Weer terug naar de ene beker bij de viering van het Avondmaal?

‘Ik verwacht dat de gezamenlijke beker, die in veel gemeenten tijdens de coronapandemie is vervangen door plastic cupjes, weer zal terugkeren.’ Dat zei Arnold Huijgen, hoogleraar aan de TU Apeldoorn en binnenkort aan de VU Amsterdam in het Nederlands Dagblad van 18 augustus 2022. Hij denkt dat de belangrijke symbolische funktie van de ene beker de reden is dat in veel kerken het drinken uit de gezamenlijke beker terugkomt. ‘Als je niet uit één beker drinkt, mis je toch een belangrijk symbool van het avondmaal. Het is de beker die je doorgeeft en waardoor je de gemeenschap ervaart.’

Ik deel de verwachting van Huijgen niet en denk dat het gebruik van kleine bekertjes een blijvertje is in veel protestantse en gereformeerde kerken waar Avondmaalsgangers vóór de corona-crisis uit één of meer grote bekers dronken.

En ook al heeft het gebruik van het drinken uit één beker (hoewel het er meestal meerdere zijn) voor veel mensen de symbolische waarde die Huijgen er aan hecht, het is nog maar de vraag of je theologisch gezien daar zoveel waarde aan moet hechten, dat het de voorkeur verdient om het zo snel mogelijk weer in te voeren. Kerkhstorische valt daar wel wat tegenin te brengen. De Heidelbergse Catechismus bijvoorbeeld kent het fenomeen ‘doorgeefbeker’ helemaal niet.

Wat zegt de Bijbel?

Het drinken uit de ene beker is volgens mij geen principiële zaak die je rechtstreeks uit de Bijbel kunt afleiden. We weten dat Christus het Avondmaal heeft ingesteld tijdens de Pesach-viering. Daar ging de beker met wijn verschillende keren rond onder de gelovige deelnemers. Maar omdat bij de eerste viering slechts 13 mensen aanwezig waren, zegt het niet zoveel dat er één beker rondging. Tot vóór corona gebruikten bijna alle gereformeerde kerken meerdere grote bekers bij het Avondmaal. Maar in vele evangelische kerken en ook bijna overal in het buitenland drinkt men al decennia lang de wijn die het bloed van Christus symboliseert uit kleine bekertjes. Vaak wacht men tot iedereen een klein bekertje heeft en drinkt dan met z’n allen op hetzelfde moment. Zo brengt men de verbondenheid in het geloof en het feit dat men de eenheid al tot uitdrukking.

Beide vormen zijn naar mijn mening even waardevol en brengen tot uitdrukking dat je als gemeente samen het ene lichaam van Christus vormt en dat je gelovig drinkt van de wijn als teken van Christus’ bloed tot volkomen verzoening van al onze zonden.

Wat zegt de gereformeerde belijdenis?

In artikel 35 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis staat: “Christus heeft een aards en zichtbaar brood voorgeschreven als sacrament van zijn lichaam en de wijn als het sacrament van zijn bloed. Hiermee verzekert Hij ons ervan: zo zeker als wij het sacrament ontvangen en in onze handen houden en het eten en drinken met onze mond, om ons leven in stand te houden, zo zeker ontvangen wij in onze ziel door het geloof – dat de hand en de mond van onze ziel is – het ware lichaam en het ware bloed van Christus, onze enige Heiland, om ons geestelijke leven in stand te houden.”

In Zondag 28 (vr.+a. 75) van de Heidelbergse Catechismus staat, dat “ik het boord en de wijn, als betrouwbare tekenen van Christus’ lichaam en bloed, uit de hand van de dienaar ontvang en met de mond geniet.”

Deze twee passages uit de gereformeerde belijdenis zeggen niet zoveel over het gebruik van kleine bekertjes. Je kunt uit Zondag 28 hooguit afleiden, dat de gaande viering in Heidelberg gebruikelijk was: iedereen krijgt brood en wijn uitgereikt door de predikant. Hier staat niet de vraag centraal hóe je brood en wijn aanpakt en inneemt, maar dát je het gelovig ontvangt en eet. De gereformeerde belijdenis zegt niets over de praktijk van de Avondmaalsviering en laat dat over aan de christelijke vrijheid.

Wat zegt de gereformeerde traditie?

Sinds de Reformatie heeft de vormgeving van het Avondmaal in de Gereformeerde Kerken altijd behoord tot de ‘middelmatige dingen’ waarin de plaatselijke kerken en de gelovigen elkaar vrij lieten. Dat geldt ook voor de manier waarop het Avondmaal gevierd werd.

Calvijn
Calvijn gaat in zijn Institutie meerdere keren in op de vraag hoe je moet omgaan met middelmatige zaken. Volgens Calvijn moet iedere christen eerst bij zichzelf en vanuit de Bijbel nagaan, waarom hij iets wel of niet doet. Middelmatig is niet hetzelfde als: het maakt niets uit. Middelmatig betekent: je mag elkaar er niet aan binden. Speciaal met het oog op het Avondmaal schrijft Calvijn dan: ‘Wat verder de uiterlijke wijze van handelen betreft: het doet er niet toe of de gelovigen het brood in de hand nemen of niet, of ze het onder elkaar verdelen of dat ieder eet, wat hem gegeven wordt, of ze de beker weer de diaken in de hand geven of aan hun naaste overreiken, of het brood gezuurd is of ongezuurd, of de wijn rood is of wit. Dit zijn middelmatige dingen, die in vrijheid van de kerk gelaten zijn.’ Het gaat er uiteindelijk om, dat ‘de gelovigen in passende orde aan de heilige maaltijd deelnemen, terwijl de dienaren het brood breken en aan het volk uitreiken.’ (Institutie 4.17.43) Behalve het brood reikten de predikanten ook de bekers met wijn uit, maar dat staat er bij Calvijn niet bij. Calvijn kende het gebruik van kleine bekertjes waarschijnlijk niet. Dus kun je ook niet met 100% zekerheid zeggen, hoe hij hierover zou hebben gedacht.

Gereformeerde Synodes

In de gereformeerde kerken was er al bijna meer dan 425 jaar geleden aandacht voor bijzondere voorzorgs­maatregelen bij de avondmaalsviering om besmettingsgevaar bij gevaarlijke ziekten te voorkomen. In 1581 boog de Synode van Middelburg zich over de vraag op welke wijze mensen met lepra (een zeer besmettelijke ziekte) het Avondmaal mee konden vieren. Volgens de synode kon men kiezen voor een aparte hoek in de kerk voor de leprozen alleen. Of ze konden aan de gemeenschappelijke tafel aangaan, maar dan als laatste.

En ruim 100 jaar geleden lag er op de Synode van Leeuwarden 1920 de vraag of er bij de avondmaalsviering ook gebruik gemaakt kan worden van afzonderlijke bekertjes als er sprake is van het lijden aan een ziekte waarvan naar medisch oordeel het besmettelijke karakter vaststaat. De synode antwoordde, dat als er door het gebruik van een gemeenschappelijke beker gevaar van besmetting bestaat, een kerkenraad na ingewonnen advies van de doktoren, alle maatregelen mag nemen die nodig zijn om dat gevaar van besmetting zoveel mogelijk te voorkomen. Die uitspraak werd herhaald door de Synode van Sneek in 1939: het al dan niet gebruiken van afzonderlijke bekertjes bij het gevaar van besmettelijke ziektes wordt aan de kerkenraden overgelaten. Wel adviseert de synode om de eenheid van de Avondmaalsviering met afzonderlijke bekertjes te laten blijken door één schenkbeker of schenkkan te gebruiken.

Zeer besmettelijk

In de uitspraken van hierboven valt me op, dat het om zeer besmettelijke ziekten gaat. En via de ene beker kunnen ernstige en minder ernstige ziektes en kwalen worden doorgegeven.

Hoe levensbedreigend is het corona-virus op dit moment in Nederland?

Sommigen zullen zeggen: het valt, nu er goede vaccins zijn, allemaal wel mee, dus we kunnen met een gerust hart de kleine bekertjes weer vervangen door een aantal grote bekers.

Anderen reageren daarop met: doordat onze kennis op het gebied van hygiëne is toegenomen, weten we nu veel beter dan vroeger welke risico’s we lopen.

Maar, zegt nummer drie: de HERE zal er wel voor zorgen dat je er niks aan overhoudt, dus vertrouw maar op Hem.

Ja, denkt dan nummer vier: maar ik wil die broeders en zusters die na me komen niet aansteken met m´n verkoudheid of koortslip of Pfeiffer of wat dan ook.

En een volgende broeder of zuster, die toch al terughoudend is in lichamelijke contacten vanwege een zwakke gezondheid, overweegt sinds corona om de ene beker maar over te slaan of zelfs helemaal niet naar het Avondmaal te gaan.

Rekening houden met elkaar

In Romeinen 14 schrijft de apostel Paulus hoe je als gemeente om moet gaan met verschil van mening. Je moet elkaar verdragen en aanvaarden als het niet om wezenlijke zaken gaat. Bij het Avondmaal gaat het om het eten van het brood en het drinken van de wijn. De beker zelf speelt daarbij geen rol. Dus mogen we elkaar de christelijke vrijheid gunnen als gemeentes en als christenen om bij het Avondmaal samen uit de ene beker te drinken of allemaal afzonderlijk uit kleine bekertjes. Waar het om gaat is, dat we het Avondmaal vieren tot versterking van ons geloof.

Laten we daarom elkaar aanvaarden, wanneer de één vrijmoedig met zijn broeders en zusters drinkt uit de ene beker, terwijl de ander met een zuiver geweten drinkt uit het ene kleine bekertje. In beide gevallen wil onze Heiland met zijn bloed het geloof in ons versterken.

In de praktijk

Persoonlijk vind ik de symboliek van de ene beker die je aan elkaar doorgeeft erg mooi. Maar belangrijker vind ik dat iedereen het Avondmaal met volle toewijding en dus onbezorgd kan meevieren. Als gemeenteleden vanwege speciale omstandigheden weg blijven of met gemengde gevoelens het Avondmaal vieren, moet een kerkenraad er alles aan doen om die moeiten met betrekking tot de hygiëne en besmettingsgevaar weg te nemen. Daarom lijkt het mij heel verstandig om bij het Avondmaal de wijn uit kleine bekertjes te blijven drinken. De ‘sterken’ zullen op dit punt toch zeker de ‘zwakken’ tegemoet willen komen. We vieren als christenen het Avondmaal toch niet alleen maar voor onszelf, maar met elkaar?

Toegift 1: na Calvijn komt Schilder

In ‘De Reformatie’ van 6 april 1934 neemt K. Schilder het bericht op, dat een groot deel van de Ned. Geref. Kerk te Koffiefontein zich afgescheiden en bij de Geref. kerk gevoegd heeft, omdat in de eerstgenoemde kerk afzonderlijke bekertjes bij het Avondmaal werden ingevoerd. Schilder geeft daar het volgende commentaar op: ‘ Men zal in de nieuwe kerk wel goed blijven preken. En inzake de sacramenten menen, nog beter dan de voormalige broeders, getrouw te blijven aan de instelling van Christus. Er is dus een nieuwe ‘ware kerk’ geboren, indien men meent, dat wat deze heeft genoeg is om ware kerk te heten. Tenzij iemand menen mocht, dat de thans tot in- voering der bekertjes overgegane kerk eo ipso had opgehouden, ware kerk te zijn. maar daar denk ik anders over. Trouwens, over dat andere denk ik ook anders.

