daarmee neemt Hij mijn angst en schuld en schaamte weg. Hij pakt mij ook in met zijn waarheid. Tegenover Hem hoef ik mij niet langer beter voor te doen dan ik ben en mijn Locatie het noorderlicht-002maskers op te houden. En Hij pakt mij vast met kracht. Want door Hem krijgt mijn leven weer zin en openen zich geweldige perspektieven. Liefde – waarheid – kracht. Dat mogen christenen samen reflecteren. Waarom? Nou, zodat andere mensen het merken, dat een leven met God en Jezus zin heeft. God Zelf kunnen we niet zien. En Jezus is teruggekeerd naar de hemel. Maar op aarde lopen wel volgelingen van Christus rond. Ook hier in Peelo heb je honderden christenen. De vraag is: wat zien andere mensen daar van? Wat zien ze aan mij? Zien ze iets van de glans van God? Merken ze iets van die metamorfose, waar Jezus zorgt? Komen ze erachter, dat die mensen van de kerk iets hebben wat toch wel heel bijzonder is?

Die metamorfose, zegt Paulus, is een proces. Christenen zijn nog steeds geen volmaakte mensen. En de hemel op aarde … dat zal pas gebeuren als Jezus terugkomt op de wolken.  En die metamorfose is niet een prestatie die je als christen uit jezelf haalt. Iemand anders, Jezus Zelf, is onze motivatie. Met en door zijn Geest wil Hij ons telkens weer inspireren. Daarvoor komen christenen ook bij elkaar. Paulus zegt niet: ‘ik weerspiegel de glorie van de Heer.’ Hij heeft het over: ‘wij christenen’. Mensen moeten het kunnen zien dat christenen op een fijne manier met elkaar omgaan. Juist in onze tijd, waarin er zoveel Dikke-Ikke’s  zijn, hebben we dat wij-gevoel zo nodig. Daar hunkeren mensen naar: een gemeenschap van mensen die omzien naar elkaar en openstaan voor iedereen. Als dat lukt, zegt Paulus in een andere brief, aan de christenen van Filippi, hoofdstuk 2:15

Dan vallen jullie op tussen alle slechte en oneerlijke mensen als sterren die schitteren in de nacht.

Dat is een mooie en tegelijk ook pittige opdracht. Een christelijke gemeenschap die in een ‘Dikke-Ikke-tijd’ gaat voor het ‘wij-gevoel’ door steeds meer te gaan lijken op Jezus, onze Heer in de hemel. Bij de opening van ons nieuwe kerkgebouw “Het Noorderlicht” en in de bijna twee jaar ervoor heb ik dat geestelijke ‘wij-gevoel’ duidelijk ervaren. Glow in the darkEn ik niet alleen. Heel de wijk Peelo heeft het opgemerkt. De kunst is nu, om dat gevoel vast te houden. Om ook met een eigen kerkgebouw iets te laten van de hemelse glans van onze Heer. Als kinderen van één Vader. Met hoofd en hart en handen. Door te blijven vragen of de Heilige Geest op ons wil blijven inwerken.

 

De collagefoto’s ‘Opening Noorderlicht’ en ‘van bieb tot kerk’ zijn van de hand van Philip Roorda

KOM ERBIJ, JE BENT WELKOM! – nog een keer over gemengde verkering

prikkeldraad‘Gemengde verkering’ schuurt als prikkeldraad was de titel van mijn vorige blog. Het artikel zelf zorgde ook wel voor wat jeuk bij sommige lezers (zie de reaktie van een gewaardeerde Asser PKN-collega). Vooral, omdat ik na het citeren van een aantal bijbelteksten met een tamelijk korte konklusie eindig over hoe je vandaag de dag met “hij gelooft, zij niet” moet omgaan. Namelijk: zij komt tot geloof of hij verbreekt de relatie. Is zo’n advies in onze cultuur van vandaag de dag nog wel realistisch? Moet je niet eerder pastoraal met ‘gemengde relaties’ omgaan dan er met Bijbelteksten bovenop te zitten?

In deze vervolgblog wil ik wat meer de pastorale insteek kiezen. Maar dan wel met twee opmerkingen vooraf.

