De Hooge-Esch-kerk in Oosterwolde staat er al 65 jaar

Het was dat de koster van de Hooge-Esch-kerk toevallig wat rond zat te kijken op de Facebook-pagina van Oosterwolde Toen, anders waren we er nooit achter gekomen dat het kleine, intieme kerkgebouw van onze vrijgemaakt-gereformeerde gemeente in het Friese Oosterwolde deze maand 65 jaar geleden officieel in gebruik genomen is – op 10 november 1957 om precies te zijn. De dag erna stond dit bericht in de Leeuwarder Courant:

In Oosterwolde werd nieuwe vrijgemaakte kerk geopend

Gisteravond is in Oosterwolde een nieuw kerkgebouw van de Geref. Kerk (art. 31 K.O) officieel geopend en in gebruik genomen. Deze kerk is verrezen aan de Hooge Esch. De gemeente telt 23 belijdende leden. Zij begin in juni 1949 met diensten, terwijl zij op 11 september 1949 werd geïnstitueerd. Tot op heden werden de diensten gehouden in een lokaal van de o.l. school aan de Weemeweg in Oosterwolde.

De leiding van deze avond berustte bij de heer J. van der Meulen, praeses van de kerkeraad. In een kort welkomstwoord sprak hij zijn dank uit aan allen, die hebben bijgedragen, om de bouw van dit kerklokaal mogelijk te maken. Het heeft grote offers van de gemeente gevraagd. Wel was wellicht de mogelijkheid geweest om subsidie te krijgen voor de kerkbouw, maar hiervan wilde men geen gebruik maken: men wilde niet leunen op de overheid. Dit is echter geen reden om ons op de borst te slaan, doch wij hebben de Here dankbaar te zijn, die ons tot deze arbeid in staat stelde, aldus de spreker.

De heer H. Hoekstra te Oosterwolde, voorzitter van de bouwcommissie was bij, dat het ogenblik was aangebroken, dat hij dit kerkgebouw kon overdragen aan de kerkeraad. De bouwcommissie kan nu verdwijnen, meende spreker, maar de collectes kunnen nog geen einde nemen; men zal nu geld moeten opbrengen voor rente en aflossing.

Hierna kreeg ds. J. van Bruggen te Assen het woord. Is er reden voor vreugde of teleurstelling, vroeg spreker zich af. Het doel waarvoor gewerkt is, is bereikt. Wel is steeds gesproken van een klein gebouw, maar ik noem het een mooie kerkzaal.

Het gaat om de Dienst des Woords, aldus ds. Van Bruggen. Het begon bij Luther en bij elke volgende reformatie ging het om de Dienst des Woord. Ook bij de vrijmaking ging het nergens anders om, dan dat het Woord Gods niet gebonden zou zijn, aldus spreker.

Ds. Van Bruggen zei, verheugd te zijn, dat de kansel, die hier staat, vrij is van verkeerde en belemmerende prediking Weliswaar wordt er in de Hervormde en synodal Kerken veel goeds gebracht en vindt men hier ook wel goede predikers, die het woord zuiver brengen, maar zij doen dit op een kansel, waar dit niet toelaatbaar is, aldus spreker.

Namens het gemeentebestuur van Ooststellingwerf was wethouder K. Douma aanwezig. Ds. Keuning te Haulerwijk sprak namens de classis Assen en ds. T.H. Meedendorp voor de zustergemeente Ureterp.

De vrijgemaakte gereformeerde kerk van Oosterwolde is op 11 september 1949 geïnstitueerd. Het is altijd een kleine gemeente geweest. Men begon in 1949 met 37 leden. Bij de opening van het eigen kerkgebouw op 10 november 1957 waren het er 43. Daarna verliep het ledental als volgt: 1962 – 48 leden; 1972 – 73 leden; 1982 – 81 leden; 1992 108 leden; 2002 – 88 leden; 2012 – 94 leden en nu, in 2022, bestaat de gemeente uit 67 leden en 8 gastleden.

Pas in 1989 kreeg Oosterwolde haar eerste predikant, in combinatie met Wijnjewoude, nl. ds. D.J. van Diggele, van mei 1989 – juni 1994. Daarna volgenden, ook samen met Wijnjewoude, ds. R. IJbema, van oktober 1996 – december 2001 en ds. W.B. van der Wal van oktober 2004 – juni 2013. En sinds september 2020 mag ik voor 20% predikant van Oosterwolde en 80% predikant van eerst Assen-Peelo en nu Balkbrug zijn.

Hoe klein en fijn Oosterwolde is viel ds. Bart Dubbink van het grote Assen-Kloosterveen (1.350 leden) weer op toen hij op zondag 13 november jl. in Oosterwolde preekte. Hij maakte een foto met deze tekst: “Vanmorgen waren Amos en ik in dit kerkje in Oosterwolde. Uit de schoorsteen maakten we op dat er vast mensen binnen zouden zijn, en dat klopte: ongeveer 20. Alle pubers de het kerkje rijk is verzorgden de techniek (2 …). En de ouderling van dienst stond voor en na de dienst te ploeteren met het koffiezetapparaat. Even wennen natuurlijk vergeleken met de drukte in de eigen gemeente. Maar ik ontdekte opnieuw: bij God gaat het niet om de aantallen.

Inderdaad: met kleine aantallen en bescheiden middelen wordt elke zondagmorgen om 10:00 aan de Hooge Esch 1 een kerkdienst belegd waarin de Bijbel open gaat, Gods Woord verkondigd wordt en waarin gezongen en gebeden wordt. Een kerk dus, waar Gods Geest werkt, zoals het prachtige gebrandschilderde raam achter de preekstoel ook laat zien. En een gemeente waar vaste gasten, toevallige bezoekers en zomerse vakantiegangers altijd hartelijk welkom geheten worden.

En Oosterwolde zou Oosterwolde niet zijn als het 65-jarige bestaan van het kerkgebouw niet op bescheiden schaal gevierd werd met slingers en gebak. Op zondag 20 november, een week te laat weliswaar, zeker voor ds. Bart Dubbink, maar de volgende keer dat hij komt preken is er vast wel weer iets anders te vieren.

Op 11 augustus 1944 werd in Den Haag de ‘Acte van Vrijmaking of Wederkeer’ opgesteld. In de drie noordelijke provincies zijn vanaf dat moment 107 vrijgemaakte kerken ontstaan. Al deze vrijmakingen zijn in 2019 door dr. Harm Veldman beschreven in het boek De Vrijmaking van 1944Hoe de start in Den Haag doorwerkte in Noord-Nederland.

De eerste vrijgemaakt-gereformeerde kerk was die van Assen. Eén van de drie predikanten, ds. B.A. Bos, was op de vrijmakingsvergadering van 11 augustus aanwezig. Hij was ook afgevaardigde op de generale synode. Daar werd hij op 18 augustus als synodelid geschorst. De kerkenraad van Assen deed hetzelfde op 31 augustus en schorste de dag ernaar ook nog eens vier bezwaarde ouderlingen. Op 4 september 1944 besloten deze geschorste ambtsdragers, samen met nog één ouderling en vier diakenen, zich ‘vrij te maken van het juk van de synode’. De voorzitter van de kerkenraad van Assen was ds. J. van Bruggen. Die had als voorzitter zijn handtekening onder de schorsing van zijn collega gezet, maar kreeg in zijn geweten zoveel moeite met de gang van zaken, dat hij een week later zich alsnog bij het vrijgemaakte deel van de gemeente voegde. Van de ruim 3.400 leden volgden ongeveer 1.400 het voorbeeld van de twee dominees, vijf ouderlingen en vier diakenen.

In Oosterwolde vond de Vrijmaking pas op 11 september 1949 plaats. Daarmee was Oosterwolde nr. 102 in het Noorden. Daaraan ging, volgens de woorden van dr. Harm Veldman “een korte periode vooraf waarin de vrijgemaakte broeders en zusters in Oosterwolde diensten hielden onder verantwoordelijkheid van de kerk van Haulerwijk. Deze kerkleden zonden naar de kerkenraad van de GKN in Oosterwolde een oproep tot Vrijmaking, waarop men geen enkele reactie ontving. In september 1949 werd Oosterwolde door de instelling van de ambten een zelfstandige gemeente. Na enkele jaren wist men een perceel aan te kopen waarop een kerkgebouw kon worden gebouwd, dat in 1957 in gebruik kon worden genomen. In 1996 kreeg Oosterwolde, in samenwerking met Wijnjewoude, haar eerste predikant in de persoon [van] kandidaat R. IJbema. Nu telt de kerk van Oosterwolde 69 leden.” Dat laatste klopt dus niet: hij was de tweede predikant van Oosterwolde en Wijnjewoude.

De derde exodus van de nieuwe vrijmaking – een vertrek zonder echt alternatief

De Gereformeerde Kerken Vrijgemaakt en de Nederlands Gereformeerde Kerken gaan fuseren. De breuk uit de jaren ’60 van de vorige eeuw wordt geheeld. Een hoopvol teken: christenen die weer samen één worden in plaats van zich van elkaar af te splitsen. “De Nederlandse Gereformeerde Kerken” heet het nieuwe kerkverband waar alle plaatselijke kerken die bijbelgetrouw gereformeerd willen zijn zich bij mogen aansluiten. Opdat zij allen één zijn rondom een open bijbel en met Jezus Christus in het centrum – ook als je het niet in alles met elkaar eens bent.