Ter verklaring: ‘eo ipso’ betekent ‘door die daad (van invoering van kleine bekertjes) zelf’. Schilder gelooft dus niet, dat je door zo’n besluit ophoudt ware kerk te zijn. En wat hij dan met zijn laatste cryptische zinnetje ‘Trouwens, over dat andere denk ik ook anders’ bedoelt? Volgens mijn interpretatie bedoelt Schilder daarmee, dat hij ook anders denkt over visie, dat je met een grote beker meer trouw blijft aan de instelling van Christus dan wanneer je bij het Avondmaal kleine bekertjes gaat gebruiken. Schilder houdt ons hier dan ook heel beknopt de vraag voor: is de invoering van kleine bekertjes bij het Avondmaal een kerkstrijd waard? Zijn antwoord sluit aan bij de Schrift, belijdenis en kerkgeschiedenis: NEE, maar verdraagt elkaar in liefde (Ef. 4:2)

Toegift 2: Je kunt van alles krijgen, maar het komt vaak niet door de ene beker

Vaak wordt gezegd, dat wanneer je met meer mensen drinkt uit één Avondmaalsbeker, je daar allerlei ziektes en besmettingen van kunt oplopen. Ik verwijs graag naar het artikel THE COMMON CUP AND THE COMMON COLD van de Canadese medicus Dr. Greg Kenyon. Hij is van mening dat de risico’s van het gezamenlijk drinken uit de ene be­ker aan de avondmaalstafel niet ontkend, maar ze­ker ook niet overdreven moeten worden. Dat is volgens hem niet de voornaamste bron van het overdragen van allerlei infecties en ziektes. Als dat wel zo was, “zouden we God op onze knieën uitbundig moeten danken dat Hij ons elke keer weer op bovennatuurlijke wijze spaart voor al de besmettelijke bacteriën en virussen die in of op de rand van de avondmaalsbeker op de loer liggen om ons ernstig ziek te maken.” Tegelijk pleit Kenyon wel voor het gebruik van afzonderlijke bekertjes voor mensen met een evident zwakke gezondheid of extreem lage weerstand.

“Als het einde nabij is, zullen de mensen misleid worden door de farmacie.”

Op 18 december 2021 plaatste het Nederlands Dagblad zeven korte inverviews over christenen die zich wel of niet laten vaccineren, onder de titel “pro- en antivaxxers, spijtoptanten en uitstellers”. Van één van de zeven hem komt de titel boven dit stuk. Deze medechristen vindt dat vanuit de Bijbel heel duidelijk aan te tonen is, dat we in de eindtijd leven en dat de farmaceutische industrie daar een belangrijke rol in speelt. Want in Openbaring 18 staat, dat het grote Babel door Gods vonnis in één uur te gronde zal gaan. Dan komt er in één klap een einde aan grote invloed van de handelaars (dat is de wereldeconomie) en worden de alle volken niet meer misleid en verleid door haar tovenarij (Openbaring 18:23). Het Griekse woord voor ‘tovenarij’ is ‘pharmakeia’. Volgens hem betekent dat ‘geneesmiddelen, farmacie’ en dus, zei hij, staat er “dat als het einde nabij is, de mensen misleid zullen worden door de farmaceutische industrie. Dat is voor mij de belangrijkste reden waakzaam te zijn als het gaat om vaccinatie en de QR-samenleving.”

Iemand uit de gemeente vroeg mij: klopt het dat het Griekse woord voor ‘toverij’ eigenlijk ‘geneesmiddelen, farmacie’ betekent? En heeft dat dan betrekking op deze tijd?

Het antwoord is: nee, het slaat nergens op om te zeggen dat de vaccinaties die we dankzij de farmaceutische industrie vandaag kunnen inzetten tegen het corona-virus, al in de Bijbel zijn voorspeld en worden afgewezen als misleidend middel van de duivel en het grote Babylon.

1/ Allereerst heeft het woord ‘pharmakia’ in het Grieks twee betekenissen, nl. ‘geneesmiddel/medicijn’ óf ‘tovermiddel/tovenarij’. Dat geldt ook voor het werkwoorden ‘pharmakeuein’ en ‘pharmassein’. Het eerste betekent ‘een geneesmiddel of giftige stof toedienen’ óf ‘met tovermiddelen te werk gaan’.  Het tweede betekent ‘door geneesmiddelen genezen’ óf ’betoveren’.

De reden waarom deze twee betekenissen voorkomen, komt omdat het woord oorspronkelijk iets te maken heeft met het toedienen van een lichaamsvreemde stof. Vandaar dat het in het Grieks soms voor ‘medicijnen’ gebruikt wordt (vaak in combinatie met woorden als ‘gezondheid’ of ‘ziekte’ of ‘arts’), maar ook voor giftige middelen die hallucinaties kunnen oproepen. Van daaruit komt de betekenis ‘tovenarij’ om de hoek kijken.

2/ Als je één tekst in de Bijbel vindt, moet je voor de betekenis ook naar de andere bijbelteksten kijken die hetzelfde woord gebruiken. In totaal komen de woorden ‘pharmakeia’ en ‘pharmakos’ vijf keer voor in het Nieuwe Testament, waarvan vier keer in het boek Openbaring.

Ik zet ze even op een rijtje:

In Galaten 5:20 zet Paulus de gevolgen van onze zondige eigen wil tegenover de vrucht van de Heilige Geest. Die zondige verlangens brengen het volgende teweeg: “ontucht, zedeloosheid en losbandigheid, afgoderij en toverij (‘pharmakeia’), vijandschap, tweespalt, jaloezie en woede, gekonkel, geruzie en rivaliteit, afgunst, bras- en slemppartijen, en nog meer van dat soort dingen.”

In Openbaring 9:21 staat, dat als 1/3 van de mensheid omkomt door Gods plagen die de wereld treffen, de mensen die het overleven, zich niet tot God bekeren, maar hun afgoden blijven aanbidden. “Evenmin braken ze met hun leven van moord en toverij (‘pharmakeia’), van ontucht en  diefstal.”

In Openbaring 18:23 staat, dat de invloed van Babel zo groot was, dat “door uw toverij  (‘pharmakeia’) alle volken verleid werden.”

Als het Nieuwe Jeruzalem neerdaalt op aarde, zullen volgens Openbaring 21:8  “de lafhartigen, ongelovigen, verfoeilijken, ontuchtplegers, tovenaars (‘pharmakos’), afgodendienaars en alle leugenaars” zullen omkomen in de poel van vuur en zwavel.

Tenslotte wordt in Openbaring 22:15 gezegd, dat “de honden, de tovernaars (‘pharmakos’), de ontuchtplegers, de moordenaars, de afgodendienaars en ieder die de leugen liefheeft en doet” buiten het Nieuwe Jeruzalem geplaatst wordt.

Als je vervolgens naar het Oude Testament kijkt, zie je dat het Hebreeuwse woord voor ‘toverij’ een heel ander woord is dan voor ‘genezing’. En van de wereldmachten in die tijd, Babel en Nineve, wordt gezegd:

“Je gedraag je als een hoer, een verleidster ben je, bedreven in toverij, je verkwanselt volken voor je ontuchtige praktijken, en stammen voor je toverkunst.” (Nahum 3:4 over Nineve).

“Kom van je troon af, zet je neer in het stof, vrouwe Babel. Onverwacht komt de ondergang, waarvan je geen vermoeden had. Ga maar door met je bezweringsformules en met talloze toverkunsten waarmee je je van jongs af aan hebt afgemat. Er is niemand die jou redt.” (Jesaja 47:1a, 12a, 15b over Babel).

Niet voor niets staat in Daniël 2:2 dat Nebukadnessar na zijn enge droom “opdracht gaf om de magiërs, bezweerders, tovenaars en Chaldeeën bijeen te roepen om hem te vertellen waar zijn droom over ging.”

Volgens de Bijbel heeft ‘pharmakeia’ dus nooit iets met geneesmiddelen te maken, maar staat het altijd in verband met ontucht, waarzeggerij, afgoderij en andere verderfelijke, vaak occulte dingen. Het heeft dus helemaal niets met farmaceutische middelen of medicijnen te maken, ook al is het woord ‘farmacie’ inderdaad afgeleid van het Griekse woord ‘pharmakeia’. Maar dat heeft een dubbele betekenis, zoals onder 1/ al is vermeld.

3/ Er is nog een reden waarom het erg gezocht is om de ‘Big Pharma’ opeens als de grote verleider uit het bijbelboek Openbaring te zien. Het woord ‘farmacie’ is pas een paar honderd jaar oud. Het is vanuit het Frans overgenomen als vervanging van het ouderwetse woord ‘artsenijbereidkunde’. Het is uiteindelijk wereldwijd het gangbare woord geworden voor het bereiden en testen van medicijnen die vaak via de apotheek verstrekt worden.

Ieder weldenkende christen zou toch moeten begrijpen dat een nieuwe aanduiding voor ‘medicijnbereiding’ niets te maken heeft met door God  verboden praktijk van tovenarij.

Als conclusie trek ik uit dit alles:  de ‘toverij’ waarmee het grote Babel in Openbaring 18:23 alle volken verleidt, heeft niets te maken met de farmaceutische industrie van vandaag. Je kunt het op geen enkele manier gebruiken als  argument om je niet te laten vaccineren. Wie dat wel doet, laat de Bijbel buikspreken.

Nog twee leuke feitjes als toegift.

*1* in het Nieuwe Jeruzalem staat weer een levensboom. Volgens Openbaring 22:3 “brengen de bladeren van de boom de volken genezing.” In het Grieks staat daar het woord ‘therapeia’. Daar is het Nederlandse ‘therapie’ van afgeleid. Maar niemand zal nu zeggen dat ‘therapie’ en ‘genezing’ nog precies hetzelfde zijn. Vandaag is een ‘therapie’ meestal gericht op ‘innerlijke, mentale genezing’.

*2* In het moderne Grieks is ‘pharmakeio’ het woord voor ‘apotheek’ en ‘pharmako’ het woord voor ‘medicijn’.

Christenen over vaccineren – drie posities en iemand die van ‘nee’ naar ‘ja’ ging

Een goede kennis vroeg me laatst: “Wanneer je met goede argumenten kunt komen, laat ik me graag door jou overtuigen om mij toch maar te laten vaccineren. Ik kijk uit naar je reactie.” Nu denk ik niet dat ik mensen kan overtuigen om zich te laten vaccineren. Zelf vind ik dat vaccinatie een door God gegeven middel is dat we kunnen gebruiken om te voorkomen dat mensen doodziek worden of zelfs sterven aan een relatief makkelijk te voorkomen virusinfectie. Een andere goede kennis zei een paar week geleden tegen me: “In de 19e eeuw had je de pokken waar duizenden mensen aan stierven, tot half jaren ’50 van de vorige eeuw had je polio waar honderden mensen aan stierven, en in beide periodes had je predikanten die openlijk schreven dat het een geschenk en dus ook een opdracht van God is om je laten vaccineren. Waarom durven christelijke voorgangers dat nu niet openlijk te zeggen?”

Om me wat verder in dit onderwerp te verdiepen las ik opnieuw het uitstekende boekje POLIO – Afwachten of afweren van prof. dr. J. Douma (TU Kampen – GKV) en prof. dr. W.H. Velema (TU Apeldoorn – CGK) uit 1979. Zij schreven dit boekje n.a.v. de polio-uitbraak in 1978 op initiatief van de regering (!). Want die wilde graag het reformatorische volksdeel dat principiële bezwaren had tegen inenting laten voorlichten, niet door niet-christelijke medici en seculiere politici, maar door “twee bij uitstek deskundigen op het gebied van de theologisch-ethische benadering van het vraagstuk van de vaccinatie” (blz. 7, E. Veder-Smit, staatssecretaris Volksgezondheid en Milieuhygiëne).

Drie posities

Douma en Velema laten zien dat er drie standpunten zijn onder christenen als het om vaccinatie gaat (blz. 63-65).

“Er zijn gelovigen die elke vorm van inenting principieel en radicaal afwijzen. Zij willen er niets van weten. Zij menen dat zij in strijd handelen met het gebod van Gods en het geloof in Gods vaderlijke leiding – de voorzienigheid van God – als ze maatregelen nemen vóór de ziekte toegeslagen heeft.