Eerlijk bijbellezen

Allereerst hangt het er maar vanaf op welke manier je bijbelteksten citeert. Ik dacht dat ik een vrij compleet totaalbeeld gegeven heb van hoe gelovigen in het jaar 2000 voor Christus (Abraham en Isaak), 1500 jaar voor Christus (Mozes en Jozua), 1000 jaar voor Christus (Salomo), 500 jaar voor Christus (Ezra en Nehemia) en 50 na Christus (Paulus) gehandeld en gesproken hebben over ‘gemengde relaties’. Volgens mij kun je geen andere conclusie trekken, dan dat men door de eeuwen heen in totaal verschillende culturele omstandigheden altijd van mening was, dat iemand die echt in God en Jezus (de komende en gekomen Messias), geen relatie aan mag gaan met iemand die dat niet gelooft. Zou onze westerse samenleving dan opeens op geen enkele manier te vergelijken zijn met al die verschillende culturele situaties in de Bijbel, zodat we geen duidelijke conclusies voor vandaag meer kunnen trekken als het om dit onderwerp gaat? Dat geloof ik niet.

Elkaar respectvol behandelen

In de tweede plaats is het een gave om iemand de indruk te geven dat je hem of haar als persoon volledig accepteert, terwijl je het met zijn of haar standpunten volstrekt oneens bent. Veel vaker leidt een verschil van mening ook tot een breuk in de vriendschap. Iemand die ergens fundamenteel anders over denkt dan ik, deugt ook als persoon al snel niet in mijn ogen. Iemand die altijd de persoon bleef accepteren, ook al was Hij het helemaal niet eens met iemands keuzes of levensstijl was Jezus. Het is echt onvoorstelbaar hoe bijna iedereen zich bij Hem zich als persoon gewaardeerd voelde. En dat, terwijl Jezus nergens om heen draaide.

Wij zijn Jezus niet

Als het om ‘gemengde verkering’ gaat, vind ik dit vaak een pittig pastoraal probleem. Want als je met de Bijbel open hierover iemand een advies geeft, maak je met je ene hand een stopteken: NIET AAN BEGINNEN. Dat is de inhoudelijke kant van het onderwerp: je bent niet blij met het feit dat iemand niet gelooft. Maar met je andere hand wenk je iemand om dichterbij te komen: JE BENT WELKOM. Dat is de persoonlijke benadering: je wil iemand graag vertellen waarom het geloof in God zo waardevol is en waarom je het hem of haar ook gunt. Dat komt nogal tegenstrijdig over. Bij de gelovige die een niet-christelijke vriend(in) krijgt:

Iedereen is blij met ons, alleen mijn ouders en de kerkenraad doen moeilijk.

En bij de niet-gelovige die tegenstrijdige signalen opvangt:

Ze zeggen wel dat ze niets tegen mij persoonlijk hebben, maar waarom reageren ze dan zo kritisch op onze relatie?

En steeds maar weer blijkt, dat wij nog lang niet zover als Jezus zijn.

Een pastorale benadering

Gemengde verkeringen komen steeds opnieuw voor. Hoe ga je daar in de praktijk mee om? Hoe kun je liefdevol reageren en toch Gods duidelijke adviezen serieus nemen? Ik denk dat je toch moet beginnen met het eerlijk op tafel leggen van je bezorgdheid. Wie een gemengde relatie aangaat, verkeert geestelijk in een crisis-situatie. Dat is echt zo, ook al besef en ervaar je dat zelf misschien helemaal niet. Want wat is er nou mooier? Toch is het echt waar: de duivel trekt heel hard aan iemand om het geloof in de Here Jezus maar op te geven of vrijblijvender op te vatten. En dat is een ongelijke strijd die de duivel gemakkelijk wint. Want niemand van ons is uit zichzelf gelovig aangelegd. Dus het geloof verwatert heel gemakkelijk, zowel bij de gelovige partner als bij de kinderen – als Gods Geest niet heel hard aan het werk gaat.