GKV niet meer confessioneel-gereformeerd

Toch gaan er twee GKV-kerken niet mee, die van Urk en van Capelle aan de IJssel – Noord. Een aantal verontruste GKV-ers, waaronder de predikant Rufus Pos en Henk Room, hebben zich verenigd in de Kerngroep Bezinning GKV. Zij organiseerden zaterdag 19 november een bijeenkomst waarop ds. Jan Wesseling, ds. Bart van Egmond en mr. Pieter Pel spraken over de ontwikkelingen in de GKV. Ook werd het boek ‘Het Woord in geding’ gepresenteerd. Want dat is het bezwaar van de deze verontruste vrijgemaakte broeders en zusters: doordat er anders met de Bijbel wordt omgegaan, “is de vraag in geding of de GK nog wel daadwerkelijk confessioneel-gereformeerde kerken zijn, waarin de Bijbel en het gereformeerd belijdenis -en dus wij met onze kinderen- veilig zijn”, aldus de website. Die vraag heeft de Kerngroep zelf al beantwoord met ‘nee’ als je het interview met ds. Henk Room en mr. Pieter Pel leest in het Reformatorisch Dagblad van 10 november 2022. Daarin zegt Pel: “Wie op 1 mei 2023 niet meegaat met de fusie maar wil blijven die hij was, namelijk confessioneel gereformeerd, komt buiten het nieuwe kerkverband te staan.” Dat komt volgens hem omdat “het in de GKV niet meer veilig is en dat je tot deze keuze gedwongen wordt.”

Nu kun je besluiten om niet mee te willen gaan met de nieuwe fusie-kerk van de GKV en de NGK. Maar wat is het alternatief? Daarover laten Room en Pel zich ook uit. Ze willen eerst tijdelijk confessioneel-gereformeerd-vrijgemaakt kerkverband vormen van een paar plaatselijke gemeentes “met hier en daar regioplekken, die zich mogelijk tot nieuwe gemeenten kunnen ontwikkelen.” Ook zal meteen contact gezocht worden met andere confessionele kerken die van harte bijbels-gereformeerd willen zijn, zoals de CGK, de twee andere nieuw-vrijgemaakte kerken en de HHK. Door deze eenheid te zoeken wil men verdere verbrokkeling tegengaan. “Zo kan een kerkelijke herverkaveling nadere vorm krijgen.”

Wat is het alternatief?

Ik vind het pijnlijk dat straks weer een smaldeel van de GKV’ers zich afsplitst met het zware verwijt dat wie achterblijven niet oprecht gereformeerd zijn. Maar wat ik voor deze derde golf nieuw-vrijgemaakten minstens zo pijnlijk vind, is het gebrek aan alternatief dat ze hebben. Ik merk aan alles dat de klassieke GKV-ers klem zitten. Ze willen oude-stijl-vrijgemaakt blijven, dus orthodox in hun standpunten als het gaat om de vrouw in ambt en homoseksualiteit. De veranderingen op dit gebied wijten ze aan een nieuwe, niet-gereformeerde manier van omgaan met de bijbel. Tegelijk zijn ze, als hard-core-vrijgemaakten, niet bevindelijk, al laten ze zich voorlichten door iemand als ds. G. van den Brink van de HHK. En de PKN als kerk waar de vrijzinnigheid principieel getolereerd wordt is voor hen geen optie, al laten ze zich voorlichten door iemand als ds. H. van den Belt van de Gereformeerde Bond. En diep in hun hart moeten ze toegeven dat ook de CGK geen optie is, want dat huis is nog erger in en tegen zichzelf verdeeld dan de GKV.

De culturele kloof

Wat daar nog bij komt is de sociologische en culturele kloof tussen bevindelijk-reformatorisch en orthodox-gereformeerd. Nagenoeg de hele GKV en de hele NGK en ook een aanzienlijk deel van de CGK is open-minded naar de samenleving toe. Die houding gaat terug tot de tijd van Abraham Kuyper rond 1900. Hij wilde midden in de wereld staan zonder van de wereld te worden, om eens een oud gereformeerd gezegde aan te halen. Dus stichtte hij de Vrije Universiteit, streed voor het christelijk onderwijs, richtte de ARP (de eerste gereformeerde politieke partij) op, gaf een gereformeerd dagblad en een gereformeerd weekblad uit en was op nog veel meer fronten aktief om christenen te mobiliseren hun plaats in de samenleving in te nemen. Vandaag zijn de ChristenUnie en het Nederlands Dagblad daar voorbeelden van. Tegenover die mentaliteit had je 100 jaar geleden een man als ds. Kersten. Hij is de oprichter van de SGP, de politieke partij die nu nog steeds bestaat. En hij is één van de mensen die de opkomst van andere reformatorische organisaties heeft bevorderd, waaronder het Reformatorisch Dagblad. Maar de houding naar de samenleving is heel anders, namelijk terughouden en afwerend naar de boze wereld toe.

Beide stromingen willen bijbelgetrouw-gereformeerd zijn. Alle drie de verontruste (ex-)vrijgemaakten groeperingen hebben juist daarover hun zorgen als het om de GKV gaat. De theologische orthodoxie van de reformatorische kerken spreekt hen veel meer aan. Maar hun christelijke levensstijl en spiritualiteit ligt er mijlenver vanaf, want cultureel gezien zijn ze diep geworteld in de traditie van Kuyper. Dus zullen ze zich nooit thuis gaan voelen in bijvoorbeeld de HHK, waar 90% van de gemeenten zelfs de Herziene Statenvertaling nog te modern vindt, waar vaak nog op hele noten uit de psalmberijming van 1773 gezongen wordt, waar in veel gevallen hoed en rok de norm zijn voor zondagse kerkgang en toelating tot het heilig avondmaal, en waar in de prediking vaak niet zozeer de betrouwbare beloften van Gods verbond in Christus die om geloof en bekering vragen centraal staan, als wel de mens in Adam die als zondaar buiten Christus staat en opgeroepen wordt om Hem te zoeken.

Een orthodoxe, niet-bevindelijke romp-GKV

De groep verontruste GKV’ers die op 1 mei 2023 niet mee wil gaan met de nieuwe Nederlandse Gereformeerde Kerken heeft dus eigenlijk maar één optie, namelijk naar interne pretentie de oude GKV voortzetten. Maar daar heb je er al twee van. Die gaan nu gelukkig bijna samen. Maar in hun synodale organisatie zijn ze wel zo strak, dat ze in de ogen van de verontruste GKV’ers anno 2022 een flink aantal middelmatige zaken tot bindende besluiten verheven hebben, zoals het vrouwenkiesrecht uit 1993 dat weer is teruggedraaid en de verplichting dat in de eredienst alleen maar de gezangen en de liturgische formulieren uit het Gereformeerd Kerkboek van 1984 zijn toegestaan. Die is zelfs opnieuw uitgegeven in een speciale editie met de HSV-bijbel.

De verontruste GKV-broeders en zusters zitten dus echt een beetje klem. Zelf lijkt het mij het meest voor de hand ligt om een nieuw vrijgemaakt kerkverband te beginnen waarbij DGK, GKN en de naderende nieuwe uittocht (GKV Capelle-Noord, GKV Urk + wat losse predikanten en gemeenteleden) zich samenvoegen. Dan heb je een traditioneel-gereformeerd, niet-bevindelijk kerkgenootschap naast een meer modern-gereformeerd kerkgenootschap en, als op termijn de rechterflank van de CGK en de HHK fuseren, een bevindelijk reformatorisch kerkgenootschap.

Wanneer de één dan niet roept: ‘Ik ben van Paulus’ en de ander: ‘Ik ben van Apollos’ en de derde: ‘En ik van Kefas’, maar we elkaar bij alle verschil van mening blijven (h)erkennen als ‘Ik ben van Christus’ is de bede van onze Heer Jezus Christus dat zij allen één zijn nog niet te volle verhoord, maar hebben we wel wat stappen gezet in die richting.

Ook als opiniestuk geplaatst in het Reformatorisch Dagblad.

‘Vrijblijvende christen’ tast saamhorigheid aan

Ernst Leeftink, dominee van de verbinding, neemt na bijna 17 jaar afscheid van Assen

Na bijna 17 jaar ‘zijn’ GKV-gemeenschap te hebben geleid in de kerk ‘Het Noorderlicht’ in de wijk Peelo, neemt dominee Ernst Leeftink na de zomer afscheid van Assen. Hoewel de geboren Groninger (Oldehove) zich een ‘echte Assenaar’ is gaan voelen, begint hij aan een nieuw hoofdstuk binnen de GKV-gemeenschap in Balkbrug. ‘Ik ben 57 jaar, als ik nog iets anders wilde, moest het nu gebeuren.’

Tekst en foto: Robbert Willemsen

De vader van vier kinderen en echtgenoot van natuurfotograaf Karla Leeftink-Huizinga, die via Zaamslag en Nijmegen in 2005 in Assen terecht kwam, staat bekend als een ‘verbinder op geloofsniveau’. Overal waar hij predikte, bracht hij mensen samen. ‘Op Zaamslag was ik de eerste predikant die namens de vrijgemaakte kerk meedeed aan de interkerkelijke viering tijdens Kerst en Pasen. En denk erom, interkerkelijke samenwerking was toen, dertig jaar geleden, binnen onze kring nog een vies woord. Maar dat ging, na overleg met en instemming van de kerkenraad, prima. In Nijmegen stond ik aan de basis van de eenwording met de plaatselijke CGK en in Assen werken we incidenteel samen met de Pinkstergemeente.’