Een tweede groep van christenen acht inenting geboden als plicht van iedere gelovige. (…) Ieder christen moet uit besef van verantwoordelijkheid voor zijn directe omgeving en voor de samenleving in haar geheel zichzelf en zijn kinderen laten inenten.

(…) Tussen beide standpunten bevindt zich een groep die van mening is dat ieder voor zichzelf een beslissing moet nemen. Wie inenting niet met zijn geweten in overeenstemming acht, moet haar nalaten. Wie er wel vrijmoedigheid voor vindt, moet haar toepassen.”

Douma en Velema geven ook aan, dat de principiële voorstanders van inenting “het als een verplichting zien dat iedere gelovige inenting toepast, ook al willen ze een ander er niet toe dwingen dit te doen. (…) Zij zeggen, met alle respect voor het geweten van de ander: De afwijzing van inenting berust op een verkeerd verstaan van de Schriften. Wie Gods gebod goed verstaat, mag zich aan inenting niet onttrekken. Inenting is plicht.”

Vaccinatiedrang en vaccinatiedwang

Tegelijk is het zo dat de voorstanders van inenting en de aanhangers van het middenstandpunt allebei de grens leggen bij het persoonlijke geweten. “Als het geweten neen zegt, mag niemand – zelfs de overheid niet – tot inenten dwingen.”  Het verschil hierbij is dan wel weer, dat overtuigde ja-zeggers het standpunt huldigen: geen staatsdwang, wel staatdrang. Toch waren ook zij in 1872 in meerderheid tegen de verplichte inenting van onderwijzers en leerlingen. Die was in 1872 niet absoluut trouwens: je mocht kiezen voor ander werk of je kind thuishouden. Maar het werd door veel christenen wel als sociale dwang gezien.

Bij de polio-uitbraken in de jaren ’70 van de vorige eeuw vinden Douma en Velema dat er helemaal geen staatsdwang toegepast mag worden, want die hadden zo’n beperkte omvang dat de gezondheid van de maatschappij niet in gevaar kwam.  

Wat mij dan wel triggert is, hoe Douma (die vorig jaar zelf overleden is aan corona) en Velema gedacht zouden hebben over de vaccinatie-drang en misschien binnenkort de sociale vaccinatie-dwang in onze tijd. Ik vermoed dat ze geen moeite zouden hebben met het eerste. En dat ze verplichte vaccinatie resoluut zouden afwijzen, want dan gaat de overheid over de gewetens van mensen heersen. Maar wat zouden ze vinden van sociale vaccinatie-dwang onder bv. IC-verpleegkundigen en zorgmedewerkers in verpleegtehuizen? Ik vermoed dat ze daar geen voorstander van zouden zijn, maar er gezien de ernst van de corona-epidemie wel begrip voor zouden hebben wanneer de overheid dit zou invoeren voor bepaalde beroepssectoren.

Douma en Velema geven ook duidelijk aan waarom het vertrouwen op de zorg van God het gebruik van preventieve middelen tegen ziektes goed kunnen samengaan. Hun uitleg van bijbelgedeeltes als Matteüs 9:12 (‘Wie gezond zijn hebben geen dokter nodig’) en Exodus 15:26 (‘Ik, de HERE, ben uw Heelmeester’) en Spreuken 22:3 (‘De schrandere ziet het onheil en bergt zich, maar de onverstandigen gaan hun gang en moeten boeten’) kan ik alleen maar ter lezing aanbevelen.

Van een principeel ‘nee’ naar een overtuigd ‘ja’

Het valt mij op dat in de eerste helft van de 19e eeuw de bijbelgetrouwe christenen uit de kringen van het Reveil, zoals de christelijke arts Abraham Capadose in 1823, en onder gereformeerden uit de kring van de Afscheiding van 1834, onder wie Hendrik de Cock, in meerderheid principieel tegen vaccinatie tegen de pokken waren, ook al maakte die vooral onder kleine kinderen veel dodelijke slachtoffers. Dat vaccin was in 1796 uitgevonden in Engeland en werd al snel in heel Europa toegediend.  De twee belangrijkste bezwaren waren ook toen al: ‘vooruitlopen op Gods voorzienigheid’  en ‘je laat je injecteren met het merkteken van het Beest. En complottheoriën zie je ook al opdoemen in die tijd, maar ook bv. als het gaat om het ontstaan van aids (bv. door een uit de hand gelopen experiment in een Amerikaans laboratorium – zoals J. Douma in zijn boekje ‘AIDS – meer dan een ziekte’  op blz. 15 schrijft)

In de tweede helft van de 19e eeuw werd er onder bijbelgetrouwe christenen veel positiever over gedacht, o.a. door Abraham Kuyper, de voorman van de tweede groep gereformeerden die in 1886 met de Doleantie meegingen en ook door Helenius de Cock, die leefde van 1824-1894. Ik blogde al eerder over hem – klik hier.  Helenius was de zoon van Hendrik de Cock, de voorman van de Afscheiding van 1834. Die was fel tegen vaccinatie, ook vanwege de rol van de overheid in de tijd van de Afscheiding: Hendrik de Cock werd vervolgd en gevangen gezet. Dat maakte hem, naast principiële bezwaren, ook argwanend tegen alle wetenschappelijke kennis van niet-gelovigen. Helenius was 17 jaar oud toen in 1841 zijn jongste broertje van bijna één jaar aan de pokken stierf. Jaren later, in 1871, schreef hij een brochure waarom hij zijn kinderen wél liet inenten. Hij vertelde, dat de dood van zijn broertje een verpletterende indruk op zijn vader had gemaakt. Ook, omdat de dokter had verklaard dat het kindje zeker was blijven leven als De Cock het wel had laten inenten. Toch, schreef Helenius, bleef mijn vader bij zijn standpunt dat vaccinatie niet geoorloofd was en heeft hij God nooit verwijten gemaakt dat zijn zoontje niet in leven bleef, hoewel hij er de HERE intens om gebeden had. Mede daarom was Helenius ook lange tijd principieel tegen vaccinatie.

Waarom ging hij uiteindelijk toch over van ‘nee’ naar ‘ja’? Om drie redenen, schrijven Douma en Velema (blz. 35-40). Allereerst: Helenius had de woorden van Christus over gezonden die geen geneesheer nodig hadden nooit letterlijk opgevat. Dat woord sprak Jezus namelijk tegen de farizeeën die in de waan leefden dat zij Jezus als geneesheer van hun zonden niet nodig hadden. Verder had Helenius lange tijd op het standpunt gestaan, dat je als christen beter solidair kunt zijn met gelovige gewetensbezwaarden dan met niet-gelovigen die in hun overmoed door vaccinatie de voorzienigheid van God miskennen. Maar toen hij in Schotland en Duitsland gelovigen tegenkwam die vonden dat vaccinatie voor christenen juist roeping en plicht was, besefte hij, dat je als christen het resultaat van de medische wetenschap niet hoeft af te wijzen, ook al blijf je de hoogmoed erachter afwijzen. Tenslotte moest Helenius toegeven, dat de resultaten van de vaccinatie enorm positief waren en dat alle schrikbeelden van mogelijke schadelijke gevolgen niet waren uitgekomen. Als niet-geneeskundige kon hij die feiten niet weerleggen.

Wat mij opvalt in het nieuwe standpunt van Helenius de Cock zijn de volgende dingen. Allereerst: hij gaat niet mee in het eindtijdscenario. Dat vind ik verstandig. Als christenen moeten we niet te snel met het teken van het beest op de proppen komen. Want als je als christen al vindt dat Openbaring 13 op de huidige tijd van toepassing is, moet je vooral de macht en invloed van de technologie en de toepassing ervan door een dictatuur als China benoemen. Dat was er al ver voordat het corona-virus begin 2020 de wereld rondging. Dat is echt een andere diskussie, vind ik, al is corona voor veel mensen wel een eye-opener als het om deze ontwikkelingen gaat. Verder beseft Helenius heel goed dat hij geen arts en dus geen deskundige is als het om het effect en de bijwerkingen van het pokkenvaccin gaat. Oftewel: argwaan levert niets op – een kritische houding wel. Dus geef ik –al sputterend- de overheid het voordeel van de twijfel als het om de coronamaatregelen gaat, want onze regering is niet te vergelijken met de Romeinse overheid aan wie Paulus zich ook onderwierp als die niet in strijd met Gods Woord handelde.  Daarom vind ik ook dat het RIVM meestal keurig en soms wat slordig objectieve gegevens publiceert. Vaak zijn niet de statistieken, maar de interpretatie die men er aan geeft de grootste leugen. En als ik weer een corona-scepticus tegen komt die een ander geluid laat horen dan de overgrote meerderheid van de deskundigen, check ik eerst even de achtergrond van deze kritische persoon. Dat laat meestal duidelijk zien dat bv. Gert Vanden Bossche of Robert Malone meer omstreden zijn dan ze zelf beweren. Als theologisch schoenmaker hou ik mijn liever bij mijn bijbelse leest dan dat ik denk dat ik het van de 17 miljoen virologen in Nederland het beste weet.

Die bijbelse leest leert mij dat je als christen de morele plicht hebt om de middelen die God in zijn voorzienigheid aan ons als mensheid geeft, niet achteloos te laten liggen, maar dankbaar uit zijn hand te aanvaarden.

Wat zegt de Bijbel over mondkapjesplicht en quarantaine?

Wie het boek Moderne wetenschap in de Bijbel van Ben Hobrink gelezen heeft, weet dat God in de Bijbel veel wijze regels aan de mensheid gegeven heeft die in onze tijd door de wetenschap onderstreept worden (waarbij Hobrink soms wel wat al te veel vanuit de Bijbel wil bewijzen trouwens). Dat geldt ook voor het nut van veel coronamaatregelen. Daarover schreef drs. Alie Hoek-van Kooten, arts en medicus, getrouwd met de theoloog dr. Jan Hoek, beiden gereformeerde christenen (Gereformeerde Bond) een interessant artikel. Met haar toestemming mag ik het hier plaatsen. Het verscheen ook op de opiniepagina van het Reformatorisch Dagblad van 15 november jl. Aan het van haar haar artikel ga ik nog in op een paar reakties die daarna in het RD verschenen.

Alie Hoek – van Kooten

Er zijn weer nieuwe maatregelen aangekondigd om besmettingen met het coronavirus tegen te gaan. Veel van deze maatregelen zijn terug te vinden in de Bijbel, inclusief het dragen van een mondkapje.

Mensen met principiële bezwaren tegen vaccineren zijn vaak wel bereid een mondkapje te dragen. Ik heb daarbij wel het gevoel dat dit niet helemaal van harte gaat, maar dat men dit doet omdat het makkelijk ingepast kan worden in het leven van alledag en niet zoiets bijzonders vraagt als een vaccinatie. Goed om te weten dat veel van dergelijke maatregelen terug te vinden zijn in de Bijbel, in de wetten van Leviticus en Deuteronomium.

De bestrijding van de corona-epidemie is gestoeld op twee pijlers. De eerste is de overdracht van de ene mens op de andere indammen door de maatregelen. Je zou kunnen zeggen dat dit een uitwendige bescherming is. De andere pijler is ervoor zorgen dat het virus, wanneer het toch je lichaam is binnengekomen, vervolgens door antistoffen wordt vernietigd. Die antistoffen krijg je door je te laten vaccineren. Dit zou je een inwendige bescherming kunnen noemen. [In een ander artikel noemde Alie Hoek – van Kooten het coronavaccin een dankbaar te aanvaarden geschenk van God, dat alleen maar kan werken dankzij ons prachtige immuunsysteem dat onze Schepper ons heeft gegeven.]

Goed om die eerste pijler eens nader te bekijken vanuit Bijbels perspectief.