Aan de andere kant biedt een gemengde relatie ook grote kansen om iemand bekend te maken met het reddende Evangelie van Jezus Christus. Als er sprake is van oprechte liefde en wederzijds respekt heeft een positief-gelovig christen als het goed is ook een groot verlangen om de niet-gelovige vriend(in) te interesseren en te informeren over de boodschap van de Bijbel. De Bijbel kent ook voorbeelden van mensen die tot geloof komen door middel van een gemengd huwelijk. Denk aan Ruth die door haar huwelijk de God van Israel leerde kennen. Denk aan Timoteüs die ondanks zijn waarschijnlijk afwerende Griekse vader toch van jongs af aan door zijn oma en moeder gelovig is opgevoed.

Er zijn veel manieren om iemand te helpen God te leren kennen. Een hartelijke ontvangst in de familie en een hartelijk welkom in de kerkelijke gemeente en zeker binnen de jongerengroep doet altijd goed.  “Laat iedereen merken dat jullie vriendelijk zijn” schrijft Paulus aan de christenen in Filippi. Ook zijn er veel mogelijkheden om iemand meer te laten weten over het christelijk geloof.  Dat begint bij jezelf uiteraard: praat vrijmoedig over je geloof met je vriend of vriendin, zonder te preken. En pak bijvoorbeeld de Bijbel in Gewone Taal als je iets uit wilt leggen of, als ouders, wanneer je aan tafel uit de Bijbel leest. Of vraag aan je ouders of de dominee, of die de grote lijnen van Gods verhaal eens op papier willen zetten. En schakel ook anderen in. Volg samen een Alphacursus of Christianity Explored. Vraag iemand die je één op één kan begeleiden als je rustig in je eigen tempo over de Bijbel en het geloof wilt doorpraten. Draai samen mee met een kring of een gesprekskring in de gemeente. Bezoek aansprekende kerkdiensten. Enzovoort. Er is zoveel mogelijk. Als de gelovige helft zelf maar echt gemotiveerd is. En vergeet het belangrijkste niet: het gebed. Bid veel voor iedereen die nog niet gelooft. Doe het als partner, als echtgenoot, maar ook als ouders en als vrienden en als gemeente. Bid of de Heilige Geest ervoor wil zorgen dat iemand persoonlijk God als Vader en Jezus als Verlosser leert kennen. Om het met een variatie op een bekende uitdrukking te zeggen:

Praat veel met je ongelovige vriend(in) / partner God, maar praat nog meer met God over je ongelovige vriend(in) / partner

Tegen de stroom in samen God zoeken 

In onze maatschappij zegt iedereen: “Geloof is een privézaak, daar moet je elkaar vrij in laten.” En wat doen wij in de kerk? We leggen, zo lijkt het wel, elkaar op het punt van relatievorming het vuur na aan de schenen. Wat een beGods grootste wens - roodmoeizucht, hoor je sommige mensen wel eens zeggen. Maar zo is het, als het goed is, niet bedoeld. Het is vooral een kwestie van oprechte belangstelling en welgemeende aandacht. Want waar gaat het uiteindelijk om? Om het Gods verlangen is dat mensen hun hart aan Hem geven en in hun relatie ervaren hoe goed en fijn het is om samen de HERE te dienen, in Jezus te geloven en voor Hem te leven.

‘Gemengde verkering’ schuurt als prikkeldraad

Verliefd koppel‘Verliefd worden’ – dat heb je meestal niet in de hand. Het gebeurt gewoon. Je voelt vlinders in je buik. En de spanning … zou hij mij ook zien zitten? Of ziet zij mij elemaal niet staan? En als het wel klikt … heerlijk! Je hebt verkering. Je bent helemaal weg van elkaar. Verliefd zijn overkomt je. Daarom is het niet vreemd dat christelijke jongeren verliefd worden op iemand die helemaal niets van God af weet en de Here Jezus niet kent. Maar als het ‘aan’ raakt, is het niet gemakkelijk. Waarom moeten je ouders meteen als eerste vragen: ‘Gelooft hij ook in Jezus?’ Of, iets luchtiger maar dus wel met een serieuze ondertoon: ‘Is zij ook van de club?’ In de kerk volgen na verloop van tijd soms moeilijke gesprekken met ambtsdragers. Of je voelt de afkeuring van sommige gemeenteleden. En alsof dat nog niet alles is  – ook met je niet-gelovige vriend of vriendin moet je het er wel over hebben. Want echt geloven als christen – daar horen een flink aantal DO’s en DON’T’s bij die die ander niet kent en nog niet begrijpt. Dus is het niet gek dat je, als je serieus gelooft, je afvraagt: ‘Het voelt wel  helemaal geweldig, maar wat vraagt God van mij? Wat staat er in de Bijbel over het aangaan van relaties met iemand die helemaal niet gelooft?’