Brede inzet

Maar Leeftink zet zich breder in. Hij bekommert zich bijvoorbeeld om asielzoekers, predikte tot 2020 in de Bethelkerk (centrum) tijdens de Middag-Pauze-Diensten én de dominee stond tijdens gemeenteraadsverkiezingen liefst vier keer op de kieslijst van de ChristenUnie. ‘Twee keer als lijstduwer, twee keer wat hoger op de lijst. Of ik, bij voldoende voorkeursstemmen, ook de raad in was gegaan? Nou, ik denk het niet. Politiek heeft zeker mijn interesse, maar het raadswerk zou vrees ik niet te combineren zijn geweest met mijn werk voor de kerk.’ Want de kerk is zijn passie. ‘Mijn roeping’, vult Leeftink aan. ‘Ik ben heel blij dat ik dit mag doen. Hoewel ook andere professies vroeger door mijn hoofd zijn gegaan, voordat ik naar de theologische universiteit in Kampen ging. Zoals politicus, leraar, journalist… Zo schreef ik over het Paas Volleybal Toernooi, in sporthal De Timp in Assen. Maar het geloof won het toch.

God en Jezus hebben een belangrijke plek in mijn leven, en dat wil ik uitdragen. Niet enkel vanuit die ‘hoge toren’, ik sta graag tússen de mensen om mijn verhaal te vertellen. En ik hoef ook niet per se anderen te bekeren, ik wil mensen aan het denken zetten. Wat is de zin van het leven? En bij wie zoek je dit?’

Leeftink gelooft ook niet in die ‘eigen wereld’ van het geloof, maar in een sociale maatschappij waar iedereen elkaar nodig heeft. ‘Zo hebben we bijvoorbeeld een goede verhouding met onze buren in wijkgebouw ’t Markehuus en maken ook gebruik van de ruimtes daar. En afgelopen Kerst zijn we qua activiteiten eens buiten de kerk gegaan met een Lichtjestocht. Geen engeltjes of sterretjes, maar wel de christelijke boodschap van het kerstverhaal. En iedereen vond dat fantastisch. Het kwam ook heel ‘natuurlijk’ over, niemand had het idee dat hen ‘het geloof even door de strot werd geduwd’.

U-bocht christenen

 ‘Er waren wel een paar mensen die dachten: ‘laat ik eens een kijkje nemen in de kerk’. Elk jaar hebben we wel een paar toetreders. En U-bocht christenen. Ja, U-bocht. Ze komen weer terug omdat ze zien dat de kerk toch anders, minder formeel en streng, is dan vroeger.’

Leeftink kende hoogte- en dieptepunten in Assen. Onder zijn hoede werd bijvoorbeeld in 2015 de nieuw gebouwde kerk ‘Het Noorderlicht’ in gebruik genomen, maar ook hij maakte natuurlijk de coronatijd mee, met al z’n maatregelen en restricties. Hoewel de kerken een soort van status aparte hadden, sprak Leeftink eerder al zijn afkeuring uit over kerken die ondanks het besmettingsgevaar grotendeels bezet waren. ‘Dan hou ik mijn mening niet voor me. Kijk, ook binnen onze gemeenschap werken mensen in de zorg. Dan kun je zoiets niet maken. Aan de andere kant: ik vind ook dat we op een gegeven moment, uit angst denk ik, iets té volgzaam waren wat de maatregelen vanuit de overheid betrof. Moest er worden afgeschaald naar 50 procent: prima, deden wij het naar 40 procent. ‘Better safe than sorry’. Maar kon er weer ópgeschaald worden, op een veilige manier met voldoende afstand, gebeurde dat in de kerken vaak niet meteen. Wellicht ook gevoed door angst, maar dat begreep ik dus niet.’

Natuurlijk, gaat Leeftink verder, deed de ‘digitale kerkdienst-variant’ stevig haar intrede. ‘Maar dan mis je toch die saamhorigheid van het met elkaar fysiek aanwezig zijn. Het werkt bovendien, als mensen alleen thuis zitten, ook eenzaamheid in de hand.’

Twee coronapreken

Corona heeft volgens Leeftink geen wig gedreven in ‘Het Noorderlicht’ tussen mensen die de pandemie (inclusief maatregelen en vaccinaties) een haox vonden en kerkgangers die het virus heel serieus namen. ‘Ik heb in die periode twee keer een ‘coronapreek’ gehouden. ‘Eén keer heb ik opgeroepen de overheid te gehoorzamen en één keer heb ik het gehad over die zogenaamde ‘beteugelde vrijheid’ die sommige mensen ervoeren, terwijl je alleen maar een beetje rekening met elkaar diende te houden.’

Toch ziet de dominee dat de pandemie een blijvend effect heeft wat betreft de gang naar Het Noorderlicht. ‘Een behoorlijk aantal mensen blijft nog steeds thuis. Vooral twintigers en dertigers. Ja, het YouTubekanaal om de digitale kerkdienst te kunnen volgen gebruiken we nog steeds, dan is het blijkbaar gemakkelijker om die op zondag op een zelf gekozen moment de kerkdienst te bekijken. En sommige ouderen, 60-plussers, vertrouwen het nog steeds niet wat besmettingsgevaar betreft. Maar op die manier krijgen deze mensen steeds minder binding met de kerk, als gebouw waar je samenkomt. De ‘vrijblijvende christen’ noem ik dat. Het geloof wordt op die manier meer een ‘leuke gemeenschap’ om bij te horen. En nogmaals, dat gaat volgens mij toch ten koste van dat belangrijke gemeenschapsgevoel, de saamhorigheid.’

Weemoed?

In juli vindt de verhuizing naar Balkbrug plaats. Of Leeftink na al die jaren in Assen nog met een stukje weemoed over zijn schouder kijkt? ‘Tja, we laten best veel positieve dingen achter. En er is ook nog veel te doen in Assen. Maar dat laat ik over aan mijn opvolger. Steeds als we verhuisden keken we nooit te lang om. Ik heb er ook erg veel zin in mijn nieuwe uitdaging aan te gaan.’

Dit interview is geplaatst in de Asser Courant van dinsdag 5 april 2022


GKV en NGK worden één: laat weten hoe de nieuwe kerk gaat heten!

Maak je voorkeur kenbaar via deze enquête-link.

Eind jaren ’60 van de vorige eeuw vond er een kerkscheuring plaats in de vrijgemaakte kerken. Zo’n 25% van de leden en zo’n 40% van de dominees raakte ‘buiten-verband’ en koos een aantal jaren later voor de naam Nederlands Gereformeerde Kerken. De ‘binnen-verbanders’ bleven lid van de Gereformeerde Kerken (vrijgemaakt). Na ruim 50 jaar wordt deze broedertwist (het was in die tijd vooral een mannenzaak 😉 bijgelegd. De NGK en de GKV worden weer samen één. Dat ervaar ik als een geschenk van God en als het werk van de Heilige Geest, deze hernieuwde eenheid van een deel van de kerk van Christus.

Maar hoe moet de nieuwe kerk gaan heten? Op zaterdag 25 september wordt de knoop doorgehakt op een gezamenlijke zitting van de Landelijke Vergadering van de NGK en de Generale Synode van de GKV. Het hele proces van eenwording is voorbereid door de Regiegroep Hereniging. Al in het voorjaar van 2019 deed die een oproep om namen in te zenden voor het nieuwe kerkverband. Alle ingediende namen heeft de Regiegroep zorgvuldig bekeken en gewogen. Men heeft vooral gelet op de volgende drie punten:
(1) Veel kerken hebben al een ‘voornaam’, vaak die van het kerkgebouw. Steeds meer kerken kiezen een naam met een missie. Zo’n wervende naam is prachtig voor de plaatselijke gemeente om iets uit te stralen in de eigen buurt. De achternaam van het nieuwe kerkverband moet ook goed passen bij al die plaatselijke kerken.
(2) De NGK en de GKV zijn gereformeerde kerken. Dat typeert hen inhoudelijk en historisch. Het is belangrijk om dat in de naam van het nieuwe kerkverband te laten doorklinken.
(3) De naam van het nieuwe kerkverband moet ook openheid uitstralen en aan andere kerken de mogelijkheid bieden om zich nu of later aan te sluiten.

Uiteindelijk kwamen er vier namen boven drijven. Daaruit mogen de afgevaardigden van de LV en de GS een keus maken. Dit zijn de opties (met een korte uitleg erbij):

A/ De Nederlandse Gereformeerde Kerken – deze naam geeft aan wat voor kerken we samen en met iedereen die zich daarbij wil aansluiten zijn: gereformeerd en Nederlands.
B/ De Verenigde Gereformeerde Kerken – deze naam geeft aan dat we als gereformeerde kerken één willen zijn in het dienen van de Heer en dat ook laten zien door ons te verenigen.
C/ De Gemeenschap van Gereformeerde Kerken – deze naam geeft aan dat we landelijk een gemeenschap vormen waarbinnen een variatie aan gereformeerde kerken past.
D/ De Evangelische Gereformeerde Kerken – deze naam geeft aan dat we als gereformeerde kerken leven vanuit het evangelie van onze Heer.

Welke naam gaat het worden? Ik ben benieuwd, want ik ben één van de synodeleden van de GKV die zaterdag mag aangeven welke nieuwe naam onze gezamenlijke GKV & NGK kerken krijgen. Maar dat beslis ik liever niet zelf. Dus daarom nodig ik je graag uit om jouw mening te geven. Dat kan via deze enquête-link. Maak je voorkeur kenbaar!

Het kerkschip van de GKV verlaten – is dat te driest gedrost?

Rond de jaarwisseling stond in het blad Onderweg, dat de emeritus-predikanten Henk Drost en Alko Driest niet langer lid willen blijven van de Gereformeerde Kerken (vrijgemaakt). Henk Drost heeft zich aangesloten bij één van de twee nieuw-vrijgemaakte kerkverbanden en Alko Driest weet nog niet waar hij zich bij aan zal sluiten. Met beiden heb ik contact gehad n.a.v. hun vertrek en over hun persoonlijke motivatie zal ik niet verder uitweiden. Wat ik hieronder signaleer is gaat niet over hun persoonlijke afwegingen, maar is mijn taxatie van de mix aan redenen waarom mede-broeders en – zusters uit diepe verontrusting de GKV verlaten hebben en nog steeds verlaten.