Melaatsheid

In Leviticus 13 wordt gesproken over melaatsheid, een besmettelijke ziekte. De Heere spreekt tot Mozes en Aäron en zij moeten de maatregelen ertegen doorgeven aan het volk Israël. De verschijnselen van melaatsheid worden beschreven in Leviticus 13. Als je vreesde melaats te zijn, moest je naar de hogepriester en die keek dan of je de ziekte wel of niet had. Als bleek dat je melaats was, werd je onrein verklaard. Dat hield in dat je niet meer onder de mensen mocht wonen, maar dat buiten het kamp je woongebied was (Lev. 13:46). Dit omdat je dus andere mensen zou kunnen besmetten. Maar er waren nog meer maatregelen nodig. Ook buiten het kamp liepen immers mensen en dus moest je vanuit de verte herkenbaar zijn. Anders zouden mensen te dicht in je buurt kunnen komen en alsnog besmet kunnen raken. In Leviticus 13:45 staat dan ook: „De kleren van de melaatse bij wie de ziekte is vastgesteld, moeten ingescheurd worden, zijn hoofdhaar moet hij los laten hangen, hij moet zijn baard en snor bedekken en hij moet roepen: Onrein, onrein!” In de Statenvertaling staat: „en hij zal de bovenste lip bewimpelen; daartoe zal hij roepen: Onrein, onrein!”

Het bijzondere is dat wij nu weten dat melaatsheid door een bacterie wordt veroorzaakt en dat die met de uitademingslucht naar buiten gaat. Nu moet dus de melaatse eerst iets voor zijn mond houden („de bovenste lip bewimpelen”) en dan pas roepen: „Onrein, onrein!” Een soort van mondkapje dus. En dan te weten dat men in die tijd nog niets wist van ziekteverwekkende bacteriën en virussen, en nog minder hoe die zich dan zouden kunnen verspreiden.

Quarantaine

De symptomen van melaatsheid worden beschreven in Leviticus 13. Als de symptomen nog niet helemaal duidelijk waren, moest de betreffende persoon zeven dagen worden afgezonderd. Daarna keek de priester opnieuw en als het dan nog niet zeker was, moest die persoon opnieuw zeven dagen worden afgezonderd. En dan (na veertien dagen) wordt hij of rein (het was een gewone uitslag, Lev. 13:6) of hij krijgt alsnog de diagnose melaatsheid (Lev. 13:8). De persoon in kwestie is dan dus in totaal veertien dagen in quarantaine geweest. Dus toen kende men al de quarantaine.

Pest

Op de basisschool hebben wij gehoord van de pest, die in de middeleeuwen in Europa huishield. Zo werd Europa van 1348 tot 1351 zwaar getroffen door de pest, ook wel ”zwarte dood” genoemd. Een kwart van de Europese bevolking kwam eraan te overlijden. De pest wordt veroorzaakt door een bacterie die leeft in rattenvlooien, die op hun beurt weer op ratten leven. Als de ratten bij de mensen kwamen, kon zo’n rattenvlo een mens bijten en kreeg deze de bacterie binnen en kreeg hij de pest. Vervolgens kon die bacterie dan ook weer van de ene mens op de andere overspringen via bijvoorbeeld de uitademing. In de Joodse wijk van Straatsburg viel het op dat er veel minder pestslachtoffers waren dan elders in de stad. Dat kwam doordat daar de Joodse arts Balavignus werkte. Hij leefde volgens de wetten van de Tenach, het Oude Testament. Hij gaf in 1348 bevel om de gehele Joodse wijk schoon te maken en al het afval te verbranden. Hij deed alles zoals vermeld in de wetten van Leviticus. Hierdoor verdwenen de ratten en dus ook de rattenvlooien waarin die bacteriën huisden, met als gevolg dat de pest in zijn wijk veel minder voorkwam. In plaats dat de autoriteiten dat goede voorbeeld navolgden, namen ze Balavignus gevangen. Ze gaven hem de schuld van de pest. Want het was toch vreemd dat overal de pest heerste, behalve in zijn wijk! Alle steden werden geïnformeerd dat de Joden de lucht, de waterputten en de bronnen hadden vergiftigd. Dat heeft vervolgens tot hevige Jodenvervolgingen geleid. Had men maar naar Balavignus geluisterd, dan zou de pest in die tijd niet zo’n enorme omvang hebben gehad.

Verband

In Deuteronomium 28:58-62 wordt alles nog eens samengevat. Hier zegt de Heere: „Als u al de woorden van deze wet die in dit boek geschreven zijn, niet nauwlettend houdt, door deze heerlijke en ontzagwekkende Naam, de Heere, uw God te vrezen, (…) dan zal de Heere uw plagen en de plagen van uw nageslacht uitzonderlijk maken; het zullen grote en aanhoudende plagen, en kwaadaardige en aanhoudende ziekten zijn. (…) Ook iedere ziekte en iedere plaag die niet in het boek met deze wet geschreven is, zal de Heere over u laten komen, totdat u weggevaagd wordt. U zult met weinig mensen overblijven, terwijl u zo talrijk was als de sterren aan de hemel, omdat u de stem van de Heere, uw God, niet gehoorzaam geweest bent.” De Heere God legt dus duidelijk een verband tussen het niet nakomen van de maatregelen en het ernstig ziek worden. En als je je wel aan de maatregelen houdt, komt dat je gezondheid ten goede. Ze begrepen toen nog helemaal niet hoe het werkte, maar het werkte wel. Er stond ook een strenge straf op als ze het niet deden.

Aan de Bijbel zijn dus krachtige motieven te ontlenen om je van harte aan de anti-coronamaatregelen te houden. Laten we niet met tegenzin en omdat het nu eenmaal niet anders kan, maar juist uit volle overtuiging 1,5 meter afstand houden, mondkapjes dragen, niet naar ons werk gaan als we klachten hebben, niezen en hoesten in onze elleboog enzovoorts.

Reakties

In het RD reageerden twee theologen op het artikel van Alie Hoek-van Kooten. De een (Dr. D. Baarssen – RD 17-11) vond de vergelijking met melaatsheid te ver doorgevoerd, omdat in de Bijbel nergens staat dat men bij een mogelijke besmetting buiten de maatschappij gesloten werden. Ook staat in de Bijbel nergens dat gezonde mensen hun gezicht moesten bedekken. Alie Hoek – van Kooten reageert daarop (RD 24-11) door te zeggen, dat in Levitikus 13 ook al staat, dat mensen die mogelijk melaats zijn, preventief zeven dagen in afzondering moeten leven. En wat de mondkapjes betreft: natuurlijk is dat niet één op één af te leiden uit de Bijbel, maar corona is een zo besmettelijke ziekte, dat het in onze tijd nodig is om uit voorzorg deze maatregel in te voeren. Want, schrijft ze: De Bijbel is er niet alleen voor ons geestelijk leven, maar ook voor ons leven van elke dag. In deze lijn heeft de overheid de taak ervoor te zorgen dat de gezondheid van de mensen zo goed mogelijk wordt gewaarborgd. En ze vindt het heel bijzonder, dat de basisregels om besmettingen tegen te gaan (buiten het kamp isoleren, baard en snor bedekken) al in het Oude Testament door God gegeven zijn, terwijl terwijl men nog niets van ziekmakende bacteriën en virussen afwist.

Nog een paar dagen later reageerde ds. J.A.J. Pater (RD 29-11). Hij vond de vergelijking met melaatsheid minder juist, omdat melaatsheid in de Bijbel niet in de eerste plaats als een besmettelijke ziekte gezien. maar vooral als cultische onreinheid: je bent niet geschikt om voor God te naderen en dat mag niet op een ander overdragen. In het Nieuwe Testament geneest Jezus daarom zieken, maar reinigt Hij melaatsen. Ook vindt hij dat het bedekken van baard en snor niet bedoeld was om besmettingen te voorkomen, maar een teken van rouw is. Dat laatste klopt wel, maar de kanttekeningen van de Staten-Vertaling geven bij Levitikus 13:45 al aan, dat het mondkapje bij melaatsheid een dubbele funktie heeft: het voorkomen van besmettingsgevaar én als teken van rouw en droefheid. En wat dat eerste betreft: ik geloof dat melaatsheid beide aspekten in zich heeft: een besmettelijke ziekte én in Israel een teken waarmee God duidelijk wil maken dat mensen uit zichzelf onrein en niet in staat zijn om tot Hem te naderen. Het onderscheid tussen lichamelijk genezen en cultisch reinigen lijkt mij niet terecht. Naäman was melaats, maar dat had niets te maken met cultische onreinheid. Hij zocht genezing bij de God van Elisa en kreeg die ook. En Jezus reinigde = genas de 10 melaatsen, maar gaf ze ook de opdracht om bij de priesters in de tempel een cultische genezen-verklaring te halen. Het is beide. Of, zoals Alie Hoek – van Kooten het in haar reaktie op dr. Baarssen zegt: De Bijbel is er niet alleen voor ons geestelijk leven, maar ook voor ons leven van elke dag. In deze lijn heeft de overheid de taak ervoor te zorgen dat de gezondheid van de mensen zo goed mogelijk wordt gewaarborgd.

Wie wil rekening houden met wie als we weer ’gewoon’ naar de kerk mogen?

De Volkskrant – zaterdag 18 september 2021

Het Nederlands Dagblad plaatste op 18 september dit artikel van mij onder de kop Niet-gevaccineerde zal ook iets moeten doen. Zelf had ik als kop Maatwerk voor kerkbezoek – voor wie? als kop voorgesteld. Ik wil graag uitleggen waarom ik dit artikel geschreven heb. Nu de 1½ meter opgeheven wordt moeten we met elkaar rekening houden. In de meeste kerken komt er geen corona-check bij de ingang. Dat is een tegemoetkoming aan de niet-gevaccineerden. Tegelijk zijn er vermoedelijk best wel veel kerkgangers die zich zorgen maken over de kans op besmetting door niet-gevaccineerden. Die angst is reëel, liet een onderzoek in De Volkskrant van 18 september zien: vaccins voorkomen veel besmettingen (zie bijgaande grafiek). Die angst kun je als kerk wegnemen  door van de niet-gevaccineerden te vragen of ze zich vrijwillig bij de GGD of thuis willen laten testen. Ik ben ervan overtuigd dat veel niet-gevaccineerden graag aan dat verzoek willen voldoen om hun mede-kerkleden een veilig gevoel te geven.  Als er dan toch nog kerkleden zijn die helemaal geen actie willen ondernemen, mag van hen gevraagd worden om vrijwillig afstand te houden en in een gedeelte van de kerkzaal te gaan zitten waar de 1½ meter nog wel geldt.

Ik veroordeel dus niemand die zich wel of niet laat vaccineren. Ik vraag alleen of christenen die een stevige eigen mening over de zin van vaccinatie hebben, bereid zijn om zelf een klein offer te brengen door niet maximale vrijheid voor zichzelf op te eisen, maar door een stap richting hun bezorgde mede-christenen te doen. Wat wil je nou liever? Dat die ander thuis blijft of dat je samen weer naar de kerk kunt?

Tot zover de inleiding. Nu volgt de volledige tekst van het artikel.

Na 1½ jaar laat de regering vanaf 25 september de anderhalvemetermaatregel los. In plaats daarvan komt er een verplichte toegangscontrole voor evenementen en in horeca-gelegenheden. Die coronapas is niet verplicht voor winkels, musea én kerken.

Met een enthousiaste plaatje erbij gaf het Dienstencentrum van de CGK aan, wat dit vanaf zondag 26 september voor de kerkdiensten (incl. jeugdwerk en kinderclubs) betekent. Men raadt een toegangscontrole bij de ingang van de kerk af. Wat mij betreft is dat terecht.