God in het Oude Testament over gemengde relaties

2Kor06-14 2-15 vraag gemengde verkeringDe Bijbel is het boek waarin God Zichzelf bekend maakt aan jou en mij. Hij laat weten: Ik wil graag een relatie met jou aangaan! Ik zal er altijd helemaal voor jou zijn. Zorgend, vergevend en bevrijdend. Omgekeerd vraagt God van jou en mij hetzelfde. “Hou van de Heer, je God, met je hele hart, met je hele ziel, en met al je kracht” (Deuteronomium 6:5). Die relatie vergelijkt God in de Bijbel regelmatig met een huwelijk. Israel in het O.T. is ‘Gods bruid’. En voor christenen in het N.T. is Jezus ‘onze Bruidegom’. Die geloofsrelatie is zo allesomvattend … daar mag niet iets tussen komen. Daarom waarschuwt God in heel de Bijbel zo scherp tegen het aangaan van een relatie met een niet-gelovige of anders-gelovige. Het staat jouw toewijding om de HERE te vereren met heel je hart en uit volle overtuiging in de weg. Dat blijkt wel uit de volgende voorbeelden:

  • In Genesis 24 doet Abraham er veel moeite voor om voor zijn zoon Isaak een gelovige vrouw te zoeken. Hij stuurt zijn knecht Eliëzer helemaal naar Mesopotamië toe. Daar woont zijn familie en die kennen God nog. Later vinden Isaak en Rebekka het vreselijk dat Ezau met twee ongelovige vrouwen uit Kanaän trouwt. Isaak stuurt Jakob naar zijn familie om daar met een vrouw te trouwen die wel in God gelooft (Genesis 26:35, 27:46+47, 28:1+2)
  • In Exodus 34:12-17 en in Deuteronomium 7:1-11 verbiedt de HERE zijn volk nadrukkelijk om een huwelijkspartner te zoeken bij de andere volken in het land Kanaän. Want dan gaan jullie zonen die afgoden ook vereren.” Als dat wel gebeurt, “is iemand ontrouw aan de Heer en zal hij gestraft worden.”
  • In Rechters 3:6-8 kun je lezen dat de Israelieten midden tussen de Kanaänieten zijn gaan wonen en goede kontakten met hen onderhielden. “Veel Israelieten lieten hun kinderen trouwen met de kinderen van die andere volken. Ze gingen de afgoden Baäl en Asjera vereren, en ze dachten niet meer aan de Heer, hun God.”
  • In 1 Koningen 11:1-13 wordt verteld, hoe koning Salomo verslaafd raakte aan vrouwen. Hij trouwde er honliefhad. “Door al die vrouwen dacht Salomo steeds minder aan de Heer. Salomo begon ook andere goden te vereren. Hij liet offerplaatsen maken voor al zijn buitenlandse vrouwen, zodat ze offers konden brengen aan hun goden. Salomo was niet langer trouw aan de Heer, de God van Israel.”
  • In Ezra 9+10 en in Nehemia 13 lezen we, dat veel Judeeërs na de terugkeer uit de ballingschap opnieuw gemengde huwelijken sluiten. Daarvan zegt Nehemia: Jullie maken precies dezelfde fout als koning Salomo maakte: hij koos vrouwen uit andere volken. Maar door zijn buitenlandse vrouwen ging hij dingen doen die God niet wilde. En nu maken jullie dezelfde fout als Salomo! Dat betekent dat jullie ontrouw zijn aan onze God!” Samen met Ezra herinnert hij de mensen aan wat God in Deuteronomium 7 heeft laten opschrijven. Gelukkig komen de meeste Judeeërs tot inkeer. Ze erkennen hun schuld: “Wij zijn ontrouw geworden aan God. Want we zijn getrouwd met vrouwen uit dit land, vrouwen die bij andere volken horen.”