Wie geen vreemdeling in Jeruzalem is voelt wel aan dat het herhaalde besluit (2017 en 2020) om vrouwen toe te laten tot de ambten bij veel oud-GKV’ers het laatste duwtje is geweest voor deze stap. Daarachter ligt een grotere moeite, namelijk hoe er wordt omgegaan met het gezag van de Bijbel, zowel in de prediking als in de christelijke levensstijl. Blijkbaar vinden predikanten en kerkleden die uit verontrusting de vrijgemaakte kerk verlaten, dat de GKV op die twee punten zo weinig gereformeerd meer is, dat je het kerkschip wel moet verlaten.

Het gevoel speelt ook een rol

Dat vind ik persoonlijk erg jammer. En ook, met alle respect voor ieders persoonlijke keus, net iets te gemakkelijk. Ik vergelijk het met de toename van het aantal echtscheidingen in de afgelopen jaren. Daar krijg je als gemeentepredikant behoorlijk wat van mee. En eigenlijk kun je bij elke specifieke situatie nooit zeggen: ‘Dit stel ging heel gemakkelijk uit elkaar.’ Nee, het gaat altijd met verdriet en pijn gepaard. Maar als je alle echtscheidingen op een rijtje zet, zie je wel een rode lijn, namelijk: echtparen gaan gemakkelijker uit elkaar dan 20-30 jaar geleden, ongeacht de bijbelse oproepen van Mozes, Jezus en Paulus om toch echt te proberen bij elkaar te blijven. (zie hierover mijn blog Echtscheiding – alle seinen staan op groen).

Als het om kerkverlating vanuit verontrusting gaat, zie ik hetzelfde. Individueel is het altijd een moeilijke stap die met pijn in het hart genomen wordt. Maar als je alle overstappen naast elkaar zet, zie je als rode draad, dat de eigen overtuiging over wat gereformeerd is belangrijker gevonden wordt dan waar we samen als gereformeerde kerken en christenen voor willen staan. ‘Ik voel me niet meer thuis in mijn eigen kerk(verband)’ is vaker een oorzaak dan men zelf toegeven wil. Toen prof. Jochem Douma een aantal jaren geleden de GKV verliet, noemde ik dat in mijn blog Een mix van principe en heimwee.

Geduld en acceptatie

Eén ding vind ik vooral pijnlijk aan het vertrek van gemeenteleden en predikanten die jarenlang met hun gaven hun plaatselijke gemeente en het kerkverband gediend hebben. Ze laten daarmee blijken dat ze niet hetzelfde geduld kunnen opbrengen als al die gemeenteleden en predikanten die wel blij zijn met een aantal ontwikkelingen in de GKV sinds half jaren ’90. Toegegeven: uit onvrede over het strakke vrijgemaakte exclusivisme zijn die 25 jaar ook kerkleden vertrokken. Maar er zijn er meer die uit liefde en loyaliteit gebleven zijn, ook al waren ze al die jaren vóór de vrouw in het ambt, misten ze in de prediking de persoonlijke component (de ‘weerklank’ om het met prof. Trimp te zeggen) en waren ze het niet eens met rigide kerkelijke praktijken zoals onttrekkingen (zelfs als je CGK of NGK werd), niet mogen trouwen in de kerk als je allebei geen belijdend lid van de GKV was) en het oeverloos gediskussieer over hoeveel gezangen er uit het Liedboek gezongen mochten worden. Deze minderheid schikte zich naar de meerderheid omdat de meesten van hen beseften: uiteindelijk gaat het niet om dit soort dingen. Het gaat om de vraag of Christus op een gereformeerde manier gepredikt wordt en of we daar samen op aanspreekbaar willen zijn in ons dagelijks leven.

Nu zijn de rollen omgedraaid. De meerderheid is in veel opzichten de minderheid geworden. Dat voelt onprettig als je altijd tot de meerderheid behoord hebt. Als je dan overstapt, geef dan eerlijk toe dat nostalgie ook een belangrijke rol meespeelt.

De predikant als kapitein

Wat ik vooral bij predikanten die overstappen mis, is het besef dat je geroepen bent om Gods Woord trouw te blijven verkondigen, ook als het kerkschip in zwaar weer terecht gekomen is. Dat laatste ontken ik namelijk niet. De mentaliteit van de westerse maatschappij is als een orkaan die alle kerken op hun grondvesten doet schudden en alle christenen van hun fundament Christus af wil blazen.  Dat leidt tot spanning tussen ‘kerk’ en ‘samenleving’. En tot de spanning tussen ‘veelkleurigheid’ en ‘herkenbaar gereformeerd’. Het kerkschip van GKV+NGK deint naar mijn inschatting wel wat te gemakkelijk mee op de golven van de samenleving. Andere kerkverbanden lijken meer op een kerkvloot waar men uit elkaar drijft omdat de meerderheid de minderheid geen enkele ruimte wil bieden om een iets bredere koers te varen.   

Er zijn dus spanningen binnen de GKV. En we varen samen vrij unaniem een bepaalde koers die je best zorgelijk kunt vinden. Maar ik begrijp niet waarom sommige kapiteins dan het kerkschip verlaten. Zijn de GKV-kerken dan zo erg uit koers geraakt, dat onze Stip op de horizon, ons Oriëntatiepunt waar we naartoe willen geheel verdwenen is? En dat ons objectieve Kompas hebben ingeruild voor de subjectieve deskundigheid van elke willekeurige kapitein? Ik geloof daar niets van. Maar ik ben ook maar één iemand. Anderen ervaren het heel anders. Samen vormen we dat kerkschip.  

Is het een oplossing om, als je niet meer blij gereformeerd kunt zijn binnen de GKV, het kerkschip te verlaten en aansluiting te zoeken bij een nieuw-vrijgemaakt kerkverband dat sinds 2009 is ontstaan en waarvan de synode op 1 okt. 2016 weliswaar uitspreekt dat eenheid en eenvormigheid niet met elkaar gelijk gesteld mogen worden, maar tegelijk bindend voorschrijft dat alle plaatselijke kerken in hun erediensten niets anders mogen zingen dan de 150 Psalmen en 41 Gezangen van het Gereformeerd Kerkboek 1984 + een selectie van 36 liederen (inclusief het verbod op het zingen van vers 5 van ‘Eens als de bazuinen klinken’ en de verzen 6-9 van ‘Neem mijn leven, laat het, Heer’) Of om over te stappen naar een Gereformeerde Bondsgemeente binnen een hotelkerk waar de pluraliteit vele malen groter is dan binnen het kerkverband waar je je gevoelsmatig en theologisch niet meer thuis voelt?

In de Bijbel lees ik, dat er eens een koning was (Joas) die van een profeet  (Elisa) de opdracht kreeg om een pijl af te schieten als overwinningsteken van de HEER in de oorlog tegen de vijanden van Gods volk. Daarna moest Joas met de overgebleven pijlen op de grond stampen. Dat deed hij drie keer. Elisa werd woedend en riep: ‘Had maar vijf of zes keer geslagen!’ (2 Koningen 13:14-19)

De ouderling, de professor en Calvijn

Persoonlijk heb ik erg veel waardering voor een ouderling die tegen mij zei:

‘Ik ben erg verontrust. Ik kan niet meer dienen in het ambt. Maar weggaan mag en wil ik niet. Want dat is geen optie als je lijdt aan de kerk. Dan moet je op je post blijven en je daar inzetten, waar Christus je nog steeds roept.’

Ook herinner ik me een interview van prof. dr. J. van Bruggen in het Reformatorisch Dagblad (16-12-2016). De interviewer probeert hem tot uitspraken over de ontwikkelingen in de GKV te verlokken, maar daar gaat Van Bruggen niet op in. Hij benadrukt iets anders:

U bent uit volle overtuiging gereformeerd vrijgemaakt.

„Daar ben ik niet trots op. Wel heb ik van harte het goede voor deze kerk gezocht. Maar de vraag is niet goed gesteld. Niemand heeft bij zijn geboorte voor de ene of andere kerk gekozen. Aan niemand wordt bij de geboorte gevraagd of hij rooms-katholiek, Russisch-orthodox of oud gereformeerd wil zijn. Je kunt ook niet zeggen dat je liever andere ouders zou hebben gehad. Het is de mens niet gegeven om zijn eigen kerk uit te kiezen. Die krijg je toegewezen. We zijn maar eenvoudige mensjes en we worden allemaal van Hogerhand ergens geplaatst. En die plaats heb ik getrouw willen innemen. Trouw zijn is hier het sleutelwoord. Ontrouw is een ziekte van onze tijd.”

In de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt is veel aan de hand. Er is veel wat ver­anderd.

„Dat is op dit moment van meer kerken te zeggen, nietwaar? Veel is aan het schuiven, maar ik wil voor mezelf voorkomen dat deze dingen gaan afleiden van de kern van de zaak. Dat zou vervalsing van het perspectief zijn.”

En die kern van de zaak is…?

„Strijdt om in te gaan.”

