Het was wat frisjes, maar iedereen stond stralend op de groepsfoto zaterdagmiddag 8 februari. Vanaf vrijdagmorgen hadden we als leden van de Landelijke Vergadering van de NGK en van de Generale Synode van de GKV met elkaar kennisgemaakt. Aan het begin werd symbolisch de eenheidskaars aangestoken. Die zal vanaf nu op alle gezamenlijke vergaderingen branden. De twee dagen waren voor mij een bijzonder positieve geestelijke ervaring. Het unanieme besluit om “voort te gaan op de weg naar de vorming van één kerkgemeenschap” vond ik prachtig passen bij wat Paulus schrijft: “Nu u door Christus zozeer bemoedigd wordt en liefdevol getroost, nu er onder u zo’n grote verbondenheid met de Geest is (…), maak mij dan volmaakt gelukkig door eensgezind te zijn, één in liefde, één in streven, één van geest.” (Fil. 2:1+2). En na deze stap op landelijk niveau dacht ik meteen ook aan die andere woorden uit dezelfde brief: “In ieder geval, laten we op de ingeslagen weg voortgaan.” (Fil.3:16).Op de website ‘Onderweg naar één kerk’ staat een uitgebreid verslag. Dat laat ik hieronder graag aan iedereen lezen. Ook raad ik iedereen aan om het interview dat de beide voorzitters na afloop gaven, te beluisteren.
Door op de weg naar één kerkgemeenschap
‘Bij alles wat we nu gaan doen, houden we voor ogen dat we samen één kerk willen worden, één kerkgemeenschap. Zo vat Frans Schippers het besluit samen dat op 8 februari jl. door de landelijke vergadering (NGK) en generale synode (GKv) gezamenlijk en unaniem genomen is. Schippers is voorzitter van de landelijke vergadering.
Dit zogeheten koersbesluit, voorbereid door de regiegroep hereniging, maakt van het in 2017 uitgesproken verlangen om één kerkverband te gaan vormen een concreet besluit: we gaan het, als God het wil, nu ook daadwerkelijk dóen. ‘We geloven dat Christus ons drijft,’ zegt Schippers daarover in een dubbelinterview na afloop van het nemen van het koersbesluit. ‘Hij vraagt ons, denkend aan het gebed van de Heer Jezus zelf, dat wij dienend zijn als wij streven naar kerkelijke eenheid in onze verbanden. Dat willen we heel graag, daar verlangen we naar.’
Het ‘koersbesluit’ luidt als volgt: we besluiten om voort te gaan op de weg naar de vorming van één kerkgemeenschap met de Nederlands Gereformeerde Kerken/Gereformeerde Kerken (vrijgemaakt); dit nemen we als uitgangspunt voor alle overige besluiten van deze generale synode/landelijke vergadering.
Eén van de gronden onder dit koersbesluit is de dankbare constatering dat het voorgenomen besluit van 11 november 2017 om te komen tot één kerkgemeenschap weerklank vindt in de kerken. De geestelijke herkenning heeft in lokale situaties en kerkelijke commissies geleid tot sterk toegenomen samenwerking. Het is de hoop en het gebed van beide vergaderingen dat het tot eer van God en tot zegen van de kerken zal zijn dat de ontvangen eenheid concreet vormgegeven wordt.
Huwelijksaanzoek
Dit koersbesluit heeft een lange voorgeschiedenis, vertelt ds. Melle Oosterhuis in datzelfde interview. Oosterhuis, preses van de generale synode, noemt begin jaren negentig als het moment waarop er al gesprekken op gang kwamen tussen beide kerkverbanden, met het oog op hereniging. ‘Die gesprekken hebben uiteindelijk geleid tot herhaalde aanzoeken van de kant van de NGK naar de GKv. Het heeft tijd gevraagd om ons daarop te bezinnen, maar ten slotte, in 2017, konden we die verzoeken niet meer weerstaan.’