Jezus in het Nieuwe Testament over gemengde relaties

Hart voor JezusIn het Nieuwe Testament kom je precies hetzelfde verhaal tegen. Jezus onze Heer herhaalt de oproep uit het Oude Testament: “Luister goed, Israelieten! De Heer, onze God, is de enige God. Je moet van Hem met je hele hart, met je hele ziel, met je hele verstand en met al je kracht.” (Markus 12:29-30). Paulus vergelijkt de eenheid in het huwelijk met de eenheid die er is tussen Christus en zijn gemeente (Efeziërs 5.22-33). Daarom is zijn boodschap aan alle christenen: “Je bent vrij om te trouwen met wie je wil, mits het een huwelijk is in verbondenheid met de Heer.” (1 Korintiërs 7:39 – NBV). Van God houden en Jezus volgen vraagt alles van je. Net als het houden van je man of vrouw in het huwelijk. Die twee kunnen maar heel moeilijk goed samengaan. Dat legt Paulus in zijn tweede brief aan de Korintiërs verder uit. Daar schrijft hij: “Jullie mogen je leven niet delen met ongelovigen, want jullie passen niet bij elkaar. Net zoals licht niets te maken heeft met donker. Christus lijkt toch ook niet op Satan? Dan past een gelovige toch ook niet bij een ongelovige?” (2 Korintiërs 6:14-15). Dat is een pittige uitspraak. Paulus bedoelt daarmee: Als jij vol overtuiging “JA” zegt tegen God en Jezus, kun je als christen niet tegelijk heel intensief optrekken met iemand die keihard “NEE” zegt tegen God. Dan vorm je een ongelijk span. Dan ben je, als het om geloven gaat, geen gelijkwaardig koppel. Dan gaat er van alles scheef. Want je heb geen gemeenschappelijke basis. Over de zin, het doel en de afloop van het leven denken christenen en niet-gelovigen zo fundamenteel anders, dat God het aangaan van hele nauwe betrekkingen met ongelovigen verbiedt.

Een advies dat schuurt als prikkeldraad

prikkeldraadVeel mensen zullen dit een typisch voorbeeld van achterhaalde bijbelse standpunten vinden. Heel de maatschappij roept dat geloven een privé-zaak is waarin je elkaar volstrekt vrij in moet laten. En wat doen wij in de kerk? We leggen, zo lijkt het wel, elkaar op het punt van relatievorming het vuur na aan de schenen door jongeren en ouderen aan te sporen geen vaste relatie op te bouwen en niet te trouwen met iemand die niet in God als Vader en Jezus als Redder gelooft. Wat een bemoeizucht! Maar niets is minder waar. Het gaat om iets heel anders! Waar het God en Jezus om gaat is dit:  als christen hoor jij bij God en bij Jezus. God, die jou gemaakt heeft. Jezus die jou verlost heeft. En samen willen Zij jou niet kwijt! Dat risiko is, laat heel de Bijbel zien, het grootst als je een levenspartner kiest die niet in God gelooft en geen kind van Hem wil zijn. Soms is het geloof dan in één keer weg, soms sijpelt het er heel sluipenderwijs uit en je ziet ook heel vaak dat de kinderen uit een gemengd huwelijk niet tot geloof komen. Door de keus voor een ongelovige partner komt de volle aandacht en toewijding die God van zijn kinderen vraagt, onder druk te staan.

Nu is verkeringstijd een ´proeftijd´. Je leert elkaar steeds beter kennen. Dat geldt ook als het gaat om de vraag of je niet-gelovige vriend(in) open staat voor het geloof in God en Jezus. Maar als je echt overtuigd christen bent en kind van God wilt zijn, weet je, dat er ooit een moment komt, waarop de HERE om een radikale keus vraagt, die twee kanten op kan:

OF de niet-gelovige partner komt tot geloof in Jezus Christus. Dat is mooi, als dat gebeurt!