Tenslotte moet ik denken aan de woorden van Calvijn uit zijn Institutie. Vorig jaar rond deze tijd werden die op de Generale Synode geciteerd door de synodecommissie BBK die zich bezig hield met de Betrekkingen met de Buitenlandse Kerken. Die waren heel kritisch over de koers van de GKV. Sommigen hadden de zusterkerkrelatie al verbroken, anderen zouden dat zeker doen als de vrouw in het ambt gehandhaafd bleef. De commissie BBK, waar ik zelf lid van was, riep op om elkaar te blijven erkennen als kerken van Christus met een beroep op Calvijn:

“Volgens mij is de zuivere bediening van het Woord en het zuivere gebruik en de zuivere bediening van de sacramenten dus een duidelijk bewijs dat we een gemeenschap waarin die beide aanwezig zijn, veilig als echte kerk kunnen accepteren. De betekenis daarvan gaat zo ver dat we zo’n kerk nooit mogen afwijzen zolang ze die beide dingen vasthoudt. Zelfs al zit ze verder vol fouten. Sterker nog, er kan zelfs in de bediening van de leer of van de sacramenten een fout sluipen, zonder dat we ons daarom van haar gemeenschap mogen vervreemden. (…) De apostel Paulus zegt: ‘Laten wij daarom, zovelen als er volmaakt zijn, hetzelfde denken. Als jullie iets anders denken, dan zal God jullie ook dat openbaren.’ (Filippenzen 3:15)  Maakt Paulus daarmee niet voldoende duidelijk dat verschil van mening over dingen die niet zo nodig zijn, tussen christenen geen reden mogen zijn om uit elkaar te gaan? (…) Maar het is niet mijn bedoeling om hiermee zelfs maar de kleinste dwalingen in bescherming te nemen, alsof ik zou vinden dat die vriendelijk door de vingers gezien zouden mogen worden. Nee, ik bedoel dat we de kerk niet zomaar, om een of ander klein meningsverschil, mogen verlaten. Als in die kerk maar de gezonde leer van ons behoud bewaard blijft, waarin de vroomheid ongeschonden overeind staat. En als de sacramenten er maar gebruikt blijven worden zoals de Heer die heeft ingesteld. En als we dan ondertussen maar ons best doen om te corrigeren waar we ontevreden over zijn, dan doen we onze plicht.”  (Calvijn – Institutie deel IV hoofdstuk 1, paragraaf 12 – vertaling Gerrit Veldman).

Het kerkschip biedt behouden vaart als Christus aan het roer blijft staan, met de Bijbel en de Heilige Geest als kompas. Naar mijn mening is dat binnen de GKV nog steeds zo en wordt er in veel gevallen te driest gedrost.

Mag je als predikant zelf bepalen in welke andere kerken je officieel voorgaat?

Dominees uit de Gereformeerde Kerken (vrijgemaakt) en de Nederlands Gereformeerde Kerken mogen sinds begin december ook in de Protestantse Kerk in Nederland preken. Eind oktober hadden GKV/NGK het omgekeerde al besloten: PKN-predikanten die zich “gebonden [weten]  aan de leer van de Bijbel zoals beleden in de gereformeerde belijdenissen” mogen voorgaan in GKV- en NGK-kerkdiensten als de eigen gemeente hiermee instemt.

Misschien dat dit besluit sommigen overvalt. De PKN is toch een plurale kerk waarin vrijzinnigheid en orthodoxie allebei een legitieme plek hebben? Hoe kun je daar dan als gereformeerde dominee Gods Woord brengen? En omgekeerd: hoe weet je zeker dat een PKN-predikant op een vrijgemaakte kansel voluit Gods Woord brengt? Nou, dat kan dus als je samen het geloof deelt in God als Schepper en Vader, Jezus Christus als Verlosser en Heer en de Heilige Geest als Vernieuwer en Motivator, zoals de Bijbel daarover spreekt en zoals de Drie Formulieren van Eenheid dat naspreken.

Want de verschillen in kerkvisie zijn minder belangrijk dan de eenheid in geloof.  Met dit besluit lopen GKV en NGK weer in de pas met de CGK. Die besloten in 2013 al dat alle predikanten uit de PKN die zich “in de uitoefening van hun ambt verbonden hebben aan de gereformeerde belijdenissen” ook mogen worden uitgenodigd om in de CGK te preken (bron: Reformatorisch Dagblad)

De gezamenlijke landelijke vergadering van GKV en NGK sprak ook uit dat een predikant die voorgaat in een PKN-gemeente dat in goed overleg met de eigen kerkenraad doet.

Deze formulering stond niet in het oorspronkelijke voorstel van Deputaten Kerkelijke Eenheid (GKV) en de Commissie Contact en Samenspreking (NGK). Die hadden het vrijblijvender geformuleerd, namelijk: Predikanten zijn gerechtigd op verzoek voor te gaan in een PKN-gemeente na daarvan mededeling te hebben gedaan aan hun kerkenraad.

De motivatie hierachter was, dat een predikant als dienaar van Gods Woord overal waar hij (of zij) de gelegenheid krijgt, het Evangelie van Jezus Christus mag brengen. Dat hoort bij zijn persoonlijke roeping, dus een kerkenraad mag dat zijn predikant niet verbieden.

Persoonlijk was ik het hier niet mee eens. Elke predikant is allereerst verbonden aan de eigen gemeente. Samen met de ouderlingen geeft hij  geestelijke leiding aan de gemeente. De kerkenraad is ook verantwoordelijk voor de eenheid in de gemeente. Het bewaren van die eenheid is belangrijker dan de persoonlijke wens van een dominee om, als hij daarvoor gevraagd wordt, buiten het eigen kerkverband voor te gaan. Als er zo’n verzoek komt, hoort de predikant dat eerst aan zijn kerkenraad voor te leggen.  En wel om twee redenen:

1/ Een predikant gaat nooit op persoonlijke titel uit preken. Hij staat daar altijd als vertegenwoordiger van de vrijgemaakte kerk, zelfs als het geen officiële kerkdienst is.

In mijn eerste gemeente, de GKV pp Zaamslag, werd sinds de jaren ’60 op 24 december een kerstnachtdienst gehouden. Het was een persoonlijk initiatief van de net opgerichte ‘Commissie Volkskerstzangavonden’. De eerste keer deden de hervormde, de synodale en de vrijgemaakte dominee mee. Meteen daarop schreef de hervormde predikant een roerend stuk over de eenheid tussen de samenwerkende kerken die nu ontwaakt was, met als gevolg dat de vrijgemaakte kerkenraad zei: deze eerste keer is meteen ook de laatste keer geweest, want we zijn het als drie kerken over veel zaken zo fundamenteel oneens, dat we op de kerstavond niet een begin van kerkelijke eenheid willen suggereren. Begin jaren ’90 vroegen de hervormde en synodale dominee mij om weer mee te doen. Toestemming vragen aan de kerkenraad was niet nodig, zeiden ze, want de kerstnachtdienst was immers nog steeds een persoonlijk initiatief? Dat kan wel waar zijn, zei ik toen, maar als ik mee doe, zegt iedereen: kijk, de vrijgemaakte dominee doet ook weer mee! Dus heb ik eerst aan de kerkenraad gevraagd wat ze daarvan vonden. Geen enkel probleem, zeiden de mannenbroeders, want de hervormde en synodale predikant zijn allebei bijbelgetrouwe voorgangers.

2/ Mijn volgende gemeente was die van Nijmegen. Die is in pas als één van de laatste kerken in november 1969  uit elkaar gevallen in een GKV en een NGK, omdat de toenmalige predikant drie jaar lang het dringende advies van de kerkenraad naast zich neerlegde om loyaal te zijn aan het kerkenraadsbesluit om  samen binnen het kerkverband te blijven. Dat wilde deze predikant niet. Hij  bleef volhouden dat hij overal waar hij geroepen werd, Gods Woord mocht brengen, ongeacht de mening van de kerkenraad. Daarmee brak hij de eenheid binnen zijn eigen gemeente op. Net als in de jaren ervoor verschillende vrijgemaakte dominees zonder enige vorm van overleg met de eigen kerkenraad voorgingen in een synodale kerkdienst. Mede als gevolg van zulk eigenmachtig optreden is de breuk tussen GKV en NGK ontstaan.

Zulke solistische akties van predikanten met een te groot roepingsbesef naar buiten toe en een te klein verantwoordelijkheidsgevoel voor de eenheid van de eigen gemeente moet je als synode / landelijke vergadering niet de ruimte geven door te zeggen: ‘U mag overal voorgaan waar u wilt, dominee, als u het maar even meldt bij uw kerkenraad.’

Vandaar mijn voorstel om uit te spreken: Predikanten zijn gerechtigd op verzoek voor te gaan in een PKN-gemeente na daarvoor instemming van hun kerkenraad gekregen te hebben.

Een meerderheid van de afgevaardigden vond dit net even te strak geformuleerd. Want wat is dan nog de vrijheid en de ruimte die een predikant heeft om als dienaar van het Woord het Evangelie te brengen als hij daarvoor uitgenodigd wordt?

Dus kwam een andere afgevaardigde, ds. Wim van Wijk, met een andere voorstel dat uiteindelijk unaniem aangenomen is:  Wanneer een NGK-GKV predikant voorgaat in een PKN-gemeente, gebeurt dat in goed overleg met de eigen kerkenraad.

Met die uitkomst kan ik goed leven (anders was het ook niet een unaniem besluit geweest :-). Want wat in goed overleg tot stand komt, dient ook altijd de eenheid in de eigen gemeente.

Wederzijds respect bij het al dan niet invoeren van de vrouw in het ambt

‘Unaniem en dankbaar’ hebben de 32 synodeleden de besluiten van ‘Meppel 2017’ om de ambten in de vrijgemaakt-gereformeerde kerken voor de vrouwen open te stellen, gehandhaafd. Aan de behandeling van het jarenlang slepende vraagstuk of de ambten in de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt ook moesten worden opengesteld voor vrouwen, lijkt formeel althans een einde gekomen. Het is niet meer mogelijk voor gemeenten, classis of regionale synodale verbanden beroep of revisie aan te tekenen.