Maar wat doe je als kerk wanneer je weet dat bijna 15% van de bevolking zich niet heeft laten vaccineren? Als je geen corona-check bij de ingang wilt, laat je dan gevaccineerden en niet-gevaccineerden kris-kras door elkaar laten zitten in de kerkdienst? Of zoek je naar andere mogelijkheden?

Dat laatste adviseren de dienstencentra van CGK en van GKV/NGK: “De kaders zijn helder. Binnen die kaders kan elke gemeente de mogelijkheden onderzoeken voor herstel van de gemeenschap rond Gods Woord. Niet door een strikte toepassing van wel of niet 1,5 meter, maar door in liefde rekening te houden met elkaar.”

Ik had verwacht dat deze keer van de niet-gevaccineerden gevraagd zou worden om zoveel mogelijk rekening te houden met de meerderheid van kerkgangers binnen GKV en NGK en ook binnen een groot deel van de CGK door bijvoorbeeld de morele oproep om eerst op de zondagmorgen thuis een zelftest te doen, of anders te gaan zitten in een gedeelte van de kerk waar nog wel de 1,5 meter afstand gehouden worden. Dat laatste kan gemakkelijk: neem het rechtervak of de achterste vijf rijen.

Tot mijn verbazing komt men onder het kopje Ruimte en veiligheid tot een tegenovergesteld advies: laten kerken “in de kerkzaal ruimte reserveren voor leden die graag naar de kerk willen komen, maar ook de 1,5 meter nog in acht willen nemen.” Men voegt daar nadrukkelijk (bij de CGK in cursieve letters) aan toe: “Voor alle duidelijkheid: het gaat dan niet om een vak voor ongevaccineerden of voor mensen met een negatief testbewijs. Maar het is ruimte waar mensen, die zich anders niet veilig voelen in de kerk, hun plek kunnen innemen.” 

Ik vind dit de omgekeerde wereld. Als er gemeenteleden zijn die zich, om wat voor reden dan ook, niet willen laten vaccineren, maar toch graag naar de kerk willen, mag je juist van hén vragen of ze zich van te voren vrijwillig op corona laten testen, voordat ze zich onder al die andere gemeenteleden begeven. En als ze zelfs dat niet willen, mag je juist van hén vragen om op dezelfde manier in de kerk te zitten als vóór de afschaffing van de anderhalvemeterregel, nl. in een vak of op een rij waar je gepaste afstand van elkaar houdt.

Wie zelfs bij dat laatste zegt: ik wil gewoon tussen iedereen inzitten, want anders word ik in mijn vrijheid beperkt, heeft volgens mij weinig begrepen van de woorden van Paulus: Laat onder u de gezindheid die Jezus Christus had. Heb niet alleen uw eigen belangen voor ogen, maar ook die van de ander.

In de samenleving voert de regering weloverwogen de coronapas in om een tweedeling te voorkomen. Zonder die check zouden kwetsbaren zich nog steeds niet in de samenleving durven begeven en wordt hún vrijheid ingeperkt, zei minister de Jonge. Een CDA-kamerlid merkte tijdens het debat op, dat het niet zo kan zijn dat 16 miljoen mensen beperkingen moeten accepteren omdat 1,8 miljoen mensen zich niet laten vaccineren.

Vreemd dat dan in de kerk het omgekeerde wordt voorgesteld: iedereen mag weer gewoon naast elkaar zitten en we leggen niet-gevaccineerde kerkgangers die zich ook niet willen laten testen geen enkele beperking op. Wel zetten we die gemeenteleden apart die er moeite mee hebben om naast iemand te zitten die alleen maar aan zichzelf denkt.

Ik zou eerder zeggen: regel iets voor die personen die zich niet hebben laten vaccineren en zich ook niet op corona willen laten testen. Als ze echt de gezindheid van Jezus Christus hebben, zullen ze blij zijn dat er geen verplichte corona-check is, maar dat ze nog steeds welkom zijn onder dezelfde voorwaarden als vóór 25 september, nl. door zelf op gepaste afstand in de kerk plaats te nemen.

Immers: iedereen heeft de vrije keus in de beperkingen die men zichzelf oplegt.

Wentel die beperkingen in de kerk niet op anderen af, zou ik zeggen.

Weer naar de kerk … een routekaart met perspectief

Het is lente. In de natuur. Maar ook in de samenleving en in de kerk. De verlenging van de avondklok en het uitstel van verdere versoepelingen is als een maartse bui die tot half april duurt, maar daarna is er toch eindelijk perspectief op meer. Wat kijken we daar naar uit, ook als christenen die graag weer naar de kerk willen. In de Bijbel staat een mooi zinnetje: Huppelend als kalveren die op stal gestaan hebben zullen jullie naar buiten komen. (Maleachi 3:20b). Zo voelt het inderdaad na een jaar corona.

Op 22 maart kwam het CIO, het landelijk overlegorgaan van alle kerkgenootschappen in Nederland, eindelijk met een routekaart. Daar ben ik erg blij mee. De routekaart sluit goed aan bij de fases die de overheid onderscheidt (‘waakzaam’ / ‘zorgelijk’ /  ‘ernstig’ / ‘zeer ernstig’ / ‘zeer ernstig met verzwaring =lockdown’). Het geeft duidelijk aan wat er voor kerken wel of niet mogelijk is in de diverse fases. Ik haal de highlight die mijzelf opgevallen zijn er even uit. En stel daarna een paar vragen bij de onduidelijkheden die er volgens mij overgebleven zijn.

Highlights voor de plaatselijke kerk

1/ Het aantal kerkgangers is volgens de routekaart bij ‘waakzaam’ flexibel, bij ‘zorgelijk’ max. 100 personen, bij ‘ernstig’ max. 60 personen en bij ‘zeer ernstig’ max. 30 personen. Bij een verzwaring = lockdown wordt er overgegaan tot alleen maar onlinediensten. Als maatwerk voor grotere kerken met meer dan 300 zitplaatsen wordt in de toelichting geadviseerd om bij ‘zorgelijk’ 20% van de zitplaatsen te benutten, bij ‘ernstig’ 15% en bij ‘zeer ernstig’ 10%.

2/ Onder alle omstandigheden, dus ook als er sprake is van een lockdown, mogen bij doopdiensten en trouwdiensten 30 kerkgangers aanwezig zijn. Over belijdenisdiensten (die hetzelfde karakter hebben als doopdiensten) wordt niets gezegd.

3/ Voor zingen in de kerk geldt bij ‘zorgelijk’  dat de gemeente op praatniveau mag zingen en dat er 12 zangers mogen zijn (maar in de toelichting op de routekaart wordt aangedrongen om het aantal zangers bij ‘zorgelijk’ zo mogelijk te beperken tot 6 personen). Bij ‘ernstig’ mag de gemeente op praatniveau zingen maar met beperkte tijd en kunnen er 4 zangers zingen. Bij ‘zeer ernstig’ wordt samenzang dringend ontraden en kunnen er nog steeds 4 zangers zingen. Bij ‘verzwaring’ luidt het advies voor samenzang en zangers: niet zingen.

4/ Op het kerkplein en bij andere activiteiten buiten mag je elkaar weer ontmoeten als de situatie niet meer ‘zeer ernstig’ is. Bij ‘ernstig’ met max. 40 personen, bij ‘zorgelijk’ met max. 60 personen en bij ‘waakzaam’ zonder limiet.  

5/ Voor kerkelijke activiteiten zoals catechisaties, jeugd- en verenigingswerk, kringen en cursussen geldt tot 18 jaar geen limiet wat betreft aantallen. Voor 18+ geldt geen limiet bij ‘waakzaam’, geldt bij ‘zorgelijk’ een limiet van 60 personen en bij ‘ernstig’ en ‘zeer ernstig’ een limiet van 30. Wanneer er sprake is van verzwaring mogen kinderen t/m 12 nog steeds in de kerk bij elkaar komen,  maar wordt voor 13 t/m 17 en voor 18+ geadviseerd om digitaal bij elkaar te komen.

6/ Activiteiten als inloopochtenden zijn in alle vier de fases mogelijk met steeds wat minder personen als maximum, behalve bij een verzwaring, want dan moet het kerkgebouw dicht blijven.

Alles wat mogelijk is, is uiteraard met inachtneming van alle richtlijnen van het RIVM.

Onduidelijkheden

A/ Het is voor mij wat verwarrend dat er verschillende termen gebruikt worden voor de verzwaringen bovenop de fase ‘zeer ernstig’. Ook is mij niet helemaal duidelijk wie bepaalt wanneer we met verzwaringen te maken hebben en voor welke onderdelen ze op dit moment gelden.

In de toelichting (blz. 3 van de routekaart) staat, dat het CIO aangeeft wanneer er verzwarende maatregelen gelden voor de erediensten. Die worden door het CIO afgekondigd “met daarbij een begin- en een einddatum waarbinnen deze verzwarende maatregelen geadviseerd worden.” Maar op de CIO-website staat alleen maar, zonder enige verdere verwijzing, dat de routekaart “geen wijziging brengt in de maatregelen die op dit moment van toepassing zijn.” Als je onderaan de CIO-site kijkt in het media-archief kom je een CIO-advies tegen van 5 okt. 2020 om in kerkdiensten max. 30 kerkgangers toe te laten zonder gemeentezang en een aanscherping op 15 dec. 2020 om voorlopig alleen online-diensten te houden. Maar het CIO geeft geen enkel advies over het aantal zangers in de kerk en de voortgang van het kinder- en jeugdwerk t/m 17 jaar tijdens de eredienst.

Moet ik daaruit de conclusie trekken dat we volgens het CIO wél in een verzwaring zitten als het om het aantal kerkgangers gaat (en dus adviseert de routekaart voor de gewone kerkdienst: alleen online-diensten) en dat we níet in een verzwaring, maar gewoon in ‘zeer ernstig’ zitten als het om zingen in de kerk gaat (en dus wordt gemeentezang dringend ontraden, maar kunnen er we max. 4 zangers aanwezig zijn)?

In de toelichting staat verder, dat voor doordeweekse activiteiten de verzwarende maatregelen gelden die de overheid afkondigt als het gaat om onderwijs, kinderopvang en horeca. Daardoor wordt de routekaart zelf wat verwarrend. Want daar staat aldoor alleen maar ‘verzwaring’ + bijbehorende maatregel. Maar de overheid maakt onderscheid tussen doelgroepen, dus er is op dit moment géén verzwaring als het gaat om onderwijs aan kinderen en jongeren. Dus geldt op dit moment de verzwaring níet voor het kerkelijk onderwijs aan kinderen (bijbelclub, zondagschool) en jongeren (jeugdvereniging, catechisatie), maar wél voor alle toerustende activiteiten voor volwassenen en voor diakonale aktiviteiten zoals inloopochtenden.

B/ Wat verder echt onduidelijk is, zijn de afspraken en adviezen over zingen in de kerk. Als je kijkt naar de verschillende kerkgenootschappen, is daar nog steeds geen enkele overeenstemming over. De PKN adviseert max. 4 zangers (25 febr. 2021), de RK ‘een beperkt aantal zangers’, het Steunpunt KerkenWerk (GKV) max. 1 zanger (4 maart 2021), het Diakonaal Steunpunt (ook GKV) en het Dienstencentrum van de CGK  ‘wat minimaal nodig is’ (beiden 15 jan. 2021). Op de routekaart staat dat er bij ‘verzwaring’ er ook geen zangers in de kerkdienst aanwezig mogen zijn, maar die verzwaring volgt niet uit de lockdown-maatregelen van de overheid, maar kan alleen door het CIO worden uitgesproken. Maar het CIO zelf heeft sinds 5 okt. 2020 alleen maar gemeentezang dringend ontraden en zich daarna op geen enkele manier uitgesproken over het aantal zangers in de kerk. Pas op deze routekaart worden er aantallen genoemd. Maar die wijken af van wat de verschillende kerkenverbanden adviseren. En onduidelijk is, of het CIO het op dit moment onverantwoord vindt om maximaal 4 zangers in een kerkdienst toe te laten.