OF de gelovige partner wordt opgeroepen de relatie te verbreken. Dat is moeilijk, als de liefde voor de HERE zo frontaal botst met de liefde voor je vriend of vriendin!

‘GEMENGDE VERKERING” – wat staat er precies in 2 Korintiërs 6:14?

Vorm geen ongelijk span met ongelovigen  – Nieuwe Vertaling 1951 / Willibrordvertaling / Herziene Statenvertaling

Loop niet met ongelovigen in hetzelfde gareel – Groot Nieuws Bijbel

Verbind u niet aan mensen die niet van de Here houden. – Het Boek

Loop niet in een en hetzelfde span met ongelovigen – Nieuwe Bijbelvertaling 2004

Jullie mogen je leven niet delen met ongelovigen, want jullie passen niet bij elkaar – Bijbel in Gewone Taal

Abortus – NIPT-test – Downsyndroom

Embryo gezichtOp zondag 28 juni 2015 preekte ik over het Zesde Gebod. Daar zegt God: “Pleeg geen moord.” De Heidelbergse Catechismus legt dat onder andere zo uit: “De overheid draagt dan ook het zwaard om de doodslag te weren.” Maar vandaag de dag hebben we in Nederland een probleem. Juist als het om het meest kwetsbaarste leven gaat, geeft de overheid alle ruimte om dat leven vroegtijdig te beëindigen. Dat ligt niet aan de overheid trouwens – in een democratie is de overheid de afspiegeling van wat de burgers vinden. En wat vindt Nederland in grote meerderheid tegenwoordig? Het ongeboren leven heeft nog geen naam en het versleten leven mag geen naam meer hebben. En daarom laten mensen hun te verwachten kindje weghalen als het een afwijking heeft en vragen ze om een spuitje voor hun demente ouders als ze de aftakeling niet meer kunnen aanzien.

De NIPT-test om te checken op het synodroom van Down

In de laatste maanden is er nogal wat ophef geweest over de NIPT-test. ‘De Niet-Invasieve Prenatale Test (NIPT) kan zwangere vrouwen uitsluitsel geven over of het kindje lijdt aan het Down Syndroom’ aldus de omschrijvingen op internet. Tot voor kort had je de combinatietest om te onderzoeken of je zwanger was van een kindje met Down-syndroom. Die werd niet aan iedereen aangeboden, alleen aan moeders met een verhoogd risico. Als daaruit bleek dat je een kans van meer dan 1 op de 200 had op een Down-kindje, kreeg je een vervolgtest, de NIPT-test. Die is nu zover doorontwikkeld, dat minister Schipper de NIPT-test standaard aan wil bieden als zwangerschapstest aan elke vrouw. Net zoals de 20-weken-echo. Allebei met het oog op mogelijke afwijkingen van het nog ongeboren kind in de moederschoot. De 20-weken-echo wordt nog wel eens als een ‘pret-echo’ gezien. Dan weet je wat het wordt en kun je de babykamer alvast blauw of roze inrichten. Maar officieel zegt de overheid nadrukkelijk, dat de 20-weken-echo geen ‘pret-echo’ is. Het gaat om een medisch onderzoek naar de mogelijkheid van afwijkingen. En bij de NIPT-test is dat al helemaal zo, maar dan speciaal om te kijken of er sprake is van het Down-syndroom. En wat is daar de bedoeling van? Op haar website kopt de artsenfederatie KNMG met grote letters:

Goede informatie en keuzevrijheid vrouw essentieel bij NIPT

DownsyndroomToen dacht ik: kijk, hier komt de aap uit de mouw. Je moet wel weten, vindt minister Schippers, of je een kindje met Downsyndroom krijgt. Ook al is die kans maar 1 op de 700 bij vrouwen onder de dertig. En als je dan te horen krijgt, dat je een zoon of dochter met Down krijgt, moet je wel heel erg sterk in je schoenen staan om het te houden, want op dit moment laat 75% van de moeders die de diagnose ‘Down-syndroom’ te horen krijgt, het ongeboren leven wegaborteren. En je mag er niets van zeggen, want volgens de artsenfederatie KNMG is ‘expliciete ruimte en respect voor de keuze na de test essentieel’. Maar dat is wel de keuzevrijheid van de aanstaande moeder. Die gaat boven alles. Ook boven het ongeboren leven. Met als vervelend risico dat de 25% die wel besluit om hun kindje te houden later geconfronteerd wordt met opmerkingen als: ‘Een mongooltje? Die had je toch kunnen laten weghalen?’ Terecht is dan ook volgens mij veel protest geweest tegen de algemene invoering van de NIPT-test.