Zo vatte het Nederlands Dagblad onder de kop ‘GKV houdt ambt open voor vrouw’ de besluiten die de Generale Synode van Goes op 5 september 2020 heeft genomen. Er waren 23 kerken die om revisie hadden gevraagd, deels omdat het in strijd is met de Bijbel dat vrouwen ouderling en/of predikant kunnen zijn, deels omdat ze de onderbouwing vóór de openstelling van de ambten voor vrouwen onvoldoende vonden. En er waren ook 23 kerken die niet tegen de besluiten in 2017 waren, maar ook vonden dat het allemaal beter onderbouwd moest worden.

Die onderbouwing heeft deze synode in twee commissierapporten geleverd (klik hier en dan nr. 22b + 22c). Daarmee is inderdaad een einde gekomen aan een lang traject. Vanaf 2005 stond het onderwerp ‘vrouwen in de ambten’ zes keer achter elkaar op de synode-agenda. De GS van Ede-Zuid wees in 2014 openstelling af met 15-21. De GS van Meppel koos in 2017 voor openstelling met 23-9 (ouderling) en 21-10 (predikant). De GS van Goes heeft nu, in 2020, de openstelling gehandhaafd met 32-0. Kerkrechtelijk is de discussie hiermee beëindigd.

Twee volwaardige bijbelse meningen

Hoe zal dit besluit vallen binnen de plaatselijke kerken? Een belangrijke uitspraak van de synode is – en ik zeg het even in eigen woorden: zowel de overtuiging dat op basis van Gods Woord het ambt niet voor vrouwen openstaat als de overtuiging dat dat op grond van de Bijbel wel mogelijk is, komen voort uit een eerbiedige en zorgvuldige afweging van de Schriftgegevens. Of, zoals de vice-voorzitter van de synode, ds. Dinand Krol, in de pers zei: ‘Beide meningen zijn gebaseerd op een Schriftlezing die correct is.’

Dit is niet een vrijgemaakte eigenaardigheid. Ook binnen de CGK hebben beide visies recht van bestaan. In 1998 sprak de CGK-synode van Nunspeet uit, “dat uit het geheel van het spreken van de Heilige Schrift duidelijk is dat het gezaghebbend leidinggeven aan de gemeente aan de man en niet aan de vrouw toekomt.” Tegelijk werd de mening van de minderheid niet als schriftkritisch beoordeeld. Beide visies “hadden dezelfde hermeneutische basis, hetzelfde Schriftverstaan, terwijl daarna een verschillende evaluatie van de Schriftgegevens leidde tot een verschillende uitkomst.” Oftewel: de CGK-synode van 1998 waakte ervoor “om een principiële veroordeling van het standpunt van de minderheid van de studiecommissie uit te spreken.”

Plaatselijke vrijheid

In tegenstelling tot de CGK geeft de GKV nu definitief aan plaatselijke kerken de ruimte om te kiezen welke lijn ze willen volgen als het om de verkiezing van ouderlingen en het beroepen + voorgaan van predikanten gaat. Dat vind ik nog steeds een wijs besluit. Daarmee geven we elkaar de vrijheid binnen ons kerkverband om hierover verschillend te mogen denken.

Want als er in de Bijbel twee lijnen zijn aan te wijzen, waardoor we niet tot een eenduidig standpunt kunnen komen, moeten we elkaar als kerken de ruimte geven om plaatselijk naar eer en geweten te besluiten wat goed is voor de gemeente en wat tot eer van God strekt. En dat vanuit een houding van liefde tot Christus en liefde tot elkaar, ook als de pijn wederzijds voelbaar blijft. Als we ons werkelijk vasthouden aan Christus en zijn Woord, moeten we ook elkaar vast willen houden.

Ruimte voor elkaar

Wat betekent dat in de praktijk? Volgens mij dit: we geven elkaar optimaal de ruimte om een plaatselijk een keus te maken op grond van de beide bijbelse lijnen die er zijn. Als we echt vinden dat beide lijnen een volwaardige plaats binnen het raamwerk van Schrift en belijdenis hebben, zou het heel vreemd zijn dat er nu in (sorry voor de tweedeling en de terminologie) in behoudende gemeentes door progressieve leden actie gevoerd wordt om de vrouw ook daar in het ambt te krijgen, terwijl in vooruitstrevende gemeentes een conservatieve minderheid dit probeert tegen te houden.

Ben ik hier bang voor? Ja, wel een beetje. Al in de jaren vóór 2017 proefde ik een verharding in de standpunten. Voorstanders van de vrouw in het ambt gaven blijk van ongeduld en onbegrip dat niet meteen tot openstelling werd overgegaan. Sommigen verlieten zelfs de GKV om lid te worden van een PKN of evangelische gemeente waar vrouwen wel mochten preken. In de afgelopen decennia zijn een aantal vrouwelijk theologen uit de GKV en de CGK alvast predikant geworden in de PKN. Als ik daar dan een wat kritische kanttekening bij maakt, kreeg ik vaak een reactie terug in de trant van: ‘Maar je begrijpt toch wel dat bevlogen christenen deze stap zetten?’ Ja, ergens snapte ik het wel, maar ik vond het vooral jammer. En ook minder juist. Want mensen gingen weg terwijl we samen in een proces zaten. Dus zou ik het heel spijtig vinden als er straks nog meer mensen weglopen omdat een plaatselijke kerk besluit om op grond van de Bijbel de ambten níet open te stellen voor vrouwen. Dat wekt bij mij de indruk dat men het eigen gelijk belangrijker vindt dan de geloofseenheid met je eigen broeders en zusters in de plaatselijke gemeente.

Omgekeerd gebeurde de afgelopen drie jaren precies hetzelfde. Kerkleden vertrokken en sommige buitenlandse zusterkerken verbraken meteen de kerkelijke banden, omdat de GKV door dit besluit een valse kerk zou worden. Nu de kogel definitief zullen er nog meer zusterkerken volgen en gaan nog een aantal verontruste kerkleden actief op zoek naar een andere kerkelijke gemeente. Dat gaat nog niet meevallen trouwens, want de hele Gereformeerde Bond valt af omdat die ook de vrouw in het ambt tolereren in hun eigen PKN-kerkverband. Ook de CGK zal, denk ik, in de komende tien jaar hetzelfde traject aflopen als wij nu gedaan hebben, maar dan in een veel trager tempo. En de meeste evangelische gemeentes waar vrouwen niet toegelaten worden als voorgangers hebben een nog zwaarwegender breekpunt: ze eisen dat je je laat overdopen. De keus is dus beperkt tot nieuw-vrijgemaakt (DGK / GKN) of bevindelijk-gereformeerd (HHK / div. soorten GerGem). Wie dit soort keuzes maakt, terwijl in de eigen plaatselijke gemeente de vrouw in het ambt nog niet is ingevoerd, voelt zich zó verantwoordelijkheid voor wat de synode besluit en voor wat andere gemeentes beslissen, dat men plaatselijk liever een breuk forceert dan samen het gesprek aan te gaan over wat wijs en verstandig is voor de eigen gemeente.

In beide gevallen zie ik een negatieve trekje naar boven komen waar gereformeerden wel vaker last van hebben: de eigen mening staat gelijk aan Gods Woord en daar moet iedereen in het kerkverband voor buigen. Oftewel: men wil heersen over de mening van anderen: mede-christenen, andere GKV-gemeentes, het hele kerkverband. Dan heb ik meer respect voor een ouderling die aftrad op de dag nadat in zijn gemeente het principe-besluit om vrouwen toe te laten als ouderling en predikant en daarbij zei: “Ik kan dit besluit niet uitdragen in de gemeente, maar ik ga niet weg, want als je moet ‘lijden aan de kerk’ is dat een te gemakkelijke stap.’

Elkaar aanvaarden

Het kan ook anders. Als we beginnen met de erkenning dat we samen willen luisteren naar Gods Woord en onze redding bij Jezus Christus zoeken, moeten we elkaar ook kunnen vasthouden als we erg van mening verschillen over de vrouw in het ambt.

Echt vasthouden betekent dat we vooral plaatselijk met elkaar in gesprek gaan. En dat op grond daarvan elke gemeente zelf een besluit neemt. Een besluit dat gerespecteerd wordt binnen de gemeente en door de andere GKV-kerken. Een besluit waarvan, als het aan mij ligt, ook niet elk jaar opnieuw getornd wordt, maar dat voor de komende vijf jaar vast staat. Want als we echt vinden dat je vanuit de Bijbel twee lijnen kan aanwijzen, moet je elkaar ook de ruimte gunnen om een keus te maken die de rust in de gemeente ten goede komt. En moet je jezelf de gelegenheid geven om na een aantal jaren er nog eens goed over na te denken.

Ongeveer 15 jaar geleden zei een collega-predikant tegen mij toen het om de zondagsdiscussie in onze kerken ging (is de zondag als rustdag nu wel of niet gegrond op een goddelijk gebod?): ‘Dat is geen kwestie waarvoor christenen in de tijd van de Reformatie de brandstapel opgingen.’ Ik denk dat dat ook geldt voor de vraag of vrouwen wel of niet als diaken / ouderling mogen dienen of als predikant mogen voorgaan. Ik vind zelf van wel (hier vind je mijn argumentatie) en steun daarom de synodebesluiten. Maar ik heb er geen enkele moeite mee om te preken of te werken in een gemeente die niet of voorlopig niet overgaat tot de openstelling van de ambten.

Laten we ook bij dit verschil van mening elkaar blijven aanvaarden zoals Christus ons aanvaard heeft. (Romeinen 14).

Deze blog is een bewerking van de blog die ik op 22 juni 2017 onder dezelfde titel geschreven heb.