Zingen en bidden
De circa 70 afgevaardigden naar de gezamenlijke vergadering kwamen op 7 en 8 februari voor het eerst bij elkaar. Een belangrijk doel van deze besloten bijeenkomst was kennismaking en bezinning. Onder leiding van begeleiders van het Praktijkcentrum en de NGT is in kleine groepen doorgesproken over het document ‘Verlangen naar een nieuwe kerk.’Er was in het programma veel tijd ingeruimd voor Bijbellezing, gezamenlijk gebed en aanbidding. Na het unaniem genomen koersbesluit werd bijvoorbeeld Psalm 150 gezongen: ‘Looft De HEER, uw God, alom.’ Het lied ‘U leert ons lopen over water’ (Opwekking 789) gaf woorden aan wat sommigen ervaren bij het proces van eenwording. Zo werden er tijdens deze dagen meer dan eens, al dan niet gepland, door middel van liederen woorden gegeven aan wat er leefde en speelde.Uit alles bleek dat door deze gesprekken van hart tot hart het onderlinge vertrouwen gegroeid is. In een evaluatie na afloop van de kennismakingsdagen werd gesproken over vertrouwen om samen door te gaan op de ingeslagen weg: ‘We zitten op de goede toonhoogte.’ Gerefereerd werd aan wat Paulus schrijft in zijn brief aan de Filippenzen: laten we op de ingeslagen weg voortgaan (3:16) vanuit grote verbondenheid met de Geest, eensgezindheid en eenheid in liefde (2:1,2).
Geen dwang
Voorafgaand aan de bespreking van het koersbesluit maakte regiegroepvoorzitter Ad de Boer duidelijk dat het koersbesluit niet gaat over wat kerken nu plaatselijk al dan niet moeten gaan doen. ‘Het koersbesluit is een vertrekpunt voor de beide vergaderingen. Het zegt niets over het tempo van het vervolgtraject; het is zeker geen mal waar alles doorheen geperst moet worden.’ Oosterhuis benadrukte dat nogmaals in het genoemde interview. Hij weersprak met klem de vrees van plaatselijke kerken: moeten wij nu stante pede gaan fuseren terwijl we daar nog helemaal niet klaar voor zijn? Oosterhuis: ‘Laten de kerken zich daar geen zorgen over maken. Ook als we één kerk worden, kun je nog heel lang plaatselijk naast elkaar een van oorsprong Nederlands Gereformeerde en een van oorsprong vrijgemaakte kerk hebben, die samen deel uitmaken van dat ene nieuwe kerkverband. Er is geen sprake van iets wat als dwang gevoeld moet worden naar aanleiding van dit koersbesluit.’In het vervolgproces komen nog tal van onderwerpen aan de orde. Schippers noemde er bij de bespreking van het koersbesluit twee: de vraag welke ruimte de nieuwe kerkorde biedt voor verschillen tussen plaatselijke gemeenten, en de uitdaging om zo belijdende kerk te zijn dat je voortbouwt op de kerk van het verleden, en tegelijk rekening houdt met veranderde tijden.
Avondmaal
Na afloop van de bespreking van het koersbesluit is door alle aanwezigen gezamenlijk het heilig avondmaal gevierd onder verantwoordelijkheid van NGKv De Brug uit Nunspeet. In zijn preek over Psalm 133 wees ds. Kees de Groot erop dat het Gods Geest is die de eenwording bewerkt en niet de regiegroep. In de liederen klonk de lof op Vader, Zoon en heilige Geest. ‘Het was een hele fijne, feestelijke viering,’ aldus Schippers, ‘want we hebben ervaren dat we dit ontvangen hebben van God. We weten dat dit niet vanuit menselijke kracht is. We weten, en hebben de afgelopen dagen ervaren, dat God dit in ons werkt. We zijn gedreven door de liefde van Christus. Die gedrevenheid, die verbondenheid, die hebben we met elkaar gevierd in het avondmaal. Dat was fantastisch.’ LV en GS trekken vanaf nu veel samen op. Het koersbesluit vormt de basis om over al die onderwerpen die met de eenwording te maken hebben, gezamenlijk te vergaderen. Het rapport van de regiegroep wordt op 7 maart a.s. door de gezamenlijke LV/GS besproken.