C/ In de routekaart wordt als het om vergaderingen gaat, verwezen naar de regels van de overheid als het om samenkomsten gaat. Dat wordt verder niet ingevuld, behalve dat een gemeentevergadering voor verkiezing van ambtsdragers of het beroepen van een predikant door max. 100 personen bijgewoond mag worden, omdat dit onder de ekonomische uitzonderingen zou vallen. Dat lijkt mij behoorlijk gezocht (en ook willekeurig voor grote gemeentes met meer dan 100 belijdende, stemgerechtigde leden). Maar waarom geeft het CIO dan geen advies over de vergaderingen van de kerkenraad, de diakonie en commissies? Persoonlijk is mijn ervaring, dat men het niet ideaal vindt om digitaal te vergaderen. Nu biedt de overheid de mogelijkheid om in het kerkgebouw te vergaderen. Volgens de huidige regels mogen er max. 30 personen bij elkaar komen in één binnenruimte. Het is, denk ik, zelfs geoorloofd om, als het nodig is, met meer dan 30 personen bij elkaar te komen, want er geldt een uitzondering op dat aantal voor “een vergadering van de gemeenteraad, provinciale staten en het algemeen bestuur van een waterschap, of van een commissie daaruit.” Daarmee kun je kerkelijke vergaderingen toch vergelijken?

Drie wensen

  • Het lijkt mij verstandig dat het CIO zo spoedig mogelijk op zijn website duidelijk aangeeft, in welke fase we nu zitten en welke verzwarende maatregelen er op dit moment gelden, incl. begin- en einddatum, zoals men heeft toegezegd in de toelichting op de routekaart.
  • Het lijkt mij wenselijk dat de diverse kerkgenootschappen hun (verouderde en niet meer actuele) protocollen en adviezen vervangen en afstemmen op deze routekaart.
  • Het zou helpen wanneer het CIO konkretere adviezen geeft als het gaat om kerkelijke vergaderingen.

Maar goed – we hebben een routekaart met perspectief! Elke keer dat het nodig was om af te schalen, deden de meeste kerken dat meteen. En dat was verstandig. Nu hebben we een verantwoord kader waarbinnen we snel kunnen opschalen als dat weer mogelijkheid is. Ik hoop dat alle kerken dat met vrijmoedigheid en vol vertrouwen in hetzelfde tempo gaan doen. We hebben te lang op stal gestaan.

Zijn de meeste corona-vaccins ethisch onverantwoord?

“Laat jij je ook inenten tegen corona?” Ik antwoord dan altijd: “Nee, liever niet, want ik kan niet tegen prikken en ik weet nu al dat ik flauw val.” Toch heb ik de prik wel gehaald toen ik in mei en juni 2021 eindelijk aan de beurt was. Liggend … dat wel.

Er zijn ook christenen die principiële kritiek hebben als het gaat om de vraag of je je met een corona-vaccin mag laten inenten. Want bij de ontwikkeling van de vaccins is gebruik gemaakt van geaborteerde foetussen. En abortus is zo ongeveer het grootste kwaad sinds de Tweede Wereldoorlog en zeker de grootste genocide van 20e en 21e eeuw (44 miljoen per jaar volgens Wikipedia). Hoe kun je het dan voor God verantwoorden wanneer je je met zo’n vaccin laat inenten?

Dat is een terechte vraag. Logisch dat deze kennis veel christenen zwaar op de maag ligt. Vaccineren of niet wordt zo een gewetenskwestie. Vandaar dat zowel in Nederland door politici (ND 15-02-2021) als in Australië door kerken (ND 17-02-2021) aan de regering gevraagd is om keuzevrijheid met betrekking tot het corona-vaccin. Want niet bij alle soorten vaccins zijn menselijke cellijnen, afkomstig uit foetaal weefsel, gebruikt. In Nederland is dat verzoek van ChristenUnie en SGP door de minister niet gehonoreerd (ND 18-02-2021).

Toch zijn er ook veel christenen die het gebruik van coronavaccins niet afwijzen. Eén van hen is arts en medicus Alie Hoek-van Kooten. In november 2020 noemde zij op het CIP (Christelijke Informatie Platform) de mogelijkheid tot vaccinatie “een cadeau van God”. In januari 2021 volgde daarop een briefwisseling met technisch literatuur-onderzoeker Hendrikus de Jager, die uitgesproken kritisch staat tegenover de corona-crisis en ook ernstig bezwaar maakt tegen alle vaccins die op de markt komen. Eén van zijn argumenten is, dat er bij de ontwikkeling van het vaccin gebruik gemaakt is van foetaal weefsel.

Dat wordt door Alie Hoek-van Kooten niet ontkend. Ze schrijft, dat er in 1973 eenmalig niercellen van een al geaborteerde foetus gebruikt zijn om zo menselijke cellijnen te kweken. De foetus was niet voor dit doel geaborteerd en daarna zijn er ook geen nieuwe foetussen geaborteerd om vaccins door te ontwikkelen. Ook zitten er geen foetale cellen in de vaccins. Het is te betreuren dat dat het om een foetus ging van een vrouw die haar zwangerschap bewust liet afbreken. Het vaccin had ook ontwikkeld kunnen worden via de cellijn van een spontane miskraam of stamcellen uit een navelstreng. Dat zou veel verantwoorder geweest zijn, aldus Alie Hoek-van Kooten. Maar dit eenmalige gebruik van foetaal weefsel moet je volgens haar niet zo sterk uitvergroten dat je daarom elke vorm van vaccinatie (niet alleen tegen corona, maar ook tegen kinderziektes als rode hond, bof en mazelen, want die vaccins zijn ook met behulp van embryonaal weefsel ontwikkeld – misschien ook wel van die ene foetus uit 1973) afraadt. Als je dat wel doet, ben je mede verantwoordelijk voor de mensen die komen te overlijden aan corona.

Datzelfde argument las ik ook op de website van de Katholieke Stichting Medische Ethiek. Als je je kind niet wilt laten inenten tegen mazelen, omdat bij dit vaccin abortief weefsel gebruikt is, kan jouw “niet-gevaccineerd kind zelf gezond blijven, maar wel de oorzaak zijn dat een zwangere vrouw een kind met ernstige afwijkingen krijgt.”

Maar wat als er nog geen veilig alternatief is voor een vaccin uit abortief weefsel? De Academie voor het Leven benadrukt dat we hier weer een aantal stappen verder zijn in de schakel van gebeurtenissen vanaf de abortus. We gebruiken die niet direct en hebben er ook niet zondermeer mee ingestemd.

Het vermijden ervan is nog steeds wenselijk, maar er kunnen zwaarwegende reden zijn om dit vermijden niet als een morele plicht op te vatten. Bij de mazelen bijvoorbeeld, kan een niet-gevaccineerd kind zelf gezond blijven, maar wel de oorzaak zijn dat een zwangere vrouw een kind met ernstige afwijkingen krijgt. 

Een andere overtuigde pro-life ethicus is celbioloog en medisch-ethicus Henk Jochemsen. Hij heeft er ook moeite mee, dat er bijna vijftig jaar geleden één enkele foetus gebruikt is voor het maken van de cellijn waarop nu het ‘Oxford-vaccin’ gebaseerd is. “Natuurlijk, dit blijft wringen vanwege de abortusachtergrond. Maar ik vind het nogal wat om een vaccin om deze reden af te wijzen. Vooral omdat er gebruik wordt gemaakt van een bestaande cellijn. De ontwikkeling van een vaccin is niet afhankelijk van nieuwe geaborteerde foetussen.” (ND 26-06-2020)

Inmiddels is bekend dat bij het corona-vaccin dat door Janssens wordt ontwikkeld, ook gebruikgemaakt gemaakt is van foetaal materiaal, namelijk van netvliescellen van een geaborteerde embryo uit 1985 (ND 26-06-2020) of 1995 (ND 17-02-2021).

Fout in het ontstaan, goed in het voortbestaan

In mijn studententijd in Kampen leerde ik van professor Douma, dat er situaties in het leven zijn die voorkomen hadden moeten worden, maar die je niet meer ongedaan kunt maken en die achteraf soms zelfs hele positieve gevolgen hebben.

Ik hoorde ook eens iemand tegen zijn zoon van 14, die vroeg hoe het kon dat zijn vader nog maar 33 en zijn moeder nog maar 32 was: “Het was niet goed hoe jij er gekomen bent, maar je bent vanaf het eerste moment heel erg geliefd en dus altijd welkom geweest.”

En ik las ergens dat bij in de eerste testfase van het vaccin tegen de pokken (ergens rond 1800) de eerste vijftig proefpersonen er zo doodziek van werden dat ze er allemaal overleden zijn.

Voor mijzelf zijn dit voorbeelden die laten zien, dat je niet alles tot in lengte van jaren moet beoordelen op het foute begin. Dus voel ik mij vrij om het corona-vaccin dat de overheid mij aanbiedt, te gaan halen – zelfs al ga ik flauwvallen.

Tegelijk is het wel goed om hier persoonlijk en samen bewuster over na te denken. Net als over kinderarbeid als het om koffie, chocola, kleding en niet te vergeten het kobalt in onze mobieltjes gaat. In hetzelfde artikel uit het ND van 26-06-2020 zegt Diederik van Dijk, directeur van de NPV (Nederlandse Patiënten Vereniging), dat christenen in andere landen veel meer bezig zijn met het zoeken van moreel verantwoorde alternatieven als het om de bescherming van onze gezondheid gaat.

Of je je wel of niet wilt laten inenten tegen het corona-virus denken christenen verschillend. Dat geldt ook voor de vraag hoe zwaar je het gebruik van foetaal weefsel bij de allereerste ontwikkelfase van diverse vaccins moet laten wegen. Biddend en onderzoekend zal iedereen daar zijn of haar eigen keus in moeten maken. Tegenover je God. Tegenover je eigen geweten. En tegenover je naasten.

Vaccineren in coronatijd – uit de NPV-brochure van januari 2021

De NPV is een christelijke organisatie die advies en hulp geeft op het gebied van medisch-ethische onderwerpen, zowel in theorie over diverse thema’s als ook praktisch als er (mantel)zorg verleend moet worden. In januari 2021 heeft de NPV de brochure Wel of niet vaccineren – voorzienigheid, vertrouwen en verantwoordelijkheid’ uitgegeven. Deze brochure is via de NPV-site gratis te downloaden of op papier aan te vragen (klik hier).  Het telt 9 hoofdstukken waarin het nadenken over vaccinatie (hoofdstuk 1), de noodzaak, werking en ontwikkeling van vaccins (hoofdstuk 2-4), omgaan met gezondheid en ziekte in het licht van zowel de Bijbel als Gods voorzienigheid (hoofdstuk 5+6) en ieders persoonlijk verantwoordelijkheid (hoofdstuk 7) aan de orde komen. Hoofdstuk 8 gaat in op de HPV-vaccinatie (tegen baarmoederhalskanker) en hoofdstuk 9 gaat over vaccineren in coronatijd. Dat hoofdstuk geef ik hieronder in z’n geheel weer, incl. de laatste twee kopjes uit het ‘Tot slot’.

Vaccineren in coronatijd

In dit hoofdstuk worden de verschillende vaccins tegen corona besproken. Daarnaast wordt ingegaan op de vraag waarom de ontwikkeling van coronavaccins zo snel kan gaan. De coronacrisis stelt ons niet voor volledig nieuwe vragen rondom vaccinatie. Wel kunnen sommige van de overwegingen die in deze brochure worden besproken meer gewicht krijgen dan anders.

Waarom kunnen coronavaccins zo snel worden ontwikkeld?