De synode werkt niet achter de rug van kerkleden om

Onder deze titel plaatste ds. Dinand Krol, de tweede voorzitter van de Generale Synode van de GKV, op 1 mei 2020 een kort ingezonden in het Nederlands Dagblad. Het is een reaktie op een vijf pagina’s lang artikel van Pieter Pel in het blad Nader Bekeken van april 2020. Daarin beschuldigt hij de synode er opnieuw van achter gesloten deuren de revisieverzoeken behandelt van kerken die bezwaren hebben tegen de vrouw in het ambt.

Hieronder volgt de tekst van het artikel.

Het vergaderwerk van de vrijgemaakte synode staat momenteel op een laag pitje en speelt zich grotendeels achter schermen af. Doordat er weinig tot niets plenair gebeurt, onttrekt het zich veelal aan de waarneming. Het Nederlands Dagblad van 27 april gaf in een samenvatting de kritiek in het blad Nader Bekeken door, dat de openheid ook vóór de coronacrisis al te wensen overliet. Die kritiek is niet terecht.
Dat niet iedereen bij alle zittingen aanwezig mag zijn en niet meteen over alle stukken beschikt, wil niet zeggen dat de synode achter de rug van kerkleden om haar eigen gang gaat.

De kritiek betreft met name het vermeende gebrek aan openheid rond de behandeling van revisieverzoeken. De synode van Meppel (2017) besloot de kerken ruimte te geven om vrouwen tot de ambten toe te laten; een aantal kerken vraagt aan de huidige synode om op dat besluit te herzien.
Op twee momenten hebben die revisieverzoeken tot nu toe tijdens zittingen van deze synode op de agenda gestaan. De eerste keer was in november, tijdens toerustingsdagen voor nieuw aangetreden synodeleden. Het is gebruikelijk die in een informele, besloten setting te houden.

tussentijdse polsing

In januari heeft de synode om tafel gezeten met de commissie die de behandeling van de
revisieverzoeken voorbereidt. Deze commissie had haar eerste bevindingen aan de leden
van de synode voorgelegd, om te vragen of ze op de juiste weg zit. Deze vergaderingen,
waarin tussentijdse rapportage plaatsvond, waren wel toegankelijk voor pers en
belangstellenden. In eerdere synodes vond zo’n tussentijdse polsing door een commissie
vaak plaats buiten de publieke zittingen. Het moderamen koos in dit geval voor een
openbare bespreking, juist om zo transparant mogelijk te zijn. Dat het moderamen het
werkdocument dat tijdens deze vergaderingen besproken werd, niet publiek hebben
gemaakt, was om te voorkomen dat er voortijdig conclusies aan verbonden werden.

De kritiek bepaalt het moderamen er bij hoe belangrijk het is om helder te communiceren en openheid van zaken te geven. Die boodschap neemt het moderamen ter harte! Terugkijkend beseft het we dat dat soms te wensen overliet. Er is echter geen sprake van dat bewust de publiciteit wordt gemeden.

ruimte geven

Het moderamen ziet uit naar het moment waarop het mogelijk is om in alle openheid de
revisieverzoeken met betrekking tot het besluit de kerken ruimte te geven om vrouwen tot de ambten toe te laten, inhoudelijk te bespreken, in aanwezigheid van belangstellenden en pers.

Wie nog eens wil nalezen hoe de synode in alle openheid vergadert, kan terecht op mijn blog van 5 maart 2020. Ook op die weergave levert Pieter Pel in het genoemde artikel van Nader Bekeken stevige, maar in mijn ogen ongefundeerde kritiek.

Kerkscheuring na losmaking in Bunschoten-Spakenburg?

Op 6 maart verscheen er op internet een verklaring van de Gereformeerde Kerk (Vrijgemaakt) (Voortgezet) Bunschoten-Spakenburg. Vanaf 15 maart gaat men kerkdiensten beleggen in ‘De Fontein’, het kerkgebouw van de Christelijke Gereformeerde Kerk in het dorp. Aanleiding is de losmaking van ds. H.Sj. Wiersma in december 2019. Hij was sinds 1992 predikant van de Noorderkerk in Spakenburg.

Losmaking is altijd een trieste zaak. Maar het kan nooit reden voor een kerkscheuring zijn. Wanneer een predikant losgemaakt wordt, blijft hij beroepbaar binnen de GKV en mag overal voorgaan, de sacramenten bedienen, huwelijken bevestigen en pastorale arbeid verrichten. Ook ds. Wiersma stond in de eerste maanden van 2020 nog gewoon op het preekrooster in veel kerken volgens het Gereformeerd Kerkblad van Midden- en Zuid-Nederland.

In Spakenburg lijkt het anders te gaan. Een deel van de bijna 1500 leden van de Noorderkerk is het oneens met de losmaking. Dus heeft men na ruim twee maanden besloten om zelfstandig kerkdiensten te gaan beleggen. Als voortgezet-vrijgemaakte kerk voor heel Bunschoten-Spakenburg.

Ik ken de situatie niet. Ik heb, naast de berichten van de GKVV (om maar even hun eigen afkorting aan te houden), alleen de blog van Larry Koelewijn gelezen, omdat daar op de site van de GKVV naar verwezen werd. Ik ken ook ds. Wiersma niet. Ik weet dus niet of hij de aanjager is van de oprichting van deze nieuwe kerkformatie, of dat een groep bezwaarde gemeenteleden hem gevraagd heeft om zich bij dit projekt aan te sluiten.

Ik vraag me af bij het lezen van dit bericht: is de groep rondom ds. Wiersma nu een dolerende kerk geworden? Of heeft men zich meteen al volledig afgesplitst van het vrijgemaakte kerkverband?

Het woord ‘doleren’ betekent ‘klagen’. Dat doe je binnen het kerkverband waarin je funktioneert. Daar vraag je ruimte voor jouw standpunt als je je maar moeilijk kunt vinden in de opvattingen van de meerderheid. Zo ging het in 1886, toen onder leiding van Abraham Kuyper op veel plaatsen dolerende kerkelijke gemeentes ontstonden die van harte gereformeerd wilden blijven. Uiteindelijk werden die door de Hervormde Kerk uit het kerkverband gezet. Die mogelijkheid biedt de Protestantse Kerk vandaag de dag wel. In veel plaatsen heb je bijzondere wijkgemeentes die hun eigen, vaak gereformeerde kleur hebben. En zo werkt het in de praktijk ook binnen de Christelijke Gereformeerde Kerken. Daar is het een breed geaccepteerd verschijnsel dat men zich aansluit bij een gemeente die alleen maar psalmen zingt bij orgelspel en uit de (al dan niet herziene) statenvertaling leest, of bij een gemeente die op een hele gevarieerde manier aan de kerkdienst invulling geeft.

Als je als predikant of als deel van de gemeente je echt niet kunt neerleggen bij een losmaking, is ‘doleren’ de enige optie. Want in de pijnlijke periode voordat het tot losmaking kwam, lagen er geen principiële breekpunten op tafel. Als dat wel het geval was, had de predikant zich moeten vrijmaken van het onbijbelse optreden van de kerkenraad of het kerkverband. Of had de kerkenraad de predikant moeten schorsen en afzetten vanwege zijn onbijbelse prediking of zondige handelswijze.

Dat is in Spakenburg-Noord niet gebeurd. De proef op de som zal dus zijn, of de GKVV Bunschoten-Spakenburg, die op 15 maart haar eerste kerkdiensten gaat beleggen, zich binnenkort ook aanmeldt op de vergadering van classis Hilversum als bijzondere wijkgemeente van de GKV in Bunschoten-Spakenburg.

Doet ze dat wel, dan wil ze oprecht gereformeerd blijven.

Doet ze dat niet, dan trekt de ‘groep Wiersma’ een onverantwoorde scheur in de kerk van Christus.

Een nieuwe afscheiding was in elk geval niet het advies van prof. dr. Henk van den Belt op 14 december 2019 in Bunschoten op een bijeenkomst van ruim 300 verontruste GKV’ers toen hem de vraag gesteld werd: moet je breken met de GKV vanwege de vrouw in het ambt? Zijn antwoord, volgens het ND van 17/12 was: ‘Ik druk u op het hart om niet te scheuren, maar te blijven vanwege Gods trouw en geduld. De ware kerk wordt niet vals, als ze dwaalt inzake vrouw en ambt.’ Tijdens die vergadering stelde ds. Wiersma de vraag of een dreigende losmaking vanwege de gereformeerde koers voor een een nieuwe situatie kon zorgen, omdat je dan “zelf niet scheurt, maar dat degenen die jou wegsturen bezig zijn het lichaam van Christus te scheuren. En ik denk dat dit aan de hand is.” Daarop antwoordde eerst prof. van den Belt met: “Soms zijn er situaties waarin je ultiem moet lijden aan de kerk. Maar gemakkelijk is dat niet.” En daarna zei ds. G. Treurniet: “Zolang Hij (Christus) nog niet terug is, hoort bij Hem volgen ook jezelf verloochenen en je kruis opnemen.” Zelfs als je in de kerk elkaar niet meer kunt aanspreken op het gezag van Gods Woord, “is voortijdig weglopen in elk geval geen optie. We hebben dan in de kerk altijd nog de mogelijkheid om in beroep te gaan tegen besluiten van een kerkenraad –  wat we de kerkelijke weg noemen.” Vandaar de nadrukkelijke oproep van ds. Treurniet: “Voor de Goede Herder uitlopen in plaats van Hem te volgen dat is echt iets waar ik ernstig voor zou willen waarschuwen.” (Hier na te luisteren: minuut 31:20 – 37:05)

Verder hoop ik van harte, dat ondanks de heftige emoties van het moment, er binnen vrijgemaakt Bunschoten-Spakenburg ruimte is voor een bijzondere wijkgemeente die geen moeite heeft met de prediking en de standpunten van ds. Wiersma. Als je kijkt naar het aantal leden van de vier kerken (ruim 5.000) zou het toch geen enkel probleem moeten zijn wanneer enkele honderden zich verenigen in een wat meer behoudende gemeente? Er is al een vijfde kerk met iets meer dan 200 leden die er helemaal bij hoort, nl. die van Eemdijk. Hoe pijnlijk de verwijdering ook is die ontstaan is, het zou mogelijk moeten zijn om de nieuwe gemeente rondom ds. Wiersma op de classis te ontvangen. Zoals ds. Wiersma tot 1 maart 2020 gewoon voorging in GKV-kerken, zijn er vast ook andere GKV-predikanten te vinden die gewoon willen voorgaan in deze wat meer behoudende gemeente.  Binnen de Gereformeerde Bond en binnen de CGK is dit heel gewoon.