Eerbied voor het leven begint vroeg

Vraag jezelf eens af of je als christen wel mee zou willen doen aan de NIPT-test. En bereid je er maar op voor, als je wél meedoet en de test wijst uit dat de kans op Down heel erg groot is, dat veel verloskundigen, artsen en gynaecologen als eerste zullen zeggen: ‘We begrijpen het heel goed al je het niet wilt houden.’ Gelukkig, denk ik, is de acceptatie binnen christelijke kringen nog heel erg hoog. Maar wat zeg je als je niet-christelijke collega op het werk zegt: ‘Ik heb de NIPT-test gedaan en het is waarschijnlijk een Downie’. Of je sportmaatje op de sportschool die niets met het christelijk geloof heeft zegt: ‘Mijn vriendin is zwanger en nu blijkt het een kindje met Down te zijn.’ Meer dan 75% kans dat ze erover beginnen dat ze het weg willen laten halen voor de 24e week. Wat voor advies zou jij dan geven?

Moederschoot JeremiaEerbied voor het leven begint vroeg. Het vraagt ook om vertrouwen. Vertrouwen op God. Hij is de Vader van al het leven. Ook het ongeboren leven. Zelfs vóórdat ik verwekt werd, kende Hij mijn naam al en stonden al mijn jaren tot op de dag nauwkeurig in zijn boek opgeschreven, zingt David in Psalm 139. God zegt het Zelf in Jeremia 1. Durf je op die God te vertrouwen? Als het om je eigen leven gaat en om het ongeboren leven? We kunnen wel denken dat we alles zelf in de hand hebben. Maar dat is niet zo. Juist toen ik over het Zesde Gebod nadacht, besefte ik weer, dat het helemaal niet vanzelfsprekend is dat kinderen gezond geboren worden. Soms kunnen er geen kinderen komen. Soms komt de kleine veel te vroeg en mag het na een paar uur alweer terug naar God. Soms is de hele periode van de zwangerschap negen maanden lang afzien. Soms krijg je een kind met een zware handicap. Soms blijkt pas later dat je zoon of dochter een diagnose met bijbehorend rugzakje heeft. En om alle risico’s dan maar zoveel mogelijk uit te sluiten  neemt onze samenleving het recht op leven van ongeboren kinderen in eigen hand. Officieel beslist de moeder. Maar hoe vaak is het ook de druk van de omgeving?

Moord met voorbedachte rade?

Abortus ja of neeAbortus is een grondrecht geworden. Geen eerbied voor het leven, maar meestal moord met voorbedachten rade. In Nederland staat er geen straf op. Maar hoe zouden God de Vader en Jezus onze Heer er over oordelen? God, die een God van liefde en genade is? Jezus bij wie alle kinderen en hun moeders welkom zijn? Veel vrouwen die een abortus ondergaan hebben, kampen later met verlies- en schuldgevoelens. Heel vaak hebben ze hun kindje in gedachten een naam gegeven. Bij God is er vergeving voor elke zonde. En Jezus zei eens tegen een vrouw die zich heel erg schuldig voelde: “Ik veroordeel je niet.” Hij zei er ook nog wat bij: “Ga heen en zondig  vanaf nu niet meer.”

 

Vraag aan iemand die vóór abortus is:

Bent u ook een tiener geweest?                         JA
Bent u ook een kind geweest?                            JA
Bent u ook een baby geweest?                           JA
Bent u ook een foetus geweest?                         JA
Bent u ook een embryo geweest?                      JA
Bent u ook een zaadcel geweest?                      Eh … nee

Dus uw leven begon ook bij de bevruchting …