Binnen een jaar na de uitbraak van het coronavirus werden de eerste vaccins tegen corona goedgekeurd voor gebruik. In hoofdstuk 4 werd duidelijk dat het ontwikkelen van een nieuw vaccin normaal gesproken veel langer duurt. Waarom kunnen vaccins tegen corona dan zo snel worden ontwikkeld?

De coronacrisis is een wereldwijde epidemie (pandemie) geworden. De gevolgen voor de samenleving door het hoge aantal ziekenhuisopnames, de vele doden en de beperkende maatregelen zijn groot. Dierbaren overlijden, mensen verliezen hun baan of zien hun bedrijf instorten. Dit alles zorgt ervoor dat er een hoge urgentie is om snel tot een vaccin te komen. Hierdoor stellen overheden en investeerders veel meer financiële en praktische middelen beschikbaar voor vaccinontwikkeling.

Daarnaast wordt er bij de ontwikkeling van COVID-19-vaccins gebruik gemaakt van bestaande kennis van het SARS- en MERS-virus. Dit zijn ook coronavirussen. Daarbij heeft de snelle uitwisseling van informatie enorm geholpen. Zo was de genetische informatie van het SARS-CoV-2 virus dat COVID-19 veroorzaakt, binnen enkele weken beschikbaar voor alle onderzoekers en farmaceuten.

Nog een andere factor is de ontwikkeling van de zogenoemde vectoren mRNA-vaccins. Met name de ontwikkeling van mRNA-vaccins is veel korter dan die van traditionele vaccins. Tenslotte is er door de grote internationale afstemming de mogelijkheid om een aantal fases van vaccinontwikkeling gelijktijdig te laten verlopen. Dit betekent niet dat er stappen zijn overgeslagen of er een loopje is genomen met de veiligheid.

Welke soorten vaccins tegen COVID-19 zijn er?

Wereldwijd wordt er hard gewerkt aan het ontwikkelen en produceren van vaccins tegen COVID-19. Er zijn honderden vaccins in ontwikkeling. Al die verschillende vaccins zijn te verdelen in 4 soorten.

Levend verzwakte virusvaccins

Deze vaccins zijn gebaseerd op een levend verzwakte versie van het coronavirus. Het virus is in een laboratorium verzwakt en minder ziekmakend gemaakt. Dit zorgt ervoor dat het zich slecht kan vermeerderen in ons lichaam. Zo heeft ons immuunsysteem voldoende tijd om te reageren op de nieuwe ziekteverwekker.

mRNA-vaccins

Deze soort vaccins geeft de cellen in het lichaam waarin het vaccin wordt opgenomen, instructies. De cellen gaan dan de uitsteeksels (spikeeiwit) waarmee het coronavirus aan onze cellen plakt en binnendringt aanmaken. Ons afweersysteem reageert door antistoffen aan te maken tegen dit eiwit. Raken we besmet met het echte coronavirus, dan herkent het immuunsysteem dit al en kan het snel reageren.

Hoewel mRNA-vaccins een betrekkelijk nieuwe vaccintechniek kennen, betekent dit niet dat het onveilig is. Al onze cellen maken zelf ook mRNA. Dit is een soort boodschapper die instructies geeft om in een cel een specifiek eiwit te maken. In ons lichaam speelt mRNA een hele belangrijke rol. Een mRNA-vaccin maakt dus gebruik van bestaande structuren in ons lichaam om eiwitten te maken en aan het afweersysteem te laten zien. mRNA kan ons DNA niet veranderen, omdat het niet in de celkern kan komen waar het DNA is. Wat de veiligheid van mRNA-vaccins verhoogt, is dat het mRNA binnen enkele dagen door het lichaam wordt afgebroken.

Vector-vaccins

Net zoals de mRNA-vaccins maakt deze soort vaccins ook gebruik van het eiwit waarmee het coronavirus aan onze cellen plakt. De specifieke stukjes eiwit worden vastgemaakt aan een onschuldig virus zoals een verkoudheidsvirus. Zo wordt het lichaam niet ziek, maar kan het immuunsysteem wel de eiwitten van het coronavirus leren herkennen.

Eiwit-vaccins

Ook eiwit-vaccins maken gebruik van de uitsteeksels van het coronavirus. Deze uitsteeksels kunnen geen infectie veroorzaken, maar het afweersysteem herkent wel dat ze afkomstig zijn van een indringer. In deze vaccins zitten heel veel echte of nagemaakte uitsteeksels. Deze worden door het immuunsysteem herkend en dat gaat vervolgens antistoffen aanmaken tegen deze eiwitten.

Welke vaccins worden in Nederland gebruikt?

De Europese Unie heeft gezamenlijk grote hoeveelheden vaccins ingekocht. Deze worden op basis van beschikbaarheid verdeeld over de lidstaten. Voor de Nederlandse context zijn op dit moment alleen mRNA-, vector- en eiwitvaccins aan de orde, omdat deze soorten door de EU zijn ingekocht.

In hoofdstuk 4 heeft u kunnen lezen dat bij de productie van sommige vaccins gebruik wordt gemaakt van foetale cellijnen. Dit geldt ook voor verschillende vaccins tegen COVID-19. Bijvoorbeeld bij de vectorvaccins die in Nederland beschikbaar zullen komen. Bij de productie van de mRNA- en eiwitvaccins die in Nederland beschikbaar zullen komen, is geen gebruik gemaakt van menselijke cellijnen op basis van foetaal weefsel. Op npvzorg.nl/vaccinatie kunt u een overzicht vinden van de vaccins die waarschijnlijk in Nederland beschikbaar komen en of daarbij gebruik gemaakt is van menselijke cellijnen op basis van foetaal weefsel.

Ethische overwegingen rond het gebruik van vaccins die foetale cellijnen gebruiken in de productie vindt u in hoofdstuk 4.

Welke afwegingen zijn van belang?

Met de uitbraak van het coronavirus staat de discussie rondom vaccinatie in een ander licht dan eerst. Het gaat om een nieuw virus waartegen weinig mensen immuniteit hebben opgebouwd. Iedereen zal op enig moment voor zichzelf de vraag moeten beantwoorden: wil ik mij laten vaccineren tegen corona of niet? De discussie raakt dus iedereen. In tijden van een pandemie is de verantwoordelijkheid richting de kwetsbaren in de samenleving nog groter dan anders. De overwegingen vanuit hoofdstuk 7 zijn het daarom waard om nog eens rustig door te nemen met het oog op de bovenstaande vraag.

Daarnaast stonden we in hoofdstuk 4 stil bij het punt dat het afzien van bepaalde vaccins vanwege het gebruik van foetale cellijnen in de productie ervan, betekent dat je niet ‘kiest’ voor het bestrijden van leed dat zich in het heden kan voordoen. In de coronacrisis gaat het niet om leed dat zich kán voordoen, maar om daadwerkelijk leed op grote schaal. Vaccinatie is een belangrijk hulpmiddel om dat leed te beperken. Daarmee is de vaccinatievraag nu indringender dan ooit.

Spreek met mensen uit uw omgeving

Het kan helpend zijn om met mensen in uw omgeving over uw persoonlijke afwegingen te spreken, zoals uw man/vrouw, andere gezinsleden, vrienden of uw predikant of wijkouderling. Vaccineren gaat tenslotte niet alleen over u zelf, maar vindt ook plaats met het oog op de (kwetsbare) ander. En elke ouder staat tenslotte voor dezelfde keuze om kinderen te laten vaccineren. Tijdens de coronacrisis zullen velen dezelfde behoefte aan gesprek hebben als u, waar het gaat om het coronavaccin. Samen doorspreken betekent niet dat de ander verantwoordelijk wordt voor uw keuze. Ook maakt het u niet verantwoordelijk voor de keuze van de ander. Dit laatste is goed om te realiseren als verschillen in visie spanning geven in het onderlinge contact.

Neem de tijd om keuzes biddend te overwegen

Het lijkt wellicht tegenstrijdig om dit punt als laatste te noemen. Toch is dat een bewuste keuze, al zal het gebed bij de voorgaande stappen niet ontbreken. Maar ook na het zorgvuldig overwegen van alles wat u krijgt aangereikt, gaat het uiteindelijk om een bewuste keuze die u voor Gods aangezicht zal mogen maken. Hij belooft wijsheid aan wie wijsheid te kort komt (Jak. 1:5).

Vaccineren of niet?

door Bert & Christine Grootenhuis-Vuijk, huisartsen te Donkerbroek

De komende maanden komt er in Nederland steeds meer vaccin tegen Covid-19 beschikbaar. De meerderheid van de bevolking wil zich waarschijnlijk wel laten vaccineren. Toch heerst er ook twijfel.

In het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde van 15 januari 2021, haalt de hoofdredacteur, die zichzelf atheïst noemt, de beroemde filosoof-theoloog G.K. Chesterton aan: “When men choose not to believe in God…they become capable of believing in anything.” (“Als mensen ervoor kiezen niet in God te geloven … staan ze er open voor om overal in te geloven.”)  Hij denkt dus dat desinformatie en complotdenken in een gelovige samenleving minder kans maakt.  Prachtig, zou je zeggen als christen, wat fijn dat een atheïst dit zo ziet. Maar klopt het? Wij zingen dan wel uit volle borst: “Je hoeft niet bang te zijn, al gaat de storm te keer, leg maar gewoon je hand in die van onze Heer”, maar toch zijn er ook christenen die erg wantrouwig staan tegenover het coronavaccin. Het zou te snel ontwikkeld zijn en niet veilig.                                                                                   

Over de vaccins

De vaccins van Pfizer en Moderna die nu al op de markt zijn gekomen, zijn mRNA vaccins. Het gaat hier om een klein stukje eiwit, een kenmerkende code uit een uitsteeksel van het corona virus, dat in een vetbolletje is gezet. Zo kan het de spiercel binnenkomen, waardoor onze eigen afweer leert om het coronavirus te vernietigen. Het mRNA wordt snel afgebroken en komt niet in de kern van de cel waar ons DNA ligt. Het is een zeer effectieve methode en geeft, na een tweede prik, een ongekend hoge bescherming, ook bij ouderen. Die protectie duurt in ieder geval een aantal maanden maar misschien wel één of twee jaar. Sinds 29 januari is ook het Astra- Zeneca/Oxford-vaccin vrijgegeven. Bij dit vaccin ligt het mRNA verpakt in een geïnactiveerd verkoudheidsvirus. Het werkingsprincipe is vergelijkbaar met de eerste twee vaccins. De beschermingsgraad is wel iets lager, waarschijnlijk rond de 60%, maar het beschermt bijna 100% tegen  ziekenhuisopname en overlijden ten gevolge van Covid-19. Overal op de wereld wordt nauwkeurig bijgehouden of er toch onverwachte bijwerkingen worden gezien. Dit zal dan meteen publiek worden gemaakt om te voorkomen dat er mensen onnodig ziek worden. De snelle ontwikkeling van de vaccins was mogelijk door een unieke samenwerking tussen wetenschappers, fabrikanten en versnelde en tussentijdse controles door het Europees Geneesmiddelenbureau en het Nederlandse College ter Beoordeling van Geneesmiddelen.

Over corona en de griep

Maar, wordt er gezegd, is corona niet gewoon een soort heftige griep ? Zoveel meer mensen zijn toch niet gestorven en de overledenen waren toch al heel oud? Volgens het CBS zijn in 2020 in Nederland 162.000 inwoners overleden, ruim 15.000 meer dan werd verwacht. Sinds de Tweede Wereldoorlog is een dergelijke stijging niet meer waargenomen. Kijk ook eens naar de volgende RIVM grafiek. Heel duidelijk is te zien dat er na de eerste besmettingsgolf in het voorjaar van 2020 een abnormaal hoge piek optrad. Gevolgd door een tweede fase met steeds hogere pieken. Het gaat dus om een duidelijke oversterfte want normaal moet de curve tussen de golvende lijntjes blijven.