Is een bijzondere wijkgemeente die (om maar eens wat te noemen) geen vrouwelijke ambtsdragers wil toelaten en geen NGK-predikanten op de kansel wil, een ideale situatie? Nee, dat denk ik niet. Maar om elkaar meteen volledig af te schrijven als ‘niet-gereformeerd’ of ‘sectarisch’ lijkt me een nog slechtere optie.  Volgens mij wijst de apostel Paulus een andere weg:

Verdraag elkaar uit ​liefde. Span u in om door de samenbindende kracht van de ​vrede​ de eenheid te bewaren die de Geest u geeft.

Verdraag elkaar en vergeef elkaar als iemand een ander iets te verwijten heeft; zoals de Heer u vergeven heeft, moet u elkaar vergeven.

Als de GKVV Bunschoten-Spakenburg wel alle banden met de overige GKV-kerken verbreekt, heb ik nog twee vragen: 1) Ds. Wiersma heeft als losgemaakte predikant nog op 1 maart 2020 om 16:30 uur in GKV Ermelo gepreekt. Hoe waarachtig was dat, als je op 6 maart 2020 je medewerking verleent aan de oprichting van een eigen kerk die zich helemaal wil afsplitsen van de GKV? 2) En hoe waarachtig zou het zijn als er nog gebruik gemaakt blijft worden van de royale wachtgeldregeling die bij een losmaking hoort (in z’n algemeenheid: 4½ jaar 70% ), terwijl bij de eigen beslissing van een predikant om uit de GKV te stappen een plaatselijke kerk uit goed fatsoen meestal nog maximaal 12 maanden de predikant voor 70% in zijn levensonderhoud voorziet?

In alle openheid – over hoe de GKV-synode vergadert

In het plaatselijk kerkblad schrijf ik regelmatig een stukje over de Generale Synode 2020 waar ik naar afgevaardigd ben. Dit artikel gaat over wat er in februari besproken is over de de besluiten die de vorige synode nam over de vrouw in het ambt.

Waarover spraken zij daar op de synode in februari 2020? Over de NGK en over MVEA. Dat klinkt lekker geheimzinnig. Maar dat is het niet. In dit stukje ga ik op het tweede in – MVEA.

Vrouwelijke ambtsdragers – handhaven of herzien?

MVEA staat voor Man-Vrouw-en-Ambt. De synode van 2017 sprak uit dat er twee lijnen zijn in de Bijbel als het om de plaats van vrouwen in de kerk gaat. Volgens de ene lijn mogen vrouwen geen predikant of ouderling worden. Volgens de andere lijn wel. Omdat de plaatselijk kerk volgens het gereformeerd kerkrecht belangrijker is dan een classis of synode, sprak de synode ook uit dat plaatselijke kerken zelf mochten kiezen of ze wel of geen vrouwen toelaten in het ambt. Tegen dat besluit hebben 23 kerken bezwaar gemaakt. Sommigen vonden de tweede lijn onbijbels. Anderen vonden de onderbouwing vóór de vrouw in het ambt te onduidelijk. Nog eens 24 andere kerken hebben ook gevraagd om een betere onderbouwing. Daar moet deze synode serieus mee aan de slag. En dat gebeurt ook. Een commissie van zes synodeleden is er fulltime mee bezig.

Helaas stond er op 28 februari een paginagroot artikel in het Nederlands Dagblad waarin Dick Slump en Pieter Pel als woordvoerders van acht “SRV-kerken” (zoals ze zichzelf noemen: Samenwerkende Revisie Verzoekende kerken) beweerden, dat de synode achter gesloten deuren over dit onderwerp vergaderde en dat de bezwaarde kerken een geheim dokument niet mochten inzien. Dus zou deze synode het wantrouwen alleen maar voeden, dat alles al voorgekookt is en dat ‘de vrouw in het ambt’ gewoon doorgaat.

Wat deze broeders beweren, is volledig onjuist. Alle inhoudelijke besprekingen van de bezwaren tegen de vrouw in het ambt zijn in alle openheid gevoerd. Dat gold voor de zware kritiek van de buitenlandse kerken. Daar heeft het ND uitvoerig verslag van gedaan. Ook de eerste behandeling van de 23 kerken die om revisie vragen en de 24 kerken die om verduidelijking vragen was openbaar, met meer dan 30 belangstellenden uit het hele land op de publieke tribune. Ook de volgende zittingen zullen toegankelijk zijn voor iedereen die de behandeling bij wil wonen.

 Geheime vergaderingen?

Maar er is toch ook achter gesloten deuren over MVEA gesproken? Ja, inderdaad. Eén keer. Dat was op de allereerste officiële vergaderdag van de synode op 22 november. Toen hebben de 32 synodeleden met elkaar doorgepraat over de twee belangrijkste zaken van deze synode: de fusie met de NGK en de besluiten over MVEA. Niet inhoudelijk, maar over de vraag: hoe gaan we deze twee best wel gevoelige onderwerpen behandelen? Als je voor het eerst als 32 vreemden bij elkaar komt, is het best belangrijk om daar heel zorgvuldig over na te denken. En dat gebeurde inderdaad ‘in comité’ – dus zonder dat daar belangstellende kerkleden of journalisten bij waren.

Maar inhoudelijk zijn de synodebesluiten over de NGK en over MVEA + de brieven van 4 kerken over de naderende fusie met de NGK en 47 kerken over MVEA daar niet besproken. Het is dus bijzonder flauw van de woordvoerders van de acht SRV-kerken om paginagroot te beweren dat de synode “te veel achter gesloten deuren” en in “achterkamertjes” vergadert als het om de inhoudelijke bespreking van de MVEA-besluiten gaat.

Geheime dokumenten?

Hoe zit het dan met de klacht dat er een geheim dokument is dat zelfs de bezwaarde kerken niet in mogen zien? Ook die bewering is volledig onjuist. Er is namelijk geen geheim dokument. Er is wel een ‘raamdokument’ dat door de synodecommissie is opgesteld. Daar hebben ze vanaf december heel hard aan gewerkt. Eerst heeft de commissie met alle 23 bezwaarde kerken een gesprek gevoerd. Toen bleek dat acht kerken alleen maar als groep het gesprek wilden aangaan. Ze hebben ook geen gesprek gevoerd, maar een aanvullende nota ingediend, waarin acht woordvoerders de bezwaren die eerst per kerk, en dan ook nog niet eens gelijkluidend, waren ingediend, nog weer in acht punten uitwerkten. Met daarin o.a. de beschuldiging dat het “foute boel” is dat de synode achter gesloten deuren SRV-wagenover MVEA vergadert. Daarna heeft de redactie van het blad Nader Bekeken (waartoe ook sommige woordvoerders behoren) besloten om als SRV-wagen de complete nota bij alle abonnees thuis te bezorgen. Wat moet je van zo’n huis-aan-huis-actie zeggen?

Na de eerste hoorzitting stelde de commissie haar raamdokument op. Dat was een allereerste ruwe versie. Het moderamen besloot om die versie nog niet in de openbaarheid te brengen. Want dan zou iedereen daar wat van vinden, terwijl het op de synode nog niet besproken was. Die keus kun je van wijsheid vinden getuigen, zoals de meerderheid van de synodeleden. Die keus kun je betitelen als ‘koudwatervrees’, zoals de minderheid waar ik ook toe behoorde.

Maar het punt is: dit raamdokument zou aan alle bezwaarde kerken toegestuurd worden in het kader van een tweede hoorzitting met de commissie. Alleen: de woordvoerders van de acht SRV-kerken wilden zelf de agenda bepalen van de tweede hoorzitting. Ze zeiden namelijk: ‘Beste synodecommissie, we willen niet met u spreken over het raamdokument, maar u moet met ons het gesprek aangaan over de inhoud van onze bezwaren.’

Het is dus volstrekt onjuist om te beweren, dat de acht SRV-kerken “een nog geheim dokument” nooit heeft gezien. Men heeft er zelf voor gekozen het dokument niet te wíllen ontvangen. En waarom? Omdat van de 23 kerken die werden uitgenodigd voor een tweede hoorzitting er acht waren, die zeiden: ‘We komen alleen als collectief én we willen zelf bepalen wat er ter sprake moet komen.’ Wat moet je hiervan vinden? Blokvorming binnen het kerkverband? Minachting van een synode die de moeite neemt om met jou in gesprek te blijven?

Volledige openheid!

Hoe dan ook: de twee woordvoerders van de acht SRV-kerken zitten er behoorlijk naast als ze zeggen dat de synode te veel achter gesloten deuren bespreekt en bepaalde dokumenten achterhoudt als het om de behandeling van de bezwaren en vragen van 47 GKV-kerken gaat. Vanaf de eerste vergadering waarin deze brieven behandeld zijn, gebeurde dat in alle openheid. En dat zal zo blijven ook. Dus iedereen is op 23+24 april welkom op de publieke tribune als er verder gesproken wordt over de bezwaren tegen de besluiten over de vrouw in het ambt.