Het ‘koersbesluit’ luidt als volgt: we besluiten om voort te gaan op de weg naar de vorming van één kerkgemeenschap met de Nederlands Gereformeerde Kerken/Gereformeerde Kerken (vrijgemaakt); dit nemen we als uitgangspunt voor alle overige besluiten van deze generale synode/landelijke vergadering.
Wie afgaat op wat het Nederlands Dagblad en het Reformatorisch Dagblad schreven, krijgt de indruk dat het beladen dagen waren, omdat vier buitenlandse kerken zware kritiek op de GKV leverenden vanwege de Man/Vrouw-besluiten. Twee andere kerken uitten ook, maar dan op een wat meer vriendelijke manier, hun bezorgdheid.
Toch hakten de toespraken van m.n. de drie emigrantenkerken uit Canada, Australië en Zuid-Afrika er bij mij wel in. De Canadezen begonnen hun toespraak als volgt: ‘Het is over. Tenminste voor nu. Wij zijn er niet van overtuigd dat u wilt leven en luisteren naar Gods Woord.’ Dus is in 2019 de zusterkerkrelatie met de GKV verbroken, mogen GKV-predikanten niet meer voorgaan in de Canadese kerken en worden GKV-leden niet meer, of alleen na een stevig gesprek, toegelaten tot het Avondmaal. Ook waren de Canadeze afgevaardigden, net als die van Australië, bewust afwezig op donderdagavond in de kerkdienst waarin ds. Mayer uit Oostenrijk voorging en het Avondmaal gevierd werd. Zelfs als gast de kerkdienst bijwonen zonder het Avondmaal mee te vieren was blijkbaar een stap te ver. Extra schrijnend en tamelijk schaamteloos vond ik, dat op het moment dat alle synodeleden en overige buitenlandse gasten samen in Harderwijk in een kerkdienst God loofden en prezen, de Canadezen in conferentieoord Mennorode, dus op de locatie waar alle gasten vier dagen en nachten door onze kerken ontvangen zijn, uitgebreid met vier predikanten van het in oorsprong schismatieke nieuw-vrijgemaakte kerkverband DGK spraken over mogelijke kerkelijke contacten. En als je dan ook nog hoort dat de Canadeze predikant op de zondagmiddag na de synode zal voorgaan in een kerkdienst van een gemeente van het tweede, eveneens in oorsprong schismatieke nieuw-vrijgemaakte kerkverband GKN, waar ze net als met de GKV geen kerkelijke zusterkerk-relatie hebben, dan geeft dat bij mij een nogal dubbel gevoel.
Net als de meeste of misschien wel alle synodeleden herken ik me niet in deze zware verwijten. Natuurlijk is het zo dat wij als GKV veranderd zijn. Maar zijn we afgegleden naar onschriftuurlijke leringen? Nemen we Gods Woord niet meer serieus? Belijden we alleen maar op papier dat we bijbels-gereformeerd zijn? En is het zo erg gesteld met ons als kerken, dat we niet meer samen in een kerkdienst Gods Woord kunnen horen en het Avondmaal vieren?
Dat is niet alleen in de jaren zestig van de vorige eeuw voorgekomen, zoals de commentator stelt. Al op de Synode van Dordrecht in 1618 diende zich een dubbele afvaardiging uit de provincie Utrecht aan: een remonstrantse en een contraremonstrantse. De eerste werd geweigerd, de tweede toegelaten.
Eén keer per drie jaar wordt er in de Gereformeerde Kerken (vrijgemaakt) een ‘generale synode’ gehouden. Dat is een landelijke vergadering waarin alle GKV-kerken vertegenwoordigd zijn. Als het een beetje mee zit, wordt dit jaar de laatste GKV-synode gehouden, omdat we als GKV in 2020 het besluit hopen te nemen om te gaan fuseren met de NGK (Nederlands Gereformeerde Kerken). Daarna krijgt het nieuwe kerkverband een nieuwe naam.