Covid-19 is geen onschuldig virus. Vorig jaar was het een drama in met name Italië en Spanje, waar veel doden niet op tijd konden worden begraven. Nu komt de nog besmettelijker Britse variant hierheen. Het liep helemaal uit de hand in Engeland en Ierland. Ook wordt al gewaarschuwd voor een Zuid-Afrikaanse en een Braziliaanse variant en er zullen meer mutaties gaan komen. Gelukkig kan het vaccin binnen zes weken worden aangepast wanneer dat nodig is.  Wij mogen dus dolblij zijn met dit vaccin. Zo kunnen we onze naasten blijven ontmoeten. Je zou toch maar per ongeluk je oude buurvrouw besmetten als je haar een bezoekje komt brengen.

Zijn er dan geen gewone medicijnen om het virus te bestrijden, zoals Ivermectine of hydroxychloroquine? Want zo’n tablet is toch minder gevaarlijk dan een spuit in je lijf, denkt u misschien. Maar Ivermectine is een antiwormmiddel. In het Parool schreef Jop van Kempen (18 januari 2021): “Het is relatief goedkoop, veilig en zou een ernstig ziektebeloop van Covid-19 voorkomen. Maar Ivermectine is nog niet goed genoeg onderzocht voor groot gebruik, zegt internist-infectioloog Joost Wiersinga (Amsterdam UMC). ‘De wens dat het helpt is groot, net als eerder bij hydroxycholoroquine.’ Dat middel bleek niet effectief.”  Wormen zijn geen bacteriën en zeker geen virussen.

We leven in een geweldig rijk land met een ongekende vrijheid. Een land dat overvloeit van melk, bier en wijn. De Nederlanders zijn zelfs zo goed doorvoed dat meer dan de helft te zwaar is geworden. Ons land behoort tot de top van de wereld wat betreft gezondheidszorg. Maar nu dreigen onze ziekenhuizen overbelast te raken en kan het IC-personeel het niet meer aan. Gelukkig zijn er betrouwbare sites met Covid-19 informatie zoals die van het RIVM en Thuisarts.nl en ook topwetenschappers in het OMT die ons goed kunnen uitleggen wat er moet gebeuren. De adviezen van deze mensen kunnen we gerust vertrouwen.

Laten we nuchter zijn en een niet al te sterke mening hebben over zaken waar we niet voor hebben geleerd. “Wees daarom niet al te rechtvaardig en meet jezelf geen overdreven wijsheid aan. Waarom zou je jezelf te gronde richten? Maar gedraag je ook niet al te onrechtvaardig en wees niet overmatig dwaas. Waarom zou je sterven voor je tijd?” (Prediker 7:16-17). Als christenen hoeven we ons niet bang te laten maken door mensen die geloven in een complot, want wij geloven in God.

Bij dezen de oproep: laat je zo snel mogelijk inenten met het zeer effectieve en veilige coronavaccin. Zo beschermen je jezelf en daardoor ook je kwetsbare naaste.

Toenemende verwarring over aantal zangers in de kerk

Onderstaand ‘draadje’ plaatste ik op Twitter.

Het #SKW adviseert met @diaconaal en @dienstebureau alle CGK/GKV/NGK-kerken over corona en noemt in ND 27-01 de ‘draai’ van 4 naar 1 zanger in de kerk “een discussie in de marge”. Een draadje a là @StefanPaas. @pknnl @mcbatenburg @rkkerk Here we go! 1/23 https://www.nd.nl/geloof/geloof/1016513/rondvraag-bij-kerken-zang-of-bezoekers-in-kerkdienst-en-veel-te

Disclaimer: ik ben blij met de meeste #corona-adviezen en vindt kerkgang en gemeentezang beslist onverstandig (zie https://ernstleeftink.wordpress.com/2020/10/29/vroom-ijdel-gebruik-van-de-naam-des-heren/). Maar een aanscherping die als ‘marginaal’ betiteld wordt, zorgt voor meer kerkelijke verdeeldheid en onnodige discussies in gemeentes. 2/23

We beginnen bij het begin: van 15 maart – 30 juni 2020 ging NL in lockdown. Alle kerken adviseerden vanwege de ernst van de situatie: zo veel mogelijk online-diensten en zingen alleen met een zanggroepje van max. 4 à 5 personen. 3/23

Op 23 mei schreef pastor en therapeut Philip Troost dat het coronavirus voor verdeeldheid zorgt tussen ‘rekkelijken’ en ‘preciezen’. De teneur (de ‘wet van Troost’) zijn artikel: in tijden van crisis krijgen de preciezen altijd gelijk. 4/23 https://www.nd.nl/opinie/opinie/973418/virus-zaait-innerlijke-en-sociale-verdeeldheid

Vanaf 1 juli mochten er binnen de richtlijnen weer zoveel kerkgangers als het gebouw toeliet. De PKN-expertgroep ‘Zingen in de kerk’ gaf goed onderbouwd aan dat, mits ventilatie op orde en R-getal onder de 1, ook het zingen in kerk weer mogelijk was. 5/23 https://eerstehulpbijventilatie.nl/

De PKN bewoog mee met de ontwikkeling van het coronavirus o.b.v. de RIVM-cijfers. Dat deed CGK/GKV/NGK niet. Zij handhaafden het advies van april 2020: zoveel mogelijk online en geen gemeentezang. In een noot onderaan stond het advies van de expertgroep ‘Zingen in de kerk’ 6/23

Waarom CGK/GKV/NGK i.t.t. de PKN drie maanden lang hun advies niet bijstelden blijft een raadsel. ‘Je kunt niet zorgvuldig genoeg zijn’ bleef ook gelden toen er op verantwoorde wijze meer kon. De ’wet van Troost’ ging blijkbaar op. 7/23

In okt. 2020 gingen de cijfers snel omhoog. Op dringend advies van Grapperhaus riepen alle kerkgenootschappen via het CIO op om af te schalen naar onlinediensten of diensten met max. 30 bezoekers zonder gemeentezang, maar met hooguit 4/5 zangers. https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/coronavirus-covid-19/nieuws/2020/10/05/behoedzaam-vieren-van-geloof  8/23

Vóór Kerst gaat NL in een echte lockdown. Zowel de voorzitter van het CIO als Grapperhaus doen een dringende oproep om alleen onlinediensten te houden. Ze reppen met geen woord over het zingen van max. 4/5 zangers als een onverantwoorde actie. https://www.cioweb.nl/ 9/23

In de PKN Biddinghuizen gaat het goed mis als 18 kerkleden, deels senioren, op een doordeweeks dagdeel met z’n 18-en samen zingen m.h.o. op de kerstdienst. Twee leden van 80 en 84 overlijden. Ook in de PKN Julianadorp raken mensen besmet. ‘Mogelijk is zingen de boosdoener geweest.’ 10/23 https://www.noordhollandsdagblad.nl/cnt/dmf20210111_88010681

Noot: van de 18 aanwezigen zongen er resp. 8 en 5 in twee groepjes met een pauze incl. ventilatie. De overigen waren ter ondersteuning aanwezig.

Je zou verwachten dat de PKN in het geval van Biddinghuizen zou uitspreken het te betreuren dat men zich niet nauwgezet aan de strikte richtlijnen van max. 4/5 zangers en max. één samenkomst per dagdeel zou hebben gehouden. En dat ook voor het overige tijdens de online-diensten alle maatregelen strikt gehanteerd moeten worden. 11/23

Het tegendeel gebeurde: op 13 januari gaat de PKN door de bocht. Zonder oproep van de overheid en zonder overleg binnen het CIO met de overige kerken adviseert men om met onmiddellijke ingang “tijdens de kerkdienst in het geheel niet te zingen.” 12/23 https://www.protestantsekerk.nl/nieuws/dringend-advies-gedurende-verlengde-lockdown-niet-zingen-tijdens-kerkdienst/ 

De reden voor deze draai ligt niet in objectieve cijfers (besmettingen dalen van 13.000 op 20-12 naar 3.997 op 26-01 = 70%) en het R-getal is sinds 14-12 onder de 1. Angst voor imagoschade en voor de Britse variant zijn het argument. De ‘wet van Troost’ treedt in werking. 13/23

De RK-kerk ziet geen redenen om het beleid (geen samenzang en max. 4 zangers) te veranderen. “Wij denken dat onze geldende maatregelen streng en strikt genoeg zijn op grond van wat we nu weten.” 14/23 https://www.trouw.nl/religie-filosofie/de-pkn-adviseert-helemaal-niet-meer-te-zingen-in-de-kerk~bf067722/

Ook de CGK/GKV/NGK scherpt op 15-01 haar advies m.b.t. zangers niet aan, dus houdt het bij “wat minimaal nodig is”. De invulling wordt  aan de plaatselijke kerken overgelaten. 15/23  https://diaconaalsteunpunt.nl/nieuws/het-land-op-slot-hoe-zit-het-met-kerken/ 

Plotseling verschijnt er op 21-01 een update en gaan CGK/GKV/NGK ook door de bocht. Het bijgestelde advies wordt nu: max. 1 zanger. De reden: er wordt gevraagd wat ‘minimaal’ inhoudt. Zonder inhoudelijke argumenten krijgen opeens meest preciezen gelijk. 16/23 https://www.steunpuntkerkenwerk.nl/corona-update-21-januari-2021/

Op 22-01 laat de RK nogmaals weten: “Het maximum aantal zangers was al eerder vastgesteld op vier en dat blijft het maximum.” Terecht, want (op één PKN na) zijn nergens zondagse besmettingen gemeld. Ook de overheid heeft niet om aanscherping gevraagd. 17/23 https://www.rkkerk.nl/r-k-kerk-verstrekt-via-bisdommen-werkgeversverklaring-voor-gebruik-tijdens-avondklok/

Dus CGK/GKV/NGK vermeldt in de zomer een deskundig advies om onder zorgvuldige voorwaarden kerk te kunnen zingen drie maanden lang niet als update, terwijl een strikt kerkbreed advies (max. 4 zangers) dat maanden lang goed functioneert, binnen één week wordt aangescherpt. 18/23

De situatie is nu: de RK is nuchter gereformeerd (de regel van max. 4 zangers voldoet prima), de PKN is roomser dan de paus (uit angst en voorzorg terug 0 zangers) en bij de gereformeerden is het vlees (max. 4) noch vis (max. 0). 19/23

Nog geen vijf dagen later noemt het SKW dit “een discussie in de marge”. Het tegendeel is waar. De bijstelling ‘max. één zanger’ is een zeer dringend en daarmee dwingend advies die kerken weinig ruimte biedt het zorgvuldige advies van 15/12 en RK (max. 4) te handhaven. 20/23

Hier lijkt de ‘wet van Troost’ op te gaan: er wordt onnodig expliciet gekozen voor een eenzijdige invulling waardoor landelijk de kerkelijke verdeeldheid en plaatselijk de polarisatie toeneemt, omdat de meest strikte preciezen zich in hun gelijk gesterkt voelen. 21/23

Het zou de CGK/GKV/NGK sieren deze ‘marginale’ update in te trekken. Pas als objectief gezien het aantal besmettingen zo hard gestegen is en het R-getal boven de 1 komt, is er aanleiding om gezamenlijk als kerken het huidige, zorgvuldige advies aan te scherpen. 22/23

En dan alleen nog als er in meerdere onlinediensten besmettingen voorkomen die aantoonbaar veroorzaakt worden door de max. 4 zangers. Laten we tot die tijd vooral samen de huidige maatregelen heel strikt handhaven. En voor wie dat niet precies genoeg vindt: blijf en kijk thuis. 23/23

Naschrift: “I am no longer a slave of fair, I am a child of God” – dus ik ben voorzichtig én stel mijn vertrouwen op God. https://www.youtube.com/watch?v=f8TkUMJtK5k