Vreugdenhil scriba 1 en ds. Arjan Koster scriba 2 (foto: Ad de Boer). In de kerk van Goes stond een prachtig liturgisch bloemstuk, speciaal voor de synode gemaakt: het hart van God, de veelkleurigheid van Gods kinderen en het touw als symbool van Gods trouw.
‘Heb je er zin in of zie je er tegen op?’ vragen sommige mensen mij. Mijn antwoord is dan: het eerste. Synodewerk is veel werk achter de schermen. Maar een kerkverband met 114.905 leden (volgens het Handboek 2019) moet wel bestuurd worden. Het gaat over veel onderwerpen. Dat maakt het boeiend, vind ik. Het gaat ook over belangrijke onderwerpen. Het verzoek van veel plaatselijke kerken om nog eens goed te kijken naar de Man/Vrouw-besluiten en het herstel van de breuk van 1967 zodat ‘binnenverbanders’ (GKV) en ‘buitenverbanders’ (NGK) weer samen één kerkverband willen gaan vormen zijn voor veel kerkenraden en gemeenteleden wel de belangrijkste twee items . Dat maakt het ook spannend, want soms lopen de meningen over wat bijbels-gereformeerd is flink uiteen. Maar daar zie ik niet tegenop. De kerk is niet van 32 mensen die mogen beslissen hoe het verder moet met de vrijgemaakte kerk. We zijn allemaal van Christus en Hij zorgt via mensen voor zijn kerk, plaatselijk en landelijk en wereldwijd. En Hij heeft beloofd dat Hij ons zal leiden door zijn Woord en Geest als we Hem bidden om wijsheid. Dus voel ik wel de verantwoordelijkheid, zie ik ook de spanningen wel, maar is het voor mij persoonlijk geen zware taak waar ik enorm tegenop zie. Zeker niet als ik weet dat ik niet alleen zelf om die wijsheid bid, maar dat ook door heel veel andere gelovigen persoonlijk en in heel veel kerken op zondag voor het synodewerk gebeurt.
Niemand zal het oneens zijn met deze constatering. Maar waar ik me wel over verbaas is dat Selderhuis de schuld voor de crisis, als het erop aankomt, bij de plaatselijke gemeentes legt die nu aangeven dat ze over willen gaan tot het aanstellen van vrouwelijke ambtsdragers. Want, schrijft hij, als je ooit vrijwillig toegetreden bent tot een kerkverband, is “het niet maar onfatsoenlijk maar onkerkelijk en naar mijn gedachte zondig als besluiten die we biddend, bij een open Bijbel en na overleg samen genomen hebben, naast je neer te leggen.” Daartegenover zegt Selderhuis ook: “Dit principe betekent naar de andere kant dat het even onkerkelijk en naar mijn gedachte zondig is het kerkverband te gebruiken om een ander mijn wil op te leggen.” Maar even verder trekt hij de conclusie: “Hoe dan ook is het in de huidige situatie zo dat een kerk die zich bewust niet houdt aan afspraken die samen met anderen gemaakt zijn, zich feitelijk buiten het kerkverband plaatst.”
Over de uitverkiezing kun je heel lang nadenken. Er kunnen zomaar vragen bij je opkomen zoals:
Hoe belangrijk is de vraag naar de uitverkiezing eigenlijk? Niet onbelangrijk. ‘Wie kiest voor wie’ gaat over de vraag of God het echt over alles, dus ook over onze keuzes, te zeggen heeft. Dat is van belang voor de zekerheid van je geloof. Maar dan moet je wel eerst tot geloof gekomen zijn en je leven in handen van die betrouwbare, liefdevolle God gelegd hebben! Dat is, om het maar een zo te zeggen, de voorkant van het Evangelie: de oproep tot geloof. De achterkant daarvan (of, om een andere vergelijking te gebruiken, de andere kant van de medaille) is de uitverkiezing.